Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
16-02-2016
dit gebeurde op 16 februari
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC37B, van het Pegasus 1 en Apollo Model 3-BP16 ontwerp.
De missie was bedoeld om metingen uit te voeren ivm meteoroïde-dichtheid in de buurt van de aarde en om het terugval gedrag van de apollo module te onderzoeken.
Een toren voor mogelijke ontsnapping tijdens de lancering was gemonteerd op de top. Pegasus 1 droeg vleugels waarvan de oppervlakte gevoelig was voor meteoroïde inslagen. Na het afstoten van de apollo module bleef de Pegasus zoals gepland in de baan om de aarde.
De Pegasus 1 was de eerste actieve lading gelanceerd door het Saturnus-systeem.
De missie eindigde in augustus 1968 en de terugval in de atmosfeer volgde in september 1978.
(afbeelding: bouw van de testsatelliet)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-009A/B
Norad ID: 1085/1088
Andere namen: Apollo SA-9 Test Flight, Saturn SA-9
Lanceertuig: Saturn I
Massa: 4500/1450 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS wetenschapssatelliet Explorer 9;
in 1971: de JP technologiesatelliet MTS 1/Tansei 1;
in 1972: een VS militaire satelliet KH 8 en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: de JP technologiesatelliet MTS 2/Tansei 2;
in 1976: een SU onderscheppingssatelliet IS-Tsiklon;
in 1978: de JP wetenschapssatelliet UME 2/ISSb;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1984: een SU aardobservatie satelliet Resurs;
in 1995: de SU wetenschapssatelliet Foton 10;
in 1999: de JP telecomsatelliet JCSat 6.
in de rand:
- Op 16 februari 1962 zou het Italiaans Nieuwsbureau ‘Continentale’ aangekondigd hebben dat twee Sovietcosmonauten verdwenen tijdens een ruimtevlucht. Deze vlucht zou begonnen zijn tijdens het 22ste Partij Congres in Moskou, in de herfst van 1961. Continentale citeerde ‘hoog geplaatste personen’ in Praag als bron.
De twee cosmonauten zouden gelanceerd geweest zijn aan boord van een Vostok, voor een vlucht in
8-vorm omheen de maan en de aarde als doel. Het ruimteschip verdween echter en niemand kon de mislukking verklaren.
Het Italiaans Nieuwsbureau zou ook nog beweerd hebben dat nog twee Soviet cosmonauten oefenden voor een ander maanschot “in de nabije toekomst”.
Het is echter twijfelachtig of de Soviets vóór 1968 een draagraket beschikbaar hadden die in staat
was om een bemande capsule naar de maan en terug te brengen.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°408/Luna 20.
Luna 20 werd in een aardparkeerbaan geplaatst en van daaruit naar de Maan gestuurd.
De sonde bereikte de maan op 18 februari 1972. Op 21 februari maakte Luna 20 een zachte landing op de maan in een bergachtig gebied – 3,5°N-56,5°O - dat bekend staat als de Apollonius hooglanden, 120 km verwijderd van waar Luna 16 was neergestort.
Op het maanoppervlak werd het panoramische televisiesysteem geactiveerd en werden bodemmonsters genomen door middel van uitschuifbare boorapparatuur.
De terugkeermodule van Luna 20 vertrok op 22 februari van het maanoppervlak met 30 gram materiaal in een afgesloten capsule, en landde in de Sovjet-Unie op 25 februari.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en de terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-007A
Norad ID: 5835
Lading: lander met terugkeer module
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1947 te Thai Binh, van Pham Tuan.
Vietnamese piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1979 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Soyuz 37(36).
Verbleef 7,86 dagen in de ruimte.
Eerste Vietnamees in de ruimte - 23 juli 1980.
Was cosmonaut tot 1980.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS experimentele communicatiesatelliet Syncom 1;
in 1967: de FR wetenschapssatelliet Diadème 2/D1D en een SU militaire wetenschapssatelliet
DS-U2-I;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de VS wetenschapssatelliet SMM(Solar Maximum Mission);
in 1984: de JP satelliet voor atmosfeeronderzoek Ohzora/Exos C en een SU doelsatelliet Raduga;
in 1987: de SU militaire satelliet EPN 3.695;
in 1989: een SU doelsatelliet Duga-K en een militaire waarschuwer Oko, en de VS militaire satelliet USA 35/Navstar 2-01;
in 1990: de VS militaire satellieten USA 51/SDI 5/LACE en USA 52/SDI 6/RME;
in 1991: een SU aardobservatie satelliet Prognoz US-KMO;
in 1996: de telecomsatelliet Intelsat 708;
in 1997: de SU militaire communicatiesatellieten Gonets D1-4, D1-5, D1-6 en drie Strela-3;
in 1998: de SU communicatiesatellieten Globalstar L1, L2, U1 en U2.
lancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde MV-1VA N°2/Venera 1.
De venussonde 1VA s/n 2 wordt in een baan om de aarde geschoten op de “zware drager” Tyazheliy
Spunik 5 (VS aanduiding Sputnik 8), om vandaar naar venus gelanceerd te worden en er een capsule op neer te laten.
