een woordje context bij dat eerste schip
Hetgeen ik hier ga vertellen komt misschien moeilijk aan bij degene die het leest, maar als ik het hier niet vertel dan klopt de chronologie niet meer. En als ik het nu niet vertel, vertel ik het misschien nooit meer. Dan blijft het in de volgende brieven bij vage terloopse opmerkingen die moeilijk te plaatsen zijn, omdat ik dit stuk voorgeschiedenis onvermeld gelaten heb. Hieronder volgt het relaas.
Toen ik gesolliciteerd had bij de Pool der Zeelieden, eind november of begin december 1977, zeiden ze daar dat ze iets zouden laten weten maar dat ik tamelijk gerust kon zijn: begin januari zou ik waarschijnlijk kunnen vertrekken. Mijn officieel adres was toen nog altijd bij mijn ouders, ook al was ik al zes of zeven jaar het huis uit. Dat was zo omdat ons dat het gemakkelijkste leek. Ze legden mijn post opzij en ik ging die ophalen. En zo bleven ze thuis het kindergeld ontvangen natuurlijk, niet dat die som iets te betekenen had voor een kind van zelfstandigen, maar goed. Ik bleef dus enkele maanden te lang thuis gedomicilieerd staan, want sinds zomer 1977 ontvingen ze voor mij al geen kindergeld meer.
Een aantal keren per week belde ik om te vragen of er post uit Antwerpen voor mij was, want ik zat werkelijk te springen om te mogen gaan varen, om te kunnen vertrekken uit dit landje. Heel de maand december was er geen post uit Antwerpen. Januari gaat voorbij. Eind februari bel ik naar de Pool. ’k Had lang genoeg met mijn ziel onder de arm gelopen. Ik vraag of ze van gedacht veranderd zijn, of ik dan niét goedgekeurd was, terwijl ze toch gezegd hadden …
Nu, ik had mijn ouders niet verteld waarover die post uit Antwerpen ging, voor het geval het uiteindelijk tóch niks zou worden.
In Antwerpen zeiden ze, na wat geritsel met papieren, dat ik goedgekeurd was, en dat ze mij dat laten weten hadden in december reeds, met een brief op datum zo-&-zo, maar dat ik niet was komen opdagen voor verdere paperassen. Toen bevroor ik helemáál in dat telefoonkotje … ik stamelde dat ik geen brief gezien had, dat ik nergens van op de hoogte was!
Wel, dat was niet erg, want in maart kwam de commissie opnieuw bijeen en dan zou mijn kandidatuur opnieuw voorgelegd worden. Waarschijnlijk zou ik dan kunnen vertrekken begin april. De commissie kwam vier maal per jaar bijeen: maart, juni, september, december telkens in de loop van de maand. Zodoende moest ik nog wachten tot maart om bevestiging te krijgen en afwachten tot april of ik al kon vertrekken.
In de loop van de volgende dagen zag ik Tina en ik vertelde haar wat er gebeurd was. Het verbaasde haar niet dat ik wou gaan varen maar het verbaasde haar blijkbaar ook niet dat die belangrijke brief mij niet bereikt had. Ze zou het thuis eens vragen … Een paar dagen later kwam ze toe met de bewuste brief van de Pool, gedateerd in december.
Toen ik de brief eindelijk vasthad trilden mijn handen, van opluchting, van blijdschap. Dus tóch? Ik was tóch aanvaard! Ik sneed de envelop open en daar stond het allemaal: aangeworven, aanmelden dan en dan om zo laat voor verdere dinges. 'k Vroeg Tina hoe het kon dat die brief van december tot februari in Zellik blijven liggen was, terwijl ik toch regelmatig geïnformeerd had. 'k Was vaak genoeg langs gegaan, ik had tot driemaal per week gebeld … waar was de brief al die tijd?
