xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het Einde van een Dovemansgesprek
Leuven Vlaams en Louvan-la-Neuve
VDB formateur en Eyskens Eerste Minister
De politieke verantwoordelijken zaten er duizelig op te kijken; ze hadden al die jaren hun wensen verward met de werkelijkheid.
Ook de Koning was het noorden kwijt. Daarom werd door de Koning eerst een politiek verkenner aangesteld, Graaf Adhémar dAlcantara, een Vlaamse edelman uit het Meetjesland, gewezen Kabinetschef van Theo Lefèvre en minister van de Middenstand onder VDB, eerder een waarnemer dan een voorman in het politieke gebeuren .
Na een mislukte poging van Collard zou VDB belast worden met het vormen van een nieuwe regering, die betreffende Leuven een halve draai zou moeten maken, zonder al teveel gezichtsverlies.
En dat gold ook voor VDB zelf .
Toen hij helemaal klaar was met zijn regeringakkoord tussen Christen Democraten en Socialisten, inbegrepen het programma, trok hij zich terug achter de schermen en liet de regeringsvorming en het eerstenministerschap over aan Gaston Eyskens .
Veel Waalse en Brusselse Socialisten ,die al lelijk op hun stoel zaten te wriemelen uit vrees dat ze VDB,die ze zo zwaar bekampt hadden ,als Eerste Minister zouden moeten aanvaarden ,vielen helemaal van hun stoel toen hij vervangen werd door Eyskens,de man die de geweldadige staking tegen de Eenheidswet van 1960 had getrotseerd . In ieder geval weigerden de Brusselse Socialisten elke deelname aan zijn regering .
Die regering kreeg het vertrouwen op 25 Juni d.i. na 130 dagen crisis .
Een regering zonder voorgaande en zonder Frigo
Dank aan P.W.Segers werd de grondwetsherziening gered en was het dus een constituante als die van VDB, maar deze keer zonder Frigo .
En de regering zelf, door Eyskens gevormd, anticipeerde al op een mogelijke regionalisatie.
Er waren twee Ministers van Onderwijs: Piet Vermeylen en Abel Dubois .
Er waren twee Ministers van Cultuur: Frans Van Mechelen en Albert Parisis .
Er waren twee Ministers van Regionale Expansie: André Vlerick en Fernand Delmotte .
Er waren twee Ministers van Communautaire Relaties: Leo Tindemans en Freddy Terwagne, in de wandelgangen T&T genoemd, belast met een zeer explosieve materie .
Wie het geheel bekeek, kon er niet nevens kijken, daar hing een nieuwe wind in de lucht?
En de Brusselse Francofonen waren totaal afwezig op één uitzondering na nl Raymond Scheyven ,de vroegere algemene schatbewaarder van de CVP/PSC, Minister van ontwikkelingshulp .
Ook dat was uniek: een regering zonder Brusselaars ?
En wat zei het programma over Leuven?
En wat stond er in het regeringsprogramma over Leuven? Van ons standpunt uit was het vaag positief .
Gedaan met alle verantwoordelijkheid en bevoegdheid naar het Episcopaat te verwijzen en eindelijk erkennen dat het probleem Leuven als subsidieerbare vestigingsplaats een politiek probleem was..
Er was geen sprake meer van verdubbeling te Leuven, maar van een "overheveling" naar een plaats in Wallonië die Leuven Frans zelf zou kiezen .
De tekst in dit laatste geval zag er uit als volgt: :
In het kader van de programmatie opgemaakt door de Franstalige afdeling en in de mate dat de financiële middelen bestaan en gewaarborgd zijn, zal de vestiging van volledige pedagogische eenheden voor de Franstalige afdeling op de nieuwe plaatsen welke zij gekozen heeft onmiddellijk een aanvang nemen teneinde er zoveel mogelijk studenten te kunnen opnemen .
Die tekst werd door ons, en vele anderen met ons, gelezen en herlezen, gewikt en gewogen. Ieder woord werd omgekeerd om te zien als er geen slakken onder zaten? Wat stak er achter? Waarom zo duister als zij echt akkoord waren? En uiteindelijk, waarom niet zeggen alle faculteiten i.p.v. dat nieuw en ongebruikelijk woord van van volledige pedagogische eenheden? Dus niet allemaal? En andere die te Leuven blijven? Dus nog altijd hopen op de driehoek van Woitrin? Of het akkoord was nog niet 100% af ? Of men wilde Leuven Frans nog de mogelijkheid geven om zelf een laatste kleine geste te doen?
???????????????????
Vooral prof. Derine, jurist en Voorzitter van de Leuvense Vereniging van Vlaamse Professoren,werd werd dit een breekpunt.
Hij werd pas op 31 maart,voor het eerst verkozen als Volksvertegenwoordiger voor Antwerpen. Hij vreesde voor een valstrik. En daar zou hij niet intrappen. Op 13 juni, daags na het aanvaardingscongres van de CVP, gaf hij zijn ontslag.
Hij zou dus nooit deelnemen aan het parlementair debat?
Wat ik persoonlijk een zeer spijtige zaak vond .
Toch weer Voorzitter van de Fraktie .