De lancering slaagt, maar op 19 mei vliegt de sonde, als eerste aards tuig, aan venus voorbij op 100000 km en komt vervolgens in een heliocentrische baan. Op 19 februari, zowat twee miljoen km van de aarde, wordt het radiokontakt verloren. Uit de ontvangen gegevens konden de wetenschappers afleiden, dat de zonnewind (voor het eerst opgemerkt door Loena 1 en 3) ook aanwezig was in de interplanetaire ruimte.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-003A/C (gamma 1/3)
Norad ID: 77/80
Andere namen: AMS Sputnik 8
Lading: mars/venussonde 1VA
Lanceertuig: Molniya 8K78 L1-6B
Massa: 6475/643 kg.
selektie in 1988 van de OS „Mir” Afghanistan cosmonauten
Mohammad Masum Dauran Ghulam,
Abdul Ahad Mohmand.
Alleen Mohmand zal in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1975: een SU aardobservatie satelliet Sfera en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1976: een SU doelsatelliet Lira;
in 1979: een SU oceaanobservatie satelliet Okean-E;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1981: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1986: de NASDA communicatiesatelliet BS 2b/Yuri 2B;
in 1987: de VS militaire satelliet SDS 11/USA 21;
in 1991: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1994: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1997: de JP astronomie satelliet Haruka/Muses-B.
in de rand:
- In de westerse wereld ging het gerucht dat de zware drager van Venera 1 een cosmonaut aan boord had.
Italiaanse radio-amateurs zouden menselijke stemmen afkomstig uit dit tuig opgevangen hebben.
De Soviet vluchtleider Kamanin noemt dit louter speculatie.
vertrek in 1990 van het ruimteschip Soyuz TM9 (Norad ID: 20494), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten vormen de zesde permanente bezetting en zullen er 179 dagen verblijven.
De vertrekkende Soyuz TM8 bemanning bemerkt beschadigingen aan de gekoppelde Soyuz TM9, waardoor buitenwerkzaamheden (EVA) nodig worden. Het speciaal gereedschap hiervoor werd op 10 juni aangevoerd in de Kristall module.
De inzittenden zijn:
Anatoly Y.Solovyev, gezagvoerder,
Aleksandr M.Balandin, vluchtingenieur.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Discovery STS 82 (Norad ID: 24719), voor een 10-daags verblijf in de ruimte.
Deze missie heeft de tweede onderhoudsbeurt van HST als doel, waarvoor vijf maal twee astronauten aan het werk moeten. Hiertoe wordt de ruimtetelescoop op 13 februari dmv de mechanische arm, bediend door Hawley, gegrepen. Op 19 februari wordt HST hoger dan voorheen terug in de ruimte geplaatst.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Bowersox, bevelhebber,
Scott J.Horowitz, piloot,
Mark C.Lee, missiespecialist,
Steven A.Hawley, missiespecialist,
Gregory J.Harbaugh, missiespecialist,
Steven L.Smith, missiespecialist,
Joseph R.Tanner, missiespecialist.
geboorte in 1960 te Waterburg – Connecticut, van Richard Alan (Rick) Mastracchio.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 106, STS 118 en STS 131; en
ISS expeditielid in Soyuz TMA11M.
Verbleef 227,60 dagen in de ruimte.
Maakte 9 ruimtewandelingen - samen 53u04’.
Was astronaut tot juli 2015.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS militaire experimentele satellieten LES 1 en Transtage 3;
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-U1-G;
in 1970: de JP technologiesatelliet LASS/Ohsumi en de VS militaire satelliet DMSP 5A-F1;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-17;
in 1980: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1981: de NASDA testsatelliet ETS 4/Kiku 3;
in 1982: een SU spionage satelliet US-P;
in 1986: de SU wetenschapssatelliet Musson-16;
in 1992: de JP aardobservatie satelliet JERS 1/Fuyo 1.
vertrek in 1997 van het ruimteschip Soyuz TM25 (Norad ID: 24717), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten Tsibliyev en Lazutkin worden lid van de 23ste permanente bezetting en zullen er 185 dagen verblijven.
ESA astronaut Reinhold zal experimenten uitvoeren in de Kristall module en keert na 20 dagen in Soyuz TM24 terug naar de aarde.
Problemen waren er op 24 februari door brand in een zuurstofpatroon en op 24 juni door beschadiging van een zonnepaneel van de Spektr module, bij een slecht aflopende manuele koppeltest met Progress M34.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr I.Lazutkin, vluchtingenieur,
Ewald Reinhold, wetenschapper - ESA MIR97;
bij de landing:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr I.Lazutkin, vluchtingenieur.
geboorte in 1968 te Morristown - New Jersey, van Garrett Erin Reisman.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als
ISS expeditielid in STS 123(124) en
missiespecialist in STS 132.
Verbleef 107,05 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen – samen 21u12’.
Was astronaut tot maart 2011.
selectie in 1999 van de NASDA-4 astronauten
Satoshi Furukawa,
Akihiko Hoshide,
Naoko Sumino/Yamazaki.
Alleen Furukawa en Hoshide vertoefden in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1983: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F1;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik, het MIR cargoschip Progress 40 en zes militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 78;
in 1998: de VS militaire aardobservatie satelliet GFO en de telecomsatellieten Orbcomm-FM3 en FM4.
vertrek in 1984 van het ruimteschip Soyuz T10 (Norad ID: 14701), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 7.
De drie vertrekkende cosmonauten worden de derde permanente bezetting van het station, en zullen na 237 dagen verblijf in de ruimte op 2 oktober landen in Soyuz T11.
Ze moeten Salyut 7 binnengaan bijgelicht door zaklampen en nemen de geur waar van verbrand metaal.
