vertrek in 1995 van het ruimteschip Soyuz TM21 (Norad ID: 23519), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Dit is het eerste ruimteschip dat een gemengde VS-Soviet bemanning naar MIR brengt voor gezamelijke experimenten. De bemanning zal er 115 dagen verblijven als 18de vaste bezetting en keert op 7 juli terug met de ruimtependel Atlantis STS 71.
Op 11 september keren cosmonauten Solovyov en Budarin met Soyuz TM21 terug naar de aarde, na een verblijf van 75 dagen in MIR.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir N.Dezhurov, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Norman E.Thagard, wetenschapper – VS;
bij de landing:
Anatoly Y.Solovyov, gezagvoerder,
Nikolai M.Budarin, vluchtingenieur.
geboorte in 1928 te Gary – Indiana, van Frank Frederick Borman II.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht als bevelhebber-piloot in Gemini 7 en Apollo 8.
Verbleef 19,90 dagen in de ruimte.
Nam deel aan eerste ruimte rendez-vous op 16 december 1965 en eerste maanorbit op 24 december 1968.
Was astronaut tot 1970.
geboorte in 1934 te Chicago – Illinois, van Eugene Andrew ‘Gene’ Cernan.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 3-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als
co-piloot in Gemini 9,
LM piloot in Apollo 10 en
bevelhebber in Apollo 17.
Verbleef 23,59 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimte- en 3 maanwandelingen – samen 24u10’57”.
Mede snelheidsrecordhouder (11107 m/s) - apollo 10.
Elfde man op de maan - apollo 17
Laatste man van de maan vertrokken op 14 december 1972.
Was astronaut tot 1976.
geboorte in 1939 te Miami – Florida, van Dr William Benjamin ‘Bill’ Lenoir.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 6-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 5.
Verbleef 5,09 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1984.
Overlijdt op 26 augustus 2010 tgv een fietsongeval.
geboorte in 1963 te Madrid, van Pedro Francisco Duque.
Spaanse ingenieur/astronaut.
Lid van ESA 2-1992, NASA 16-1996 en EAC-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 95 en
vluchtingenieur in Soyuz TMA3(TMA2).
Verbleef 18,76 dagen in de ruimte.
Eerste Spanjaard in de ruimte – 29 oktober 1998.
geboorte in 1967 te Pittsburgh – Pennsylvania, van Edward Michael (Mike) Fincke.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
ISS expeditielid in Soyuz TMA4 en Soyuz TMA13, en
missiespecialist in STS 134.
Verbleef al 381,60 dagen in de ruimte.
Maakte al 9 ruimtewandelingen – samen 48u37’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: de SU weersatelliet Meteor-9;
in 1968: de VS militaire satellieten OPS 4849 en OPS 7076;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: een SU spionagesatelliet US-P;
in 1981: een SU satelliet onderschepper IS;
in 1985: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU technologiesatelliet US-A;
in 1990: de communicatiesatelliet Intelsat VI-F3;
in 1990: een SU spionagesatelliet US-PM;
in 1992: de PAS communicatiesatelliet Galaxy V;
in 1996: de telecomsatelliet Intelsat 707/Intelsat VII-F7 en een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1998: het MIR-cargoschip Progress-M38.
in de rand:
- Astronaut Frank Borman bracht na zijn maanreis een bezoek aan Europa. In februari 1969 had hij ook een gesprek met de paus. Door een misverstand bij een foutief vertaalde vraag gesteld door monseigneur Mansourati antwoordde Borman “ Neen, ik heb geen duivel op de maan gezien”.
- Terug op aarde na zijn maanlanding zou Eugene Cernan verklaard hebben:
“Als ik iedereen kon meenemen in de ruimte en op afstand laten kijken naar onze aarde, dan denk ik dat de wereld zou veranderen. Vanop de maan zie je geen politieke, kulturele, religieuze of taalgrenzen”.
vertrek in 1986 van het ruimteschip Soyuz T15 (Norad ID: 16643), naar de Soviet ruimtestations
Salyut 7 en MIR.
De bemanning blijft van 13 maart tot 5 mei in MIR, voor oa het uitladen van twee Progress cargoschepen. Dan koppelen ze los en meren de volgende dag aan bij Salyut 7. Hier zullen ze vanaf 6 mei tot 25 juni de lopende experimenten beëindigen en de resultaten ervan met 350 kg instrumenten overbrengen naar de Soyuz. Op 26 juni zijn de cosmonauten terug in MIR, waar ze zich als eerste vaste bezetting tot 16 juli hoofdzakelijk zullen bezig houden met aardobservatie.
Deze ruimtevlucht duurt in in haar geheel 125 dagen en is de laatste van het T-type.
De inzittenden zijn:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Vladimir A.Soloviyov, vluchtingenieur.
vertrek in 1989 van de ruimtependel Discovery STS 29 (Norad ID: 19882), voor een 5-daags verblijf in een baan om de aarde.
Tijdens deze missie wordt de satelliet TDRS 4 (Tracking and Data Relay Satellite) dmv de eigen rakettrap (IUS) in een geosynchrone baan geplaatst. Ook staan bio-experimenten met oa vier ratten op het programma. Met de Discovery werd een luchtmachtproef gedaan, waarbij de pendel diende als doel voor de ijking van een optische waarnemingspost op Hawaii.
