** We hebben de 700 meter en het adrenaline-extract dat door ons lichaam joeg overleefd en ook de camper is er netjes, alhoewel gepekeld, door gesparteld. De weg die we te gaan hadden, kennen wij en nemen hem, als hij droog ligt, laverend tussen putten en bulten. We volgen het gekregen advies op. Niet twijfelen, door rijden, zeker niet remmen en houdt rechts aan ( de grootste putten liggen links). Intussen wordt onze camper aangemoedigd als ware hij een paard. We zijn zeker al over de helft, nog 200, nog 100 meter. Als we de geasfalteerde weg bereiken moeten we over een serieuze bult. De voorwielen doen het maar dat is niet genoeg want we trekken op de achterwielen. Zonder gas bij te geven gaan we er niet over, teveel gas geven en we zitten op de laatste meters in de jus. Ik hoor Rika Yes roepen en realiseer dat we het gemaakt hebben.
** Wij weten twee Franse campers staan op enkele kilometers en mogelijks ook een gevaarlijke plaats. We zullen hen verwittigen en daarna gaan we ons op een 20-tal km in een palmboompark plaatsen om op adem te komen. Na een paar uren staan we in een storm alla Amerikaanse huricane tv-beelden. Stortvlaag op stortvlaag en verschrikkelijke wind. Het zal de hele nacht duren en ook nog s morgens wat ons doet beslissen een paar honderd km verder naar meer zuiders gelegen gedeeltes van Spanje te trekken.
** We rijden zowat 300km voor we weer wat blauwe lucht zien. We zijn niet ver van Allicante aan de Costa Blanca, dus ook niet ver van de plaats, waar ik denk en hoop, als we ons nomadenbestaan stoppen, mijn dagen te mogen beëindigen, La Marina de Elx. Niet dat er veel valt te beleven, maar is veel zon en er is de zee, meer heb ik eigenlijk niet nodig en gelukkig voor mij, Rika is evenveel fan als ik.
Oktober2010
**Rupit in Catalonië is een van onze favoriete plaatsen waar wij niet kunnen aan voorbij rijden en er zelfs een heuse omweg voor maken. De Tafelberg in Kaapstad is een soort uithangbord voor die stad. Hier liggen tafelbergen bij de vleet.(zie foto) Hoge loodrecht vallende flanken en bovenaan een plateau van waarop de wereld onderaan bij elke oogopslag bij je andere beelden naar binnen zuigt. Maar daarvoor moet je wel eerst naar een plateau wandelen, kruipen of klauteren. Zeven km. klimmen we naar boven om te zien hoe mooi het daar beneden wel is en . om te verdwalen en dan moet een mens ook nog terug liefst langs de meer herkenbare weg langs waar we gekomen zijn. 14km staat op de stappenteller
** We hebben er de ganse parking, een paar voetbalvelden groot voor ons alleen. In het weekend staat hij vol wagens van als klimmers uitgeruste groepen, ook bussen en enkele campers. Het is er koud s nachts. Hoog gelegen en toch nog omringd door bergen waardoor de zon laat zichtbaar wordt en s avonds vroeg verdwijnt. We halen geen 10 graden en aan de kust zijn het er 28.
**Op onze weg naar meer warmte, hebben we een pitstop bij onze vriend Mark Debroux, miskend schilderend genie. Hij zou zoveel meer kansen hebben te verkopen, mocht hij terug in Brugge wonen, maar hij houd zich koppig aan zijn biotoop, een van alles en nog wat afgelegen Spaans dorpje en een woonst met het comfort van een Afrikaanse hut. Maar Mark krijgen ze niet kapot, hij is overtuigd dat het goed wordt. InchAllah.
** Onze verwende ogen en geesten kunnen blijvend genieten van prachtige landschappen in het binnenland onderweg naar Sant Carles de la Rapita, waar een arm van de Ebro de zee vervoegd. De Ebro heeft een uitgestrekte delta waar her en der kleine dorpjes ingesloten door rijstvelden de vlakte wat reliëf geven. Het is een bijzondere plaats, tevens een gevaarlijke.