Op 17 februari kunnen ze beginnen met hun routine opdrachten. Deze omvatten oa het opvolgen door fysicus Atkov van hun lichamelijke toestand.
Met Soyuz T10 keren drie bezoekende cosmonauten, die vertrokken in Soyuz T11, na 8 dagen terug naar de aarde.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Vladimir A.Soloviyov, vluchtingenieur,
Oleg Y.Atkov, wetenschapper;
bij de landing:
Yuri V.Malyshev, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Rakesh Sharma, wetenschapper - India.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS weersatelliet TIROS 4;
in 1967: de FR wetenschapssatelliet Diadème D1C, de VS militaire satelliet DMSP 4A-F2/DAPP 2418 en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1978: een SU fotoverkenner Orion;
in 1979: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1984: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1985: de communicatiesatellieten Arabsat-F1 en Brasilsat 1/SBTS 1, en de VS militaire satellieten SDS 10/USA 9 en Delta 181/USA 30;
in 1994: de CN wetenschapssatelliet Practice 4/Shijian 4/SJ 4 en de testsatelliet Shijian 4-2/SJ 4-2.
in de rand:
- Een tekening van de koppeling van Soyuz T10 aan Salyut 7 werd gebruikt in een versie van het computerspel Tetris.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC1/5, van het Soviet ruimteschip Soyuz 7K-OK-3.
Dit is de derde test van een later te bemannen Soyuz.
Na 48 uren in een baan om de aarde komt het tuig door controleproblemen te steil naar beneden, waardoor er een gat van 30 cm in het hitteschild brandt. Vervolgens valt de capsule door het ijs in de zee van Aral.
De vluchtleiding beoordeelt de testresultaten toch als “voldoende” om over te gaan tot de lancering van de bemande Soyuz 1.
(afbeelding: een expo-model van dit ruimteschip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-009A
Norad ID: 2667
Andere namen: Kosmos 140
Lanceertuig: Soyuz
Massa: 6450 kg.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC1/5, van de Soviet ruimtesonde Luna E-6LS-112.
Luna E-6LS No.112, soms geïdentificeerd door de NASA als Luna 1968A, was het 2de Soviet ruimtevaartuig, van een reeks van drie geplande lanceringen van dat type, dat verloren ging tijdens de mislukte lancering.
Het ruimtevaartuig was bedoeld om in een maanbaan te komen, waaruit het de technologie zou uittesten voor toekomstige bemande maanmissies.
Tijdens de vlucht van de derde trap komt een brandstofklep vast waardoor meer brandstof dan normaal verbruikt wordt. De raket komt bij T+524,6 seconden zonder brandstof en bereikt geen aardorbit.
De latere Luna 14 ruimtesonde had hetzelfde doel.
(afbeelding: een tekening van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna 1968A
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1700 kg.
vertrek in 1977 van het ruimteschip Soyuz 24 (Norad: 9804), naar het Soviet ruimtestation Salyut 5.
De twee militaire cosmonauten vormen de derde en laatste missie naar het militaire station.
Ze zullen er 18 dagen werken na eerst het probleem met de giftige dampen op te lossen, die het voortijdig vertrek van Soyuz 21 nodig maakte. Verder experimenteren de cosmonauten met materialen en biologische specimen, en nemen ze militair belangrijke foto’s van de aarde. Tenslotte maken ze Salyut 5 klaar voor de terugval in de atmosfeer, wat zowat zes maanden later gebeurt.
De inzittenden zijn:
Viktor V.Gorbatko, gezagvoerder,
Yuri N.Glazkov, vluchtingenieur.
lancering in 1999 vanaf Cape Canaveral SLC17A, van de VS ruimtesonde Stardust.
Het primaire doel van de Stardust missie is door de komeet P/Wild 2 te vliegen en monsters te verzamelen van stof en vluchtige stoffen uit de coma van de komeet. Dit gebeurt op 2 januari 2004, en de capsule met materiaal wordt op 15 januari 2006 op aarde gedropt. De missie wordt dan uitgebreid met het “NExT” gedeelte, door de sonde de komeet Tempel-1 te laten opzoeken en de kern te fotograferen, wat op 15 februari 2011 gebeurt.
Stardust maakte ook foto’s van de asteroïde 5535 Annefrank, terwijl ze hieraan voorbijvloog.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte en de terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1999-003A
Norad ID: 25618
Andere namen: Stardust Sample Return, NExT (New Exploration of Tempel-1)
Lading: materiaalcapsule
Lanceertuig: Delta 7426-9.5
Massa: 300 kg.
geboorte in 1926 te Voronezh, van Konstantin Petrovich Feoktistov.
Russische wetenschapper/cosmonaut - Ingenieur.
Lid van Soviet Wetenschappers 1 en Energia 1977 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Woskhod 1.
Verbleef 1,01 dagen in de ruimte.
Eerste satellietontwerper als cosmonaut.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot 1987.
Overlijdt op 21 november 2009 te Moskou.
geboorte in 1932 te Jackson – Michigan, van Alfred Merrill Worden.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht als CM piloot in Apollo 15.
Verbleef 12,30 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 39’07”.
Was astronaut tot 1975.
geboorte in 1963 te St.Paul – Minnesota, van Heidemarie Martha Stefanyshyn-Piper.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 115 en STS 126.
Verbleef 27,65 dagen in de ruimte.
Maakte 5 ruimtewandelingen - samen 33u42’.