De bemanning nam ook foto’s van de aarde met een in de hand gehouden IMAX camera.
De inzittenden zijn:
Michael L.Coats, bevelhebber,
John E.Blaha, piloot,
James P.Bagian, missiespecialist,
James F.Buchli, missiespecialist,
Robert C.Springer, missiespecialist.
geboorte in 1970 te Penza, van Aleksandr Mikhailovich Samokutyayev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht TsPK 13-2003 selektie.
Maakte ruimtevlucht als ISS expeditielid in Soyuz TMA21 en Soyuz TMA14M.
Verbleef al 164,24 dagen in de ruimte.
Maakte al 2 ruimtewandeling – samen 10u01’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 5057;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: de VS wetenschapssatelliet Explorer 43/IMP 8;
in 1977: een VS fotospion KH-8;
in 1985: een VS radarsatelliet Geosat;
in 1987: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1994: de VS militaire satellieten USA 101 en USA 102.
experimenten met dieren:
- In 1967 is er de sub-orbitale vlucht van Vesta 5 (FR) met de lampongaap Pierette tot zowat 230 km hoogte. De capsule komt behouden neer.
vertrek in 1981 van het ruimteschip Soyuz T4 (Norad ID: 12334), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
De bemanning zal er 75 dagen verblijven als zesde vaste bezetting en wetenschappelijke experimenten uitvoeren. Midden mei testte de bemanning technieken om de mogelijkheid na te gaan of een reeds aangemeerde Soyuz kon gebruikt worden als reddingsmiddel, ingeval een aankomende Soyuz in de problemen kwam.
Ook was aan de cosmonauten gevraagd om de ongewone ontdekking van de vorige bezetting te verifieren. Deze had namelijk “zilverachtige wolken” waargenomen.
(Naargelang de bron wordt ook 90 dagen als verblijfsduur aangegeven).
De inzittenden zijn:
Vladimir V.Kovalyonok, gezagvoerder,
Viktor P.Savinykh, vluchtingenieur.
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-6 N°9.
Sonde E-6-9 moet een cameramodule, gelijkaardig aan deze van Luna 4, laten neerkomen op de maan.
De laatste trap van het lanceertuig weigert dienst en laat de sonde tot 17 mei in aardorbit steken; waarna ze verbrandt in de atmosfeer.
De combinatie krijgt het kosmosnummer 60.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-018A
Norad ID: 1246
Andere namen: Kosmos 60
Lanceertuig: Molniya 8K78L/R103-25
Massa: 6530 kg.
geboorte in 1923 te Hackensack - New Jersey, van Walter Marty ‘Wally’ Schirra Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht in
Mercury-Atlas 8, en als
bevelhebber in Gemini 6 en Apollo 7.
Verbleef 12,30 dagen in de ruimte.
Nam deel aan eerste ruimte rendez-vous – 16 december 1965.
Verlaat Nasa Astronauten Corps op 1 juli 1969.
Overlijdt aan hartaanval op 3 mei 2007 in ziekenhuis te La Jolla.
selektie in 1962 van de Soviet VVS cosmonautes
Tatyana Kuznetsova,
Irina Soloviyova,
Valentina Tereshkova.
Alleen Tereshkova zal – als eerste vrouw – een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een VS fotospion KH-7;
in 1972: de VS wetenschapssatelliet TD-1A;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1976: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1979: het Saljut 6 cargoschip Progress 5;
in 1983: een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1991: de SU navigatiesatelliet Nadezhda 3.
in de rand:
- Walter Schirra zag ook de lichtgevende deeltjes rond zijn capsule, zoals al door oa John Glenn waargenomen in Mercury-Atlas 6.
Hij was de eerste astronaut die de (waarschijnlijke) codenaam “Santa Claus” gebruikte om één of meer onherkende voorwerpen nabij zijn Mercury-Atlas 8 capsule te melden.
- In mei 1981 zagen Vladimir Kovalyonok en Viktor Savinykh nabij Salyut 6 een bolvormig voorwerp dat het station tot op 100 m naderde. Af en toe verdween het om later terug op te duiken. Deze waarneming werd op film vastgelegd.
lancering in 1960 vanaf Cape Canaveral LC17A, van de VS ruimtesonde Pioneer 5.
Pioneer 5 moet in de ruimte tussen de omloopbanen van de aarde en venus, onderzoek doen ivm magnetisme, ionisatie en deeltjes afkomstig van uitbarstingen op de zon.
Daartoe wordt de sonde in een baan om de zon geschoten, met een omlooptijd van 310 dagen.
De apparatuur van de sonde bestaat uit twee stralingsdetectoren, een inductie magnetometer en een micro-meteoriet detector. Twee zenders stuurden de gegevens door tot op 50 miljoen kilometer.
Het ruimtetuig werd 108 dagen gevolgd over een afstand van 35 miljoen kilometer.
Pioneer 5 registreerde de gevolgen van een enorme zonne-uitbarsting op 31 maart, en leverde
ons zo belangrijke informatie over het ‘weer’ in de ruimte.
