Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
19-02-2016
dit gebeurde op 19 februari
lancering in 1964 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 3MV-1 N°2.
Deze sonde (Spuskaemiyapparat 3MV-1 N°2) heeft vermoedelijk een technologietest van de
Venera-reeks als doel. Het kan ook een poging geweest zijn tot een mars of venus passage.
De nodige aardorbit wordt echter niet bereikt door het falen van de 2de trap van de lanceerraket.
(afbeelding: model van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Venera 1964A
Lanceertuig: Molniya 8K78M T15000-19
Massa: 890 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde Luna E-8-201.
Luna E-8 No.201, ook bekend als Luna Ye-8 No.201, en soms geïdentificeerd door de NASA als Luna 1969A, was een Sovjet ruimtevaartuig dat verloren ging in een mislukte lancering in 1969.
Het was de eerste van drie geplande lanceringen en bedoeld om een zachte landing op de maan uit te voeren, teneinde de Lunokhod No.201 rover op het oppervlak te zetten.
De sondeafscherming brak bij T+51 seconden en het puin ervan sloeg met hoge snelheid tegen de brandstoftanks van de Proton. De spuitende brandstof ontbrandde bij contact met de uitlaatgassen van de motor, wat resulteerde in een vernietigende explosie.
(afbeelding: tentoonstellingsmodel van een gelijkaardige sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna 1969A
Lading: Lunokhod N° 201
Lanceertuig: Proton-K/D 8K82K(UR-500)
Massa: 5590 kg.
lancering in 1986 vanaf Baikonur LC200/39, van de basismodule van het Soviet ruimtestation MIR.
Het ruimtestation bestaat uit één centrale basismodule waaraan later bemande Sojoez ruimtetuigen, onbemande Progress cargoschepen en andere modules kunnen aankoppellen. Deze basis bestaat voornamelijk uit een compartiment waarin de ruimtevaarders konden leven.
Het ontwerp was gebaseerd op de Saljoet ruimtestations.
(afbeelding: het station met aangekoppelde Soyuz)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1986-017A
Norad ID: 16609
Andere namen: DOS 7
Lanceertuig: Proton-K 337-01
Massa: 20100 kg.
geboorte in 1932 te Oak Park – Illinois, van Dr Joseph Peter Kerwin.
Amerikaanse medicus/astronaut.
Lid van Nasa 4-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht als xwetenschapper in Skylab 1.
Verbleef 28,03 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 3u25’.
Bemanningslid in het eerste geslaagd ruimtestation in mei 1973.
Was astronaut tot 1987.
geboorte in 1948 te Straudsburg – Pennsylvania, van Dr Byron Kurt Lichtenberg.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van EOM 1984 en ATLAS Ladingspecialisten-1989 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 9/41A en STS 45.
Verbleef 19,25 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1992.
geboorte in 1952 te Chilpancingo, van Rodolfo Neri-Vela.
Mexicaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Mexico 1985 groep.
Maakte ruimtevlucht als ladingspecialist in STS 23/61B.
Verbleef 6,88 dagen in de ruimte.
Eerste Mexicaan in de ruimte - 27 november 1985.
Was astronaut tot december 1985.
geboorte in 1956 te Cleveland – Ohio, van George David Low.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 32 en STS 43, en
ladinggezagvoerder in STS 57.
Verbleef 29,75 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 5u50’.
Was astronaut tot februari 1996 en bleef aktief in de ruimtevaart.
Overlijdt aan darmkanker op 15 maart 2008, te Reston - Virginia.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire weersatelliet P35-3/OPS240;
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1970: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-13;
in 1976: een VS militaire satelliet DMSP 8 en de communicatiesatelliet Marisat 101;
in 1977: de JP technologiesatelliet Tansei 3/MST 3;
in 1981: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1982 en 1986: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1987: de JP oceaanobservatie satelliet Momo 1A/MOS 1 en een SU fotoverkenner Oblik;
in 1988: de JP communicatiesatelliet Sakura 3A/CS 3A en een SU fotoverkenner Oblik;
in 1994: de VS(PAS) telecomsatelliet Galaxy 1-R;
in 1996: zes SU militaire communicatiesatellieten waarvan drie Gonets D1 en drie Strela-3, en een doelsatelliet Raduga.
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 21;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: de IT communicatiesatelliet San Marco 4;
in 1979: de VS aardobservatie satelliet SAGE 1/AEM 2;
in 1981: een SU militaire waarnemer Siluet;
in 1987: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1988: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F1;
in 1994: een SU doelsatelliet Raduga;
in 1998: de communicatiesatellieten Iridium 50, 52, 53, 54 en 56.
in de rand:
- Op 18 februari 1966 zou cosmonaut Grigori G.Nelyubov, volgens een officiele verklaring afgelegd in april 1986, dronken onder een trein gestapt zijn.
Hij was lid van de Luchtmachtgroep 1-1960, maar werd later uit het korps gezet en van de groepsfoto geschrapt. Dat zou gebeurd zijn na een vechtpartij met de cosmonauten Ivan Anikeyev en Valentin Filatyev in 1961, of volgens Leonov, na zware verwonding in een centrifuge in 1962 of 1963.
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Ranger 8.
Ranger 8 heeft als doel het doorseinen van beelden tijdens de laatste minuten vóór het neerstorten op het maanoppervlak.
Na enkele problemen bereikt de sonde op 20 februari de maan en maakt 7100 goede foto’s tijdens de laatste 23 minuten van de vlucht.
De sonde slaat te pletter nabij de krater Alfonsus in de Zee van de Stilte (2,6°N - 24,8°O), wat later bevestigd werd door beelden van de LRO maansonde. In die omgeving zal in juli 1969 Apollo 11 landen.
