Doornen
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Gisteren bij het begin van de wandeling hebben we het weer bont gemaakt zegt het baasje. Het vrouwtje knikt ijverig mee. Hoe eensgezind die twee toch kunnen zijn !
Aan het einde van het gehucht staat een huis, le pavillon zoals de inheemsen zeggen. Het is het jongste huis van het gehucht maar is totaal verwaarloosd door de vorige bewoonster, die vorig jaar plots weg was.
De tuin achter de woning is totaal verwilderd en de bramen staan er metershoog. Van een afsluiting is er geen sprake en we hebben dus vrij spel over gans het terrein.
Plots heeft Heros een geur opgevangen en is hij als een pijl uit een boog op de wildernis afgestormd. In zijn kielzog Hera en ikzelf er achteraan, t moest zo eens vriê plezant worden ! Maar in plaats van rond de bramen te hollen zoals we al meermaals gedaan hebben is Heros onder de bramen door gedoken ! In geen tijd stond gans die bos bramen te bewegen door de drie Drenten die op zoek waren naar iets.
Na enkele minuten kwam Hera te voorschijn, die luistert nogal snel naar t baasje maar Heros en ik, wij moesten weten wat er daar nog allemaal rondliep buiten wijzelf.
Na een dikke tien minuten, in die tijd dacht het baasje dat wij vast hingen in de bramen, kwamen we dan terug te voorschijn. Gans onze vacht hangt vol met takjes en doornen die afgebroken zijn van de takken.
Telkens als we nu gestreeld worden of afgedroogd worden (het regent terug) vinden de baasjes nog doornen in onze vacht. Plezant is anders, zowel voor ons als voor de bazen maar we hebben het onszelf aangedaan zegt de opperbaas !
Belle
|