Was astronaute tot juli 2009.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1980: een VS spion/killer KH 11 en een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1986: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de JP satellieten MOS 1B/MOMO 1B, Debut 1/Orizuru en Fuji 2/JAS 1B/Oscar 20;
in 1991: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1994: de VS communicatiesatelliet DFS 1/Milstar 1 en de militaire satelliet USA 99.
in de rand:
- Feoktistov werd in 1955 lid van het team dat onder leiding van Sergej Koroljov oa de ruimtevaartuigen Sputnik, Vostok, Woskhod en Soyuz ontwierp.
In juni 1964 werd Feoktistov geselekteerd om een kosmonautenopleiding te volgen.
Woskhod 1 was voor Feoktistov de eerste en enige ruimtevlucht, het was tevens de eerste ruimtevlucht met een bemanning bestaande uit meer dan één persoon.
Na zijn ruimtevlucht zette Feoktistov zijn werk aan het ruimtevaartprogramma voort en werd later hoofd van het vluchtleidingscentrum in Baikonur.
lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde Luna E-8-5 No.405.
Luna E-8-5 No.405, ook bekend als Luna Ye-8-5 No.405, en soms geïdentificeerd door de NASA als Luna 1970A, was een Sovjet ruimtevaartuig dat verloren ging in een mislukte lancering in 1970.
Het was de vijfde van de acht geplande lanceringen. Het was de bedoeling om een zachte landing op de maan uit te voeren, een monster van de maanbodem te nemen en terug te sturen naar de aarde.
Een defecte druksensor legde de eerste trap al na 128 seconden stil en het geheel stortte verderop neer.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna 1970A
Lading: maansonde E-8-5 VA
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1961 te Ryasnoye – Kharkov, van Yuri Ivanovich Onufriyenko.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van TsPK 10-1989 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
gezagvoerder in Soyuz TM23 en
ISS expeditielid in STS 108(111).
Verbleef 389,60 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 42u23’.
Was cosmonaut tot 17 maart 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1969: de communicatiesatelliet Intelsat III-F3;
in 1974: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-12, de VS weersatelliet SMS 2 en de FR aardobservatiesatelliet Starlette;
in 1977: de VS militaire satelliet IMEWS 07/DSP 07;
in 1979: de JP experimentele communicatiesatelliet ECS 1/Ayame;
in 1981: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 21;
in 1983: een SU militaire waarnemer Feniks;
in 1985: de SU weersatelliet Meteor 2-12 en een fotoverkenner Oblik;
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Lunar Orbiter 3.
Deze sonde is in bedoeld om gebieden van het maanoppervlak te fotograferen voor het zoeken van veilige landingsplaatsen voor de Surveyor en Apollo missies, en voor het verzamelen van wetenschappelijke gegevens.
Lunar Orbiter 3 kwam op 8 februari in een elliptische bijna-equatoriale maanbaan met een periode van 3 uur en 25 minuten.
Het ruimtevaartuig maakte tussen 13 en 23 februari een totaal van 149 foto’s met gemiddelde resolutie en 477 met hoge resolutie (tot 1 meter). Hierbij waren 44 foto’s van mogelijke landingsplaatsen voor de Apollo-missies en een foto van Surveyor 1 op de maanbodem. Op 2 maart blokkeerde het doorvoersysteem van de film, waardoor er een einde kwam aan de ontvangst der foto’s.
Op 9 oktober 1967 viel de sonde gekontroleerd op de maan, bij 14,3°N – 97,7°W.
(afbeeldingen: een tekening van de sonde en een vrije voorstelling ervan boven de maan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-008A
Norad ID:2666
Andere namen: Lunar Orbiter C
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D 5803
Massa: 386 kg.
vertrek in 1987 van het ruimteschip Soyuz TM2 (Norad ID: 17482), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De bemanning zal er volgens de gebruikelijke Soviet uitleg “vooraf gepland wetenschappelijk en technologisch onderzoek” verrichten.
Cosmonaut Laveykin zal er 174 dagen verblijven als lid van de tweede vaste bezetting.
De bezoekende cosmonauten Viktorenko en Faris keren, na een verblijf van 8 dagen in MIR, samen met Laveykin op 30 juli met dit schip terug.
Romanenko zal na 326 dagen in de ruimte op 29 december landen in Soyuz TM3.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri V. Romanenko, gezagvoerder,
Aleksandr I.Laveykin, vluchtingenieur;
bij de landing:
Alexander S.Viktorenko, gezagvoerder,
Aleksandr I.Laveykin, vluchtingenieur,
Muhammed A.Faris, wetenschapper - Syrië.
geboorte in 1947 te Southampton - New York, van Dr Mary Louise Cleave.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut – Ingenieur.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 23/61B en STS 30.
Verbleef 10,92 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot mei 1991.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: de VS militaire satellieten OPS 3672 en OPS 3673;
in 1975: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1976: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1982: een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1984: drie VS militaire satellieten JD en de afluistersatelliet NOSS 6/PARCAE 7;
in 1987: de JP wetenschapssatelliet Astro 3/Ginga 1;
lancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van de SU ruimtesonde MV-1VA-1.
Dit is de eerste officiële Soviet poging om een sonde te laten neerkomen op venus.
1VA s/n 1 moet via een parkeerbaan om de aarde vanaf Tyazheliy(Zware) Spunik 4(VS aanduiding Sputnik 7) naar venus geschoten worden en er een capsule op neerlaten.
