Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
03-03-2016
dit gebeurde op 3 maart
lancering in 1959 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS ruimtesonde Pioneer 4.
Pioneer 4 wordt in een baan geschoten die de sonde nabij de maan moet brengen.
Het is het 1ste VS tuig dat aan de aantrekkingskracht van de aarde weet te ontkomen.
De sonde passeert de maan op 4 maart om 23u24min, op een afstand van 60.000 km. Dit was te ver om de eigenlijke maanmetingen uit te voeren.
Het hoofddoel van pioneer 4 – de maanpassage en zonsorbit 147/169 mkm – werd verwezenlijkt, met radiokontakt gedurende 82 uren tot 655.000 kilometer ver. De sonde draait in 392 dagen om de zon.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1959-013A (nu 1)
Norad ID: 113
Lanceertuig: Juno II Jupiter AM-14
Massa: 18/6,10 kg.
vertrek in 1969 van de ruimtecapsule Apollo 9 (Norad ID: 3769), voor een 10-daags verblijf in een baan om de aarde.
Tijdens deze missie worden systemen en apparatuur getest voor de latere bemande maanvluchten.
Vier uur na de lancering wordt de CSM-LM combinatie afgekoppeld van de Saturn raket en begint de bemanning aan de opdracht. Deze omvat oa het testen op 6 maart door Scott en Schweickart, van de ruimtepakken die later op de maan zullen gebruikt worden. Op 7 maart komt de LM (Spider) met McDivitt en Schweickart aan boord tijdelijk los van de CSM (Gumdrop) en verwijdert zich 180 km. Na 6 uren koppelen ze terug aan en voeren gedurende de resterende dagen orbitale maneuvers uit.
De inzittenden zijn:
James A.McDivitt, bevelhebber,
David R.Scott, CM piloot,
Russell L.Schweickart, LM piloot.
lancering in 1972 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Pioneer 10.
Deze missie is de eerste die naar het buitenste van ons zonnestelsel gestuurd wordt en de eerste naar de planeet jupiter. Het ruimtevaartuig bereikt zijn dichtste nadering tot jupiter op 4 december 1973, op ongeveer 200.000 km. Pioneer 10 vloog dan door naar de interstellaire ruimte in de richting van de rode ster Aldebaran, die het oog van de Stier vormt. De reis over een afstand van 68 lichtjaren naar Aldebaran zal ongeveer twee miljoen jaar vergen. De continue tracking en gegevensverwerking werden op 31 maart 1997 beëindigd om budgettaire redenen. Het signaal van het ruimtevaartuig is voor het laatst waargenomen op 23 januari 2003.
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-012A
Norad ID: 5860
Andere namen: Pioneer F
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-27
Massa: 258kg.
geboorte in 1942 te Beloye – Minsk, van Vladimir Vasilyevich Kovalyonok.
Belarussische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 4-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 25, Soyuz 29(31) en Soyuz T4.
Verbleef 216,38 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 2u05’.
Was cosmonaut tot 23 juni 1984.
geboorte in in 1946 te Warsaw - New York, van James ‘Jim’ Craig Adamson.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 28 en STS 43.
Verbleef 13,93 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1992.
geboorte in 1949 te Sunnyside – Washington, van Dr Bonnie Jeanne Dunbar.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute.
Huwde astronaut Ronald Sega.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 22/61A, STS 32 en STS 71; en
ladinggezagvoerder in STS 50 en STS 89.
Verbleef 50,35 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot september 2005.
geboorte in 1949 te Cordova – Alabama, van James Shelton ‘Jim’ Voss.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 12-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 44, STS 53 en STS 101;
ladinggezagvoerder in STS 69; en
ISS expeditielid in STS 102(105).
Verbleef 202,23 dagen in de ruimte.
Maakte 4 ruimtewandelingen - samen 22u45’.
Was astronaut tot juni 2003 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
selektie in 1992 van de NPOE-10 ingenieur/cosmonauten
Aleksandr Lazutkin,
Sergei Treshchov,
Pavel Vinogradov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-M;
in 1971: de CN technologiesatelliet ShiJian en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1977: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1980: een VS afluistersatelliet NOSS 3;
in 1982: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: het MIR cargoschip Progress 28 en een SU ELINT satelliet Tselina-D.
in de rand:
- In zijn boek “Bezoekers uit de ruimte” beweert de auteur dat na de “belevenissen” van de Apollo 8 bemanning, de Amerikaanse regering pogingen ondernam ter bewapening van Apollo 9. Of er effektief bewapening aangebracht werd vermeldt hij niet.
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC36A, van het VS ruimtesonde model Surveyor D-1.
Dit is een dummy Surveyor waarvan de plaatsing in een geosynchrone transferorbit mislukt.
Het ging hier om een test van het lanceertuig dat gebruikt zal worden voor de latere Surveyor maanlanders.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Surveyor SD-1
Lanceertuig: Atlas Centaur LV-3C
Massa: 951 kg.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde Zond 4/7K-L1 N°6.
Het doel van de Zond 4 missie is op 300.000 km van de aarde de ruimte te verkennen en nieuwe systemen en apparatuur te testen. De lancering gebeurde in een richting weg van de maan. Zond 4 bestond uit een aandrijf-, service- en re-entry module. In tegenstelling tot de eerdere Zond ruimtevaartuigen was deze ontworpen om een bemanning van 2 cosmonauten – vermoedelijk Popovich en Sevastyanov - in de omgeving van de maan te brengen.
De terugkeer mislukt en het geheel wordt door de vluchtleiding vernietigd in de atmosfeer.
Deze missie was een onbemande test van de capsule en een geplande voorloper van bemande missies.
(afbeelding: tekening van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-013A
Norad ID: 3134
Lanceertuig: Proton K/D 231-01
Massa: 5140 kg.
vertrek in 1978 van het ruimteschip Soyuz 28 (Norad ID: 10694), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
In deze eerste vlucht van het Intercosmos programma wordt cosmonaut Remek de eerste niet-VS of niet-Soviet mens in de ruimte. De 8-daagse Intercosmos missies waren bedoeld om bevriende communistische landen deel te laten nemen aan bemande en onbemande ruimtevluchten van de Soviet Unie.
