Over Vindevogelxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tien jaar horen, zien en zwijgen
Soudan voor de kamer op 21 juni 1951
Soudan, toenmalig socialistisch burgemeester van Ronse, deed tijdens een politieke tussenkomst, die niets te maken had met de repressie, reagerend op interruptie van de gewezen liberale minister Van Glabbeke, een emotionele uitval over de rechtbanken van de repressie.
Wij vertalen letterlijk uit De Parlementaire Handelingen van die dag:
Zo, zoals wij gezien hebben gij zijt er getuige van geweest zetelden zekere militaire rechtbanken als in een theater . De massa was daar,en zij juichte de patriottische verklaringen van de magistraten toe. De massa was daar, en eiste strenge veroordelingen en de pers volgde
Hij voegde eraan toe:
op zekere ogenblikken is het goed daaraan te herinneren.
En hij zei verder ooit voor zo een rechtbank, gezegd te hebben, voordat hij zijn pleidooi ter zake begon:
Ik wil u een passage uit Michelet voorleggen,nl een uitreksel uit lhistoire de la Révolution française, en steek u deze passage goed in het hoofd het volk in colère dwingt rechters en beulen, maar terug kalm geworden keert het hen de rug toe, vol afgrijzen ( horreur)
.
Ik was toen in het parlement aanwezig. Ik weet niet of het gros van de vergadering zich afvroeg, wat en wie hij bedoelde, maar ik dacht voor mijzelf aan het proces van Vindevogel. En geen enkel Ronsenaar zal daar toen anders over gedacht hebben.
Officieel ging zijn tussenkomst over de Procureur Generaal Bekaert, in verband met zijn onderzoek in de zaak van het dynamiseren van de ijzertoren en de houding van de pers terzake; maar het voorbeeld ging uitdrukkelijk en uitsluitend over de verloedering van de Krijgsraden? En alleen het geval Vindevogel paste hierbij, als ware het hierin gegoten.
Een paar verhelderende anekdoten
a) Die emotionele nevenbeschouwing en de misprijzende verontwaardiging hierin klonk zo echt, dat de Kamervoorzitter(1939 tot 1954) Fr.Van Cauwelaert het nodig en nuttig vond, om er onmiddellijk zijn waardering over uit te spreken als volgt:de woorden die minister Soudan komt uit te spreken moeten ons allemaal verblijden. Laten wij ons allemaal verheugen, dat hier een zo onafhankelijk en verheven taal wordt gesproken (Toejuichingen op de banken van de Christelijke Volkspartij en op de meeste banken van de socialisten en Liberalen).
Natuurlijk dacht haast niemand hierbij aan het geval Vindevogel, behalve de spreker en ikzelf.?
b) Ik vond het belangrijk hier even de naam FransVan Cauwelaert te citeren, daar die een grote rol gespeeld heeft in de tragedie Vindevogel en de politieke miserie van Ronse. Zo werd in de eis van de doodstraf, zwaar gebruik gemaakt van de, tijdens de oorlog 14/18, onderschepte brieven van soldaat Vindevogel aan Van Cauwelaert, waarin hij zijn beklag had gemaakt over de taaltoestanden in het Belgisch leger. Neem daarbij het feit dat hij, in het prille begin van de jaren 20, de coalitie (het mystiek huwelijk) tussen Huysmans en van Cauwelaert, in zijn blad Het Volk van Ronse had toegejuicht. Dit werd hem nooit vergeven, temeer daar dit geleid had tot breuk in de Katholieke partij van Antwerpen én met Paul Segers, die te Ronse kind aan huis was.
(Paul Segers niet te verwarren met P.W.Segers)
Men verdacht Vindevogel ervan, zo hij ooit in het parlement zou geraken, dat hij te Ronse hetzelfde verderfelijk spelleke zou spelen als Van Cauwelaert in Antwerpen. Eigenlijk was Vindevogel voor hen nog veel erger, hij was voor hen een verkapte communist, die in 1921 te Ronse, Reeds met de Socialisten en de Volksbond had meegesleurd had in een zinloze staking. Ook dit laatste zou men hem nooit vergeven.
Deze gebeurtenissen, samen met zijn nooit aflatendeVlaamse weerbaarheid, die de eenheid van het Vaderland bedreigde, verwekte in die middens, tegen hem een dodelijke haat. Die haat zou, bij enkele vooraanstaande politieke tegenstrevers, tot aan zijn dood blijven duren.
En nog lang daarna zal blijven duren.
Maar ik wil er hier al bijvoegen, dat deze personen m.i. geen beslissend impact gehad hebben op zijn ter doodveroordeling en zeker niet op zijn executie. Daarvoor wogen zij op dat ogenblik politiek veel te licht
De financiele crisis had hen al in 1930 vleugellam gemaakt en, vlak voor de oorlog, had REX de meerderheid in Patria veroverd, tot en met de meerderheid in de eigendom van de lokalen.
Tien jaar horen, zien en zwijgen
Toen de processen gedaan waren, zelfs toen ik de wedersamenstelling in de brochure achter de rug had, wist ik al, dat ik een akelige vertoning had meegemaakt, precies in den aard als door Soudan zo prangend werd beschreven. Ik bleef achter met oneindig veel vraagtekens.