In de plaats van een landingscapsule met telemetrie mogelijkheid, zouden de 1VA ’s enkel metingen verrichten tijdens de vlucht. Er was geen camera aan boord.
De herstartbare 4de trap faalt echter, waardoor de sonde niet weg komt van de aarde en na 370 omwentelingen op 26 februari verbrandt in de atmosfeer.
De ontvangst van de krachtige radiozender die aan boord was eindigde reeds op 19 februari, ondanks pogingen met oa de radio-teleskoop van Jodrell Banks om kontakt te krijgen.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-002A(beta 1)
Norad ID: 71
Andere namen: AMS Sputnik 7, Ispolin (Reus)
Lading: mars/venussonde 1VA
Lanceertuig: Molniya 8K78 L1-7
Massa: 6483/643 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 9;
in 1970: de VS testsatelliet SERT 2;
in 1978: de Japanse experimentele satelliet Exos 1/Kyokko;
in 1983: de Japanse communicatiesatelliet CS 2A/Sakura 2A;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de CN communicatiesatelliet STTW 2A/China 26;
in 1998: de communicatiesatellieten Brasilsat-B3(BR)en Inmarsat 3-F5.
in de rand:
- De enorme massa van MV-1VA-1 daarom ook Ispolin (Reus) genoemd, gaf aanleiding onder de ruimtevaartspecialisten tot speculaties aangaande het al of niet bemand zijn van dit tuig.
Tussen 2 tot 4 februari 1961 vingen Italiaanse radio-amateurs immers signalen uit de ruimte op, van wat ze ‘zware ademhaling en zwoegende menselijke hartslag’ noemden, later gevolgd door noodseinen.
Eén van de “fantoom”cosmonauten Alexei Belokonev, Alexis Grachev, Ivan Kachur of Ghennady Mikhailov zou volgens geruchten in deze vlucht de dood gevonden hebben.
Meerdere bronnen spreken elkaar tegen voor wat zowel de namen als de datum van overlijden betreft.
Volgens de Soviet autoriteiten zijn deze beweringen volslagen onzin.
lancering in 1963 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde Luna E-6-3.
Deze moet een 100 kg zware module (ALS E-6 N°3)zacht op de maanbodem laten landen.
De sonde zou na landing camerabeelden en bodemgegevens doorseinen, alsmede de straling meten,
met het oog op de geplande bemande landingen.
Na 295 sec verliest de vluchtleiding, door het falen van de gyro’s van de bovenste trap, de
controle; waarna de brokstukken van het resterend raketdeel en de sonde neerkomen in de Stille Oceaan.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Molniya 8K78L/E6
Massa: 1500 kg.
vertrek in 1984 van de ruimtependel Challenger STS 10/41B (Norad ID: 14681), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
De bemanning moet de communicatiesatellieten Westar 6 (VS) en Palapa 4-B2(ID/VS) dmv de PAM lanceerhulp in de ruimte plaatsen. Door het falen hiervan blijven de twee satellieten echter in een te lage orbit steken.
Het Duitse wetenschappelijk pendelpallet (SPAS), wordt voor de tweede maal naar de ruimte gebracht, maar door problemen met de pendelarm moet het in Challenger blijven.
McCandless een Stewart begeven zich voor de eerste maal met de MMU uitrusting in de ruimte, zonder “navelstreng”verbinding met de pendel.
De inzittenden zijn:
Vance D.Brand, bevelhebber,
Robert L.Gibson, piloot,
Bruce McCandless II, missiespecialist,
Ronald E.McNair, missiespecialist,
Robert L.Stewart, missiespecialist.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Discovery STS 60 (Norad ID: 22977), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
Voor het eerst maakt een Soviet cosmonaut deel uit van een pendelbemanning.
Bij de lading is voor de tweede maal de SPACEHAB faciliteit met een 12-tal experimenten ivm oa: materiaalonderzoek, biologie en ruimtestof. Ook wordt een plaat naar buiten gebracht (WSF-1) waarachter een sterk vacuum geschapen wordt. Hierin wordt de groei nagegaan van half-geleider materialen.
De inzittenden zijn:
Charles F.Bolden, bevelhebber,
Kenneth S.Reightler, Jr, piloot,
Jan N.Davis/Lee, missiespecialist,
Ronald M.Sega, missiespecialist,
Franklin R.Chang-Diaz, missiespecialist,
Sergei K.Krikalyov, missiespecialist 4 - RSA.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Discovery STS 63 (Norad ID: 23469), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
Deze missie heeft het onderzoekslabo SPACEHAB 3 met meerdere experimenten aan boord.
De bemanning, waaronder voor het eerst een vrouwelijke pendelpiloot, slaagt er in het Soviet ruimtestation MIR tot op een 10-tal mater te benaderen.
Bevelhebber Wetherbee zegt bij deze gelegenheid dat het samenbrengen van de twee ruimteschepen een begin is van de samenbrenging van twee ruimtenaties.
De inzittenden zijn:
James D., bevelhebber,
Eileen M.Collins, piloot,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Janice E.Voss, missiespecialist,
Bernard A.Harris, Jr, M.D., missiespecialist,
Vladimar G.Titov - RSA.
geboorte in 1958 te Richmond – Virginia, van Joe Frank Edwards Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 89.