De cosmonauten deden medische experimenten en opdrachten eigen aan het deelnemend land, maar elke Intercosmos vlucht was vooral bedoeld als propaganda.
De inzittenden zijn:
Aleksei A.Gubarev, gezagvoerder,
Vladimir Remek, wetenschapper - Czechoslovakia.
lancering in 1983 vanaf Baikonur LC200/39, van het Soviet bevoorradingsschip TKS-M N°16401.
Dit ruimteschip is bedoeld voor vrachtvervoer naar en van ruimtestations.
Het koppelde onbemand aan op 4 maart en verliet Salyut 7 op 14 augustus. De VA capsule kwam op 23 augustus behouden neer met 350 kg materiaal uit het station.
(afbeelding: basistekening van dit schip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1983-013A
Norad ID: 13869
Andere naam: Kosmos 1443
Lanceertuig: Proton-K
Massa: 2000 kg.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Endeavour STS 67 (Norad ID: 23500), voor een 16-daags verblijf in een baan om de aarde, hoofdzakelijk gewijd aan sterrekunde.
Tijdens deze vlucht wordt de satelliet Astro 2 in de ruimte geplaatst waarmee astronomen meer trachten te weten te komen over de eigenschappen van de brokstukken en gassen van exploderende sterren. Ook worden UV-teleskopen gericht op sterren, planeten en hun manen.
Voor het eerst verstrekt NASA dagelijks informatie over de vlucht langs het internet.
De inzittenden zijn:
Stephen S.Oswald, bevelhebber,
William G.Gregory, piloot,
Tamara E.Jernigan/Wisoff, ladinggezagvoerder,
John M.Grunsfeld, missiespecialist,
Wendy B.Lawrence, missiespecialist,
Ronald A.Parise, ladingspecialist,
Samuel T.Durrance, ladingspecialist.
geboorte in 1960 te Kolomna – Moskow, van Michael Vladislavovich Tyurin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia NPOE 11-1994 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht als ISS expeditielid in STS 105(108), Soyuz TMA9 en Soyuz TMA11M.
Verbleef al 532,12 dagen in de ruimte.
Maakte al 5 ruimtewandelingen - samen 25u32’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: de VS militaire satelliet Transit 18;
in 1978: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-39;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1989: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1991: de SES communicatiesatelliet Astra 1B en de EUMETSAT weersatelliet Meteosat 5/MOP 2;
lancering in 1966 vanf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6S N°204.
E-6S-204 moet vanaf een aardorbit in een baan omheen de maan gestuurd worden.
De sonde blijft echter door controleproblemen boven de aarde steken en verbrandt 2 dagen later in de
atmosfeer. Deze maansonde krijgt daarom een kosmosnummer.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-017A
Norad ID: 2093
Andere naam: Kosmos 111
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 6540 kg.
geboorte in 1924 te Sparta – Wisconsin, van Donald Kent ‘Deke’ Slayton.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 1-1959 groep.
Maakte ruimtevlucht als DM piloot in Apollo 18(ASTP).
Verbleef 9,06 dagen in de ruimte.
Was bij eerste koppelling van VS & Sovjet ruimtetuig op 17 juli 1975.
Overlijdt tgv een hersentumor op 13 juni 1993 te League City, Texas.
selektie in 1978 van de Intercosmos-2 cosmonauten
Aleksandr Panayotov Aleksandrov (Bulgarije),
Dumitru Dediu (Roemenië),
Bertalan Farkas (Hongarije),
Maidarzhavyn Ganzorig (Mongolië),
Jügderdemidiin Gürragchaa (Mongolië),
Georgi Ivanov (Bulgarije),
Jose Lopez-Falcon (Cuba),
Bela Magyari (Hongarije),
Dumitru Prunariu (Roemenië),
Arnaldo Tamayo-Méndez (Cuba).
Hiervan zullen Aleksandrov, Farkas, Gürragchaa, Ivanov, Prunariu en Tamayo-Méndez een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1972: de VS militaire waarschuwer DSP 03/IMEWS 03 en een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1979: de SU weersatelliet Meteor 2-04;
in 1984: de NASA/NOAA aardobservatie satelliet ERTS 5/Landsat 5 en de satelliet voor radio amatateurs
Oscar 11/UOSat 2 (VS/UK);
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1997: de communicatie satelliet Intelsat 801.
in de rand:
- Astronaut Donald Slayton was aanvankelijk toegewezen aan de tweede orbitale Mercury missie, maar in 1962 werden bij hem hartritmestoornissen ontdekt, zodat hij niet meer geschikt geacht werd voor een ruimtevlucht. Hij bleef aktief bij NASA voor oa de toewijzing van de Gemini- en Apollobemanningen en als verbindingsman (CapCom) tussen de astronauten in de ruimte en de vluchtleiding. Door oa een drastische beperking in roken, alkohol- en koffiegebruik, werd hij later toch nog medisch geschikt verklaard en nam hij in juli 1975 op 51-jarige leeftijd deel aan het Apollo-Soyuz Test Projekt. Hij was zo het oudste bemanningslid die tot dan deelnam aan een ruimtevlucht.
geboorte op 29 februari 1936 te Gran Rapids – Michigan, van Jack Robert Lousma.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in Skylab 2 en
bevelhebber in STS 3.
Verbleef 67,47 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 11u02’.
Verlaat Nasa op 1 oktober 1983.
lancering in 1976, van onder andere
de Japanse wetenschapssatelliet ISS 1(A)/UME 1.
ook in februari, maar zonder datum:
- selektie in 1979 (van februari tot oktober) van de GKNII-1 staatswetenschappers/cosmonauten (SU)
Ivan Bachurin,
Alexei Boroday,
Viktor Chirkin,
Vladimir Mosolov,
Nail Sattarov,
Anatoli Sokovykh.
Geen enkele an deze kandidaten zal een ruimtevlucht maken.
- selektie in 1988 van de WOSE-2 militairen/astronauten (VS)
Lloyd L.Anderson,
Carol L.Belt/Weaver.
Geen enkele an deze kandidaten zal een ruimtevlucht maken.
- selektie in 1990 van de CNES-3 militairen/astronauten (FR)
Léopold Eyharts,
Jean-Marc Gasparini,
Philippe Perrin,
Benoit Silve.
