allereerste brief naar huis 1978-04-14-vr, op zee, Golf van Biskaye
Dag lieve mensen allemaal,
'k Ben al 10 dagen aan boord en dit is nog maar mijn 3de dag varen. Het schip heeft zeven dagen in Gent tegen de kaai gelegen om kolen te lossen. 'k Kan er echt niet aan doen dat ik nu pas schrijf. 's Avonds ben ik erg moe, zelfs tijdens de middagpauze slaap ik. En eigenlijk kunnen we toch pas posten in Napels.
'k Moet vaak wassen ook, want ik heb te weinig bruikbare kleren bij, te weinig bloezen en teveel truitjes. Binnen in het kasteel is het te warm en aan dek kom ik toe met mijn 'pelske'. 't Is zoals we gedacht hadden, de meesten hebben 2 of 3 maal zoveel bij als ik.
Ik heb hier 2 tenues per dag nodig, 1 voor het poetswerk en 1 voor onder de witte schort bij het opdienen. Die bloes wordt ook ferm vuil want er wordt met de hand afgewassen in van die diepe spoelbakken. Gelukkig is in Italië de kleding goedkoop, zegt de collega (Yvonne).
Het vertrek uit Rotterdam was een grandioos zicht. Dit keer heb ik het vertrek kunnen meemaken, het viel buiten mijn werkuren. Iedereen aan dek was erg geconcentreerd en druk bezig. 'k Stond natuurlijk overal in de weg. Dan ben ik maar een dek hoger gaan staan. Daar was alles beter te zien.
Voor en achter worden 2 sleepboten vastgemaakt, 1 aan stuurboord en 1 aan bakboord. De commando’s van de brug worden via luidsprekertjes doorgegeven aan de bootsman (dat is de baas van de matrozen). Geen walkie-talkies want ze moeten hun twee handen altijd vrij hebben voor het werk. Logisch.
Waar was de 3de stuurman dan? Hij doet de standby achteraan, hij houdt de walkie-talkie en staat continu in contact met de brug.
Wat ik niet wist is dat een schip losmaken zo'n gevaarlijk werk is. Die metalen kabels (de springs heten die) moeten losgemaakt worden en daar kan men vingers aan kwijtraken, zelfs met handschoenen aan. Die kabels staan strakgespannen rond zo'n kegelvormig metalen ding van 1 m hoog en ½ m doorsnee kweeni hoe zo'n ding heet. Fairleads heten die dingen
foto van ’t Net hier staan ze nog in de fabriek, in de primer http://www.ccmemarine.com/html_products/Marine-Pedestal-Single-Roller-Fairlead-229.html
Wanneer zo'n kabel terugschiet is 't gebakken met uw pollen. En soms breken er ook trossen. Ondertussen liggen de sleepboten te wachten op instructies van de loodsen. Die staan op de brug. De sleepboten doen hun motoren draaien en ze schommelen en rukken aan hun lijnen als jonge honden. 't Is ook een gek zicht, zo'n groot schip dat zich moet laten trekken door ondertussen 4 van die mormels.
Chot, wat was ik toen een bleuke! Later heb ik heel anders leren denken over slepers hoor!
En dan heel traag, maar echt héél traag, begint het schip te draaien. De scheepsmotor is bijna niet te horen (dead slow heet dat). In de haven staat het water omzeggens stil, dus ge voelt nauwelijks dat het schip beweegt, zwenkt. 'k Dacht eerst dat de kade naar stuurboord ging maar 't waren wij die naar bakboord zwenkten. Zoiets als : tuut, zei de trein en het station vertrok.
Een machtig zicht, de haven in de donkerte, gezien van op het water. Hier en daar zijn nog kranen in beweging. De meeste hangars zijn dicht. Alles is verlicht met rode of witte lichten. En stil dat het is, erg rustig. Enkel het geluid van een kraan ver weg en het gedokker van de sleepboten. Mensen, dat was mooi.
En ineens komt er iets voorbij, een ponton zo groot als een huizenblok en zo hoog als een building met overal lichtjes op en aan. Alles in metaalconstructies, 3 kleine eifeltorens, 3 kranen en een gek bouwsel stonden er op. Het werd getrokken door 8 slepers, 4 vooraan, 2 langszij en 2 achteraan om in geval van nood af te remmen. Muisstil. Ik dacht dat het een ding was uit de film Close Encounter, dat met een escorte van sleepboten een privébezoek aan Rotterdam bracht. Het was eigenlijk een graanponton om te laden en te lossen bij een schip dat aan de boei ligt. Doodgewoon, noemt de chef kok dat. Môja, hij vaart al meer dan 30 jaar, zijn mond valt niet zo rap open als de mijne.
Ik sta hier letterlijk naar álles te gapen hoor.
Wanneer we de haven uit waren maakten de matrozen ons los van de sleepboten. Dat heb ik niet meer gezien, ik ben gaan slapen. Nu ga ik ook slapen zie, morgen vertel ik verder. Het is nog licht, maar ik moet er om 05h30 uit. Erg he, ik die zo'n nachtuil ben. Enfin soit. Dit leven is weer eens wat anders.
m, toen 26j en het bleuke onder de opvarenden -allereerste tekst uit de scheepscorrespondentie van toen -
|