Pioneer 5 was het enige komplete succes in de Pioneer-reeks.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1960-001A (alpha 1)
Norad ID: 27
Andere naam: Able 6
Lading: Pioneer P-2
Lanceertuig: Thor Able IV 219
Massa: 43 kg.
geboorte in 1956 te Elizabethtown - North Carolina, van Curtis ‘Curt’ Lee Brown Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 47, STS 66 en STS 77; en
bevelhebber in STS 85, STS 95 en STS 103.
Verbleef 57,63 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot december 1999.
geboorte in 1963 te Bauru – Sao Paulo, van Marcos Cesar Pontes.
Braziliaanse piloot/astronaut.
Lid van Brazilië-1998 en NASA 17-1998 selektie.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz TMA8(TMA7).
Verbleef 9,89 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH-7;
in 1965: de VS militaire navigatiesatelliet EGRS 2/SECOR 2 en de geheime satellieten 1965-17D en NSS O-3;
in 1976: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-33;
in 1983: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-20;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1988: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-71, acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M en de GEC telecomsatelliet Spacenet 3R.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet L1-2P Block D test in een baan om de aarde.
Deze test is meegedeeld als voorbereiding op de geplande Zond lanceringen.
De lading wordt in een hoge elliptsche baan gebracht en door de Block D trap in een maanbaan geschoten. Het was echter niet de bedoeling naar de maan te vliegen of de lading na de vlucht te bergen. Door het slagen van deze test werd vals vertrouwen geschapen voor de toekomstige vluchten. Een reeks van hierop volgende mislukkingen zal spijtig genoeg roet in het eten gooien.
(afbeelding: tekening van deze combinatie)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-021A
Norad ID: 2705
Andere naam: Kosmos 146
Lanceertuig: Proton-K/UR-500K
Massa: 5375 kg.
geboorte in 1961 te Ames – Iowa, van Laurel Blair Salton Clark.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 107.
Verbleef 15,94 dagen in de ruimte.
Sterft in Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1970: de FR/DE technologiesatellieten DIAL/WIKA en DIAL/MIKA;
in 1975: de JP militaire communicatiesatelliet SDS 1;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: de communicatiesatelliet Palapa 2 en een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
lancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van het Soviet ruimteschip Vostok 3(K)A N°1/Korabl-Sputnik 4.
Korabl-Sputnik 4 is officieel de vierde Vostok test ter voorbereiding van de eerste bemande vlucht. In de capsule zitten een “mechanische cosmonaut” Ivan Ivanovich, de hond Chernushka (Zwartje) en dieren (oa muizen, cavia en insekten).
Eén volledige aardomloop wordt uitgevoerd, waarna de capsule met succes in de omgeving van Kubyshev geborgen wordt. De vlucht duurde 1 uur 41 minuten.
De mechanische cosmonaut werd uit de capsule geschoten en kwam per parachute neer, terwijl de capsule met Chernushka en de rest van de lading behouden landde.
Als de bergingsploeg het dorp Stary Tokmak bereikt wordt ze door een grote menigte entoesiast onthaald, allen willen de ‘ruimtehond’ zien en knuffelen.
(afbeelding: model van vostok met hond Chernushka)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-008A (theta 1)
Norad ID: 91
Andere naam: Sputnik 9 (VS aanduiding)
Lanceertuig: Vostok 8K72K E103-14
Massa: 4700 kg.
geboorte in 1934 te Klushino - Smolensk, van Yuri Alekseyevich Gagarin.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 1-1960 groep.
Maakte ruimtevlucht in Vostok 1.
Verbleef 0,0750 dagen in de ruimte.
Eerste mens officieel in de ruimte en in orbit – 12 april 1961.
Sterft in een vliegtuigongeval omgeving Novosyolovo op 27 maart 1968.
selektie in 1983 van de LMIcosmonaute
Yekaterina A.Ivanova;
die echter nooit in aanmerking kwam voor een ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de satelliet voor radio amateurs OSCAR 3 en de VS militaire satellieten EGRS 3, GGSE 2, GRAB 6, Dodecapole 1, Solrad 7B, GGSE 3 en Surcal 2;
in 1966: een VS fotospion KH-4A;
in 1973: de VS militaire satelliet OPS 8410/SAMOS 92;
in 1974: de VS technologiesatelliet X 4/Miranda;
in 1992: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1996: de VS militaire satelliet REX 2.
in de rand:
- In 1961 zou volgens geruchten cosmonaut Piotr I.Dolgov rond deze tijd overleden zijn bij de test van een Vostok schietstoel. Geruchten ivm deze persoon zijn er echter in overvloed. Officieel verongelukte hij op 1 november 1962.
Zie ook de vermoedelijke Korabl-Sputnik lancering op 27 september 1960.
- Radio Wenen bracht op 21 april 1967 het bericht als zou cosmonaut Yuri Gagarin na zijn vlucht gezegd hebben dat vliegende schtels echt zijn, met de snelheid van het licht vliegen en een ernstig probleem vormen.