Enkel Eyharts en Perrin zullen in de ruimte vertoeven.
- selektie in 1996 van de MSL-1 wetenschappers/ladingspecialisten (VS)
Roger K.Crouch,
Gregory T.Linteris,
Paul D.Ronney.
Deze laatste kwam tot 2015 nog niet in aanmerking voor een ruimtevlucht.
- selektie in 1998 of 1999 van de EAC ladigspecialist (ESA)
Reinhold Ewald (Duitsland).
in de rand:
- Volgens een bericht in februari 1960 in US News en World Report, zouden vier cosmonauten omgekomen zijn bij 4 mislukte lanceringen in de omgeving van het Aralmeer. Eén raket explodeerde, twee lanceringen mislukten en één capsule verdween in de ruimte na een gelukte lancering.
In dit verband wordt Serenti Shiborin genoemd die bij een sub-orbitale vlucht in februari 1958 om het leven zou gekomen zijn.
vertrek in 1990 van de ruimtependel Atlantis STS 36 (Norad ID: 20512), voor een 4-daagse geheime ruimteopdracht van het VS Ministerie van Landsverdediging.
De start van deze zesde geheime opdracht werd meerdere malen uitgesteld wegens oa het slechte weer en de ziekte van de bevelhebber.
De VS militaire satelliet USA 53 (SRS 2/AFP 731) wordt in de ruimte geplaatst.
De inzittenden zijn:
John O.Creighton, bevelhebber,
John H.Casper, piloot,
Richard M.Mullane, missiespecialist,
David C.Hilmers, missiespecialist,
Pierre J.Thuot, missiespecialist.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS militaire technologiesatelliet Discoverer 1;
in 1963: een VS fotospion KH-4;
in 1964: een VS SIGINTsatelliet Ferret;
in 1966: de VS wetenschapssatelliet ESSA 2;
in 1967: de SU weersatelliet Meteor-6;
in 1973: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1975: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1978: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1981: een VS fotospion KH 8 Gambit;
in 1984: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1989: de SU weersatelliet Meteor 2-18;
in 1990: een SU oceaanobservatie satelliet Okean 2 en het MIR cargoschip Progress-M03;
in 1991: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1998: de telecomsatelliet Intelsat 806;
in 1999: een SU doelsatelliet Raduga/Globus.
in de rand:
- Het uitstel van lancering wegens ziekte van een bemanningslid van Atlantis STS 36, was geleden van bij de Apollo 13 maanmissie.
- In 1966 kwamen Charles A.Basett en Elliot McK.See om het leven bij het neerstorten van hun Talon T-38 jet, bestuurd door See. Het toeval wilde dat ze verongelukten op 150 m van de plaats waar de Gemini-capsule stond waarin ze zouden gaan oefenen voor hun Gemini T-9 ruimtevlucht. Het ongeluk gebeurde bij de tweede landingspoging en was te wijten geweest zijn aan de slechte zichtbaarheid op de landingsplaats.
Elliot McKay See, geboren op 23 juli 1927 te Dallas – Texas, ingenieur/testpiloot in de NASA 2 selektie, was CapCom bij de Gemini 7/6A ruimtemissie.
Charles Arthur Bassett, geboren op 30 december 1931 te Dayton – Ohio, ingenieur/testpiloot in de NASA 3 selektie.
Hun naam wordt samen met twaalf andere vermeld op de plaat die door de bemanning van Apollo 15 op de maan gelegd werd, samen met het beeldje “Gevallen Astronaut”, vervaardigd door de Belgische kunstenaar Paul Van Hoeydonck.
(afbeeldingen: See&Bassett en “gevallen astronaut”)
lancering in 1966 vanaf Cape Canaveral LC34, van de Apollo AS-201 testmissie.
De Apollo-Saturn 201 (AS-201) missie was een onbemande suborbitale vlucht om de Apollo Commando en Dienst Modules te testen. Het was de eerste vlucht van de tweetraps Saturn 1B.
De bedoeling van de vlucht was het controleren van de structurele stevigheid, de Apollo subsystemen en het hitteschild.
De volledig uitgeruste CSM bereikte boven de Atlantische Oceaan een maximale hoogte van 499 km, waarna een manoeuvre werd uitgevoerd om de terugvalsnelheid te verhogen voor het testen van het hitteschild, waarbij ongeveer 2200°C werd bereikt. De drie hoofdparachutes openden op 3700 meter hoogte en de landing vond plaats in de Atlantische Oceaan, op 8,18°Z – 11,15°W, 37 minuten na de lancering. De afgelegde afstand was 8472 km en de capsule kwam op 72 km van het bergingsschip, de USS Boxer, neer.
(afbeelding: de capsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: APST201
Norad ID: -
Andere namen: Apollo-Saturn 201, Apollo 1
Lanceertuig: Saturn 1B
Gewicht: 20820 kg.
lancering in 1971 vanaf Baikonur LC31, van de T2K-2 testmissie.
Dit is de tweede testvlucht in een baan om de aarde van de Soviet maanlander LK.
De LK was oorspronkelijk bedoeld om één cosmonaut te laten landen op de maan en terug te laten keren vóór de VS daarin zou slagen. In tegenstelling tot de Apollo capsules kon de LK maar één persoon bevatten en moest die bij gebrek aan een koppeltunnel buitenom van en naar de maanorbiter.
(afbeelding: de capsule in opbouw)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1971-016A
Norad ID: 4966
Andere naam: Kosmos 398
Lanceertuig: Soyuz 11A511L
Gewicht: 7255 kg.
geboorte in 1928 te Davydovka – Voronezh, van Anatoli Vassilyevich Filipchenko.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 7 en Soyuz 16.
Verbleef 10,88 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1982.
geboorte in 1958 te Charlotte - North Carolina, van Susan Jane Helms.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut - USAF testingenieur.
Lid van NASA 13-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 54, STS 64 en STS 101,
vluchtingenieur in STS 78, en
ISS expeditielid in STS 102(105).
Verbleef 210,96 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 8u56’.
