Op restaurant
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een koppel gaat
uitgebreid dineren.
Bij het aperitief valt het de man op dat alle obers een lepel in hun borstzak
dragen.
Hij vraagt hun ober waarom dat is.
De ober antwoordt: "Wel, dat zit zo meneer. Een deskundige heeft, in
opdracht van het management,
een studie
verricht naar de mogelijkheden om efficiënter werken.
De deskundige heeft vastgesteld dat ongeveer 70% van wat valt, de lepel is.
Wij moeten die dan oprapen, een andere gaan halen en dat betekent heen en weer
geloop naar de bestekkast".
Terwijl hij dat
vertelt klettert er achter hem een lepel tegen de grond.
De ober draait zich om, raapt de lepel op en legt vlot de lepel die hij in zijn
borstzakje heeft bij de gast op tafel.
"Ziet u? Zo besparen wij ongeveer 2 mandagen per maand en kunnen we dus
onze klanten beter bedienen".
"Oh", zegt de man, onder de indruk van zoveel vernuft "dat is
slim bedacht!".
Na een tijdje valt het de man op dat alle obers ook een koordje om hun nek
hebben hangen.
Hij spreekt hun ober aan en vraagt waarvoor dat koordje dient.
Wel, dat zal ik u vertellen meneer, diezelfde deskundige heeft vastgesteld dat
wij obers toch wel gemiddeld 2x per avond naar het toilet moeten om te plassen.
Dan moeten wij
euh, u weet wel, ons ding uit onze broek halen en daarna onze handen wassen,
dat kost tijd.
Dus heeft die deskundige dat koordje bedacht en als we dan daar aan trekken,
komt onze euh, u weet wel, uit de broek en hoeven we hem niet aan te raken.
Dus ook niet onze handen te wassen en dat bespaart weer zon 3 mandagen per
maand".
De cliënt zit perplex over zoveel vindingrijkheid en is even in gedachten.
Dan vraagt hij: "Ja maar, hoe doet u de, euh, u weet wel, weer ín de
broek?".
De ober buigt voorover en zegt op vertrouwelijke toon:
"Hoe mijn collegas het doen weet ik niet maar ik gebruik de lepel".
L.M.
|