- Leonid Vladimirov zou, ivm de dood van Yuri Gagarin, aan een joernalist van de ‘Daily Telegaph’ gezegd hebben dat het feit dat hij samen met Vladimir Seryogin om het leven kwam laat veronderstellen dat ze het slachtoffer werden van een mislukte raketlancering.
geboorte in 1927 te Shawnee - Oklahoma, van Leroy Gordon ‘Gordo’ Cooper Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in Mercury-Atlas 9 en
bevelhebber/piloot in Gemini 5.
Verbleef 9,39 dagen in de ruimte.
Bracht eerste live TV vanuit de ruimte op 15 mei 1963.
Was aktief bij Nasa tot 31 juli 1970.
Overlijdt aan hartfalen op 4 oktober 2004 te Ventura.
geboorte in 1937 te Maslennikovo - Yaroslavl, van Valentina Vladimirovna Tereshkova.
Russische piloot/cosmonaute.
Huwde cosmonaut Andrian Nikolayev.
Lid van VVS-vrouwen 1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in Vostok 6.
Verbleef 2,95 dagen in de ruimte.
Eerste vrouw in de ruimte – 16 juni 1963.
Moeder van het eerste kind van in de ruimte verbleven ouders.
geboorte in 1946 te Douala – Kameroen, van Patrick Pierre Roger Baudry.
Franse piloot/astronaut.
Lid van Internationale 1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 18/51G.
Verbleef 7,07 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juni 1985 en bleef aktief in de luchtvaart.
selektie in 1991 van de TsPK-11 bijkomende cosmonaut
Talgat Musabayev (Kazakhstan).
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1981: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1982: de VS militaire waarschuwer DSP 10/IMEWS 13;
in 1984: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1989: de EUMETSAT weersatelliet Meteosat 4/MOP 1 en de JP communicatiesatelliet JCSat 1;
in 1991: een SU fotoverkenner Oblik.
in de rand:
- Astronaut Gordon Cooper was een fervent gelover in het bestaan van niet herkende vliegende voorwerpen (UFO), waarschijnlijk omdat hij zelf als militaire piloot in Duitsland, gedurende twee dagen metaalachtige schijven waarnam die op aanzienlijke hoogte overvlogen.
Later legde hij een verklaring af voor de Verenigde Naties, waarin hij oa stelde dat de astronauten bang waren om over hun ervaringen met dergelijke waarnemingen te praten.
- Valentina Tereshkova was de eerste vrouw en tevens de eerste niet-militair in de ruimte. Ze werd kort na haar ruimtevlucht in 1963 door haar regering “aangezet” om spoedig zwanger te worden. Samen met haar echtgenoot, cosmonaut Andrian Nikolayev (Vostok 3), kreeg zij in juni 1964 een dochter Elena. Deze stond gedurende haar eerste vijf levensjaren onder voortdurend medisch toezicht en werd later dokter.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Columbia STS 62 (Norad ID: 23025), voor een 14-daags verblijf in een baan om de aarde.
Deze missie heeft USMP-2 en OAST-2 aan boord, voor experimenten van oa materiaalbewerking en kristalgroei in bijna gewichtloze toestand. Ook stonden bio-medische aktiviteiten op het programma voor een beter begrijpen van de effekten van langere ruimtevluchten.
Twee astronauten droegen bij de lancering verbeterd ondergoed, gelijkend op dat van formule-1 piloten, om de temperatuur aangenaam te houden.
De inzittenden zijn:
John H.Casper, bevelhebber,
Andrew M.Allen, piloot,
Pierre J.Thuot, missiespecialist,
Charles D.Gemar, missiespecialist,
Marsha S.Ivins, missiespecialist.
geboorte in 1965 te Balkhash – Dzheskazgan(Kazakhstan), van Yuri Valentinivich Lonchakov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Tspk 12-1997 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 100,
vluchtingenieur in Soyuz TMA1(TM34), en
ISS expeditielid in TMA13.
Verbleef 200,77 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 10u27’.
Was cosmonaut tot 14 september 2013.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: de VS wetenschapssatelliet OGO 5;
in 1969: de VS militaire satelliet OPS 4248;
in 1970: de VS militaire satellieten OPS 0440 en OPS 3402, en een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1972 en 1978: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1992: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-83;
lancering in 1959 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS ruimtesonde Pioneer 4.
Pioneer 4 wordt in een baan geschoten die de sonde nabij de maan moet brengen.
Het is het 1ste VS tuig dat aan de aantrekkingskracht van de aarde weet te ontkomen.
De sonde passeert de maan op 4 maart om 23u24min, op een afstand van 60.000 km. Dit was te ver om de eigenlijke maanmetingen uit te voeren.
Het hoofddoel van pioneer 4 – de maanpassage en zonsorbit 147/169 mkm – werd verwezenlijkt, met radiokontakt gedurende 82 uren tot 655.000 kilometer ver. De sonde draait in 392 dagen om de zon.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1959-013A (nu 1)
Norad ID: 113
Lanceertuig: Juno II Jupiter AM-14
Massa: 18/6,10 kg.
vertrek in 1969 van de ruimtecapsule Apollo 9 (Norad ID: 3769), voor een 10-daags verblijf in een baan om de aarde.