Was astronaute tot juli 2002 en bleef aktief in de luchtmacht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU weersatelliettest Meteor-2;
in 1969: de VS weersatelliet ESSA 9/TOS G;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1982: de communicatiesatellieten Westar 4 (VS) en Molniya 1-53 (SU);
in 1986: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't en de NASA/NOAA weersatelliet GOES 7;
in 1988: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1991: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1992: de communicatiesatellieten Superbird-B1(JP) en Arabsat 1C(ASC);
in 1998: de VS wetenschapssatelliet SNOE en communicatiesatelliet BATSat;
in 1999: de telecomsatelliet Arabsat 3A(ASC) en de militaire satelliet Skynet 4E(UK).
in de rand:
- Men kan zich de vraag stellen waarom de Soviet Unie in februari 1971 nog doorging met testlanceringen van het type T2K, terwijl er officieel op dat moment reeds zes Amerikaanse astronauten op de maan geland waren.
lancering in 1969 vanaf Cape Canaveral LC36B, van de VS ruimtesonde Mariner 6.
Mariner 6 is een ruimtesonde bedoeld om wetenschappelijke gegevens te verzamelen tijdens het voorbijvliegen aan Mars. Deze sonde moest ook de basis leggen voor latere missies, vooral deze van Mariner 7 enkele dagen later. Op 31 juli 1969 passeert Mariner 6 de planeet op 3430km.
De sonde had 2 TVcamera’s aan boord, alsmede instrumenten voor onderzoek van de bodem en de atmosfeer.
Enkele resultaten: gemeten oppervlaktetemperatuur +24 à -72°C; 60 à 75 gemaakte bodemfoto’s met als resolutie 300m (20% van oppervlak samen met Mariner 7).
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde en de gevolgde baan in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-014A
Norad ID: 3759
Andere namen: Mariner 69-3
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-20
Massa: 412 kg.
vertrek in 1979 van het ruimteschip Soyuz 32 (NORAD ID: 11281), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 6.
De twee cosmonauten worden de 3de permanente bezetting en zullen er 175 dagen verblijven, waarna ze met Soyuz 34 – de leeg vertrokken was – terugkeren. Volgens plan zouden ze landen in Soyuz 33. Dit was niet mogelijk door het mislukken van de koppeling van Soyuz 33 aan het ruimtestation, door een probleem met de motoren. Soyuz 32 keert na 108 dagen leeg terug.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir A.Lyakhov, gezagvoerder,
Valery V.Ryumin, vluchtingenieur.
selectie in 1971 van Soviet wetenschapper/kandidaatcosmonaut
Gurgen Ivanyan,
die echter nooit in aanmerking kwam voor een ruimtevlucht.
selectie in 1984 van de UK84 ladingspecialisten
Anthony H.Boyle,
Christopher J.Holmes,
Peter H.Longhurst,
Nigel R.Wood.
Hiervan zal niemand een ruimtevlucht maken.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1965: een VS fotospion KH 4A;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: een SU anti-satelliet I2P; (B25343)
in 1972: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1978: de VS militaire communicatiesatelliet SDS 4;
in 1983: een SU militaire waarnemer Oktant.
in de rand:
- De eerste resultaten van Mariner 6 en andere marssondes van het eerste uur, lieten vermoeden dat er op mars bergtoppen voorkwamen bedekt met sneeuw. Aan de evenaar leek plantengroei mogelijk.
selektie in 1989 van de NASA SLS-1 ladingspecialisten
Andrew Gaffney,
Millie Hughes-Fulford,
Robert W.Phillips.
Alleen Gaffney en Hughes-Fulford verbleven in de ruimte.
selektie in 1998 van RKKE-14 ingenieur
Mikhail Korniyenko.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een VS fotospion KH 8 Gambit;
in 1975: de Japanse wetenschapssatelliet SRATS/Taiyo;
in 1979: de VS militaire astronomiesatelliet Solwind/STP P78-1;
in 1996: de VS astronomiesatelliet POLAR.
in de rand:
- Auteur Frank Edwards zou in één van zijn boeken beweerd hebben dat op 17 februari 1961 een man en een vrouw aan boord van een Luna ruimteschip vanaf Baikonur gelanceerd werden. Hun opdracht zou een vlucht omheen de maan geweest zijn, maar het tuig raakte vast in aardorbit en bleek niet meer in staat om op normale wijze terug naar de aarde te komen.
De volgstations in Bochum, Meudon, Turijn en Uppsala vingen gedurende meerdere dagen de gesprekken op tussen de cosmonauten en de aarde. De twee cosmonauten - waaronder één vrouw en GennadyMikhailov – hielden regelmatig kontakt met de aarde, en meldden aanvankelijk dat alles goed ging.
Op 24 februari 1961 omstreeks 20 uur Moskou tijd, berichtten de cosmonauten in hun laatste communicatie dat ze iets zien buiten de capsule ‘dat de wereld moest weten’.
lancering in 1965 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtecapsule Woskhod 3KD-1.
Dit is een testvlucht van de later te bemannen tweepersoons Woskhod capsule, die de eerste uitstap in de ruimte mogelijk moest maken. De ruimtevlucht eindigt echter al na één omwenteling om de aarde door de explosie van de combinatie. Twee grondstations hadden gelijktijdig het bevel “remraketten aan” naar het besturingssyteem gestuurd waardoor de capsule in een verkeerde baan terecht kwam. Door deze afwijking trad het ingebouwde zelfvernietigingssysteem in werking, wat het einde betekende van de test.
(afbeelding: een model van de 3KD-capsule met uitgeschoven luchtsluis)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-012A
Norad ID: 1093
Andere naam: Kosmos 57
Lanceertuig: Woskhod 11A57 R15000-03
Massa: 5680 kg.
lancering in 1966 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtecapsule Woskhod 3KV-5.
Dit is een testvlucht van de later te bemannen driepersoons Woskhod capsule, met de de hondjes Ugolek en Veterok als gelegenheids“cosmonauten”.
De bedoeling is onderzoek te doen naar het gedrag van hun hart en bloedsomloop tijdens langdurig verblijf in de ruimte. Hiervoor wordt de capsule in een uitzonderlijk hoge ellipsvormige baan om de aarde gebracht. Door de bereikte hoogte van 880 km komen de dieren bij elke omwenteling tot in de Van Allen stralingsgordels. Na 22 dagen en 330 rondjes om de aarde komen de dieren gezond en wel terug op de aarde. De resultaten van de vlucht moeten bevredigend geweest zijn, want er volgden geen verdere tests van dit type.