(afbeelding: model van dit type sonde en maanfoto)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-10A
Norad ID: 1086
Andere namen: RA-8
Lading: ranger Block 3 N°8
Lanceertuig: Atlas 196D Agena B 6006
Massa: 367 kg.
lancering in 1996 vanaf Cape Canaveral LC17B, van de ruimtesonde NEAR Shoemaker.
De Near Earth Asteroid Rendezvous - Schoenmaker (NEAR Shoemaker) ruimtesonde, hernoemd ter ere van Gene Shoemaker, werd ontworpen om de asteroïde Eros van dichtbij te bestuderen.
De missie was de allereerste om in een baan omheen een asteroïde te raken en op het oppervlak ervan te landen. Het hoofdoel van NEAR was gegevens te verzamelen aangaande de samenstelling, morfologie, interne massaverdeling en magnetische veld van Eros. Deze gegevens moeten ons iets leren over de kenmerken van de asteroïden in het algemeen, hun relatie tot meteorieten en kometen, en de omstandigheden in het vroege zonnestelsel. Een radio-wetenschappelijk experiment werd ook uitgevoerd met behulp van het NEAR tracking systeem. De sonde landde op 12 februari 2001 op Eros, na ook in de omgeving van de planetoïden Illya en Mathilde geweest te zijn.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde en foto van Eros)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1996-008A
Norad ID: 23784
Andere namen: Near Earth Asteroid Rendezvous, Discovery 1
Lanceertuig: Delta II 7925-8
Massa: 487 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS militaire wetenschapssatelliet Vanguard 2 (SLV4);
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 20;
in 1966: de FR wetenschapssatelliet Diapason D1A;
in 1971: de VS militaire satellieten Calsphere 3, 4 en 5, DMSP 5A-F3 en OPS 3297, en een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1980: de JP technologietest satelliet Tansei 4;
in 1982: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1988: de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan-36L, 37L en 38L;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1992: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1993: de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan-57L, 59L en 73L;
in 1997: de JP telecomsatelliet JCSat 4;
in 1998: een SU militaire waarnemer Kometa.
in de rand:
- Op 17 februari 1961 zouden twee Soviet cosmonauten, een man en een vrouw, gelanceerd zijn vanaf Baikonur. Gedurende de volgende dagen zouden de radiostations van oa Uppsala, Bochum en Turijn gesprekken opgevangen hebben van deze cosmonauten met de vluchtleiding. Hieruit zou gebleken zijn dat ze niet in staat waren om terug te keren naar de aarde.
lancering in 1965 vanaf Cape Canaveral LC37B, van het Pegasus 1 en Apollo Model 3-BP16 ontwerp.
De missie was bedoeld om metingen uit te voeren ivm meteoroïde-dichtheid in de buurt van de aarde en om het terugval gedrag van de apollo module te onderzoeken.
Een toren voor mogelijke ontsnapping tijdens de lancering was gemonteerd op de top. Pegasus 1 droeg vleugels waarvan de oppervlakte gevoelig was voor meteoroïde inslagen. Na het afstoten van de apollo module bleef de Pegasus zoals gepland in de baan om de aarde.
De Pegasus 1 was de eerste actieve lading gelanceerd door het Saturnus-systeem.
De missie eindigde in augustus 1968 en de terugval in de atmosfeer volgde in september 1978.
(afbeelding: bouw van de testsatelliet)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1965-009A/B
Norad ID: 1085/1088
Andere namen: Apollo SA-9 Test Flight, Saturn SA-9
Lanceertuig: Saturn I
Massa: 4500/1450 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS wetenschapssatelliet Explorer 9;
in 1971: de JP technologiesatelliet MTS 1/Tansei 1;
in 1972: een VS militaire satelliet KH 8 en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1974: de JP technologiesatelliet MTS 2/Tansei 2;
in 1976: een SU onderscheppingssatelliet IS-Tsiklon;
in 1978: de JP wetenschapssatelliet UME 2/ISSb;
in 1982: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1983: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1984: een SU aardobservatie satelliet Resurs;
in 1995: de SU wetenschapssatelliet Foton 10;
in 1999: de JP telecomsatelliet JCSat 6.
in de rand:
- Op 16 februari 1962 zou het Italiaans Nieuwsbureau ‘Continentale’ aangekondigd hebben dat twee Sovietcosmonauten verdwenen tijdens een ruimtevlucht. Deze vlucht zou begonnen zijn tijdens het 22ste Partij Congres in Moskou, in de herfst van 1961. Continentale citeerde ‘hoog geplaatste personen’ in Praag als bron.
De twee cosmonauten zouden gelanceerd geweest zijn aan boord van een Vostok, voor een vlucht in
8-vorm omheen de maan en de aarde als doel. Het ruimteschip verdween echter en niemand kon de mislukking verklaren.
Het Italiaans Nieuwsbureau zou ook nog beweerd hebben dat nog twee Soviet cosmonauten oefenden voor een ander maanschot “in de nabije toekomst”.
Het is echter twijfelachtig of de Soviets vóór 1968 een draagraket beschikbaar hadden die in staat
was om een bemande capsule naar de maan en terug te brengen.
lancering in 1972 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°408/Luna 20.
Luna 20 werd in een aardparkeerbaan geplaatst en van daaruit naar de Maan gestuurd.
De sonde bereikte de maan op 18 februari 1972. Op 21 februari maakte Luna 20 een zachte landing op de maan in een bergachtig gebied – 3,5°N-56,5°O - dat bekend staat als de Apollonius hooglanden, 120 km verwijderd van waar Luna 16 was neergestort.
Op het maanoppervlak werd het panoramische televisiesysteem geactiveerd en werden bodemmonsters genomen door middel van uitschuifbare boorapparatuur.
