xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
POUR LES FLAMANDS LA MEME CHOSE
Dit moet niet noodzakelik een ironische verwijzing zijn naar de oorlog van 14/18, maar ernstig toegepast is dit een gulden vuistregel bij communautaire onderhandelingen een absolute waarborg voor een eerbaar vergelijk en tegen elke vorm van een compromitterend compromis
Persoonlijk heb ik het geluk gehad zo tweemaal mogen meemaken dat deze gouden regel van wederkerigheid en wederzijds respect serieus werd genomen .Dit gebeurde in het Harmelcentrum,begin de jaren vijftig en in de Parlementaire Commissie van de Kamer, begin van de jaren zestig ;
Het Harmelcentrum
Dit Waals-Vlaams overlegcentrum kreeg die naam omdat het opgericht werd ingevolge een wetsvoortel van Mei 1946 waarvan Harmel de eerste ondertekenaar was ? De anderen waren Duvieusart,Kofferschlager,Theo Lefèvre,Van den Daele en Verbist,allemaal historische namen ,maar geen van hen zal deel uitmaken van de besprekingen aldaar over de normalisatie van de Vlaams-Waalse verhoudingen,wel o.a. Van Elslande Het Centum was een paritair samengesteld Vlaams -Waals overlegorgaan , bestaande uit 90 leden ,voor de helft Vlamingen en voor de helft uit Franssprekenden en in beide gevallen voor de helft uit .parlementairen en niet-parlementairen.
Het geheel werd voorgezeten door de Francofoon Soudan ,prof aan de ULB ,burgemeester van Ronse,die o.a er prat op ging dat hij in de jaren dertig , als Minister van Justitie de beste taalwet had helpen tot stand brengen .
Hoe ik zelf bij dit centrum terecht kwam is een te lang verhaal om nu te vertellen ; Kort:ergens in het jaar 1948 werd ik op initiatief van G. Van den Daele naar Brussel uitgenodigd op een bijeenkomst van de bestuursleden van de drie Cultuurfondsen :Davidsfonds, Willemsfonds en Vermeylenfonds,die eindigde met de vraag of ze mij mochten voordragen bij Minister Duvieusart als zijn vertegenwoordiger voor de controle op het eerlijk verloop van de Taaltelling .Ik was toen geen parlementair,zelfs geen kandidaat parlementair. In 1949 zou ik wel terecht komen in het Kabinet van Minister PW Segers en belast met de studie van de dossiers van de Administratieve Epuratie .
Wat heeft dat met de taalproblematiek te maken ? Meer dan sommige geleerde studies willen weten .Zo konden wij o.a. lezen dat iemand uit het Kanton Landen bij de RTT als Directeur werd ontslagen met als enige verantwoording Gezien hij voor de oorlog lid was van het Davidsfonds Hij werd in dienst genomen met terugwerkende kracht .
Maar de meest kwaadaardige gevallen kwamen uit de Oostkantons en de andere gebieden in het oosten van Belgie voor de meesten volslagen onbekend.
Zo bracht de epuratie politiek ons naar het gebied van de Oostkantons, Overmaas ,de Voer en het vroegere Neutraal Moresnet ,die alle vier de bezetting op een andere manier hadden meegemaakt . Tot mijn begeleidend gezelschap
Behoorden o.a.Kofferschlager,Parisis en Michel (Uitgever van de Genz Echo). In tien gemeenten van Overmaas verscheen voor de oorlog een zeer populair blad "Die Fliegende Taube "wat er toch dat het Duits als volkstaal er niet zo onbekend was . Tijdens de vlucht,in 1940 ,werden overal verdacht vanwege hun taal.Nog zij werden door de bezetter , Duits verklaard Auf Wiederruf,met alle gevolgen van dien .Maardat is voor een andere keer .
Deze meer uitvoerige beschrijving wil helpen om velen uit de verwarring te halen inzake de zes gemeenten van de Voer en de tien gemeenten van Overmaas .Ook voor Overmaas was er een artikel in de Taalwet,conform met de besluiten van het Harmelcentrum maar is uit de gecoordineerde wet "spoorloos" verdwenen.
Persoonlijk werd ik er door Voorzitter Soudan , mijn streekgenoot ,uitgenodigd om er verslag uit te brengen over mijn ervaringen en standpunten over het verloop van de Taaltelling;
Na enkele besprekingen werd aan twee personen gevraagd om elk afzonderlijk en gemotiveerde nota en conclusies op te stellen voorzien van een Taalgrenslijn die we elk afzonderlijk op een bepaalde datum moesten indienen .toen ik op die dag inzage kreeg van de kaart Van Crombrugge heb ik mijn kaart teruggetrokken en de zijne mede ondertekend .Ter vervanging van mijn Kaart heb ik dan de namenlijst ingediend van de 50 gemeenten en delen van gemeenten ,die bij aanpassing van de administratieve grenzen aan de taalgrens van administratief gebied dienden te veranderen dit in akkoord met Van Crombrugge en conform met onze gemeenschappelijke kaart .
Een afvaardiging van het Centrum op12 Juli 1951 ontvangen door de Minister van Binnenlandse Zaken . Deze afvaardiging bestond van Franstalige zijde uit Soudan en Schreurs en van Vlaamse zijde uit Julius Hoste en Herman Vos
Als de latere Minister vanBinnenlandse Zaken een Taalwetontwerp zal neerleggen in de Senaat ,ontwerp dat nauwelijks rekening houdt met de eenparig genomen besluiten van het Centrum ,en die hij alleen opneemt in de Memorie van Toelichting ? zal diezelfde delegatie naar de Minister terugkeren om verzet aan te tekenen .Dit verzet werd volmondig gesteund door de Commissie van de Kamer.