**Het weer is nog prachtig en overdag staan we op een door god en iedereen verlaten strand (zie foto)
en als de wind later opsteekt trekken we een dorpje, Els Muntells, in om te nesten voor de nacht. Dit gaat dan langs zulke smalle wegen, dat ik mijn blik alleen op voor wat voor mij ligt durf te richten en de oh- en ahs van Rika aan mij voorbij laat gaan. Tegenliggers, als die er zijn zie je gelukkig van zover afkomen dat een van de twee ergens op een kleine verbreding blijft staan en flikkert dat de andere mag doorrijden.
**Rika organiseert een weer eens afpeigerende wandeling op een steeds maar nauwer wordende zandstrook tussen de zee en het brakke water van de Ebro-watervlakken. De teller zal, als we terug zijn, op 15km staan en ondertussen lopen we op manshoogte van muggenwolkje naar muggenwolkje en lager tegen de grond verplaatsen zich honderdduizenden libellen. Bij elke stap lijkt het een beetje op opspattend water maar het zijn vijftig of honderd of nog meer verstoorde gele libellen.
** een dag later is het gedaan met het mooie weer. De wind komt uit zee en voert een wolkendek met zich mee. Rond 10 uur gaat Rika lopen en ik wacht nog om op het strand mijn turnoefeningen te doen. 10.30 ik ga op het strand om vast te stellen dat de zee wel heel dicht genaderd is en ik mijn ding niet zal kunnen doen. 11.00 Rika komt terug van lopen en zegt dat we ingesloten zijn, honderd meter van bij ons heeft de zee het strand overspoeld en zich verbonden met de Ebro. We gaan in die richting wandelen door het water lopend en om vast te stellen dat we daar niet kunnen door rijden en best wachten tot de zee zich terug trekt.
14.00 de zee zou al moeten achteruit gegaan zijn en toch blijven kleine rivieren het strand en de stroom voeden. We spreken met een koppel kyters. Een niet hoopgevend gesprek vooral door de donkere blikken uit hun Spaanse ogen. Die situatie zou wel een paar dagen kunnen aanhouden zeggen ze. Leuk is anders maar wij hebben eten genoeg bij, we staan droog en en plus de zon is terug. Er staat nog een camper van kyters iets verder, en we wachten af; als die vertrekt en er door de smurrie geraakt dan wij ook misschien,en zo niet morgen of overmorgen. 15.00 een van de sportieve jonge gasten komt bij ons, hij spreekt behoorlijk Engels. Hij zegt dat wij zo vlug mogelijk moeten vertrekken. Vannacht zal de wind fel opsteken, gemengd met regen en ook waar we staan zal alles onderlopen. Je hebt echt geen keuze zegt hij, en ook, nu loopt ginder op de verharde weg verder weg nog volk rond die kunnen helpen indien nodig, morgen zal hier geen mens naartoe komen. En zij en de nog een paar andere die er nog staan rijden met 4X4 en they love it om eens door zon miserie te rijden,
**Roger en out. Zeteltjes in de camper, motor aan en go, voor de meest spannende 700 meter uit ons leven, waar twijfelen of nog erger stoppen tussenin desastreuze gevolgen kunnen hebben.
4/10/10 **We hadden voor we vertrokken al eens gezegd van eens alle ministaten aan te doen. Ok, het is zo ver, Andorra de laatste van de reeks, hebben we achter de rug. Het is niet allemaal verloren en we zijn niet ontgoocheld, maar aan mogelijke volgelingen zouden we het echt niet aanraden. **Iemand had me gezegd dat autobanden er zeer goedkoop zijn. Ik ben gaan shoppen bij drie van de vele bandenopleggers. 117 dan 125 en de laatste 107 euro voor een Michelinband, 185/75r16 type Agilis gelegd en geëquilibreerd. Weet iemand hoeveel die bij ons kosten? **We nemen een alternatieve route naar Rupit in Spanje.