De terugkeermodule van Luna 20 vertrok op 22 februari van het maanoppervlak met 30 gram materiaal in een afgesloten capsule, en landde in de Sovjet-Unie op 25 februari.
(afbeeldingen: een model van deze sonde en de terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1972-007A
Norad ID: 5835
Lading: lander met terugkeer module
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1947 te Thai Binh, van Pham Tuan.
Vietnamese piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1979 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Soyuz 37(36).
Verbleef 7,86 dagen in de ruimte.
Eerste Vietnamees in de ruimte - 23 juli 1980.
Was cosmonaut tot 1980.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS experimentele communicatiesatelliet Syncom 1;
in 1967: de FR wetenschapssatelliet Diadème 2/D1D en een SU militaire wetenschapssatelliet
DS-U2-I;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1980: de VS wetenschapssatelliet SMM(Solar Maximum Mission);
in 1984: de JP satelliet voor atmosfeeronderzoek Ohzora/Exos C en een SU doelsatelliet Raduga;
in 1987: de SU militaire satelliet EPN 3.695;
in 1989: een SU doelsatelliet Duga-K en een militaire waarschuwer Oko, en de VS militaire satelliet USA 35/Navstar 2-01;
in 1990: de VS militaire satellieten USA 51/SDI 5/LACE en USA 52/SDI 6/RME;
in 1991: een SU aardobservatie satelliet Prognoz US-KMO;
in 1996: de telecomsatelliet Intelsat 708;
in 1997: de SU militaire communicatiesatellieten Gonets D1-4, D1-5, D1-6 en drie Strela-3;
in 1998: de SU communicatiesatellieten Globalstar L1, L2, U1 en U2.
lancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde MV-1VA N°2/Venera 1.
De venussonde 1VA s/n 2 wordt in een baan om de aarde geschoten op de “zware drager” Tyazheliy
Spunik 5 (VS aanduiding Sputnik 8), om vandaar naar venus gelanceerd te worden en er een capsule op neer te laten.
De lancering slaagt, maar op 19 mei vliegt de sonde, als eerste aards tuig, aan venus voorbij op 100000 km en komt vervolgens in een heliocentrische baan. Op 19 februari, zowat twee miljoen km van de aarde, wordt het radiokontakt verloren. Uit de ontvangen gegevens konden de wetenschappers afleiden, dat de zonnewind (voor het eerst opgemerkt door Loena 1 en 3) ook aanwezig was in de interplanetaire ruimte.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-003A/C (gamma 1/3)
Norad ID: 77/80
Andere namen: AMS Sputnik 8
Lading: mars/venussonde 1VA
Lanceertuig: Molniya 8K78 L1-6B
Massa: 6475/643 kg.
selektie in 1988 van de OS „Mir” Afghanistan cosmonauten
Mohammad Masum Dauran Ghulam,
Abdul Ahad Mohmand.
Alleen Mohmand zal in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1974: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1975: een SU aardobservatie satelliet Sfera en een fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1976: een SU doelsatelliet Lira;
in 1979: een SU oceaanobservatie satelliet Okean-E;
in 1980: een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1981: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1986: de NASDA communicatiesatelliet BS 2b/Yuri 2B;
in 1987: de VS militaire satelliet SDS 11/USA 21;
in 1991: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1994: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1997: de JP astronomie satelliet Haruka/Muses-B.
in de rand:
- In de westerse wereld ging het gerucht dat de zware drager van Venera 1 een cosmonaut aan boord had.
Italiaanse radio-amateurs zouden menselijke stemmen afkomstig uit dit tuig opgevangen hebben.
De Soviet vluchtleider Kamanin noemt dit louter speculatie.
vertrek in 1990 van het ruimteschip Soyuz TM9 (Norad ID: 20494), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten vormen de zesde permanente bezetting en zullen er 179 dagen verblijven.
De vertrekkende Soyuz TM8 bemanning bemerkt beschadigingen aan de gekoppelde Soyuz TM9, waardoor buitenwerkzaamheden (EVA) nodig worden. Het speciaal gereedschap hiervoor werd op 10 juni aangevoerd in de Kristall module.
De inzittenden zijn:
Anatoly Y.Solovyev, gezagvoerder,
Aleksandr M.Balandin, vluchtingenieur.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Discovery STS 82 (Norad ID: 24719), voor een 10-daags verblijf in de ruimte.
Deze missie heeft de tweede onderhoudsbeurt van HST als doel, waarvoor vijf maal twee astronauten aan het werk moeten. Hiertoe wordt de ruimtetelescoop op 13 februari dmv de mechanische arm, bediend door Hawley, gegrepen. Op 19 februari wordt HST hoger dan voorheen terug in de ruimte geplaatst.
De inzittenden zijn:
Kenneth D.Bowersox, bevelhebber,
Scott J.Horowitz, piloot,
Mark C.Lee, missiespecialist,
Steven A.Hawley, missiespecialist,
Gregory J.Harbaugh, missiespecialist,
Steven L.Smith, missiespecialist,
Joseph R.Tanner, missiespecialist.
geboorte in 1960 te Waterburg – Connecticut, van Richard Alan (Rick) Mastracchio.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 106, STS 118 en STS 131; en
ISS expeditielid in Soyuz TMA11M.
Verbleef 227,60 dagen in de ruimte.
Maakte 9 ruimtewandelingen - samen 53u04’.
Was astronaut tot juli 2015.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS militaire experimentele satellieten LES 1 en Transtage 3;
in 1966: een SU militaire wetenschapssatelliet DS-U1-G;
in 1970: de JP technologiesatelliet LASS/Ohsumi en de VS militaire satelliet DMSP 5A-F1;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-17;
in 1980: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1981: de NASDA testsatelliet ETS 4/Kiku 3;
in 1982: een SU spionage satelliet US-P;
in 1986: de SU wetenschapssatelliet Musson-16;
in 1992: de JP aardobservatie satelliet JERS 1/Fuyo 1.
vertrek in 1997 van het ruimteschip Soyuz TM25 (Norad ID: 24717), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De cosmonauten Tsibliyev en Lazutkin worden lid van de 23ste permanente bezetting en zullen er 185 dagen verblijven.
