xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Nog over de Vindevogeltragedie
te Ronse
Wat Vindevogel er zelf over dacht?
Noteer: tragedie in de Grieks wil zeggen schuld, maar schuldeloze schuld..
Het kan wel verhelderend zijn om even te luisteren naar wat hij er zelf over zegt? Ik neem hiervoor, uit zijn betoog voor de rechtbank, enkele algemene beschouwingen, die los staan van de feitelijke beschuldigingen in zijn dossier.
1)Wanneer de gouverneur D.V. mij gevraagd heeft of hij mijn kandidatuur voor het burgemeesterschap mocht voordragen, dacht ik maar aan het voedselprobleem en aan hetoplossen van de bevoorradingsmoeilijkheden. Ik had mij daarbij voorgenomen zo matig en onpartijdig te besturen en, zoveel ik kon, te vermijden, dat ik andersdenkenden aanstoot zou geven. Ik wist wel, dat ik een burgemeester uit de minderheid was.Tot iets was ik echter wel besloten: de Vlaamse taalwetten, zoals zij waren in al hun striktheid toe te passen, daar ik er geheel mijn leven voor gestreden had en anderen had ten laste gelegd, dat zij het niet gedaan hadden. Zo zal ik misschien de misnoegdheid geprikkeld hebben van mijn oude tegenstrevers.
2) Wanneer in oktober 1943 in mijn huis een bom geworpen werd en men getracht heeft gans mijn familie om te brengen, kan men toch wel begrijpen, dat ik en mijn vrouw en kinderen het terrorisme niet meer bekeken hebben als de gewoonste mens ter wereld.
Op 24 december daaropvolgend werd viermaal op mij geschoten en lieten de moordenaars mij voor dodelijk gewond liggen.Welke mens zou dat kunnen onverschillig doormaken en zekere reacties in zijn gemoed kunnen onderdrukken? Dood of levend, ik heb alles doorstaan en de duim niet willen leggen voor mijn aanvallers en diegenen die er achter stonden Zij hebben nu de macht.
3)Er is in het oorlogsverloop te Ronse voor sommigen oorlogspolitiek; er is echter ook veel vooroorlogse politiek. Ik heb 25 jaar lang politiek gewonnen; mijn tegenstrevers hebben door de oorlog hun revanche; nu ben ik overwonnen. Zij hebben gewonnen niet met open strijd; maar in de lelijkheid van leugen en verdachtmaking. Zij hebben de macht en de middelen om mij te beschuldigen; ik zit sinds 3 september opgesloten en moet mij verdedigen met wat ik uit het geheugen kan aanvoeren en dan nog voor zoveel mijn rechters in mijn waarheidsliefde en mijn goede trouw willen geloven.
4)Ik heb bestuurd en geleefd als in een glazen huis; ik was omringd van andersdenkenden, die ik niets verdoken heb en die nu opkomen als mijn beschuldigers. Meermaals heeft men mij tijdens de oorlog er op gewezen, dat ik gevaarlijk leefde en tegen mij dossiers zouden opgemaakt worden door mijn onmiddellijke medewerkers en bedienden. Ik heb altijd geantwoord: wie wel doet, moet niet vrezen Nu stel ik vast dat ik overmoedig geweest ben.
Ik had er niet op gerekend dat men met kwade trouw aan de zaken een verkeerde voorstelling kon geven en dat ik zou moeten bewijzen iets niet gedaan te hebben.
Na de Krijgsraad kwam het Krijgshof
Verontschuldig dat ik ook hier zo weinig mogelijk namen noem en mij zoveel mogelijk beperk tot de tot de feiten.
Voor het Krijgshof werden slechts twee stukken aan het dossier toegevoegd nl een kiesmanifest uit 1922 en en verklaring van de provinciegouverneur die destijds aan Vindevogel gevraagd had om zijn kandidatuur als burgemeester te mogen voordragen. a) een kiesmanifest uit het jaar 1922. De Audteur keerde in zijn beschuldigingen zelfs nog terug tot de oorlog 14/18. niettegenstaande Vindevogel toenoorlogsvrijwilliger was geweest en alle mogelijke onderscheidingen, 8 frontstrepen, had bekomen, werd hij, zoveel jaren later, van defaitisme beschuldigd. Vooral dat hij met Van Cauwelaert had gecorrespondeerd werd zwaar in de verf gezet. Niet te geloven, maar waar.
Alsof men schrik had, dat zijn fouten van 40/45 niet volstonden om hem te veroordelen.
b) een verklaring van de Provinciegouverneur, waarin deze bevestigt dat Vindevogel niet de kandidaat van de Duitsers was, maar op verzoek van de gouverneur benoemd werd als tegenkandidaat voor de kandidaat van de Duitsers.
Achteraf gezien :Waarom werd een verklaring van Soudan verzwegen?
Achteraf stelt zich wel een vervelende vraag: 30 april 1945 was de periode waarop de eerste gevangenen uit de concentratiekampen terug keerden, wat op zich al niet bevorderlijk was voor een zakelijke en eerlijke benadering.
Onder de teruggekeerde politieke gevangenen van Ronse, waren ook die van Buchenwald, waarbij Minister Soudan, de burgemeester van Ronse samen met nog enkele andere uitgemergelde Ronsenaars..