Wat zat daar allemaal achter, wie zat daar allemaal achter? Als niet-Ronsenaar wiet ik niets over vooroorlogse geschiedenis en nauwelijks iets over de oorloggeschiedenis. Waarom al die herkenbare rammelende leugens, en vanwaar al die haat, die maar al te duidelijk van strikt persoonlijken aard was? De maatschappij, het vaderland enz werden er al te herkenbaar bij gehaald uit noodzakelijkheid des middels.als een al te doorichtbaar voorhangsel.
Er waren wel een paar merkwaardige uitzonderingen. Vooral het getuigenis van de H. Portois, die ik niet kende, noch van haar noch van pluimen. Alsof men wist dat wij iets anders gingen meemaken, werd het bij zijn aantreden even stil in de zaal. Men fluistere: hij is uit het kamp van Lagache, dus een politiek tegenstrever van Vindevogel, maar dat is ne serieuse vent, iemand met groot moreel gezag te Ronse.
Wij citeren hierna alleen een klein stukje uit zijn getuigenis.
Toen alles nogal positief, te positief, klonk voor Vindevogel, onderbrak de substituut met een vraag .
"De substituut: Kan de getuige, als man van de wet, wat de politiek was van Vindevogel?
Portois: Il etait germanophile et ne sen cachait pas.
(Hij was duitsgezind en hij stak dat niet weg)
Vindevogel: Mr de voorzitter, kan getuige, die mijn administratief beheer van heel dicht heeft kunnen volgen, kan hij niet zeggen of ik, in mijn administatief leven, niet steeds onpartijdig ben geweest, en mijn eigen partijleden of zo ooit heb bevoordeligd?.
Portois: Je nai aucune raison de penser le contraire
je nai pas limpression quau point de vu administatif Vindevogel était partial".
Ik heb geen reden om het tegenovergestelde te denken
Ik heb niet de indruk, dat Vindevogel partijdig was op administatief gebied.
Vooral die man deed mij definitief twijfelen en nog een paar anderen met hem.
Dit deed mij in mijn Verantwoording van de verslagbrochure o.a. schrijven:
Om in de lijn van de strikte objectiviteit te blijven, heb ik mij principieel onthouden van alle commentaar, zij het dan zelfs in de vorm van uitleg.
___Zij die zoeken naar een bijna fanatieke wil om objectief en onpartijdig te blijven, zullen niet tevergeefs zoeken".
En tot slot:
"Met deze brochure meen ik antwoord gegeven te hebben op de vaak zo angstig gestelde vraag, of er in deze tijd of er,zoniet in de voorbije, dan toch in deze woelige en gevoelsgeladen tijden nog altijd zin, plaats en papier bestaat voor objectiviteit".
Wie alleen naar zichzelf luistert, leert nooit iets bij.
Daarna heb ik tien jaar lang mijn mond gehouden en geluisterd naar vriend en tegenstrever van Vindevogel.
Als verantwoordelijke uitgever van het stenoverslag, werd ik systematisch aangesproken en alle mogelijke mensen, medestanders en tegenstanders, medestrijders en medestrijders van Vindevogel. Door voorstanders en tegen standers van het burgemeesterschap, werd ik bijgelicht en gedocumenteerd over wie is wie en wat is wat, gedurende de oorog,voor de schermen en achter
de schermen. Ook later, in het parlement, werd ik, door oud-collegas van Vindevogel, bij de arm genomen. Daar trok men o.a. mijn aandacht op de vraag: Wat met Vindevogel en de Conventie van den Haag die vlak voor de oorlog nog eens werd meegedeeld aan alle bestuuursverantwoordelijken van het ganse land, met daarbij de "gedragscode" in geval van bezetting in oorlogstijd, door de regeringen opgesteld tussen1935 en 194O enz enz? Ik moest toegeven dat ik daar van gehoord had, ook tijdens het proces, maar bij de inhoud en de betekenis hiervan was ik nooit blijven staan. Na lezing van die dokumenten was ik er diep van overtuigd, dat Vindevogel onrechtvaardig ter dood werd veroordeeld, en dat niet terechtgesteld werd maar kortweg cynnisch werd vermoord in fuctie van louter persoonlijke wraak . Ik leerde elken dag iets bij, ontzettend veel over het levensverhaal van Vindevogel, van voor en tijdens de oorlog, maar ook veel over anderen over de getuigen ten laste en ten ontlaste, voor na en tijdens de oorlog. In t kort alles, (of bijna alles) wat men moet weten om zich een zelfstandig oordeel te vormen over de tragedie Vindevogel. (Zie documentatie bij KADOC)
Men moet onderscheid maken a) Vindevogel van 1907 tot 1940 en b) de Vindevogel van de oorlogstragedie.
Over dit laatste was mijn oordeel ongeveer klaar, na tien jaar, en kon ik voor het eerst een stuk hiervan kwijt in de Ronsenaar van september 1955.
(Iedere week over verscheidene bladzijden, vijf weken na mekaar)
Na tijdje kon men bijna eenparig horen: "indien zijn proces maar een paar maand later was voorgekomen , het zou nooit gebeurd zijn?" Of: "was hij maar gevlucht, maar zo zat hij niet.in mekaar"
Niet zolang na de executie, was haast niemand nog fier over zijn getuigenis tenlaste, dit op een vijftal na. Men kon zelfs horen: "waarom heeft men niet meer getuigen ten ontlaste opgeroepen, o.a. uit de Volksbond zelf ?"
Wordt vervolgd
.
|