ESA astronaut Reinhold zal experimenten uitvoeren in de Kristall module en keert na 20 dagen in Soyuz TM24 terug naar de aarde.
Problemen waren er op 24 februari door brand in een zuurstofpatroon en op 24 juni door beschadiging van een zonnepaneel van de Spektr module, bij een slecht aflopende manuele koppeltest met Progress M34.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr I.Lazutkin, vluchtingenieur,
Ewald Reinhold, wetenschapper - ESA MIR97;
bij de landing:
Vasili V.Tsibliyev, gezagvoerder,
Aleksandr I.Lazutkin, vluchtingenieur.
geboorte in 1968 te Morristown - New Jersey, van Garrett Erin Reisman.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht als
ISS expeditielid in STS 123(124) en
missiespecialist in STS 132.
Verbleef 107,05 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen – samen 21u12’.
Was astronaut tot maart 2011.
selectie in 1999 van de NASDA-4 astronauten
Satoshi Furukawa,
Akihiko Hoshide,
Naoko Sumino/Yamazaki.
Alleen Furukawa en Hoshide vertoefden in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1983: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F1;
in 1989: een SU fotoverkenner Oblik, het MIR cargoschip Progress 40 en zes militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1992: de VS militaire satelliet USA 78;
in 1998: de VS militaire aardobservatie satelliet GFO en de telecomsatellieten Orbcomm-FM3 en FM4.
vertrek in 1984 van het ruimteschip Soyuz T10 (Norad ID: 14701), naar het Soviet ruimtestation
Salyut 7.
De drie vertrekkende cosmonauten worden de derde permanente bezetting van het station, en zullen na 237 dagen verblijf in de ruimte op 2 oktober landen in Soyuz T11.
Ze moeten Salyut 7 binnengaan bijgelicht door zaklampen en nemen de geur waar van verbrand metaal.
Op 17 februari kunnen ze beginnen met hun routine opdrachten. Deze omvatten oa het opvolgen door fysicus Atkov van hun lichamelijke toestand.
Met Soyuz T10 keren drie bezoekende cosmonauten, die vertrokken in Soyuz T11, na 8 dagen terug naar de aarde.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Leonid D.Kizim, gezagvoerder,
Vladimir A.Soloviyov, vluchtingenieur,
Oleg Y.Atkov, wetenschapper;
bij de landing:
Yuri V.Malyshev, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur,
Rakesh Sharma, wetenschapper - India.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS weersatelliet TIROS 4;
in 1967: de FR wetenschapssatelliet Diadème D1C, de VS militaire satelliet DMSP 4A-F2/DAPP 2418 en een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1978: een SU fotoverkenner Orion;
in 1979: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1984: een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1985: de communicatiesatellieten Arabsat-F1 en Brasilsat 1/SBTS 1, en de VS militaire satellieten SDS 10/USA 9 en Delta 181/USA 30;
in 1994: de CN wetenschapssatelliet Practice 4/Shijian 4/SJ 4 en de testsatelliet Shijian 4-2/SJ 4-2.
in de rand:
- Een tekening van de koppeling van Soyuz T10 aan Salyut 7 werd gebruikt in een versie van het computerspel Tetris.
lancering in 1967 vanaf Baikonur LC1/5, van het Soviet ruimteschip Soyuz 7K-OK-3.
Dit is de derde test van een later te bemannen Soyuz.
Na 48 uren in een baan om de aarde komt het tuig door controleproblemen te steil naar beneden, waardoor er een gat van 30 cm in het hitteschild brandt. Vervolgens valt de capsule door het ijs in de zee van Aral.
De vluchtleiding beoordeelt de testresultaten toch als “voldoende” om over te gaan tot de lancering van de bemande Soyuz 1.
(afbeelding: een expo-model van dit ruimteschip)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-009A
Norad ID: 2667
Andere namen: Kosmos 140
Lanceertuig: Soyuz
Massa: 6450 kg.
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC1/5, van de Soviet ruimtesonde Luna E-6LS-112.
Luna E-6LS No.112, soms geïdentificeerd door de NASA als Luna 1968A, was het 2de Soviet ruimtevaartuig, van een reeks van drie geplande lanceringen van dat type, dat verloren ging tijdens de mislukte lancering.
Het ruimtevaartuig was bedoeld om in een maanbaan te komen, waaruit het de technologie zou uittesten voor toekomstige bemande maanmissies.
Tijdens de vlucht van de derde trap komt een brandstofklep vast waardoor meer brandstof dan normaal verbruikt wordt. De raket komt bij T+524,6 seconden zonder brandstof en bereikt geen aardorbit.
De latere Luna 14 ruimtesonde had hetzelfde doel.
(afbeelding: een tekening van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna 1968A
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1700 kg.
vertrek in 1977 van het ruimteschip Soyuz 24 (Norad: 9804), naar het Soviet ruimtestation Salyut 5.
De twee militaire cosmonauten vormen de derde en laatste missie naar het militaire station.
Ze zullen er 18 dagen werken na eerst het probleem met de giftige dampen op te lossen, die het voortijdig vertrek van Soyuz 21 nodig maakte. Verder experimenteren de cosmonauten met materialen en biologische specimen, en nemen ze militair belangrijke foto’s van de aarde. Tenslotte maken ze Salyut 5 klaar voor de terugval in de atmosfeer, wat zowat zes maanden later gebeurt.