Het verlies van zes goede collegas die in die moeilijke dagen van de interpellatie stand hadden gehouden, lag mij zwaar op de maag, temeer dat ik het had zien aankomen toen men het probleem Leuven uit de kiesstrijd haalde om VDB niet te schaden .
Ik wou evenmin schade berokkenen aan VDB, maar de manier waarop lag mij niet .
Na de verkiezingen bleek ten andere dat ik niet alleen stond met die visie.
Anderzijds had ik zo een dankbaar respect overgehouden voor al de leden van de Fraktie; die hadden bewezen geen marionetten te zijn, maar echte Volksvertegenwoordigers, dat ik zomaar ja zei voor een nieuwe termijn.
En Eyskens ?
Ik was echter geen klein beetje nieuwsgierig hoe dat Eyskens het er zou vanaf brengen .
Zijn regeringsploeg zag er goed uit, maar dat kon ook een goed schild zijn in geval van koerswijzigingen ?
In de twee laatste jaren hadden wij hem nauwelijks gehoord of gezien, niet gehoord in de zaak Leuven, niet gezien in de Fraktie .
Jawel, als het kalf al verdronken was, na de val van de regering, haalde hij een groots plan boven met Hamme-Mille, de dichtst bijliggende gemeente in Wallonië, als vestigingsplaats voor Leuven Frans. Gelukkig to late om nog verwarring te kunnen stichten . En daarmee konden velen vrezen dat alle andere plannen voor hem maar tweede keuze waren?
Voor mij was hij iemand met een scherpe geest (maar dat was geen persoonlijke vondst) des te gevaarlijker; meer nog, een monkelende sfinx.
Ik wist al van hem van voor de oorlog, toen hij medewerker was van Nieuw Vlaanderen, een tijdschrift dat onder leiding stond van een van mijn besonderste professoren H.J. van de Wyer en dat door al zijn studenten min of meer gelezen werd. Dit gold toen ook ook voor de bijdragen van Eyskens .
De redactie van Nieuw Vlaanderen was een club die toen al ijverde voor de volstrekte eentaligheid van Vlaanderen en zelfs voor Federalisme. (Noteer dat de Vlaams Nationalisten daar toen fel tegen waren en zulks gebald wisten samen te vatten in de slogan "Belgieske niekske").
Ik studeerde nog te Leuven toen hij, in 1939 voor het eerst kandidaat was voor de Kamer . Een groot deel van de studenten voelde zich hierbij betrokken en wij waren nieuwsgierig blij met zijn verkiezing .
Dus, onze standpunten konden hem niet vreemd zijn? Maar dat was al zo lang geleden ?
Eyskens was tot hiertoe voor mij de Eerste Minister van korte regeringen en de grote gebeurtenissen, dus hij kon het .
Deze regering zou hij,voor het eerst, tot het einde toe uitmaken. En het was zeker niet de slechtste .
Maar het definitief keerpunt en de ontknoping zou elders vallen, op 6 juli 1968
Het definiteif keerpunt zou elders vallen. Of was dit het gevolg van een taktische overeenkomst tussen VDB en de Veruimde inrichtende macht om er uiteindelijk toch nog Leuven erbij te kunnen betrekken ?
Zoals later ook zal blijken uit het getuigenis van Simon. P. Nothomb, in een uitzending van de reeks Histories door de VRT, was één van de grote hinderpalen voor de oplossing, de financiële . Men wou zich gewaarborgd en zeer ruim laten betalen .
De man die (of met wie men) uiteindelijk het dispuut deed kantelen, was blijkbaar André Oleffe, lange tijd, betreffend Leuven, de Waalse tegenpool, van deman van het ACV, Gust Cool.
Als voorzitter van de MOC, de Waalse Christelijke Arbeiders beweging, was hij aanvankelijk voorstaander om Leuven Frans naar de streek van Namen te brengen; maar dit moest voor hem vrijwillig kunnen, niet onder dwang. Zo in de stijl van ik wil wel, maar ik wil niet.
Op het kritisch moment was het gezag van deze vrome Waal groot genoeg om de weerstand te doen kantelen en de weg vrij te maken voor een het definitief akkoord voor de overheveling, dat als het ware ten zijnen huize tot stand kwam, op 6 Juli 1968 .
Dit zou gebeurd zijn op vraag van de Bisschoppen en hun raadgevers.
Waren aanwezig op de beslissende vergadering van 6 Juli 1968:
August De Schrijver, P. de Stexhe, raadgevers van de Bisschoppen, verder de curatoren Gust Cool en Godeaux, de beide prorectoren Piet De Somer en E. Masseaux samen met de rector magnificus A. Descamps en de commissaris generaal E. Leemans, de voorzitters van de Academische Raden,Windekens en Houberechts en last but not least, de algemene beheerders G. Declercq en M. Woitrin.
De plaats van de gebeurtenis: de Livornostraat 22, dit was het adres van de zetel van de Bankcommissie, waarvan André Oleffe lid was en zijn bureel had .
Tegen 15 September zou Leuven Frans zijn nieuw Expansieplan bekend maken; Deze keer in Ottignies
Voor Masseaux wordt dit alles een onteigening om reden van openbare rustOf kwam die uitdrukking van de Stexhe ?
Tot zover de woorden, maar wat met de daden ?
|