Verbleef 8,82 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 30 april 2000.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS wetenschapssatelliet OSO 2;
in 1966: de VS weersatelliet ESSA 1;
in 1971: de NAVO militaire communicatiesatelliet NATO 2;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-23;
in 1976: een SU militaire navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1984: de VS technologiesatelliet IRT;
in 1988: de VS militaire satelliet DMSP 2-04 en een SU militaire waarnemer Kobal’t;
in 1993: de VS militaire satelliet USA 88;
in 1994: een DE wetenschapssatelliet Bremsat, zes VS radartest satellieten ODERAX, een testsatelliet OREX/Ryusei; een VEP/Myojo en de wetenschapssatelliet WSF 1;
in 1981: een SU onderscheppingssatelliet IS-Tsiklon;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1999: het MIR cargoschip Progress-M40.
in de rand:
- Tussen 2 tot 4 februari 1961 vingen Italiaanse radio-amateurs signalen uit de ruimte op, van wat ze ‘zware ademhaling en zwoegende menselijke hartslag’ noemden, later gevolgd door noodseinen.
Ze baseerden zich voor deze uitspraak op het oordeel van hun vader, die een gerespecteerde chirurg was. De signalen werden toegeschreven aan een fout gelopen vlucht van Gennady Mikhailov.
Eind 1959 toonde de Moskouse avond krant Ogonyok Magazine in een artikel een foto van deze cosmonaut, terwijl hij een uitrusting voor grote hoogte testte.
Astronomen Lovell en Kaminsky sloten niet uit dat deze signalen afkomstig waren van de “Ispolin” ruimtesonde die officieel op 4 februari gelanceerd werd.
Ook de zogenoemde “fantoom”cosmonaut Alekseyevich Belokonev wordt in verband met deze beweringen vermeld.
vermoedelijke lancering in 1959 vanaf Baikonur LC1, van een Soviet maansonde.
Geruchten gaan als zou er op 1 februari 1959 de lancering van een maansonde geweest zijn.
Italiaanse radio-amateurs vingen op 3 februari signalen op die misschien van dit tuig afkomstig waren.
geboorte in 1935 te Giblitsky, van Valdimir Viktorovich Aksyonov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 4-1973 groep.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz 22 en Soyuz T2.
Verbleef 11,84 dagen in de ruimte.
Maakte eerste orbitmaneuvers in september 1976.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot 17 oktober 1988.
geboorte in 1961 te Ridley Park – Pennsylvania, van Daniel Michio Tani.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 108 en
ISS expeditielid in STS 120(122).
Verbleef 131,76 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 39u11’.
Was astronaut tot augustus 2012.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1958: de VS wetenschapssatelliet Explorer 1;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1986: de CN technologiesatelliet STTW 1-1 en een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: de SU technologiesatelliet Plazma-A-1;
in 1996: de ID telecomsatelliet Palapa C1.
in de rand:
- In december 1959 bracht het Italiaans Nieuws Agentschap Continentale het bericht dat een reeks cosmonauten tijdens suborbitale vluchten om het leven gekomen waren.
Continentale citeerde een hoog geplaatste Tsjechische Communist als bron.
Hierbij zou de cosmonaut Serenti Shiborin geweest zijn, die in februari 1958 zou gestorven zijn in een suborbitale vlucht vanaf Kapustin Yar.
Shiborin behoort tot de groep van zogenoemde “fantoom”cosmonauten, waarover reeds een halve eeuw welles-nietes verhalen de ronde doen.
testlancering in 1961 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS ruimtecapsule Mercury 2/MR-2.
Mercury Redstone 2 is het 3de hoogteschot van de Mercury-Redstone combinatie, en het 1ste met een levend wezen aan boord. De ‘vrijwilliger’ was de 17 kg wegende chimpanzee Ham (zo genoemd ter ere van het “Holloman Aerospace Medical Center) waar dit dier getraind werd.
In hoofdzaak was deze test bedoeld voor het beoordelen van het lichamelijk gedrag van een primaat tijdens een ballistische vlucht en van het ECS-leefsysteem (Environmental Control System).
Daarbij zou het automatisch noodstop systeem geëvalueerd worden.
Als gevolg van de te hoge snelheid – 9400 km/u ipv 7000 km/u - en de daarmee bekomen hoogte - 250 km ipv 185 km – duurt Ham’s vlucht 16 min 39 sec – dat was 2 min 24 sec langer dan voorzien.
Alhoewel het aapje geen merkbare schade aan het avontuur overhield, was deze ‘astronaut’ niet meer bereid om nog verder aan het programma mee te werken.
(afbeeldingen: het aapje in zijn stoel en een vrije voorstelling van de capsule in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Mercury SC5
Lanceertuig: Mercury Redstone MRLV-2
Massa: 1250 kg.
lancering in 1966 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6M-202/Luna 9.
Luna 9 is de eerste succesvolle maanvlucht van een E-6 sonde, met de 1ste geslaagde zachte maanlanding op 3 februari in de Oceaan der Stormen (7°N - 60°W).
Op 4 februari zendt de sonde de eerste TV-beelden door van het landingsgebied, met oa merkwaardige rechtopstaande stenen.
Na 3 dagen en 27 doorgeseinde beelden, zijn de batterijen leeg en eindigt de missie.
(afbeeldingen: een model van de sonde en een foto van het maanoppervlak.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-006A
Norad ID: 1954
Lading: ALS E-6 No.13 SA
Lanceertuig: Molniya 8K78M U103-32
Massa van de lander: 99 kg.
vertrek in 1971 van de VS maanexpeditie Apollo 14 (Norad ID: 4900).