De inzittenden zijn:
Viktor V.Gorbatko, gezagvoerder,
Yuri N.Glazkov, vluchtingenieur.
lancering in 1999 vanaf Cape Canaveral SLC17A, van de VS ruimtesonde Stardust.
Het primaire doel van de Stardust missie is door de komeet P/Wild 2 te vliegen en monsters te verzamelen van stof en vluchtige stoffen uit de coma van de komeet. Dit gebeurt op 2 januari 2004, en de capsule met materiaal wordt op 15 januari 2006 op aarde gedropt. De missie wordt dan uitgebreid met het “NExT” gedeelte, door de sonde de komeet Tempel-1 te laten opzoeken en de kern te fotograferen, wat op 15 februari 2011 gebeurt.
Stardust maakte ook foto’s van de asteroïde 5535 Annefrank, terwijl ze hieraan voorbijvloog.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde in de ruimte en de terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1999-003A
Norad ID: 25618
Andere namen: Stardust Sample Return, NExT (New Exploration of Tempel-1)
Lading: materiaalcapsule
Lanceertuig: Delta 7426-9.5
Massa: 300 kg.
geboorte in 1926 te Voronezh, van Konstantin Petrovich Feoktistov.
Russische wetenschapper/cosmonaut - Ingenieur.
Lid van Soviet Wetenschappers 1 en Energia 1977 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Woskhod 1.
Verbleef 1,01 dagen in de ruimte.
Eerste satellietontwerper als cosmonaut.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot 1987.
Overlijdt op 21 november 2009 te Moskou.
geboorte in 1932 te Jackson – Michigan, van Alfred Merrill Worden.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht als CM piloot in Apollo 15.
Verbleef 12,30 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 39’07”.
Was astronaut tot 1975.
geboorte in 1963 te St.Paul – Minnesota, van Heidemarie Martha Stefanyshyn-Piper.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 115 en STS 126.
Verbleef 27,65 dagen in de ruimte.
Maakte 5 ruimtewandelingen - samen 33u42’.
Was astronaute tot juli 2009.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1980: een VS spion/killer KH 11 en een SU ELINT satelliet Tselina-D;
in 1986: een SU militaire waarnemer Terilen;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de JP satellieten MOS 1B/MOMO 1B, Debut 1/Orizuru en Fuji 2/JAS 1B/Oscar 20;
in 1991: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1994: de VS communicatiesatelliet DFS 1/Milstar 1 en de militaire satelliet USA 99.
in de rand:
- Feoktistov werd in 1955 lid van het team dat onder leiding van Sergej Koroljov oa de ruimtevaartuigen Sputnik, Vostok, Woskhod en Soyuz ontwierp.
In juni 1964 werd Feoktistov geselekteerd om een kosmonautenopleiding te volgen.
Woskhod 1 was voor Feoktistov de eerste en enige ruimtevlucht, het was tevens de eerste ruimtevlucht met een bemanning bestaande uit meer dan één persoon.
Na zijn ruimtevlucht zette Feoktistov zijn werk aan het ruimtevaartprogramma voort en werd later hoofd van het vluchtleidingscentrum in Baikonur.
lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde Luna E-8-5 No.405.
Luna E-8-5 No.405, ook bekend als Luna Ye-8-5 No.405, en soms geïdentificeerd door de NASA als Luna 1970A, was een Sovjet ruimtevaartuig dat verloren ging in een mislukte lancering in 1970.
Het was de vijfde van de acht geplande lanceringen. Het was de bedoeling om een zachte landing op de maan uit te voeren, een monster van de maanbodem te nemen en terug te sturen naar de aarde.
Een defecte druksensor legde de eerste trap al na 128 seconden stil en het geheel stortte verderop neer.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Andere namen: Luna 1970A
Lading: maansonde E-8-5 VA
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1961 te Ryasnoye – Kharkov, van Yuri Ivanovich Onufriyenko.
Oekraiense piloot/cosmonaut.
Lid van TsPK 10-1989 selektie.
Maakte ruimtevlucht als
gezagvoerder in Soyuz TM23 en
ISS expeditielid in STS 108(111).
Verbleef 389,60 dagen in de ruimte.
Maakte 8 ruimtewandelingen - samen 42u23’.
Was cosmonaut tot 17 maart 2004 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1969: de communicatiesatelliet Intelsat III-F3;
in 1974: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1975: de SU communicatiesatelliet Molniya 2-12, de VS weersatelliet SMS 2 en de FR aardobservatiesatelliet Starlette;
in 1977: de VS militaire satelliet IMEWS 07/DSP 07;
in 1979: de JP experimentele communicatiesatelliet ECS 1/Ayame;
in 1981: de SU wetenschapssatelliet Interkosmos 21;
in 1983: een SU militaire waarnemer Feniks;
in 1985: de SU weersatelliet Meteor 2-12 en een fotoverkenner Oblik;
lancering in 1967 vanaf Cape Canaveral LC13, van de VS ruimtesonde Lunar Orbiter 3.
Deze sonde is in bedoeld om gebieden van het maanoppervlak te fotograferen voor het zoeken van veilige landingsplaatsen voor de Surveyor en Apollo missies, en voor het verzamelen van wetenschappelijke gegevens.
Lunar Orbiter 3 kwam op 8 februari in een elliptische bijna-equatoriale maanbaan met een periode van 3 uur en 25 minuten.
Het ruimtevaartuig maakte tussen 13 en 23 februari een totaal van 149 foto’s met gemiddelde resolutie en 477 met hoge resolutie (tot 1 meter). Hierbij waren 44 foto’s van mogelijke landingsplaatsen voor de Apollo-missies en een foto van Surveyor 1 op de maanbodem. Op 2 maart blokkeerde het doorvoersysteem van de film, waardoor er een einde kwam aan de ontvangst der foto’s.