(afbeelding: de hondjes Ugolek en Veterok)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-015A
Norad ID: 2070
Andere naam: Kosmos 110
Lanceertuig: Woskhod 11A57 R15000-06
Massa: 5680 kg.
vertrek in 1996 van de ruimtependel Columbia STS 75 (Norad ID: 23801), voor een 16-daags verblijf in de ruimte.
De bemanning moet oa experimenteren met de NASA/ASI satelliet TSS 1R, met de bedoeling deze aan een 20 km lange “draad” doorheen het magnetisch veld van de aarde te slepen. Hierdoor wou men meer te weten komen over de elektrische lading(en) in de ionosfeer van de aarde. Op 25 februari wordt TSS 1R uit de pendel gelaten, maar de draad breekt bij 19,7 km waarbij de computer van de satelliet verbrandt.
De inzittenden zijn:
Andrew M.Allen, bevelhebber,
Scott J.Horowitz, piloot,
Franklin R.Chang-Diaz, ladinggezagvoerder,
Maurizio Cheli, missiespecialist - ESA,
Jeffrey A.Hoffman, missiespecialist,
Claude Nicollier, missiespecialist - ESA,
Umberto Guidoni, ladingspecialist - ESA.
geboorte in 1952 te Philadelphia – Pennsylvania, van Dr James Philip ‘Jim’ Bagian.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 29 en STS 40.
Verbleef 14,08 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot augustus 1995.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS communicatietechnologie satelliet LOFTI 1;
in 1967: een VS militaire wetenschapssatelliet KH-4A;
in 1978: de VS militaire navigatiesatelliet NDS 1/Navstar 1;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de JP communicatiesatelliet Ayame 2/ECS-b;
in 1986: de CNES(FR) aardobservatiesatelliet SPOT 1 met subsatelliet Viking;
in 1989: een SU militaire navigatiesatelliet Parus.
in de rand:
- Na de mislukte testvlucht van Woskhod 3KD-1, werd bij gebrek aan een reserve, besloten om toch over te gaan tot de lancering van de bemande tweepersoons capsule met aangebouwde luchtsluis Woskhod 2.
Hiermee zal cosmonaut Leonov de eerste mens worden die in de ruimte zweeft.
- In het kader van het Apollo-programma wordt in 1968 een Saturn raket gelanceerd voor een test van de maanlander in een baan om de aarde.
- In juni 1996 verklaart NASA dat het doorbranden van de kabel van TSS 1R het gevolg was van beschadiging door een botsing met een vreemd voorwerp. Volgens geruchten zouden één of meer voorwerp(en) opgemerkt zijn in de nabijheid van de gestrande draadsatelliet en bleek de computer ervan nadien op onverklaarde manier terug te werken.
lancering in 1961 vanaf Cape Canaveral LC14, van de VS suborbit test Mercury Atlas 2.
Mercury Atlas 2 (MA-2) is een suborbit test om meer te weten te komen aangaande de effekten op de capsule, van de maximale verhitting tijdens de met opzet uiterst zwaar gemaakte vlucht, onder de meest ongunstige terugvalomstandigheden.
De aandacht ging vooral naar de volgende punten:
1 – de stevigheid van de constructie en de betrouwbaarheid van het hitteschild;
2 – de bedrijfszekerheid van het concept gekoppeld aan Atlas;
3 – het gedrag van de capsule tijdens een noodterugkeer;
4 – de betrouwbaarheid van de volledige noodterugkeer procedure en berging.
De ruimtecapsule bereikt de hoogte van 173 km en komt aan 20800 km/u volgens plan, 2300 km van het lanceercomplex neer in de Atlantische Oceaan.
Na inspectie op het bergingsschip blijken alle testobjectieven bereikt, met daarbij een uitstekend gedrag van de capsule. De verhitting bleek daarbij lager dan vooraf ingecalculeerd.
(afbeelding: lancering van de suborbit test)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: MA-2
Lading: Mercury SC6
Lanceertuig: Atlas D 67D
Massa: 1250 kg.
lanceerpoging in 1969 vanaf Baikonur LC110R, van de Soviet ruimtecapsule Soyuz 7K-L1A.
Dit moest de eerste lancering worden van de N1 raket met een Soyuz 7K-L1 "Zond", die later cosmonauten naar de maan moest brengen. De bereikte hoogte is slechts 30 km, nadat brand ontstaat aan de onderkant van de raket en het automatisch veiligheidssysteem na 70 seconden alle motoren uitschakelt.
De Soyuz 7K-L1 ruimtecapsule was ontworpen om twee cosmonauten in een lusvormige baan tot de maan te vliegen en terug naar de aarde te brengen, zonder orbit omheen of landing op de maan.
Na deze mislukking was de kans om alsnog vóór de VS op de maan te komen verkeken.
(afbeelding: een dergelijke Soyuz in de bouwhal)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: 7K-L1S s/n 3
Lanceertuig: N1 11A52 3L
Massa: ?
vertrek in 1996 van het ruimteschip Soyuz TM23 (NORAD ID: 23798), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Cosmonauten Onufrienko en Usachev worden de 21ste permanente bezetting en zullen er 194 dagen verblijven, terwijl bezoekende astronaute Claudie Haigneré met dit schip na 16 dagen in de ruimte terugkeert. Over de aktiviteiten van de bemanning aan boord van MIR is weinig of niets bekend.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri I.Onufrienko, gezagvoerder,
Yuri V.Usachev, vluchtingenieur;
bij de landing:
Yuri I.Onufrienko, gezagvoerder,
Yuri V.Usachev, vluchtingenieur,
Claudie Haigneré, wetenschapster – ESA.
geboorte in 1964 te Orange - New Jersey, van Scott Joseph Kelly.
Amerikaanse piloot/astronaut en tweelingbroer van Mark.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 103,
bevelhebber in STS 118, en
ISS expeditielid in Soyuz TMA01M en Soyuz TMA16M.
Verbleef al 500 dagen in de ruimte.
Maakte al 3 ruimtewandelingen – totaal 18u 20’.
geboorte in 1964 te Orange - New Jersey, van Mark Edward Kelly.