3/10/10 **De Catharen zal voor een volgende gelegenheid zijn, we gaan de Pyreneeën in, op weg naar onze laatste te bezoeken ministaat, Andorra. Eens Perpignan achter de rug begint het meer en meer te klimmen en als we ons slingeren op de route des cols komen we in landschappen terecht die letterlijk en figuurlijk adembenemend zijn. Rijden tussen 50 miljoen jaar oude knobbeltjes die gemakkelijk tot pieken van 3000 meter halen, dat doet wel iets met een mens. **Rika ziet een wegwijzer naar Ille sur Tet (sorry) en meent zich te herinneren dat iemand daar iets over had gezegd. We nemen de afrit en luttele minuten later staan we voor een door de natuur zelf gemaakt meesterwerk, Les Orgues dIlle sur Tet.( zie foto) Een samenspel van water, mineralen en klimaat dat miljoenen jaren nodig had om te worden wat het is en nu over zijn hoogtepunt met verval bedreigt wordt. Er zijn weinig plaatsen waar zoiets te bezichtigen valt, Serre-Ponçon in de Alpen, Cappadocië in Turkije en Bice Canyon in de USA. **En we slingeren maar en we klimmen meer dan we dalen en als we Saillagousse binnen rijden vinden we het tijd om ons tentje neer te zetten. Het is een dorpje op het platteau van de Cerdan, bijna in Spanje, niet ver van Andorra maar vooral, het is Catalaans. We hebben geluk er zijn feesten aan de gang, een voetbalmatch, een rommelmarkt en het talrijkst bij gewoond een traditionele Catalaanse dansenfestival( zie foto). Niet dat ze vree goe dansen, maar de sfeer en de begeleidende muziek en al die welgezinde mensen. We gaan gelukkig naar onze kazemat.
2/10/10 **We zitten op onze landkaarten te blokken met assistentie van gps Bernard. Rika wil graag de Pays de Cathars, een enig mooie streek, doorkruisen. We hebben wel een probleem, de meteo. **Het zou kunnen regenen, maar erger er is een sterke mistral en ook tramontagne, twee winden die gemakkelijk aan 100km/u geraken. We besluiten langs de kust te blijven en rijden tot La Franqui, een doods verlaten vakantiedorp. Het is gelegen tegen een klif, met een enorm groot zandstrand dat bij hoogtij voor het grootste deel onder water komt te staan. Tussendoor is het heerlijk om een niet zo onromantische, supergezonde wandeling te maken. ** De plaatselijke weerman vertelt dat het er alleen maar slecht aan toe zal gaan in de Languedoc- Roussillon. Daar zijn wij, dus daar moeten we weg.
30/9/10 **Bonjour Leo, verwelkomt de bakker. We zijn in Marseillanplage. Het is er voor ons een beetje thuis komen. Ieder jaar komen we er in het najaar voor een paar dagen en in het voorjaar op de terugweg opnieuw. Het is een gekende camperplaats. Nog steeds staan ze op het strand langs de weg naar Sète bumper tegen bumper. In het dorp mogen ook weer campers staan op het marktplein ( dit voor de camperaars die ons lezen). Probleem is dat men de waterbevoorrading afgesloten heeft. Aan een plaatselijke figuur, een dakloze man, aan wie wij al eens een centje geven voor een koffie of een litertje wijn, vraag ik waar hij zich van water voorziet. Probleem opgelost, wij kunnen voltanken voor we verder gaan.
29//10
**We rijden door Les Alpilles, een kalkgebergte met hoogtes die nooit boven de 500 gaan. Kaal en grijs met zwart, het geeft een speciaal nogal dramatische indruk als je er bij somber weer door moet rijden. Les Baux de Provence is een dorp dat tot voor kort nog één ruïne was maar een grondige restauratie onderging en nu en juweeltje en toeristische trekpleister is geworden .
** Vlak, vlakker dan vlak na een paar uur rijden, dit moet de Camargue zijn. Kudden witte paarden hier en troepen
zwarte stieren(zie fotos)
daar zijn er om het te bevestigen. Ook de hevige wind maakt deel uit van het spektakel als de Rhône haar duivel, le Mistral, loslaat. ** Port de Bouc, Port St Louis, Salin de Gir aud, Aigues Mortes of Les Saintes Maries de la Mer. We zouden ze allemaal nog graag eens aan doen, maar we moeten kiezen en het wordt Les Saintes Maries, een bedevaartsoord tout court, maar toch meer speciaal voor zigeuners, die jaarlijks grote bijeenkomsten hebben om Sara(zie foto)
te vereren. Wat zegt het volksgeloof?