Op 9 oktober 1967 viel de sonde gekontroleerd op de maan, bij 14,3°N – 97,7°W.
(afbeeldingen: een tekening van de sonde en een vrije voorstelling ervan boven de maan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1967-008A
Norad ID:2666
Andere namen: Lunar Orbiter C
Lanceertuig: Atlas SLV-3 Agena D 5803
Massa: 386 kg.
vertrek in 1987 van het ruimteschip Soyuz TM2 (Norad ID: 17482), naar het Soviet ruimtestation MIR.
De bemanning zal er volgens de gebruikelijke Soviet uitleg “vooraf gepland wetenschappelijk en technologisch onderzoek” verrichten.
Cosmonaut Laveykin zal er 174 dagen verblijven als lid van de tweede vaste bezetting.
De bezoekende cosmonauten Viktorenko en Faris keren, na een verblijf van 8 dagen in MIR, samen met Laveykin op 30 juli met dit schip terug.
Romanenko zal na 326 dagen in de ruimte op 29 december landen in Soyuz TM3.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Yuri V. Romanenko, gezagvoerder,
Aleksandr I.Laveykin, vluchtingenieur;
bij de landing:
Alexander S.Viktorenko, gezagvoerder,
Aleksandr I.Laveykin, vluchtingenieur,
Muhammed A.Faris, wetenschapper - Syrië.
geboorte in 1947 te Southampton - New York, van Dr Mary Louise Cleave.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut – Ingenieur.
Lid van Nasa 9-1980 groep.
Maakte ruimtevlucht als missiespecialist in STS 23/61B en STS 30.
Verbleef 10,92 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot mei 1991.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: de VS militaire satellieten OPS 3672 en OPS 3673;
in 1975: een SU ELINT satelliet Tselina-O;
in 1976: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1982: een SU communicatiesatelliet Ekran;
in 1984: drie VS militaire satellieten JD en de afluistersatelliet NOSS 6/PARCAE 7;
in 1987: de JP wetenschapssatelliet Astro 3/Ginga 1;
lancering in 1961 vanaf Baikonur LC1, van de SU ruimtesonde MV-1VA-1.
Dit is de eerste officiële Soviet poging om een sonde te laten neerkomen op venus.
1VA s/n 1 moet via een parkeerbaan om de aarde vanaf Tyazheliy(Zware) Spunik 4(VS aanduiding Sputnik 7) naar venus geschoten worden en er een capsule op neerlaten.
In de plaats van een landingscapsule met telemetrie mogelijkheid, zouden de 1VA ’s enkel metingen verrichten tijdens de vlucht. Er was geen camera aan boord.
De herstartbare 4de trap faalt echter, waardoor de sonde niet weg komt van de aarde en na 370 omwentelingen op 26 februari verbrandt in de atmosfeer.
De ontvangst van de krachtige radiozender die aan boord was eindigde reeds op 19 februari, ondanks pogingen met oa de radio-teleskoop van Jodrell Banks om kontakt te krijgen.
(afbeelding: een model van dit type sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1961-002A(beta 1)
Norad ID: 71
Andere namen: AMS Sputnik 7, Ispolin (Reus)
Lading: mars/venussonde 1VA
Lanceertuig: Molniya 8K78 L1-7
Massa: 6483/643 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1960: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 9;
in 1970: de VS testsatelliet SERT 2;
in 1978: de Japanse experimentele satelliet Exos 1/Kyokko;
in 1983: de Japanse communicatiesatelliet CS 2A/Sakura 2A;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1990: de CN communicatiesatelliet STTW 2A/China 26;
in 1998: de communicatiesatellieten Brasilsat-B3(BR)en Inmarsat 3-F5.
in de rand:
- De enorme massa van MV-1VA-1 daarom ook Ispolin (Reus) genoemd, gaf aanleiding onder de ruimtevaartspecialisten tot speculaties aangaande het al of niet bemand zijn van dit tuig.
Tussen 2 tot 4 februari 1961 vingen Italiaanse radio-amateurs immers signalen uit de ruimte op, van wat ze ‘zware ademhaling en zwoegende menselijke hartslag’ noemden, later gevolgd door noodseinen.
Eén van de “fantoom”cosmonauten Alexei Belokonev, Alexis Grachev, Ivan Kachur of Ghennady Mikhailov zou volgens geruchten in deze vlucht de dood gevonden hebben.
Meerdere bronnen spreken elkaar tegen voor wat zowel de namen als de datum van overlijden betreft.
Volgens de Soviet autoriteiten zijn deze beweringen volslagen onzin.
lancering in 1963 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde Luna E-6-3.
Deze moet een 100 kg zware module (ALS E-6 N°3)zacht op de maanbodem laten landen.
De sonde zou na landing camerabeelden en bodemgegevens doorseinen, alsmede de straling meten,
met het oog op de geplande bemande landingen.
Na 295 sec verliest de vluchtleiding, door het falen van de gyro’s van de bovenste trap, de
controle; waarna de brokstukken van het resterend raketdeel en de sonde neerkomen in de Stille Oceaan.
(afbeelding: een model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Molniya 8K78L/E6
Massa: 1500 kg.
vertrek in 1984 van de ruimtependel Challenger STS 10/41B (Norad ID: 14681), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
De bemanning moet de communicatiesatellieten Westar 6 (VS) en Palapa 4-B2(ID/VS) dmv de PAM lanceerhulp in de ruimte plaatsen. Door het falen hiervan blijven de twee satellieten echter in een te lage orbit steken.
Het Duitse wetenschappelijk pendelpallet (SPAS), wordt voor de tweede maal naar de ruimte gebracht, maar door problemen met de pendelarm moet het in Challenger blijven.