Tijdens deze missie worden systemen en apparatuur getest voor de latere bemande maanvluchten.
Vier uur na de lancering wordt de CSM-LM combinatie afgekoppeld van de Saturn raket en begint de bemanning aan de opdracht. Deze omvat oa het testen op 6 maart door Scott en Schweickart, van de ruimtepakken die later op de maan zullen gebruikt worden. Op 7 maart komt de LM (Spider) met McDivitt en Schweickart aan boord tijdelijk los van de CSM (Gumdrop) en verwijdert zich 180 km. Na 6 uren koppelen ze terug aan en voeren gedurende de resterende dagen orbitale maneuvers uit.
De inzittenden zijn:
James A.McDivitt, bevelhebber,
David R.Scott, CM piloot,
Russell L.Schweickart, LM piloot.
lancering in 1972 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Pioneer 10.
Deze missie is de eerste die naar het buitenste van ons zonnestelsel gestuurd wordt en de eerste naar de planeet jupiter. Het ruimtevaartuig bereikt zijn dichtste nadering tot jupiter op 4 december 1973, op ongeveer 200.000 km. Pioneer 10 vloog dan door naar de interstellaire ruimte in de richting van de rode ster Aldebaran, die het oog van de Stier vormt. De reis over een afstand van 68 lichtjaren naar Aldebaran zal ongeveer twee miljoen jaar vergen. De continue tracking en gegevensverwerking werden op 31 maart 1997 beëindigd om budgettaire redenen. Het signaal van het ruimtevaartuig is voor het laatst waargenomen op 23 januari 2003.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-012A
Norad ID: 5860
Andere namen: Pioneer F
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-27
Massa: 258kg.
geboorte in 1942 te Beloye – Minsk, van Vladimir Vasilyevich Kovalyonok.
Belarussische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 4-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 25, Soyuz 29(31) en Soyuz T4.
Verbleef 216,38 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 2u05’.
Was cosmonaut tot 23 juni 1984.
geboorte in in 1946 te Warsaw - New York, van James ‘Jim’ Craig Adamson.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 28 en STS 43.
Verbleef 13,93 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1992.
geboorte in 1949 te Sunnyside – Washington, van Dr Bonnie Jeanne Dunbar.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute.
Huwde astronaut Ronald Sega.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 22/61A, STS 32 en STS 71; en
ladinggezagvoerder in STS 50 en STS 89.
Verbleef 50,35 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot september 2005.
geboorte in 1949 te Cordova – Alabama, van James Shelton ‘Jim’ Voss.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 44, STS 53 en STS 101;
ladinggezagvoerder in STS 69; en
ISS expeditielid in STS 102(105).
Verbleef 202,23 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 22u45’.
Was astronaut tot juni 2003 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
selektie in 1992 van de NPOE-10 ingenieur/cosmonauten
Aleksandr Lazutkin,
Sergei Treshchov,
Pavel Vinogradov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-M;
in 1971: de CN technologiesatelliet ShiJian en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1980: een VS afluistersatelliet NOSS 3;
in 1982: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: het MIR cargoschip Progress 28 en een SU ELINT satelliet Tselina-D.
in de rand:
- In zijn boek “Bezoekers uit de ruimte” beweert de auteur dat na de “belevenissen” van de Apollo 8 bemanning, de Amerikaanse regering pogingen ondernam ter bewapening van Apollo 9. Of er effektief bewapening aangebracht werd vermeldt hij niet.
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC36A, van het VS ruimtesonde model Surveyor D-1.
Dit is een dummy Surveyor waarvan de plaatsing in een geosynchrone transferorbit mislukt.
Het ging hier om een test van het lanceertuig dat gebruikt zal worden voor de latere Surveyor maanlanders.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Surveyor SD-1
Lanceertuig: Atlas Centaur LV-3C
Massa: 951 kg.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde Zond 4/7K-L1 N°6.
Het doel van de Zond 4 missie is op 300.000 km van de aarde de ruimte te verkennen en nieuwe systemen en apparatuur te testen. De lancering gebeurde in een richting weg van de maan. Zond 4 bestond uit een aandrijf-, service- en re-entry module. In tegenstelling tot de eerdere Zond ruimtevaartuigen was deze ontworpen om een bemanning van 2 cosmonauten – vermoedelijk Popovich en Sevastyanov - in de omgeving van de maan te brengen.
De terugkeer mislukt en het geheel wordt door de vluchtleiding vernietigd in de atmosfeer.
Deze missie was een onbemande test van de capsule en een geplande voorloper van bemande missies.
(afbeelding: tekening van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-013A
Norad ID: 3134
Lanceertuig: Proton K/D 231-01
Massa: 5140 kg.
vertrek in 1978 van het ruimteschip Soyuz 28 (Norad ID: 10694), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
In deze eerste vlucht van het Intercosmos programma wordt cosmonaut Remek de eerste niet-VS of niet-Soviet mens in de ruimte. De 8-daagse Intercosmos missies waren bedoeld om bevriende communistische landen deel te laten nemen aan bemande en onbemande ruimtevluchten van de Soviet Unie.