Apollo 14 is de derde missie waarbij twee mensen op het maanoppervlak zullen verblijven en veilig naar de aarde terugkeerden.
Op 5 februari landden twee astronauten (bevelvoerder Alan B. Shepard Jr en LM piloot Edgar D. Mitchell) met de Lunar Module “Antares” in de buurt van Fra Mauro krater, terwijl de commando/dienst module (CSM-110 “Kitty Hawk”), met CM-piloot Stuart A. Roosa, in een maanbaan bleef.
Het Fra Mauro gebied was de geplande landingsplaats voor de mislukte Apollo 13 missie.
Tijdens hun verblijf op de maan zetten de astronauten een packet wetenschappelijke experimenten (ALSEP) op, ze namen foto's en verzamelden 43 kg bodemmonsters met behulp van een “kruiwagen”.
Shepard en Mitchell stapten in totaal gedurende 9u 23min op de maan.
De LM steeg op van de maan op 6 februari en de astronauten kwamen op 9 februari neer in de Stille Oceaan.
(afbeeldingen: bemanning, embleem en Shepard met wagentje op de maan)
De inzittenden zijn:
Alan B.Shepard, Jr, bevelhebber,
Edgar D.Mitchell, LM piloot,
Stuart A.Roosa, CM piloot.
lancering in 1979 vanaf Baikonur LC31, van het Soviet ruimteschip Soyuz 7K-ST-5L.
Dit is een (waarschijnlijk) onbemande lange duur testvlucht van een Soyuz-T ruimtetuig, waarover verdere gegevens ontbreken.
De landing vondt plaats op 1 april 1979.
(afbeelding: tekening van dit ruimtetuig)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1979-008A
Norad ID: 11259
Andere naam: Kosmos 1074
Lanceertuig: Molniya 8K78M U103-32
Massa: 6450 kg.
selektie in 1967 van de bijkomende OKB-1-Mishin burgerspecialisten
Nikolai Rukavishnikov,
Vitali Sevastiyanov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS fotospion SAMOS 2;
in 1972: de ESA astronomiesatelliet HEOS 2;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1979: de SU test Soyuz 7K-ST-5L;
in 1984: de VS militaire communicatiesatelliet DSCS 3.
in de rand:
- Het was voor Alan Shepard zijn eerste echte ruimtereis, nadat hij reeds op 5 mei 1961 als eerste Amerikaan een ruimtesprong maakte in zijn Mercury Redstone 3 capsule.
- De Apollo 14 bemanning meldde aan NASA dat hun apparatuur straling waarnam afkomstig van een bepaald gebied op de maan.
Ze zetten een soort kanon op de maan dat na hun vertrek vanaf de aarde kon bediend worden. De bedoeling was vier granaten af te vuren die 150 à 1500 m verder moesten neerkomen. De zo veroorzaakte maanbevingen moesten gegevens verschaffen over de bodemgesteldheid tot 450m diepte.
- Op de filmopname van een lancering van een Thor-Able raket in januari 1964, op de lanceerbasis Vandenberg, zou een niet herkenbaar voorwerp opgemerkt zijn.
- Ook in januari, maar zonder specifieke datum
zou cosmonaut Mitkov in 1959 omgekomen zijn in een suborbitale vlucht;
zou cosmonaut Belyayev, die voorbereid werd op een maanmissie, in 1970 verongelukt zijn (officieel stierf hij na een maagzweeroperatie).
lanceertest in 1964 vanaf Cape Canaveral 37B, van de Saturn SA-5, in het kader van het VS Apollo programma.
Eerste lancering van de Saturn I Block II configuratie, zijnde verlengde brandstoftanks in de S-I en met S-IV bovenste trap met neuskegelballast.
De acht H-1 motoren van S-1 ontwikkelden samen 680400 kg stuwkracht en de zes RL-10 motoren van de S-IV trap samen 41000 kg.
Het was tevens de eerste test van het Saturn I geleidingssysteem.
(afbeelding: lancering van de raket)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Jupiter neuskegel
Lanceertuig: Saturn I
Massa: 17100 kg.
vertrek in 1998 van het ruimteschip Soyuz TM27 (Norad ID: 225146), voor een koppeling aan het Soviet ruimtestation MIR.
Cosmonauten Musabayev en Budarin worden lid van de 25ste permanente bezetting en zullen er 108 dagen verblijven. Naast de routine wetenschappelijke experimenten zullen zij oa het Spektre zonnepaneel herstellen en een nieuw orientatiesysteem installeren.
ESA astronaut Eyharts zal onderzoek doen in het kader van het Pegase projekt en landt op 19 februari aan boort van Soyuz TM26.
Cosmonaut Baturin die vertrok in Soyuz TM28, keert na 12 dagen van MIR terug.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Talgat A.Musabayev, gezagvoerder,
Nikolai M.Budarin, vluchtingenieur,
Léopold Eyharts, wetenschapper - ESA Pegase;
bij de terugkeer:
Talgat A.Musabayev, gezagvoerder,
Nikolai M.Budarin, vluchtingenieur,
Yuri M.Baturin, wetenschapper.
geboorte in 1942 te Guantanamo, van Arnaldo Tamayo-Méndez.
Cubaanse piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Soyuz 38.
Verbleef 7,86 dagen in de ruimte.
Eerste Cubaan in de ruimte - 18 september 1980.
