In de tempel wierp de weduwe twee penningen in de offerkist: alles waarvan zij moest leven. Dat is een teken van een groot geloof.
De profeet Elia vraagt aan een arme weduwe om brood. Zij geeft het laatste wat zij heeft. Er schiet niets meer over voor haar zoon en voor zichzelf. Zij wordt beloond voor haar groot vertrouwen want het meel en de olie verminderden niet.
Ik had geen brood gekocht en vond thuis nog één snede. Ik heb God niet gebeden om die snede terug een heel brood te laten worden maar ik ben naar de bakker gegaan en ik ben ervan overtuigd dat gij allemaal hetzelfde zouden doen.
Vertrouwen is heel menselijk maar het kan ook verkeerd uitdraaien. Een man uit Antwerpen had van mij geld gekregen maar zou het mij zeker terug bezorgen. Een week later telefoneerde hij. Ik vroeg of hij het geld al kwam teruggeven ? 'Nee, nee ! Ik had een wedervraag of hij dat had voortverteld. Hij antwoordde: 'Absoluut niet'. Ik had nog een vraag:'Hoe komt het dan dat er deze week vijf mannen uit Antwerpen aan mijn deur stonden ?' Ik heb van hem geen last meer gehad. Ik wil wel goed zijn maar niet gek.
En toch is vertouwen heel belangrijk in het leven. Een universiteitsprofessor gaf uitleg over het heelal. Wij konden het niet nagaan. Wij moesten hem op zijn woord geloven. Zonder vertrouwen is er ook geen vriendschap, geen liefde, geen huwelijk mogelijk.
Op Jezus vertrouw ik helemaal. Voor zijn boodschap heeft hij zijn leven gegeven. Ik ben ervan overtuigd dat hij zieken heeft genezen. Er beginnen zich bij mij ouderdomsverschijnselen op te dringen. Ik loop een beetje mank. Dat is op mijn ouderdom bij moeder natuur de normaalste gang van zaken. Ik vraag niet aan God om mij terug normaal te laten lopen. Ik vraag aan God om geestelijke waarden. Ik bekijk mijn ouderdomsverschijnselen als een signaal van God om mij te laten weten dat de ontmoeting met hem dichter en dichter bij komt.
Laten wij voor elkaar bidden om een sterker geloof, een rotsvaste hoop en een diepe liefde tegenover God en de mensen.
Tijdens een skivakantie waren er voldoende skileraars. Ik kon naar hartelust van de besneeuwde bergen naar beneden skiën.
Een turnlerares was voor de eerste keer meegekomen. De laatste middag vroeg zij of ik haar groep niet kon overnemen. Haar man was door zijn werkgever naar Oostenrijk gezonden en hij was naar Zauchensee gekomen. Heel de tijd had ik mijn hart kunnen ophalen. Daarom ging ik ermee akkoord.
Ze was met haar groep alleen maar op de Unterberg geraakt, halfweg de Rosskopf. Ik vond dat de groep tenminste naar de Rosskopf kon. Ze zei:' Dan mag Els niet mee, want die kan niet skiën.' ik antwoordde:' Als Els niet mee mag, neem ik de groep niet over.' Natuurlijk mocht Els dan wel mee.
Op de Unterberg zocht ik een zachte helling uit om te zien wat de deelnemers eigenlijk konden. De afdaling van Els was echt niet schitterend.
We namen de lift naar de Rosskopf en stapten verder naar de top. Daar vertelde ik dat de leiding van Sporta, als ik begon te skiën, voor veel te lange ski's hadden gezorgd. Voor ik het wist lag ik in de sneeuw. Ik had altijd een gevoel van schrik tot ik de eerste keer op de Rosskopf kwam. Het was toen ook mooi weer. Ik bewonderde de besneeuwde bergen en sindsdien had ik nooit geen angst meer. De Rosskopf is een toverberg.
Els zette ik achter mij. Walter zegde dat hij haar voorbij zou skiën. Ik reageerde: 'Dan kunt gij niet skiën, want dan zijt ge geen meester over uw bochten.' in kleine bochten skiedde ik tot aan de weg. Els volgde mij mooi na.Walter is wel achter Els gebleven. Op de weg hield ik halt om te laten zien van welke helling wij naar beneden waren gekomen. In ogen van beginnelingen is dat steil. Dat was nog eens een bevestiging te meer van het zelfvertrouwen.
Ik wist twee ijsplekken liggen, een met een hoogteverschil van één meter en wat lager een met een hoogteverschil van vier meter. Boven de eerste ijsplek liet ik de ski's zijdelings over de ijsplek glijden. Men hoorde de ski's over het ijs raspen. Normaal brengt men beginnelingen het Abrutschen niet bij maar ik voelde mij als skileraar bijzonder in vorm. Ik stelde voor: er rond of er over skiën. Els riep:' Mannen, er over, hé !' Dan ging het recht naar de tweede ijsplek. Ik hoefde niets meer te vragen.
Als wij aan de jeugdherberg kwamen, glunderde Els van vreugde. Haar skivakantie dreigde een groot fiasco te worden maar nu had zij er enorm veel plezier aan beleefd.
Een foto van de Gamskogel. De fotograaf vind ik niet meer terug.