De cosmonauten deden medische experimenten en opdrachten eigen aan het deelnemend land, maar elke Intercosmos vlucht was vooral bedoeld als propaganda.
De inzittenden zijn:
Aleksei A.Gubarev, gezagvoerder,
Vladimir Remek, wetenschapper - Czechoslovakia.
lancering in 1983 vanaf Baikonur LC200/39, van het Soviet bevoorradingsschip TKS-M N°16401.
Dit ruimteschip is bedoeld voor vrachtvervoer naar en van ruimtestations.
Het koppelde onbemand aan op 4 maart en verliet Salyut 7 op 14 augustus. De VA capsule kwam op 23 augustus behouden neer met 350 kg materiaal uit het station.
(afbeelding: basistekening van dit schip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1983-013A
Norad ID: 13869
Andere naam: Kosmos 1443
Lanceertuig: Proton-K
Massa: 2000 kg.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Endeavour STS 67 (Norad ID: 23500), voor een 16-daags verblijf in een baan om de aarde, hoofdzakelijk gewijd aan sterrekunde.
Tijdens deze vlucht wordt de satelliet Astro 2 in de ruimte geplaatst waarmee astronomen meer trachten te weten te komen over de eigenschappen van de brokstukken en gassen van exploderende sterren. Ook worden UV-teleskopen gericht op sterren, planeten en hun manen.
Voor het eerst verstrekt NASA dagelijks informatie over de vlucht langs het internet.
De inzittenden zijn:
Stephen S.Oswald, bevelhebber,
William G.Gregory, piloot,
Tamara E.Jernigan/Wisoff, ladinggezagvoerder,
John M.Grunsfeld, missiespecialist,
Wendy B.Lawrence, missiespecialist,
Ronald A.Parise, ladingspecialist,
Samuel T.Durrance, ladingspecialist.
geboorte in 1960 te Kolomna – Moskow, van Michael Vladislavovich Tyurin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia NPOE 11-1994 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht als ISS expeditielid in STS 105(108), Soyuz TMA9 en Soyuz TMA11M.
Verbleef al 532,12 dagen in de ruimte.
Maakte al 5 ruimtewandelingen - samen 25u32’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: de VS militaire satelliet Transit 18;
in 1978: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-39;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1989: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1991: de SES communicatiesatelliet Astra 1B en de EUMETSAT weersatelliet Meteosat 5/MOP 2;
lancering in 1966 vanf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6S N°204.
E-6S-204 moet vanaf een aardorbit in een baan omheen de maan gestuurd worden.
De sonde blijft echter door controleproblemen boven de aarde steken en verbrandt 2 dagen later in de
atmosfeer. Deze maansonde krijgt daarom een kosmosnummer.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-017A
Norad ID: 2093
Andere naam: Kosmos 111
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 6540 kg.
geboorte in 1924 te Sparta – Wisconsin, van Donald Kent ‘Deke’ Slayton.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht als DM piloot in Apollo 18(ASTP).
Verbleef 9,06 dagen in de ruimte.
Was bij eerste koppelling van VS & Sovjet ruimtetuig op 17 juli 1975.
Overlijdt tgv een hersentumor op 13 juni 1993 te League City, Texas.
selektie in 1978 van de Intercosmos-2 cosmonauten
Aleksandr Panayotov Aleksandrov (Bulgarije),
Dumitru Dediu (Roemenië),
Bertalan Farkas (Hongarije),
Maidarzhavyn Ganzorig (Mongolië),
Jügderdemidiin Gürragchaa (Mongolië),
Georgi Ivanov (Bulgarije),
Jose Lopez-Falcon (Cuba),
Bela Magyari (Hongarije),
Dumitru Prunariu (Roemenië),
Arnaldo Tamayo-Méndez (Cuba).
Hiervan zullen Aleksandrov, Farkas, Gürragchaa, Ivanov, Prunariu en Tamayo-Méndez een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1972: de VS militaire waarschuwer DSP 03/IMEWS 03 en een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1979: de SU weersatelliet Meteor 2-04;
in 1984: de NASA/NOAA aardobservatie satelliet ERTS 5/Landsat 5 en de satelliet voor radio amatateurs
Oscar 11/UOSat 2 (VS/UK);
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1997: de communicatie satelliet Intelsat 801.
in de rand:
- Astronaut Donald Slayton was aanvankelijk toegewezen aan de tweede orbitale Mercury missie, maar in 1962 werden bij hem hartritmestoornissen ontdekt, zodat hij niet meer geschikt geacht werd voor een ruimtevlucht. Hij bleef aktief bij NASA voor oa de toewijzing van de Gemini- en Apollobemanningen en als verbindingsman (CapCom) tussen de astronauten in de ruimte en de vluchtleiding. Door oa een drastische beperking in roken, alkohol- en koffiegebruik, werd hij later toch nog medisch geschikt verklaard en nam hij in juli 1975 op 51-jarige leeftijd deel aan het Apollo-Soyuz Test Projekt. Hij was zo het oudste bemanningslid die tot dan deelnam aan een ruimtevlucht.
geboorte op 29 februari 1936 te Gran Rapids – Michigan, van Jack Robert Lousma.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in Skylab 2 en
bevelhebber in STS 3.