**Na de dood van Jezus, werden drie Marias en hun meid, Sara, een Egyptische, op een stuurloos schip gezet dat afvaarde in de richting van Frankrijk. Twee Marias waren tantes van Jezus, de derde was Maria Magdalena. De boot strandde in de nabijheid van het huidige Saintes M.. De tantes en Sara vestigden zich ter plaatse om de lokale bevolking te bekeren, Maria Magdalena ging verder op bekeren. Toen eeuwen later Zigeunerbevolkingen in de streek kwamen hoorden ze spreken van een heilige die dezelfde huidskleur had als die van hen die ze dan ook zonder verwijl gingen aanbidden.
Jaarlijks komen duizenden en duizenden zigeuners voor een tweedaagse bedevaart, waarbij zij het beeld van Sara naar de zee brengen en de tweede dag de witte beelden door locals naar haar toe gebracht worden.
Was het Dan Brown die suggereerde dat Jezus gehuwd is geweest met Maria Magdalena en dat ze een kind hadden, genaamd Sara?
27/9/10
** Er is iets eigenaardigs met onze GPS had ik al eens gedacht rijdend door Toscane en nu dus weer hier in de Provence. Bernard brengt ons geregeld op heel kleine baantjes, meer voor lokaal gebruik en wij slingeren zo van dorp naar dorp. Op zich is dit het geen we het liefst hebben. Ik zeg tegen Rika zou onze Bernard dat misschien door hebben maar zij denkt dat het komt door dat we, op aanraden van onze vriend Cissen, hem in gesteld hebben op rijden aan snelheden beneden de 80km en hij daardoor kleinere baantjes is beginnen uitkiezen. Help, heeft iemand de waarheid ten pachte?
** We rijden naar het kerkhof van Saint Rémi de Provence omdat we die plaats kennen. In het begin dat wij met de camper weg gingen zochten wij regelmatig refuge bij kerkhoven wegens een paar plezante voordelen. s Nachts is het er rustig en er is altijd een kraantje om de mensen gelegenheid te geven de graven van hun dierbaren te onderhouden.
**Saint Rémi is de plaats waar Vincent Van Gogh verbleef in een psychiatrische instelling maar toelating kreeg van de directeur om buiten te gaan schilderen. Je kunt er nu zijn kamertje (zie foto) bezoeken en een wandeling maken naar plaatsen waar hij misschien of daadwerkelijk heeft zitten werken. Emouvant.
25/9/10
**We gaan staan in La Motte en Provence, een klein dorp met een paar plezante straatjes, een mooie omgeving en een heuse waterval (zie foto)
nogal excentriek Le Saut du Capelan, de sprong van de kapelaan genaamd (zie foto) helemaal excentriek is de bewegwijzering voor die waterval. Een wijdbeens pastoorfiguurtje met tussen de benen een vloed van een grijsogend liquide( zie foto). De gedachten zijn vrij en sommige voorbijgangers durven zeer ver gaan, zelf erotisch tot pornografische opmerkingen toe zegt een petit vieux die ogenschijnlijk een genietende vaste stek heeft op het bankje naast het kunstwerk.
**Zoals op zoveel plaatsen in Frankrijk is een gratis service voor lozing en aanvullen met drinkbaar water. Hier moet je er wel het nodige materiaal voor hebben om aan te sluiten. Een Italiaan heeft dat niet. Om dat wij hem helpen komt hij een uur later ons uitnodigen voor de lunch. Hun woordenschat Frans en Engels is hoogstens samen 35 woorden, Rikas Italiaanse niet meer. Ten zeerste vereerd mag ik de ganse tijd voor tolk spelen. Wij zijn bij deze uit genodigd om hen een bezoek in hun thuisbasis Verona te brengen.
XX
25/9/10
Na Luxemburg, Liechtenstein, San Marino, (het Vaticaan dat we door afwezigheid van Dicky op dat moment op bezoek in Great Britan geen bezoek waardig achtten) wilden wij voor we later Andorra aandoen ook de ministaat van Boonen en Henin en tutti quanti, met name Monaco met ons nederig bezoekje vereren. Tarara, geen vierkante centimeter parking om ons ook maar voor een korte wijle in te leven in wat het moet zijn, rijk zijn. Teneinde het nageslacht te kunnen bewijzen that we were there, heeft Rika een foto al rijdend door het rijk vreemdpoeper Albert van Monaco( ah ja, want de onzen zou eigenlijk ook die titel kunnen dragen en moeten verdragen) genomen. **
Wij zijn nooit gehaast, maar waren toch blij dat we van de kust, genoemd Côte dazur, konden afslaan en al vlug in die andere wondere wereld, genaamd La Provence, ons zelf tot gast uit te roepen.