Amerikaanse piloot/astronaut en tweelingsbroer van Scott.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 108 en STS 121, en
bevelhebber in STS 124 en STS 134.
Verbleef 54,10 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1 oktober 2011.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een VS SIGINT satelliet Ferret;
in 1965: drie SU militaire communicatie satellieten Strela 1;
in 1977: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1979: de JP wetenschapssatelliet CORSA B/Hakucho en een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1981: de COMSAT(VS) communicatiesatelliet Comstar 4(1D) en de JP wetenschapssatelliet Hinotori/
Astro 1(A);
in 1984: het Salyut 7 cargoschip Progress 19 en een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2;
in 1985: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1989: de JP wetenschapssatelliet Akebono/Exos D;
in 1993: het MIR cargoschip Progress-M16;
in 1998: de JP communicatiesatelliet Kakehashi/COMETS.
in de rand:
- De astronautentweeling Scott en Mark Kelly zullen beginnend in 2015 het onderwerp uitmaken van een experiment, waarbij Scott één jaar onafgebroken in de ruimte zal blijven, terwijl Mark normaal leeft op aarde. Na de terugkeer van Scott zal de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de tweeling vergeleken worden, om zo meer inzicht te krijgen op de invloed van een langdurig verblijf in de ruimte.
- Zoals gebruikelijk in die periode was de lanceerpoging van Soyuz 7K-L1A niet door de Soviet Unie aangekondigd. De Britse spionagediensten wisten er echter wel van, in tegenstelling tot de CIA. Deze laatste wou haar onwetendheid niet toegeven en ontkende gedurende jaren dat deze lanceerpoging plaatsgevonden had.
vertrek in 1962 van de ruimtecapsule Mercury Atlas 6 - Friendship 7 (NORAD ID: 240), voor 3 rondjes omheen de aarde.
Astronaut John H.Glenn jr , is de eerste Amerikaan in aardorbit en zet hiermee de NASA en de VS definitief op de ‘ruimtekaart’. De wedloop naar de maan kan starten.
De lancering ging, na 10-maal uitgesteld te zijn, uiteindelijk door onder het oog van naar schatting 60 miljoen mensen, via een rechtstreekse TV-uitzending. Alle Amerikanen hadden voor die gelegenheid een dag verlof gekregen.
De astronaut meldde tijdens de vlucht een merkwaardig verschijnsel van geel-groene deeltjes in de omgeving van zijn schip, wat hij ‘vuurvliegjes’ noemde en niet kon verklaren.
Glenn plonsde 4u 55m 23s na zijn lancering in zee, nadat een gevreesd probleem met het hitteschild gelukkig een meldingsfout bleek te zijn.
Friendship 7 maakte drie omwentelingen om de aarde en bereikte een maximale hoogte van 268 km.
vertrek in 1999 van het ruimteschip Soyuz TM29 (NORAD ID: 25632), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Cosmonaut Afanasyev en astronaut Haigneré worden de 27ste permanente bezetting en zullen er 189 dagen verblijven, terwijl cosmonaut Avdeyev met dit schip terugkeert na 380 dagen in de ruimte.
De bezoekende cosmonaut Bella zal gedurende acht dagen het wetenschappelijk projekt Stefanik uitvoeren met oa de studie van straling en uit het eitje komende kuikens. Hij zal op 28 februari landen in Soyuz TM28.
Haigneré is belast met de experimenten van het Perseus programma, dat een voortzetting is van vroegere gemeenschappelijke Frans/Russische aktiviteiten.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Jean-Pierre Haigneré, vluchtingenieur - ESA Perseus,
Ivan Bella, wetenschapper - Slovakia - MIR Stefanik;
bij de landing:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Jean-Pierre Haigneré, vluchtingenieur - ESA,
Sergei V. Avdeyev, vluchtingenieur.
geboorte in 1943 te Moskow, van Aleksandr Pavlovich Aleksandrov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 5-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz T9 en Soyuz TM3.
Verbleef 309,75 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 5u44’.
Was cosmonaut tot oktober 1993 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1954 te Orekhovka - Krim, van Vasili Vasilyevich Tsibliyev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht(TsPK)8-1987 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz TM17 en Soyuz TM25.
Verbleef 381,66 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 19u12’.
Was cosmonaut tot juni 1998 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1972 te Sevastopol – Krim, van Anton Nikolayevich Shkaplerov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht TsPK 13-2003 selektie.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz TMA22 en Soyuz TMA15M.
Verbleef al 365 dagen in de ruimte.
Maakte al 1 ruimtewandeling van 6u15’.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: een SU wetenschapssatelliet DS-U2-V en een aardobservatie satelliet Sfera;
in 1976: een SU militaire waarnemer Yantar'-2K;
in 1980: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1983: de JP wetenschapssatelliet Astro B/Tenma;
in 1987: de SU wetenschapssatelliet Musson-19;
in 1993: de JP wetenschapssatelliet Astro D/Asuka.
in de rand:
- De zogenaamde ‘vuurvliegjes’ waargenomen door Glenn in de nabijheid van Friendship 7 werden in latere vluchten nog gesignaleerd, en zouden volgens één der officiele verklaringen bevroren waterdruppels geweest zijn, afkomstig uit een koelradiator.
- Tijdens de vlucht van Friendship 7 zou Glenn drie voorwerpen gezien hebben die zijn capsule eerst volgden en hem nadien met verschillende snelheden passeerden.
- John Glenn verliet spoedig na zijn vlucht de NASA om het in de politiek te proberen, wat niet lukte en hem terug liet keren naar NASA. Hij bezocht verschillende landen, waaronder België, waar hij oa koning Boudewijn ontmoette.
- Op 20 februari 1961 zou volgens geruchten een bemande Soviet ruimtecapsule gelanceerd zijn. De twee cosmonauten – Gennady Mikhailov en een vrouw – hielden regelmatig kontakt met de aarde. Flarden van communicatie van de cosmonauten met de vluchtleiding zouden vier dagen later door volgstations in oa Bochum en Uppsala opgevangen zijn. Het lot van deze cosmonauten bleef een mysterie.
NB: ook 4 en 17 februari worden soms als lanceerdatum vermeld.
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°2.