En toen begon Tina een wazige uitleg die mij direct wakker schudde: "Jaaa … ons ma denkt dat de facteur die onder de deur heeft geschoven maar de brief is onder het tapijt van de inkom geraakt of zo …"
Op slag was ik alert, bij de pinken. Die uitleg klopte langs geen kanten. Facteurs komen niet meer tot aan de voordeur voor een gewone brief. Zo’n brief gaat in de brievenbus in de voortuin. En áls ze tot aan de deur moeten komen, dan bellen ze. Iets onder de deur schuiven doen ze niet. Én de voordeur is onderaan afgewerkt met een borstelrand tegen tocht en vuil. Iets onder dié deur schuiven gaat gewoon niet. En dat die brief onder het tapijt zou geraakt zijn kon ook niet, de voorste tapijttegels zijn tegen de vloer gelijmd. En hoe komt dat ons ma nu ineens die brief gevonden had? Had ze de tapijttegels losgeweekt van de vloer?
Nadat ik mijn vier of vijf bedenkingen opgesomd had werd Tina zeer vaag. Ze was mij efkes liever kwijt dan rijk, denk ik: dat ik het in Zellik allemaal zelf maar eens moest gaan vragen.
Ik ging met de brief mijn appartement en bleef puzzelen om te begrijpen of er toch iets kon kloppen in dat verhaal over de facteur en de tapijt. Er klopte just niks.
Na een paar dagen viel het me op de dat brief nogal rommelig dichtgeplakt was. Met glooiingen in de lijmstroken, helemaal niet glad en strak, op de wijze van een kantoor. DIE BRIEF WAS OPENGESTOOMD GEWEEST. Nu volgt efkes mijn hypothetische constructie van toen.
Mijn ma had op die brief als afzender zien staan : Pool der Zeelieden. Waaruit volgt : haar oudste zou gaan varen? Met als enige reden dat mijn varen haar niet schikte, voelde zij zich gerechtigd de brief open te stomen. Toen ze achteraf zag hoe stuntelig dat openstomen en weer dichtlijmen verlopen was, dierf ze mij de brief niet meer geven.
Zo. Dat was mijn vermoeden en dat is achteraf nog ongeveer juist gebleken ook. Mettertijd. Time was on my side. Vroeg of laat verspreekt iemand zich, zelfs jaren later, en pas dan is het aan mij. Ik heb het toen niet tot een confrontatie gebracht, want men haalt geen informatie uit mensen die men in het defensief drijft. En ik wou weten wat haar ertoe gebracht had om zoiets ongeoorloofds te doen, post van iemand openstomen en dan achterhouden. 'k Heb de hele situatie laten bezinken en voor lange tijd laten rusten.
Mogelijk was Tina al langer op de hoogte van die manipulatie van ma. 't Zou niet de eerste keer geweest zijn. Of mijn pa van het gedoe op de hoogte was heb ik nooit geweten, nooit willen weten. Het loste niks op of ik het wist, en klaarheid verlangen zou maar olie op het vuur geweest zijn. Ik wou weg van heel die mentaliteit, zo ver mogelijk weg en verder interesseerde het mij niet meer.
Enige dagen later heb ik Antwerpen gebeld om te melden wat er gebeurd was, dat ik niet opzettelijk weggebleven was de dag dat de administratie van de aanwerving zouden afgewerkt worden, maar dat mijn moeder de brief opengemaakt had en hem daarop gedurende twee volle maanden achtergehouden had. Aan de andere kant van de lijn bleef het stil. En het was zo al koud in het telefoonkotje.
"Hoe oud zijt gij" vroeg de stem in Antwerpen. "Zesentwintig, Mevrouw" "En uw moeder maakt nog altijd uw post open?" "Nee, enkel deze brief Mevrouw, ik weet niet wat haar bezielde." Mogelijk had die mevrouw zelf dochters en wist zij wél wat mijn ma bezield had.