XX
24/9/10
We krijgen het niet over ons hart om nu al Frankijk binnen te rijden en juist voor de grens slaan we af van de kust weg naar een plaatsje dat Dolceacqua heet, de naam alleen al. Voor ons word het meteen na een lekkere pasta ook dolce farniente. Arrivederci Italia, ciao, ciaaaaaaaooooooooo..
XX
22/9/10
Als we ooit in Marokko willen geraken moeten we er aan denken af en toe deze bestemming te naderen. We nemen de kustweg langs de Rivieras, de hel voor campermensen. Tenzij op plaatsen waar de bergen recht in zee vallen en je zeker niet kunt staan is de ganse kust afgezet voor behouden aan privéstranden. Nog nooit zoveel na elkaar over zoveel km. het plakister verboden voor campers van 0 tot 24 uur. mogen lezen.
En toch vinden we er eentje, een plaatsje verscholen tussen lage palmbomen in Lavagna. We hebben er moeten bijnemen dat we op twee meters van de Aurelia-baan staan, 24 op 24 druk bezet en dat daarachter, op 20 meter van ons dus, de treinverbinding Rome-Genova loopt. Tgv op tgv, gesausd met intersteden en lokale bommeltjes en s nachts goederentreinen, de een na de andere. Maar het was een mooi strand en na twee nachten konden we geen keuk meer zeggen maar bruin dawwe waren.
XX
20/9/10
Chianti is de wijnstreek gelegen tussen Firenze en Siena. Radda in Chianti, Grève in Chianti ze laten niets liggen om hun streek te promoten. Als we in Grève zijn is de zon weer van de partij. Tijd om wat te bekomen. Zeteltjes en tafeltje buiten. Aperitieven met een flesje chianti classico, een rugeta-slaatje met peccorino, wat brood en pestou. Ja Chianti ligt klaarblijkelijk in het verlengde van de Hof van Eden.
XX
18/9/10 Adam en Eva in de Hof van Eden, wij in Toscane.(zie foto). Wijngaarden, Middeleeuwse dorpen, robuuste villas en halve kastelen van wijnboeren en kapitaalkrachtige buitenlanders, die her en der heuvels domineren, hun tuinen die afwisselen met de wildheid van een bos of een rotspartij. Een mooi samengaan van gave natuur en menselijke inbreng. **
Elk dorp heeft wel iets te bieden, historisch, kunst of prachtige natuur. We kiezen er een drietal uit: Massa Marittima, (zie foto) San Gimignano en Volterra. Drie hoogvliegertjes **
Ook in onze hemel blijkt het te kunnen regenen en het is niet zomaar een vlaagje. Het water slaat te pletter op het dak van onze camper, dat we er echt niet gerust in zijn. Aangevuld met enorme donder en bliksem en een nieuw ontstaan riviertje dat zich een weg baant tussen onze voor- en achterwielen, zijn we op weg om een nacht met slapeloze momenten te beleven.
XX
17/9/10
Het weer wordt minder goed en dan is het beter dat we richting van Frankrijk beginnen te rijden, tot Marina di Grosetto. Het weer wordt nog slechter, warm, doef, bewolkt en dreigend met regen. Het is anders een mooie plaats om te wandelen in de bossen maar we beslissen morgen het binnenland in te trekken.