DE EINDCONCLUSIE VAN HET HARMELCENTRUM (Doc.Nr 156)
De eindconclusie die aan de minister overhandigd werd luide als volgt
De afdeling,bij eenparigheid van stemmen en met het, doel rust te brengen en elke betwisting in de toekomst uit te schakelen,
De grens tussen de twee taalgemeenschappen van het land definitief vast te leggen,hierbij steunend op de kaart getekend door de heren van Crombrugge en Verroken ;
Stelt vast dat deze afbakening op geen moeilijkheden stuit voor eenbijna volledige grenslijn en dat de enige delicate punten met de vaststelling van de grens zich bevinden te Edingen en in het gebied van Overmaas ;
Stelt voor,enerzijds dat het zou worden toegelaten aan de Vlaamse steden Edingen en Ronse en aan de Waaalse stad Moeskroen ,zo deze dit verlangen,een taalregime aan te nemen met faciliteiten aangepast aan de samenstelling van hun bevolking en,anderzijds,dat in de gemeenten van het gebied van Overmaas,de Minister van Binnenlandse Zaken zou gelast worden met het vastleggen bij Koninklijk Besluit van een speciaal taalregime,dit na overleg met de betrokken
gemeentebesturen;
stelt voordat de Brusselse agglomeratie, bepaald door art 5 van de wet op het gebruik der talen in bestuurszaken ,zou worden uitgebreid door toevoeging van de gemeenten Sint-Agatha-Berchem,Evere en Ganshoren;oordeelt dat de definitieve vaststelling van de taalgrens de studie oproept van de wijzigingen aan te brengen aan de grenzen van de provincies,bestuurlijke en gerechtelijke arrondissementen en kantons,evenals de grenzen van bepaalde gemeenten?
De definitieve vaststelling van de taalgrens leidt tot de afschaffing van nieuwe taaltellingen met hun gevolgen ?
Niet te geloven maar waar. Een paar vaststellingen ..Deze beslissing hield in dat Edingen bij het Vlaamse landsgedeelte werd behouden,dat de Voer zonder faciliteiten bij het Vlaamse landsgedeelte werden gevoegd en Komen Waasten bij het Waalse ;zijdaar gesitueerd op de kaart Van Crmbrugge - Verroken . Nog veel andere gebieden werden overgehevld oa de Jekervallei van Limburg naar Luik en het ganse kanton Landen met zijn vijftien Gemeenten van Luik (toen) naar Limburg . In totaal ging het ,als hiervoor reeds vermeld,om 50 gemeenten die bij hun eigen taalgebied werden gevoegd.In de grond een administratieve vereenvoudiging ? Het louter toeval wou dat het neerkwam op 25 Vlaams en 25 Waalse gemeenten . Later zullen sommigen van hun vergetelheid of van hun onwetenschap een wetenschap trachten te maken en de ganse operatie trachten te herleiden tot kwalijke ruil tussen Komen/Moeskroen en de Voer.
Verder blijktdat de faciliteiten beperkt werden tot de Vlaamse steden Edingen en Ronse en de Waalse stad Moeskroen .
Dat er faciliteiten werden weerhouden was nooit een voorstel van de Waalen, integendeel.
De Walen gedroegen zich heel de tijd ,conform het Socialistisch Taal-compromis van 1929 ,dat gesloten werd in de aanloop naarde taalwetgeving van 1932.Het is ook op dit congres dat aan de Vlamingen het recht op een Vlaamse Universiteit toekenden
In dit zelfde congres ,dat gehouden werd in het zog van" Le Compromis des Belges "van Huysmans- Destrée ,verzetten zich radikaal tegen elke vorm van tweetaligheid.
Hier een staalke uit hun toenmalige argumentaie . De laatste spreker hield een pleidooi om in te kaderen en dat beantwoord werd met" zeer wel en toejuichingen" waarop Huysmans onmiddellijk reageerde : Ik was ongerust over het verloop van deze besprekingen ,maar ik moet met mijn Vlaamse vrienden u toegeven, dat de geest uitstekend is enz enz En hoe was die Waalse geest ? Die luide als volgt;
Rond Charleroi alleen wonen er 20.000 a 30.000 Vlaamsearbeiders(Charleroi zelf was toen minder bevolkt dan Moeskroen) .Als men hier de taatelling en de tweetaligheid zou invoeren dan zou men ook hier de taalstrijd invoeren en een leger van paters en nonnekes zou naar het hart van Wallonie komen afgezakt om Vlaamse scholen op te richten en de taalstrijd aan te wakkeren . . Maar.dat willen wij niet ,geen tweetaligheid, geen taaleilanden, geen "macedoine" Wallonie moet Frans zijn en Vlaanderen Vlaams. De zogezegde Franstalige bourgeoisie in Vlaanderen moet er maar mee stoppen zich af te zonderen van hun eigen volk . Wij gunnen aan Vlaanderen zijn eigen universiteit .
In 1930 werd de Universiteit van Gent vervlaamst en de taalwetten volgden zoals de Walen het wilden .
POUR LES FLAMANDS LA MEME CHOSE
Dat was ook de aanvankelijke geest geest van het Harmelcentrum .
Maar het is in de politiek toch zo moeilijk de trein te nemen als hij in het station staat .
En zo gingen er tien kostbare jaren verloren , en nog veel meer dan dat----
|