Deze sonde (Spuskaemiyapparat 3MV-1 N°2) heeft vermoedelijk een technologietest van de
Venera-reeks als doel. Het kan ook een poging geweest zijn tot een mars of venus passage.
De nodige aardorbit wordt echter niet bereikt door het falen van de 2de trap van de lanceerraket.
(afbeelding: model van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Venera 1964A
Lanceertuig: Molniya 8K78M T15000-19
Massa: 890 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde Luna E-8-201.
Luna E-8 No.201, ook bekend als Luna Ye-8 No.201, en soms geïdentificeerd door de NASA als Luna 1969A, was een Sovjet ruimtevaartuig dat verloren ging in een mislukte lancering in 1969.
Het was de eerste van drie geplande lanceringen en bedoeld om een zachte landing op de maan uit te voeren, teneinde de Lunokhod No.201 rover op het oppervlak te zetten.
De sondeafscherming brak bij T+51 seconden en het puin ervan sloeg met hoge snelheid tegen de brandstoftanks van de Proton. De spuitende brandstof ontbrandde bij contact met de uitlaatgassen van de motor, wat resulteerde in een vernietigende explosie.
(afbeelding: tentoonstellingsmodel van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna 1969A
Lading: Lunokhod N° 201
Lanceertuig: Proton-K/D 8K82K(UR-500)
Massa: 5590 kg.
lancering in 1986 vanaf Baikonur LC200/39, van de basismodule van het Soviet ruimtestation MIR.
Het ruimtestation bestaat uit één centrale basismodule waaraan later bemande Sojoez ruimtetuigen, onbemande Progress cargoschepen en andere modules kunnen aankoppellen. Deze basis bestaat voornamelijk uit een compartiment waarin de ruimtevaarders konden leven.
Het ontwerp was gebaseerd op de Saljoet ruimtestations.
(afbeelding: het station met aangekoppelde Soyuz)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1986-017A
Norad ID: 16609
Andere namen: DOS 7
Lanceertuig: Proton-K 337-01
Massa: 20100 kg.
geboorte in 1932 te Oak Park – Illinois, van Dr Joseph Peter Kerwin.
Amerikaanse medicus/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht als xwetenschapper in Skylab 1.
Verbleef 28,03 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 3u25’.
Bemanningslid in het eerste geslaagd ruimtestation in mei 1973.
Was astronaut tot 1987.
geboorte in 1948 te Straudsburg – Pennsylvania, van Dr Byron Kurt Lichtenberg.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van EOM 1984 en ATLAS Ladingspecialisten-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 9/41A en STS 45.
Verbleef 19,25 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1992.
geboorte in 1952 te Chilpancingo, van Rodolfo Neri-Vela.
Mexicaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Mexico 1985 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 23/61B.
Verbleef 6,88 dagen in de ruimte.
Eerste Mexicaan in de ruimte - 27 november 1985.
Was astronaut tot december 1985.
geboorte in 1956 te Cleveland – Ohio, van George David Low.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 32 en STS 43, en
ladinggezagvoerder in STS 57.
Verbleef 29,75 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 5u50’.
Was astronaut tot februari 1996 en bleef aktief in de ruimtevaart.
Overlijdt aan darmkanker op 15 maart 2008, te Reston - Virginia.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire weersatelliet P35-3/OPS240;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1970: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-13;
in 1976: een VS militaire satelliet DMSP 8 en de communicatiesatelliet Marisat 101;
in 1977: de JP technologiesatelliet Tansei 3/MST 3;
in 1981: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1982 en 1986: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1987: de JP oceaanobservatie satelliet Momo 1A/MOS 1 en een SU fotoverkenner Oblik;
in 1988: de JP communicatiesatelliet Sakura 3A/CS 3A en een SU fotoverkenner Oblik;
in 1994: de VS(PAS) telecomsatelliet Galaxy 1-R;
in 1996: zes SU militaire communicatiesatellieten waarvan drie Gonets D1 en drie Strela-3, en een doelsatelliet Raduga.
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 21;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: de IT communicatiesatelliet San Marco 4;
in 1979: de VS aardobservatie satelliet SAGE 1/AEM 2;
in 1981: een SU militaire waarnemer Siluet;
in 1987: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F1;
in 1994: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1998: de communicatiesatellieten Iridium 50, 52, 53, 54 en 56.
in de rand:
- Op 18 februari 1966 zou cosmonaut Grigori G.Nelyubov, volgens een officiele verklaring afgelegd in april 1986, dronken onder een trein gestapt zijn.
Hij was lid van de Luchtmachtgroep 1-1960, maar werd later uit het korps gezet en van de groepsfoto geschrapt. Dat zou gebeurd zijn na een vechtpartij met de cosmonauten Ivan Anikeyev en Valentin Filatyev in 1961, of volgens Leonov, na zware verwonding in een centrifuge in 1962 of 1963.
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 8.
Ranger 8 heeft als doel het doorseinen van beelden tijdens de laatste minuten vóór het neerstorten op het maanoppervlak.
Na enkele problemen bereikt de sonde op 20 februari de maan en maakt 7100 goede foto’s tijdens de laatste 23 minuten van de vlucht.
De sonde slaat te pletter nabij de krater Alfonsus in de Zee van de Stilte (2,6°N - 24,8°O), wat later bevestigd werd door beelden van de LRO maansonde. In die omgeving zal in juli 1969 Apollo 11 landen.
(afbeelding: model van dit type sonde en maanfoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-10A
Norad ID: 1086
Andere namen: RA-8
Lading: ranger Block 3 N°8
Lanceertuig: Atlas 196D Agena B 6006
Massa: 367 kg.
lancering in 1996 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de ruimtesonde NEAR Shoemaker.
De Near Earth Asteroid Rendezvous - Schoenmaker (NEAR Shoemaker) ruimtesonde, hernoemd ter ere van Gene Shoemaker, werd ontworpen om de asteroïde Eros van dichtbij te bestuderen.