XX
15/9/10
Als we van La Dispoli verlaten, rijden we niet ver naar een plaatsje aan de Tirreense Zee, Montalto Marina. De meeste vakantiegangers zijn vertrokken. s Nachts hebben we het ganse dorp bijna voor ons alleen. Overdag komen er op het strand enkele frigoboxtoeristen en een groter aantal, misschien wel 50 zwartjes en Pakistani, de helft van hun lichaamgewicht behangen met saccoches, paraplus of parasols, zonnebrillen en een varia aan prullaria. Nog nooit zoveel keer grazie gezegd op één dag, na elke afwimpeling iets van hun spullen te kopen. Het doet pijn die sukkelaars zo te moeten bejegenen, allemaal jonge mannen die hard zouden kunnen werken maar die s avonds niets of slechts weinig verkocht hebbend met honger in bed moeten kruipen. **
Ik bel een paar keer naar mijn nicht. Er is voorlopig geen ruzie meer geweest, ze spreekt niet met haar dochter.
XX
14/9/10
We geraken uit de bergen op weg naar Rome. We hebben afgesproken dat we de stad niet gaan bezoeken, het wordt een uitsluitend familiebezoek. Twee à drie dagen zouden wij bij een nicht van mij verblijven. Haar dochter, die haar vriend en drie kinderen wonen in. Na wel geteld één dag, uur op uur, zijn we terug weg, in ruzie. Jammer voor mijn nicht, want wij zien elkaar doodgraag. **
Ze heet Marie Rose, ze was een heel mooi Brussels meisje als ze op 16 à 17 jaar trouwt met Enzo, een Italiaan. Hij had zoals in die tijd gebruikelijk van uit het zuidelijke Bari een contract om twee jaar in de Waalse kolenmijnen te werken. Daarna werkt hij in een Italiaans restaurant en nog later openen ze een winkel in lederwaren telkens in Brussel. En ineens verhuizen ze naar Rome. Als het koppel dan nog eens afkomt stapt zij uit hun Mercedes in bont van echte beesten gekleed als een star. Een paar jaar later ga ik, op reis in Italië, voor een paar dagen bij hen langs. Een immense dubbele villa, op een terrein van enkele hectaren. Allemaal van hen. Ik kijk binnen mijn ogen uit naar de drie opeenvolgende salons, de ene groter en chiquer dan de andere. Zijn slaapkamer waar ik mag logeren, een kitscherig maar rijk gedoe, is gevuld met op rijtjes geklasseerde kostuums met bijpassende schoentjes ( want Enzo is zowel klein als stokmager), geel met geel, purper met purper. **
Een paar jaren later ga ik terug op bezoek, hij leek er nog op vooruit gegaan te zijn. Hij vraagt me mee om met de nog dikkere Mercedes zijn pachten te gaan ontvangen. Mijn nicht daar tegenover was intussen de meid geworden, ook als hij mensen ontving. Onder die mensen waren ook lieven. Soms feestjes tot 100 man, zei ooit zijn dochter. **
Weer later op bezoek in hun huis aan zee, was Marie Rose slaaf geworden. Hij liep s morgens even rond op de promenade en inviteerde naar zijn goesting mensen, soms een tiental, voor de lunch. En dan was het te koud of te warm, te zacht of te hard gebakken.
Ondertussen had ik voor mezelf al lang uitgemaakt, terecht of niet, dat Enzo een maffiosi is.
Ondertussen viel er ook een echtscheiding. Marie Rose hield er twee eigendommen aan over. Een degelijk villa-achtige duplexwoning en een schoenwinkel in een goed gelegen winkelstraat. Hij hertrouwde en zijn vroegere oogappel, zijn dochter Lisa, werd persona non grata op verzoek van de nieuwe. **
Lisa was getrouwd met een Algerijn, die ooit rijk zou worden zei hij. Intussen leden ze honger en de moeder waarvan ze voordien beschaamd was, werd haar reddingsboei. Ze ging inwonen. De Algerijn werd niet rijk en bleef maanden hangen in zijn land waar hij nog andere vrouwen had en een echtscheiding volgde. **
Intussen had Lisa en man, geld nodig gehad en werd de verkoop van de schoenwinkel een must. En, terwijl ze dan toch bij een notaris zaten, liet ze haar moeder tekenen dat zij mede-eigenaarster is van de villa. Een paar jaar later leerde Lisa een nobody kennen die haar welwillend zijn sperma leende voor een derde kind en voor de rest terecht is gekomen in wat voor hem het Luilekkerland bij uitstek moet zijn. Niet werken, een meid, een wijf en je voor de rest niets aantrekken ook niet van de twee zoons die niet perce op hem zaten te wachten. Nu wordt Marie Rose, getiranniseerd, uitgebuit door haar dochter. Ze komt al jaren niet verder dan 100 meter van het huis. Om de vuilnis in de bak te gooien. Ze heeft 600 per maand van de gemeente die ze integraal moet afgeven. Ik kon daar niet langer op toezien zonder te kunnen verzekeren dat niets zou gebeuren. **