Verbleef 67,47 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u02’.
Verlaat Nasa op 1 oktober 1983.
lancering in 1976, van onder andere
de Japanse wetenschapssatelliet ISS 1(A)/UME 1.
ook in februari, maar zonder datum:
- selektie in 1979 (van februari tot oktober) van de GKNII-1 staatswetenschappers/cosmonauten (SU)
Ivan Bachurin,
Alexei Boroday,
Viktor Chirkin,
Vladimir Mosolov,
Nail Sattarov,
Anatoli Sokovykh.
Geen enkele an deze kandidaten zal een ruimtevlucht maken.
- selektie in 1988 van de WOSE-2 militairen/astronauten (VS)
Lloyd L.Anderson,
Carol L.Belt/Weaver.
Geen enkele an deze kandidaten zal een ruimtevlucht maken.
- selektie in 1990 van de CNES-3 militairen/astronauten (FR)
Léopold Eyharts,
Jean-Marc Gasparini,
Philippe Perrin,
Benoit Silve.
Enkel Eyharts en Perrin zullen in de ruimte vertoeven.
- selektie in 1996 van de MSL-1 wetenschappers/ladingspecialisten (VS)
Roger K.Crouch,
Gregory T.Linteris,
Paul D.Ronney.
Deze laatste kwam tot 2015 nog niet in aanmerking voor een ruimtevlucht.
- selektie in 1998 of 1999 van de EAC ladigspecialist (ESA)
Reinhold Ewald (Duitsland).
in de rand:
- Volgens een bericht in februari 1960 in US News en World Report, zouden vier cosmonauten omgekomen zijn bij 4 mislukte lanceringen in de omgeving van het Aralmeer. Eén raket explodeerde, twee lanceringen mislukten en één capsule verdween in de ruimte na een gelukte lancering.
In dit verband wordt Serenti Shiborin genoemd die bij een sub-orbitale vlucht in februari 1958 om het leven zou gekomen zijn.
vertrek in 1990 van de ruimtependel Atlantis STS 36 (Norad ID: 20512), voor een 4-daagse geheime ruimteopdracht van het VS Ministerie van Landsverdediging.
De start van deze zesde geheime opdracht werd meerdere malen uitgesteld wegens oa het slechte weer en de ziekte van de bevelhebber.
De VS militaire satelliet USA 53 (SRS 2/AFP 731) wordt in de ruimte geplaatst.
De inzittenden zijn:
John O.Creighton, bevelhebber,
John H.Casper, piloot,
Richard M.Mullane, missiespecialist,
David C.Hilmers, missiespecialist,
Pierre J.Thuot, missiespecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS militaire technologiesatelliet Discoverer 1;
in 1963: een VS fotospion KH-4;
in 1964: een VS SIGINTsatelliet Ferret;
in 1966: de VS wetenschapssatelliet ESSA 2;
in 1967: de SU weersatelliet Meteor-6;
in 1973: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1975: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1978: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1981: een VS fotospion KH 8 Gambit;
in 1984: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1989: de SU weersatelliet Meteor 2-18;
in 1990: een SU oceaanobservatie satelliet Okean 2 en het MIR cargoschip Progress-M03;
in 1991: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1998: de telecomsatelliet Intelsat 806;
in 1999: een SU doelsatelliet Raduga/Globus.
in de rand:
- Het uitstel van lancering wegens ziekte van een bemanningslid van Atlantis STS 36, was geleden van bij de Apollo 13 maanmissie.
- In 1966 kwamen Charles A.Basett en Elliot McK.See om het leven bij het neerstorten van hun Talon T-38 jet, bestuurd door See. Het toeval wilde dat ze verongelukten op 150 m van de plaats waar de Gemini-capsule stond waarin ze zouden gaan oefenen voor hun Gemini T-9 ruimtevlucht. Het ongeluk gebeurde bij de tweede landingspoging en was te wijten geweest zijn aan de slechte zichtbaarheid op de landingsplaats.
Elliot McKay See, geboren op 23 juli 1927 te Dallas – Texas, ingenieur/testpiloot in de NASA 2 selektie, was CapCom bij de Gemini 7/6A ruimtemissie.
Charles Arthur Bassett, geboren op 30 december 1931 te Dayton – Ohio, ingenieur/testpiloot in de NASA 3 selektie.
Hun naam wordt samen met twaalf andere vermeld op de plaat die door de bemanning van Apollo 15 op de maan gelegd werd, samen met het beeldje “Gevallen Astronaut”, vervaardigd door de Belgische kunstenaar Paul Van Hoeydonck.
(afbeeldingen: See&Bassett en “gevallen astronaut”)
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC34, van de Apollo AS-201 testmissie.
De Apollo-Saturn 201 (AS-201) missie was een onbemande suborbitale vlucht om de Apollo Commando en Dienst Modules te testen. Het was de eerste vlucht van de tweetraps Saturn 1B.
De bedoeling van de vlucht was het controleren van de structurele stevigheid, de Apollo subsystemen en het hitteschild.