McCandless een Stewart begeven zich voor de eerste maal met de MMU uitrusting in de ruimte, zonder “navelstreng”verbinding met de pendel.
De inzittenden zijn:
Vance D.Brand, bevelhebber,
Robert L.Gibson, piloot,
Bruce McCandless II, missiespecialist,
Ronald E.McNair, missiespecialist,
Robert L.Stewart, missiespecialist.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Discovery STS 60 (Norad ID: 22977), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
Voor het eerst maakt een Soviet cosmonaut deel uit van een pendelbemanning.
Bij de lading is voor de tweede maal de SPACEHAB faciliteit met een 12-tal experimenten ivm oa: materiaalonderzoek, biologie en ruimtestof. Ook wordt een plaat naar buiten gebracht (WSF-1) waarachter een sterk vacuum geschapen wordt. Hierin wordt de groei nagegaan van half-geleider materialen.
De inzittenden zijn:
Charles F.Bolden, bevelhebber,
Kenneth S.Reightler, Jr, piloot,
Jan N.Davis/Lee, missiespecialist,
Ronald M.Sega, missiespecialist,
Franklin R.Chang-Diaz, missiespecialist,
Sergei K.Krikalyov, missiespecialist 4 - RSA.
vertrek in 1995 van de ruimtependel Discovery STS 63 (Norad ID: 23469), voor een 8-daags verblijf in een baan om de aarde.
Deze missie heeft het onderzoekslabo SPACEHAB 3 met meerdere experimenten aan boord.
De bemanning, waaronder voor het eerst een vrouwelijke pendelpiloot, slaagt er in het Soviet ruimtestation MIR tot op een 10-tal mater te benaderen.
Bevelhebber Wetherbee zegt bij deze gelegenheid dat het samenbrengen van de twee ruimteschepen een begin is van de samenbrenging van twee ruimtenaties.
De inzittenden zijn:
James D., bevelhebber,
Eileen M.Collins, piloot,
Michael C.Foale, missiespecialist,
Janice E.Voss, missiespecialist,
Bernard A.Harris, Jr, M.D., missiespecialist,
Vladimar G.Titov - RSA.
geboorte in 1958 te Richmond – Virginia, van Joe Frank Edwards Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 89.
Verbleef 8,82 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 30 april 2000.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: de VS wetenschapssatelliet OSO 2;
in 1966: de VS weersatelliet ESSA 1;
in 1971: de NAVO militaire communicatiesatelliet NATO 2;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1973: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-23;
in 1976: een SU militaire navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1984: de VS technologiesatelliet IRT;
in 1988: de VS militaire satelliet DMSP 2-04 en een SU militaire waarnemer Kobal’t;
in 1993: de VS militaire satelliet USA 88;
in 1994: een DE wetenschapssatelliet Bremsat, zes VS radartest satellieten ODERAX, een testsatelliet OREX/Ryusei; een VEP/Myojo en de wetenschapssatelliet WSF 1;
in 1981: een SU onderscheppingssatelliet IS-Tsiklon;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1999: het MIR cargoschip Progress-M40.
in de rand:
- Tussen 2 tot 4 februari 1961 vingen Italiaanse radio-amateurs signalen uit de ruimte op, van wat ze ‘zware ademhaling en zwoegende menselijke hartslag’ noemden, later gevolgd door noodseinen.
Ze baseerden zich voor deze uitspraak op het oordeel van hun vader, die een gerespecteerde chirurg was. De signalen werden toegeschreven aan een fout gelopen vlucht van Gennady Mikhailov.
Eind 1959 toonde de Moskouse avond krant Ogonyok Magazine in een artikel een foto van deze cosmonaut, terwijl hij een uitrusting voor grote hoogte testte.
Astronomen Lovell en Kaminsky sloten niet uit dat deze signalen afkomstig waren van de “Ispolin” ruimtesonde die officieel op 4 februari gelanceerd werd.
Ook de zogenoemde “fantoom”cosmonaut Alekseyevich Belokonev wordt in verband met deze beweringen vermeld.
vermoedelijke lancering in 1959 vanaf Baikonur LC1, van een Soviet maansonde.
Geruchten gaan als zou er op 1 februari 1959 de lancering van een maansonde geweest zijn.
Italiaanse radio-amateurs vingen op 3 februari signalen op die misschien van dit tuig afkomstig waren.
geboorte in 1935 te Giblitsky, van Valdimir Viktorovich Aksyonov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 4-1973 groep.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz 22 en Soyuz T2.
Verbleef 11,84 dagen in de ruimte.
Maakte eerste orbitmaneuvers in september 1976.
Bleef ruimtevaartmedewerker tot 17 oktober 1988.
geboorte in 1961 te Ridley Park – Pennsylvania, van Daniel Michio Tani.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 108 en
ISS expeditielid in STS 120(122).
Verbleef 131,76 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 39u11’.
Was astronaut tot augustus 2012.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1958: de VS wetenschapssatelliet Explorer 1;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1986: de CN technologiesatelliet STTW 1-1 en een SU militaire waarschuwer Oko;
in 1987: de SU technologiesatelliet Plazma-A-1;
in 1996: de ID telecomsatelliet Palapa C1.
in de rand:
- In december 1959 bracht het Italiaans Nieuws Agentschap Continentale het bericht dat een reeks cosmonauten tijdens suborbitale vluchten om het leven gekomen waren.
Continentale citeerde een hoog geplaatste Tsjechische Communist als bron.
Hierbij zou de cosmonaut Serenti Shiborin geweest zijn, die in februari 1958 zou gestorven zijn in een suborbitale vlucht vanaf Kapustin Yar.