Ik ben triest, maar dat is niets in vergelijking met mijn nichtje, zij moet verder haar lijdensweg ondergaan. Levenslang gevangenis in haar eigen huis. Ze beseft dat wel. **(zie foto)
XX
12/9/10
We trekken verder het gebergte in hoger en hoger. Ons doel zijn de Monte Sibillini met als stopplaats Casteluccio, een dorp gelegen op 1450 meter (zie foto)
Het is op afstand omringd door een soort toplesse reuzen die de boomgrens met hun tot 2500 meter overschrijden en de twee, het dorp en de bergen worden gescheiden door een bijzonder eigenaardige vallei, de Piano Grande ( zie foto). Het is moeilijk te schatten hoe groot die vlakte is maar men zegt dat het het grootste voetbalveld ter wereld is, sedert er ooit een match is gespeeld van 100 tegen 100 spelers. Maar dat zegt zeker niet genoeg over hoe immens groot en indrukwekkend de vallei is. Het had ook 10000 tegen 10000 gekunnen maar scheidsrechter Debleeckere was niet vrij die dag. Het dorp zelf doet weinig moeite om er opgeblonken uit te zien, een troost eigenlijk. Ooit waren er een 700 inwoners maar door terugkerende incestueuze dinges werd dat herleid tot nog een 150 tot men vreemde schaapherders begon aan te trekken. Toen wij aan het wandelen waren zon 2000 meter hoog ontmoetten we zon herder, een vriendelijke Roemeen die op die hoogtes zes maanden per jaar met zijn 700 schapen leeft.
Voor mensen die graag wandelen, noteer het Sibbilinigebergte. U kunt niet ontgoocheld terugkomen.
XX
10/9/10
We zijn weer op weg en op ons eentje. Plezante wandelingen gedaan, vooral omdat Lamberto zowat elke wilde vijgenboom in de streek weet staan en hun vruchtjes zijn nu op hen best. Vijgen zelf, rijp van de boom plukken, cest un régal. Ook een plezant verjaardagsfeestje mee gemaakt en we prijzen ons gelukkig dat we zoals voorzien niet voortijdig zijn weg gegaan. Het is de gewoonte dat op het einde de totale rekening wordt voor gelegd en dat dit verdeeld wordt onder het aantal deelnemers. Wisten we totaal niet. Dat was gisteren . We rijden door de Appinino Umbrio, de Appenijnen dus. Urbano, Gubbio, Assisi en andere, met een opeenvolging van heuvels en laag gebergte telkens een brok wilde bijna onaangetaste natuur. Volgen ongezien sprookjesachtige valleien zoals de Spoletovallei voor het hooggebergte zich aanmeldt. De bergflanken zijn bezaaid met oude dorpjes, waarbij wij een keuze om even te blijven aan het toeval overlaten. Assisi hadden wij uitgesloten, een bedevaartsoord met vijf miljoen bezoekers zijn twee redenen om er niet te stoppen. Het wordt Trevi (zie foto)een nog door toeristen miskend juweel. Als een roofvogelnest hoog op zijn bergtop is het stadje half omgeven door bergen tot in de nog begroeid met olijfbomen. Ze maken er de beste olie van Italië. Het is ook de streek van de truffels en een speciale saus ervan gemaakt. Als onze frigo opengaat slaat een walm van het spul je neusgaten binnen. Trevi, wat niets te maken heeft met de Romeinse fontein ( Tre vie= drie wegen, straten) gaat nog steeds gebukt onder de slagen toe gebracht door de zware aardbeving in september 1996. Een mooi gedeelte is hersteld maar er staan nog meerdere kranen en wat Rika vond dat er nogal veel en alleen mannen in de straten lopen, wil zeggen dat er nog altijd met man maar niet teveel macht verder af gewerkt wordt
XX 8/9//10 We zijn blijven hangen bij onze vrienden in Montefiore, na hun gemeend aandringen om mede met de familie Sues verjaardag te vieren. Ze is vandaag 66 geworden. Het wordt een bonte bende van een 20 à 30 tallige Italo- Brittenmix waar wij zowat de witte konijnen zijn because ons nomadenbestaan. Ze geraken er niet over uitgepraat.