Onderzoekers nl een paar gendarmen uit Ronse, boden zich bij Soudan aan, om van hem te vernemen of Vindevogel niet betrokken was o.a. bij de verklikking van zijn andere Ronsische medegevangenen?
Hierop reageerde Soudan, dat Vindevogel daar niets mee te maken had en ze, een voor een, de schuldige kenden, die hij bij naam noemde.
De echte schuldige was trouwens zelf een weerstander, bij wie, betrapt door de Duitsers, een ledenlijst afhandig werd gemaakt.
Maar het resultaat van die ondervraging werd echter niet bij het dossier gevoegd? Dat heb ik nooit begrepen. Zou men dit ook niet gedaan hebben indien het resultaat anders was geweest?
Nog iets, waar niemand kon nevens kijken. De voorzitter van het Hof zat bij wijlen letterlijk te vechten met de vaak en moest van tijd tot tijd door een tikje wakker gehouden worden. Onder het publiek in de zaal
werd gefluisterd, dat hij zwaar getroffen werd door een bericht, dat een dochter van hem in een concentratiekamp bezweken was. Die akelige tijding had hem wellicht een paar slapeloze nachten had bezorgd?.
Een mens zou voor veel minder er stil bij worden?
Ik ben er heilig van overtuigd dat uiteindelijk niet de feiten, die Vindevogel ten laste werden gelegd, aan de basis liggen van zijn ter doodveroordeling, maar dat die vooral moet gezien worden in die fatale samenloop van dramatische omstandigheden in die barbaarse tijden?.
Rechters zijn ten slotte ook maar mensen?
Maar kan dat, als de informatie klopt, zo een betrokkene een rechtzaak laten voorzitten, zonder de objectiviteit van het gerecht in vraag te stellen?
En wat te denken over de scheldende voorzitter van de krijgsraad? Dat kan toch ook niet in een beschaafd land?
Hoe een voorzitter van de Krijgsraad zoiets verantwoorden?
Zoals ik hiervoor al schreef, iets voor de vijftigste verjaardag van terechtstelling van Vindevogel, werd mijn stenoverslag opnieuw uitgegeven door het Davidsfonds Leuven.Persoonlijk heb ik daar geen enkele verdienste aan ; het initiatief hiertoe werd buiten mij om genomen.
Die uitgave was voorzien van een juridische uitleiding of naschrift van de hand van Koen Baert, jurist.
Besluit: men had beter eerst de zaak Vindevogel aan herziening onderworpen i.p.v. de zaak Laplasse.
Hierbij nog een zeer belangrijke anekdote.
Bij het voorstellen van het Davidsfondsboek aan de pers, werd mij om een interview gevraagd door VTM, wat ik aanvaarde.
Bij deze opperde ik voor de TV de veronderstelling, dat de scheldendeVoorzitter van de Krijgsraad een soort toneelspel had opgevoerd.
Zoals hij tekeergegaan was had hij Vindevogel wel tien keer de doodstraf moeten laten toekennen,---- én het gebeurde niet eens éénmaal? Zulks tot grote desillusie van zijn doodsvijanden, die niet alleen op een ter dood veroordeling hadden gerekend maar ze eisten daarbij dat de terechtstelling zou gebeuren op de markt te Ronse.
Waarom zulk een scheldproces en toch geen doodsvonnis?Wat stak daarachter?
Diezelfde avond nog, kreeg ik een telefoon uit Gent.
Men deelde mij mee, dat mijn veronderstelling klopte.
Als het mij nog interesseerde zouden ze mij het schriftelijk bewijs sturen.
Dit schriftelijk bewijs berust thans ook op het archief KADOC te Leuven.
Op een bepaald ogenblik vroeg de berucht geworden voorzitter van de Krijgsraad een onderhoud aan de aalmoezenier van het gevang te Gent.(Die aalmoezenier was een oom van onze gesperkspartner)
Op uitdrukkelijke vraag van de H. Dubois,voorzitter van de Krijgsraad, schreef de aalmoezenier een uitvoerig verslag van dit onderhoud..
De H.Dubois vertelde hem, dat hij een absolute tegenstander was geweest van de doodstraf voor Vindevogel, dat heel zijn zogeheten brutaal optreden moest gezien als en poging om niet van zwakheid of onverantwoorde mildheid verdacht te worden .
Hij had het ook over de kwalijke druk op de publieke opinie te Ronse.
Hij had er ook veel moeite mee dat men Vindevogel had laten terechtstellen, dat dit strijdig was met het feit dat er twee verschillende vonnissen waren geweest.
Hij vroeg aan de aalmoezenier, verslag van zijn verklaringen te maken. Hij drong erop aan dat dit geen vertrouwelijk gesprek was, maar dat de aalmoezenier daar gebruik kon van maken waar het nuttig bleek.
Mijn gesprekspartners waren door hun oom, de aalmoezenier, in het bezit van dit vertrouwelijk document, dat ik s anderendaags via de post mocht ontvangen
Ik hoop voor de H. Dubois, dat hij hiermee toch een deel van zijn gemoedsproblemen is kwijtgeraakt.
Voor de geschiedenis heb ik, als reeds gezegd, dit document bij KADOC neergelegd bij,de rest van het dossier Vindevogel en ik heb eveneens een kopie aan een lid van de familie Vindevogel overhandigd.
Wordt vervolgd
|