De volledig uitgeruste CSM bereikte boven de Atlantische Oceaan een maximale hoogte van 499 km, waarna een manoeuvre werd uitgevoerd om de terugvalsnelheid te verhogen voor het testen van het hitteschild, waarbij ongeveer 2200°C werd bereikt. De drie hoofdparachutes openden op 3700 meter hoogte en de landing vond plaats in de Atlantische Oceaan, op 8,18°Z – 11,15°W, 37 minuten na de lancering. De afgelegde afstand was 8472 km en de capsule kwam op 72 km van het bergingsschip, de USS Boxer, neer.
(afbeelding: de capsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: APST201
Norad ID: -
Andere namen: Apollo-Saturn 201, Apollo 1
Lanceertuig: Saturn 1B
Gewicht: 20820 kg.
lancering in 1971 vanaf Baikonur LC31, van de T2K-2 testmissie.
Dit is de tweede testvlucht in een baan om de aarde van de Soviet maanlander LK.
De LK was oorspronkelijk bedoeld om één cosmonaut te laten landen op de maan en terug te laten keren vóór de VS daarin zou slagen. In tegenstelling tot de Apollo capsules kon de LK maar één persoon bevatten en moest die bij gebrek aan een koppeltunnel buitenom van en naar de maanorbiter.
(afbeelding: de capsule in opbouw)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1971-016A
Norad ID: 4966
Andere naam: Kosmos 398
Lanceertuig: Soyuz 11A511L
Gewicht: 7255 kg.
geboorte in 1928 te Davydovka – Voronezh, van Anatoli Vassilyevich Filipchenko.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 7 en Soyuz 16.
Verbleef 10,88 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1982.
geboorte in 1958 te Charlotte - North Carolina, van Susan Jane Helms.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut - USAF testingenieur.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 54, STS 64 en STS 101,
vluchtingenieur in STS 78, en
ISS expeditielid in STS 102(105).
Verbleef 210,96 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 8u56’.
Was astronaute tot juli 2002 en bleef aktief in de luchtmacht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU weersatelliettest Meteor-2;
in 1969: de VS weersatelliet ESSA 9/TOS G;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1982: de communicatiesatellieten Westar 4 (VS) en Molniya 1-53 (SU);
in 1986: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't en de NASA/NOAA weersatelliet GOES 7;
in 1988: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1991: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1992: de communicatiesatellieten Superbird-B1(JP) en Arabsat 1C(ASC);
in 1998: de VS wetenschapssatelliet SNOE en communicatiesatelliet BATSat;
in 1999: de telecomsatelliet Arabsat 3A(ASC) en de militaire satelliet Skynet 4E(UK).
in de rand:
- Men kan zich de vraag stellen waarom de Soviet Unie in februari 1971 nog doorging met testlanceringen van het type T2K, terwijl er officieel op dat moment reeds zes Amerikaanse astronauten op de maan geland waren.
lancering in 1969 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Mariner 6.
Mariner 6 is een ruimtesonde bedoeld om wetenschappelijke gegevens te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan Mars. Deze sonde moest ook de basis leggen voor latere missies, vooral deze van Mariner 7 enkele dagen later. Op 31 juli 1969 passeert Mariner 6 de planeet op 3430km.
De sonde had 2 TVcamera’s aan boord, alsmede instrumenten voor onderzoek van de bodem en de atmosfeer.
Enkele resultaten: gemeten oppervlaktetemperatuur +24 à -72°C; 60 à 75 gemaakte bodemfoto’s met als resolutie 300m (20% van oppervlak samen met Mariner 7).
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde en de gevolgde baan in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-014A
Norad ID: 3759
Andere namen: Mariner 69-3
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-20
Massa: 412 kg.
vertrek in 1979 van het ruimteschip Soyuz 32 (NORAD ID: 11281), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
De twee cosmonauten worden de 3de permanente bezetting en zullen er 175 dagen verblijven, waarna ze met Soyuz 34 – de leeg vertrokken was – terugkeren. Volgens plan zouden ze landen in Soyuz 33. Dit was niet mogelijk door het mislukken van de koppeling van Soyuz 33 aan het ruimtestation, door een probleem met de motoren. Soyuz 32 keert na 108 dagen leeg terug.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir A.Lyakhov, gezagvoerder,
Valery V.Ryumin, vluchtingenieur.
selectie in 1971 van Soviet wetenschapper/kandidaatcosmonaut
Gurgen Ivanyan,
die echter nooit in aanmerking kwam voor een ruimtevlucht.
selectie in 1984 van de UK84 ladingspecialisten
Anthony H.Boyle,
Christopher J.Holmes,
Peter H.Longhurst,
Nigel R.Wood.
Hiervan zal niemand een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1965: een VS fotospion KH 4A;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: een SU anti-satelliet I2P; (B25343)
in 1972: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1978: de VS militaire communicatiesatelliet SDS 4;
in 1983: een SU militaire waarnemer Oktant.
in de rand:
- De eerste resultaten van Mariner 6 en andere marssondes van het eerste uur, lieten vermoeden dat er op mars bergtoppen voorkwamen bedekt met sneeuw. Aan de evenaar leek plantengroei mogelijk.