Mijn kandidatuur zou opnieuw voorgelegd worden aan de commissie . 'k Vroeg dame om het antwoord naar mijn verblijfsadres te zenden, niet meer naar het ouderlijk adres, waar ik mijn domicilie had. Dat werd genoteerd. 'k Heb toen ook spoorslag mijn domicilie laten veranderen. Dat laatste vermeldde ik terloops in Zellik en als reden gaf ik 'dan gaat er misschien geen post meer verloren'. Geen reactie, want kindergeld ontvingen ze voor mij al een zes maanden niet meer. Alsof het dáárover ging.
Toen ik de tweede brief in handen had liet ik in Zellik efkes terloops horen dat het in orde was met Antwerpen. Verder zei ik niks. Niks over het soort job. Niks over varen, niks over de duur van de contracten, niks, niks, niks. Er kwamen ook geen vragen. Integendeel, mijn mededeling werd druk overbabbeld door mij ma. Ze was aan het spartelen. Laat ze maar wat spartelen dacht ik. Laat zij nu ook maar wat wakker liggen. Want die brief achterhouden had me wel drie maanden broodwinning gekost. Iemand drie maanden broodwinning beletten. Hoe zou ik dat kunnen noemen, diefstal?
En het gaat niet enkel over die drie maanden. Ze had gehoopt dat de idee vanzelf uit beeld zou verdwijnen. Dat ik dat plan zou laten varen. Maar ik zou dat plan niet laten varen, ik wou zélf gaan varen. Daarvoor was ik in november toch naar Antwerpen gegaan! Daarvoor was ik zo gretig naar die brief. Daarom had ik in februari Antwerpen weer gebeld. Ze had niet gedacht dat ik zo vasthoudend zou zijn … Jajaja, dat is wensdenken ipv nadenken hé. Dat ze me zo weinig kende vind ik vandaag nog altijd lachwekkend en zielig tegelijk.
En welk soort mens belet een volwassen kind een weg te zoeken in het leven, een bestaan te vinden. Ik vond haar achterbaks gedoe afstotelijk. Wat van mijn kant voorzichtigheid was geweest ivm mijn plannen, botste op haar kortzichtigheid. De minachting die ik toen voor haar voelde … mijn klavier is te klein om ze te beschrijven. En ik voel ze nu weer terwijl ik dit typ. Waarschijnlijk is die minachting nooit meer ver weg geweest.
Vergeven en vergeten? Vergeten kan ik niet, daarvoor zit mijn geheugen te lastig ineen. Herinneringen springen soms ongevraagd tevoorschijn. Dat is al jaren zo. Soms zijn ze zelfs te levendig of te intens naar mijn zin. En vergeven … och kom, zelfs een opperwezen heeft daarvoor grondpersoneel nodig.
Gelukkig was mijn eerste collega Yvonne. Zij was twee jaar ouder dan mijn moeder, een generatiegenote dus, maar zij had een realistischer kijk op het leven en zij had zeer praktische prioriteiten. Eindelijk een rolmodel!
Yvonne zag mij als een zelfstandig volwassen wezen en niet als een aanhangsel van zichzelf. Zij nam mijn keuze om te varen als een vaststaand feit, niet als een idee dat uit beeld moest verdwijnen. Het contrast tussen Yvonne en mijn moeder had in niet groter kunnen zijn. Yvonne had mij nodig als collega, en liefst als een collega die zo snel mogelijk niet meer stuntelt maar functioneert. Yvonne had mij niet nodig als vehikel of doelwit voor vage affectie die eigenlijk vermomde, platte bezitsdrang was. Yvonne was niet egocentrisch. Integendeel, zij was zeer genereus in het doorgeven van haar kennis en kunde, opdat het verder goed zou gaan met mij. Ook op het volgende schip en op alle andere schepen waarop ik zou terecht komen.
Ik kan niet voldoende duidelijk stellen hoeveel ik aan haar te danken heb. Zij heeft in de vier maanden dat we samengewerkt en gevaren hebben, mij klaargestoomd voor de volgende 31 jaar koopvaardij. Eigenlijk voor de rest van mijn leven. En dát, dat kan niemand anders zeggen.
28-10-2019 om 00:00
geschreven door maart
|