Shiborin behoort tot de groep van zogenoemde “fantoom”cosmonauten, waarover reeds een halve eeuw welles-nietes verhalen de ronde doen.
testlancering in 1961 vanaf Cape Canaveral LC5, van de VS ruimtecapsule Mercury 2/MR-2.
Mercury Redstone 2 is het 3de hoogteschot van de Mercury-Redstone combinatie, en het 1ste met een levend wezen aan boord. De ‘vrijwilliger’ was de 17 kg wegende chimpanzee Ham (zo genoemd ter ere van het “Holloman Aerospace Medical Center) waar dit dier getraind werd.
In hoofdzaak was deze test bedoeld voor het beoordelen van het lichamelijk gedrag van een primaat tijdens een ballistische vlucht en van het ECS-leefsysteem (Environmental Control System).
Daarbij zou het automatisch noodstop systeem geëvalueerd worden.
Als gevolg van de te hoge snelheid – 9400 km/u ipv 7000 km/u - en de daarmee bekomen hoogte - 250 km ipv 185 km – duurt Ham’s vlucht 16 min 39 sec – dat was 2 min 24 sec langer dan voorzien.
Alhoewel het aapje geen merkbare schade aan het avontuur overhield, was deze ‘astronaut’ niet meer bereid om nog verder aan het programma mee te werken.
(afbeeldingen: het aapje in zijn stoel en een vrije voorstelling van de capsule in de ruimte)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lading: Mercury SC5
Lanceertuig: Mercury Redstone MRLV-2
Massa: 1250 kg.
lancering in 1966 vanaf Baikonur LC31, van de Soviet ruimtesonde E-6M-202/Luna 9.
Luna 9 is de eerste succesvolle maanvlucht van een E-6 sonde, met de 1ste geslaagde zachte maanlanding op 3 februari in de Oceaan der Stormen (7°N - 60°W).
Op 4 februari zendt de sonde de eerste TV-beelden door van het landingsgebied, met oa merkwaardige rechtopstaande stenen.
Na 3 dagen en 27 doorgeseinde beelden, zijn de batterijen leeg en eindigt de missie.
(afbeeldingen: een model van de sonde en een foto van het maanoppervlak.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1966-006A
Norad ID: 1954
Lading: ALS E-6 No.13 SA
Lanceertuig: Molniya 8K78M U103-32
Massa van de lander: 99 kg.
vertrek in 1971 van de VS maanexpeditie Apollo 14 (Norad ID: 4900).
Apollo 14 is de derde missie waarbij twee mensen op het maanoppervlak zullen verblijven en veilig naar de aarde terugkeerden.
Op 5 februari landden twee astronauten (bevelvoerder Alan B. Shepard Jr en LM piloot Edgar D. Mitchell) met de Lunar Module “Antares” in de buurt van Fra Mauro krater, terwijl de commando/dienst module (CSM-110 “Kitty Hawk”), met CM-piloot Stuart A. Roosa, in een maanbaan bleef.
Het Fra Mauro gebied was de geplande landingsplaats voor de mislukte Apollo 13 missie.
Tijdens hun verblijf op de maan zetten de astronauten een packet wetenschappelijke experimenten (ALSEP) op, ze namen foto's en verzamelden 43 kg bodemmonsters met behulp van een “kruiwagen”.
Shepard en Mitchell stapten in totaal gedurende 9u 23min op de maan.
De LM steeg op van de maan op 6 februari en de astronauten kwamen op 9 februari neer in de Stille Oceaan.
(afbeeldingen: bemanning, embleem en Shepard met wagentje op de maan)
De inzittenden zijn:
Alan B.Shepard, Jr, bevelhebber,
Edgar D.Mitchell, LM piloot,
Stuart A.Roosa, CM piloot.
lancering in 1979 vanaf Baikonur LC31, van het Soviet ruimteschip Soyuz 7K-ST-5L.
Dit is een (waarschijnlijk) onbemande lange duur testvlucht van een Soyuz-T ruimtetuig, waarover verdere gegevens ontbreken.
De landing vondt plaats op 1 april 1979.
(afbeelding: tekening van dit ruimtetuig)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1979-008A
Norad ID: 11259
Andere naam: Kosmos 1074
Lanceertuig: Molniya 8K78M U103-32
Massa: 6450 kg.
selektie in 1967 van de bijkomende OKB-1-Mishin burgerspecialisten
Nikolai Rukavishnikov,
Vitali Sevastiyanov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS fotospion SAMOS 2;
in 1972: de ESA astronomiesatelliet HEOS 2;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1979: de SU test Soyuz 7K-ST-5L;
in 1984: de VS militaire communicatiesatelliet DSCS 3.
in de rand:
- Het was voor Alan Shepard zijn eerste echte ruimtereis, nadat hij reeds op 5 mei 1961 als eerste Amerikaan een ruimtesprong maakte in zijn Mercury Redstone 3 capsule.
- De Apollo 14 bemanning meldde aan NASA dat hun apparatuur straling waarnam afkomstig van een bepaald gebied op de maan.
Ze zetten een soort kanon op de maan dat na hun vertrek vanaf de aarde kon bediend worden. De bedoeling was vier granaten af te vuren die 150 à 1500 m verder moesten neerkomen. De zo veroorzaakte maanbevingen moesten gegevens verschaffen over de bodemgesteldheid tot 450m diepte.
- Op de filmopname van een lancering van een Thor-Able raket in januari 1964, op de lanceerbasis Vandenberg, zou een niet herkenbaar voorwerp opgemerkt zijn.
- Ook in januari, maar zonder specifieke datum
zou cosmonaut Mitkov in 1959 omgekomen zijn in een suborbitale vlucht;
zou cosmonaut Belyayev, die voorbereid werd op een maanmissie, in 1970 verongelukt zijn (officieel stierf hij na een maagzweeroperatie).