Was cosmonaut tot 1980.
geboorte in 1948 te Yoichi-Machi – Hokkaido, van Mamoru Mohri.
Japanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASDA 1985 en NASA 16-1996 groep.
Maakte ruimtevlucht als
ladingspecialist in STS 47 en
missiespecialist in STS 99.
Verbleef 19,17 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot december 2000 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1982: een SU zwerm doelsatellieten Romb;
in 1984: de CN militaire satelliet China 14-DFH;
in 1987: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1991: de SU communicatietest satelliet Informator 1;
in 1992: drie SU Glonass navigatiesatellieten Uragan;
in 1995: de VS militaire wetenschapssatelliet USA 108-UFO;
in 1998: de VS militaire satelliet USA 137-Capricorn.
mislukte lancering in 1986 van de ruimtependel ChallengerSTS 25/51L, die na amper 73 seconden explodeert.
Enkele seconden na de lancering lekken hete gassen uit de rechter stuwraket op vaste brandstof doorheen een dichtingsring. Deze gassen en brokstukken beschadigen de externe brandstoftank en de daarop volgende explosie vernietigt de ruimtependel. De cockpit met de bemanning valt van op 16 km hoogte in de Atlantische Oceaan en spat uiteen op het wateroppervlak.
De meegedragen communicatie satelliet TDRS-C2, alsmede twee kleine militaire satellieten gaan verloren.
De lerares Christa McAuliffe zou tijdens de missie aan haar leerlingen les geven vanuit de ruimte.
Hierbij kwamen de volgende zeven astronauten, postuum gehuldigd met de Congressional Space Medal of Honor, om het leven:
Francis Richard "Dick" Scobee
Amerikaanse piloot/astronaut
Geboren op 19 mei 1939 te Cle Elum - Washington
Rang: Luitenant Kolonel, USAF
Selectie: NASA Astronaut Groep 8-1978
Missies: STS 41C en STS 51L;
Gregory Bruce Jarvis
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut, ingenieur van Hughes Aircraft
Geboren op 24 augustus 1944 te Detroit - Michigan
Rang: Kapitein, USAF
Selectie: Hughes Ladingspecialist
Missie: STS 51L;
Michael John Smith
Amerikaanse testpiloot/astronaut
Geboren op 30 april 1945 te Beaufort - Noord Carolina
Rang: Kapitein, USN
Selectie: NASA Astronaut Groep 9-1980
Missie: STS 51L;
Ellison Shoji Onizuka
Amerikaanse ingenieur/astronaut
Geboren op 24 juni 1946 te Kealakekua - Hawaii
Rang: Luitenant Kolonel, USAF
Selectie: NASA Astronaut Groep 8-1978
Missies: STS 51C en STS 51L;
Christa Sharon Corrigan McAuliffe
Amerikaanse NASA vluchtdeelneemster
Geboren op 2 september 1948 te Boston - Massachusetts
Beroep: onderwijzeres
Selectie: Teacher in Space Project-1985
Missie: STS 51L;
Judith Arlene Resnik
Amerikaanse ingenieur/astronaut
Geboren op 5 april 1949 te Akron - Ohio
Selectie: NASA Astronaut Groep 8-1978
Missies: STS 41D en STS 51L;
Ronald Erwin McNair
Amerikaanse natuurkundige/astronaut
Geboren op 21 oktober 1950 te Lake City - Zuid Carolina
Selectie: NASA Astronaut Groep 8-1978
Missies: STS 41B en STS 51L.
geboorte in 1939 te Goosecreek – Texas, van John McCreary Fabian.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 7 en STS 18/51G.
Verbleef 13,17 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1985 en bleef aktief in de ruimtevaartindustrie.
geboorte in 1950 te Clinton – Iowa, van David Carl ‘Dave’ Hilmers.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 21/51J, STS 26, STS 36 en STS 42.
Verbleef 20,60 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 1992.
geboorte in 1951 te Klishkovtsy, van Leonid Konstantinovich Kadenyuk.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van TsPK 6-1976, GKNII 1s-1979, Chkalov 2-1988(?), Uk-1996 en Sh-1997 selektie.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 87.
Verbleef 15,69 dagen in de ruimte.
Langste wachttijd op een ruimtevlucht als cosmonaut (21 jaar).
Was cosmonaut tot 1 januari 1998.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire satelliet Transit 11;
in 1975: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1976: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1977: de NAVO/VS militaire satelliet NATO 3B;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1989: een SU militaire waarnemer KOBAL’T;
in 1994: het MIR cargoschip Progress M21.
in de rand:
- Het zat van bij de aanvang al niet mee met ChallengerSTS 25/51L. De lancering, oorspronkelijk voorzien voor 22 januari, was al meerdere malen om verschillende redenen uitgesteld.
De ingenieurs van Morton Thiokol, waar de hulpraketten vervaardigd waren, hadden ook nog gewaarschuwd dat de temperatuur op het lanceercomplex te laag was voor een veilig gebruik van deze lanceerhulp.
Na deze ramp werden de ambities teruggeschroefd en de pendels grondig nagezien en aangepast. Elk lid van de bemanning werd vanaf dan voorzien van een ruimtepak en parachute.
- Van de ongeveer 11000 burgerkandidaten werden er uiteindelijk twee weerhouden, namelijk de leraressen Christa McAuliffe en Barbara Morgan. Deze laatste besliste om professioneel astronaut te worden en nam deel aan de STS 118 missie naar het international ruimtestation ISS.