Sue is Engelse en ze heeft een zuster, ook Sue die juist één jaar en twee dagen ouder is. En een verhaal
Het verhaal start een kleine twee jaar voor haar geboorte, zo rond eind 1942, begin 1943. Haar vader dient bij RAF (de Britse luchtmacht) en is al een hele tijd niet thuis ergens oorlog aan het voeren. Als hij ongeveer eind 43 terug komt vertelt zijn vrouw Sues moeder hoe hard ze het heeft gehad en ook dat ze mama is geworden van een dochtertje dat ze Susan heeft genoemd en waarvan hij uiteraard de vader niet kan zijn. De man begrijpt dat het moeilijke tijden zijn en kan de misstap vergeven maar wil hem ook vergeten. Hij stelt zijn vrouw voor de keuze, de baby of hem. Het kindje wordt geadopteerd, ze hervatten hun leven en binnen de kortste keren is zij terug in verwachting en wordt tegen september (opnieuw) een dochtertje geboren dat raar maar waar ook Susan zal heten. Vader sterft, een stuk later moeder en niets of niemand zegt Sue iets over het bestaan van de andere Sue. Op haar sterfbed overhandigt mama een klein stapeltje brieven, correspondentie onder geliefde echtgenoten. Sue leest er een, maar wil liever niet verder snuisteren en wachten tot ze zich daarvoor gereed voelt.
Ze trouwt, heeft kinderen, scheidt en trouwt opnieuw met Lamberto haar huidige echtgenoot.
De andere, één jaar oudere Sue, heeft gewacht tot haar beide pleegouders overleden zijn om op zoek te gaan naar haar roots. We zijn dan al in de late jaren 80. Het wordt een lange zoektocht waarbij ze de naam van hààr vader niet kan traceren en als ze uiteindelijk ontdekt wie haar moeder is, valt het op dat haar naam wordt vernoemd in stukken. Ze begrijpt er niks van, ja ze is geboren in september weliswaar twee dagen later maar dat neemt ze voor een vergissing tot ze uiteindelijk vaststelt dat ook het jaar verschillend is. Haar vader vindt ze niet, haar moeder is dood en haar hoop is vanaf dan dat ze een zus heeft. Het eerste praktisch spoor dat ze vindt is het telefoonnummer van jongere Sues ondertussen ex echtgenoot. Die weigert gegevens door te geven. Ze laat haar telefoonnummer achter. De man belt zijn dochter en vraagt haar, haar moeder op te bellen met melding dat ze eens een nummer moet opbellen. Jongste Sue is dan aan het apresskiën in Andorra. Het eerste wat in haar opkomt is dat ze misschien erfgename is van god weet van wie. Ze twijfelt te bellen maar de jolige bende hitst haar op. Ze belt. Hier Sue, je had gevraagd om je op te bellen. Ja, zit je? Mijn naam is eveneens Sue en ik ben je halfzuster. Can we meet? Twee dagen later haalt Sue, Sue af aan het vliegveld van Barcelona.
Terwijl ik hiemee bezig ben, zitten twee dames, Sue en Sue,(zie foto) voor mij aan tafel zich als verschrikkelijke lachtaarten mekaar verschrikkelijk gaarne te zien.
In haar research is Sue de oudste te weet gekomen dat hun Mom tussen het brievenstapeltje op haar sterfbed een eigen brief aan haar dochter had gedropt waarin ze haar geheim prijsgaf.
Jongere Sue had na haar scheiding de brieven van haar ex verbrand en gedacht waarom zou ik die andere niet ook verbranden. De zussen zouden elkaar mogelijks dan vele jaren vroeger in de armen hebben kunnen nemen.
Voor ons is het nu tijd om de camper af te halen die we hebben laten nazien op veiligere remmogelijkheden en dan is t van: we vieren feest tot morgen vroeg en zingen; volare ooohooo. Ciao