De missie was de allereerste om in een baan omheen een asteroïde te raken en op het oppervlak ervan te landen. Het hoofdoel van NEAR was gegevens te verzamelen aangaande de samenstelling, morfologie, interne massaverdeling en magnetische veld van Eros. Deze gegevens moeten ons iets leren over de kenmerken van de asteroïden in het algemeen, hun relatie tot meteorieten en kometen, en de omstandigheden in het vroege zonnestelsel. Een radio-wetenschappelijk experiment werd ook uitgevoerd met behulp van het NEAR tracking systeem. De sonde landde op 12 februari 2001 op Eros, na ook in de omgeving van de planetoïden Illya en Mathilde geweest te zijn.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde en foto van Eros)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1996-008A
Norad ID: 23784
Andere namen: Near Earth Asteroid Rendezvous, Discovery 1
Lanceertuig: Delta II 7925-8
Massa: 487 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS militaire wetenschapssatelliet Vanguard 2 (SLV4);
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 20;
in 1966: de FR wetenschapssatelliet Diapason D1A;
in 1971: de VS militaire satellieten Calsphere 3, 4 en 5, DMSP 5A-F3 en OPS 3297, en een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1980: de JP technologietest satelliet Tansei 4;
in 1982: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1988: de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan-36L, 37L en 38L;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1993: de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan-57L, 59L en 73L;
in 1997: de JP telecomsatelliet JCSat 4;
in 1998: een SU militaire waarnemer Kometa.
in de rand:
- Op 17 februari 1961 zouden twee Soviet cosmonauten, een man en een vrouw, gelanceerd zijn vanaf Baikonur. Gedurende de volgende dagen zouden de radiostations van oa Uppsala, Bochum en Turijn gesprekken opgevangen hebben van deze cosmonauten met de vluchtleiding. Hieruit zou gebleken zijn dat ze niet in staat waren om terug te keren naar de aarde.
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC37B, van het Pegasus 1 en Apollo Model 3-BP16 ontwerp.
De missie was bedoeld om metingen uit te voeren ivm meteoroïde-dichtheid in de buurt van de aarde en om het terugval gedrag van de apollo module te onderzoeken.
Een toren voor mogelijke ontsnapping tijdens de lancering was gemonteerd op de top. Pegasus 1 droeg vleugels waarvan de oppervlakte gevoelig was voor meteoroïde inslagen. Na het afstoten van de apollo module bleef de Pegasus zoals gepland in de baan om de aarde.
De Pegasus 1 was de eerste actieve lading gelanceerd door het Saturnus-systeem.
De missie eindigde in augustus 1968 en de terugval in de atmosfeer volgde in september 1978.
(afbeelding: bouw van de testsatelliet)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-009A/B
Norad ID: 1085/1088
Andere namen: Apollo SA-9 Test Flight, Saturn SA-9
Lanceertuig: Saturn I
Massa: 4500/1450 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS wetenschapssatelliet Explorer 9;
in 1971: de JP technologiesatelliet MTS 1/Tansei 1;
in 1972: een VS militaire satelliet KH 8 en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: de JP technologiesatelliet MTS 2/Tansei 2;
in 1976: een SU onderscheppingssatelliet IS-Tsiklon;
in 1978: de JP wetenschapssatelliet UME 2/ISSb;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1984: een SU aardobservatie satelliet Resurs;
in 1995: de SU wetenschapssatelliet Foton 10;
in 1999: de JP telecomsatelliet JCSat 6.
in de rand:
- Op 16 februari 1962 zou het Italiaans Nieuwsbureau ‘Continentale’ aangekondigd hebben dat twee Sovietcosmonauten verdwenen tijdens een ruimtevlucht. Deze vlucht zou begonnen zijn tijdens het 22ste Partij Congres in Moskou, in de herfst van 1961. Continentale citeerde ‘hoog geplaatste personen’ in Praag als bron.
De twee cosmonauten zouden gelanceerd geweest zijn aan boord van een Vostok, voor een vlucht in
8-vorm omheen de maan en de aarde als doel. Het ruimteschip verdween echter en niemand kon de mislukking verklaren.
Het Italiaans Nieuwsbureau zou ook nog beweerd hebben dat nog twee Soviet cosmonauten oefenden voor een ander maanschot “in de nabije toekomst”.
Het is echter twijfelachtig of de Soviets vóór 1968 een draagraket beschikbaar hadden die in staat
was om een bemande capsule naar de maan en terug te brengen.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°408/Luna 20.
Luna 20 werd in een aardparkeerbaan geplaatst en van daaruit naar de Maan gestuurd.
De sonde bereikte de maan op 18 februari 1972. Op 21 februari maakte Luna 20 een zachte landing op de maan in een bergachtig gebied – 3,5°N-56,5°O - dat bekend staat als de Apollonius hooglanden, 120 km verwijderd van waar Luna 16 was neergestort.
Op het maanoppervlak werd het panoramische televisiesysteem geactiveerd en werden bodemmonsters genomen door middel van uitschuifbare boorapparatuur.
De terugkeermodule van Luna 20 vertrok op 22 februari van het maanoppervlak met 30 gram materiaal in een afgesloten capsule, en landde in de Sovjet-Unie op 25 februari.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en de terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-007A
Norad ID: 5835
Lading: lander met terugkeer module
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1947 te Thai Binh, van Pham Tuan.
Vietnamese piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1979 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Soyuz 37(36).
Verbleef 7,86 dagen in de ruimte.
Eerste Vietnamees in de ruimte - 23 juli 1980.
Was cosmonaut tot 1980.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS experimentele communicatiesatelliet Syncom 1;
in 1967: de FR wetenschapssatelliet Diadème 2/D1D en een SU militaire wetenschapssatelliet
DS-U2-I;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de VS wetenschapssatelliet SMM(Solar Maximum Mission);
in 1984: de JP satelliet voor atmosfeeronderzoek Ohzora/Exos C en een SU doelsatelliet Raduga;
in 1987: de SU militaire satelliet EPN 3.695;
in 1989: een SU doelsatelliet Duga-K en een militaire waarschuwer Oko, en de VS militaire satelliet USA 35/Navstar 2-01;
in 1990: de VS militaire satellieten USA 51/SDI 5/LACE en USA 52/SDI 6/RME;
in 1991: een SU aardobservatie satelliet Prognoz US-KMO;
in 1996: de telecomsatelliet Intelsat 708;
in 1997: de SU militaire communicatiesatellieten Gonets D1-4, D1-5, D1-6 en drie Strela-3;
in 1998: de SU communicatiesatellieten Globalstar L1, L2, U1 en U2.