1981-03-03, op anker voor Fremantle, Australië (westkust)
Dag Familie Allemaal, Ik heb zopas de brieven van mama gekregen. Pa is er niet bij, efkes gaan geld verdienen. Van Toppiéke: 'als er iets gebeurt dan schrijft ge maar een brief hoor' Toch geruststellend dat aan de andere kant van de wereld een nichtje over mij waakt.
Toen was ik werkelijk ontroerd door die bekommernis, het kind was nog geen acht. Dat zinnetje pakte naar de keel. En ik herinner me dat gevoel nu ook.
Van Laura: Dee is gaan repeteren van iieehh en wwoehh, en dat brengt dus op. Had ik dat eerder geweten! Ik kan de laatste tijd namelijk ook weer goed gillen. Dat was ik ongeveer 20 jaar uit het oog verloren.
Als ik de sterrenbeelden eens bekijk dan kom ik tot de conclusie dat mijn familie een soep is. Op zich is dat niks, in de beste families is het al eens soep, maar mijn familie IS een soep, bouillabaisse. Zeg nu zelf: 3x Vissen, 2x Kreeft, 2x Waterman. Wat doet die Tweeling daartussen. Roeren tot ze een ons weegt. Een fluid ounce, een fl.oz. En Tweeling is zo al een flozzie teken. Lucht ... wat is nu lucht. Er is er maar ene die vaste grond onder de hoef heeft, dat is de Stier. Als die begint te galopperen hou ik mij stevig vast en vlieg mee. Waar we naartoe stampen weet ik niet, ik hou me vast aan de horens en wapper mee. Als hij zich onderweg gekwetst heeft aan een barricade of een palissade of een pinnekesdraad, smeer ik er wat mist op of een wolkje. Iets uit de lucht. de Stier was de toenmalige verloofde
Goed, om over die brieven verder te gaan: Tina & Co, leven ze nog? Geen nieuws = goed nieuws zeker? Als ik thuis kom doe ik Tina een typmachientje kadoo en een paar handboeien. Daarmee klik ik haar vast aan het typmachientje en de sleutel gooi ik in zee. Nà! In Zeebrugge zei ze : "Nu zal ik schrijven hoor!" Maar niks. Een geluk dat Toppié nog van zich laat horen 'Gebeurt er iets, schrijf dan maar een brief ' Voilà, dat is taal. Tenminste iémand die de boel zo'n beetje in het oog houdt, rustgevend is het. Touchant.
Dat zinnetje van Toppié moet me toen echt geraakt hebben, dat ik er een tweede keer op terug kwam. Ik herinner me nu ook dat ik toen met veel vragen zat. Heb ik het recht wel om zomaar te verschijnen en te verdwijnen in en uit dat kind haar bestaan? Anderzijds : ze zal er leren mee omgaan, een kind heeft nog mentale souplesse. Maar heeft ze ook de emotionele souplesse?
Door haar zinnetje voelde ik me bijna schuldig over de broodwinning die ik gekozen had. Zou het niet best zijn dat ik stopte met varen? Maar dan sprak uiteindelijk mijn rationele kant: niet ík heb Toppié gedwongen te bestaan in een wereld die geen paradijs is. Dat heeft Tina op haar geweten. Zíj heeft Toppié op deze wereld gezet. Waarom zou ik mijn manier van leven aanpassen aan een keuze van Tina?
Het moet toch iets bijgebracht hebben, dat verdwijnen en verschijnen, want twintig jaar later vertrok Toppié blijgezind, sterk en zonder omkijken, definitief richting zuid. Daar heeft zij haar bestaan opgebouwd.
Tiens, denk ik dan, wegtrekken -om het met een cliché te zeggen: andere horizonten opzoeken- zou dat genetisch bepaald kunnen zijn? Want zij en ik hebben gemeenschappelijke voorouders.
Het is nu 14h14, ik ga nog wat siësten en vanavond schrijf ik verder. Tegen 22h pas gaan we tegen de kaai, dus nog tijd genoeg.
1981-03-04, Fremantle
Beste Boejabijs, bouillabaisse, de familie die een soep is
Het is half twintig -19h30 waarschijnlijk- en ik ben bekaf en steendood. Sinds 06h vanmorgen zijn we non-stop bezig geweest. Pardon, we hebben een half uurke gepitst van 16h45 tot 17h15 om iets te eten. Ik word oud denk ik. En ik moest nog 29 worden. Het zal de vermoeidheid geweest zijn die sprak. Op de M -het 3de schip- was het bijna alle dagen 12 tot 13 hrs werken, met in haven soms 17hrs op dagen dat er een receptie was. Misschien zou ik minder moe zijn als we regelmatig meer dagen van hard werken hadden. wat een vreemde redenering was dat
Vanavond aan de tafel van de staf waren aanwezig, de kaptein, duidelijk nog zat van ’s middags. En die heeft een vreemde dronk, maar voorlopig blijft dat hanteerbaar. De 1ste stuur, nog lichtelijk geaROSÉerd, dus voor een keer menselijk, zijn madam, genietend van de euforie en de cargosupervisor, de supercargo genoemd. De supercargo is een man, tot nu toe is dat een man, misschien worden vrouwen ook weer 'sobre cargo'. Kortom, hij begeleidt de lading tot ze geladen is en het schip vertrekt. Dat houdt in dat die meneer enige dagen aan boord verblijft en mee eet aan de tafel van de pitein. Meestal is dat iemand van het land zelf, maar hier is dat een Nederlander, die ook vlot Frans praat en natuurlijk Engels. Nu komt het:
Bij de kaaskroketten hoor ik hem Telemann vermelden. De kroketten schoven bijna van de schotel. Telemann? dacht ik. Wat doe die hier tussen al deze hooggeschoolde cultuurbarbaren? Telemann. De staff zat duidelijk het geheugen af te speuren. Is dat ene van den bureau of ene van het agentschap hier.
Ik voelde mij ineens superieur. Telemann, mijne heren en mevrouw, dacht ik bij mezelf, dat is cultuur, dat is thuis, dat is Europa. Wordt een mens op den duur tóch chauvinist als ze vaart? Niet als Vlaming of Belg, niet als Europeër maar als Europeaan. Erg hé. bestond het woord Europeër in 1981 al?
De supercargo zat daar doodongelukkig omdat hij zo onbeleefd geweest was iets te vernoemen dat hun uitgebreide kunde en beperkte kennis te buiten ging. (Hoor mij nu …) Ja, Carl Philip Telemann, probeerde hij nog. (Ik hoop dat ik de voornamen goed gespeld heb). Ah, oui, Telemon, deed de stuur vaagweg.
De Nederlander kijkt zo ongelukkig de tafel af, niemand die reageert, zijn radeloosheid is zo groot dat hij zelfs naar de serveuse kijkt (ikke) alsof daar nog wat steun te verwachten viel. ’k Stond juist goed, buiten het blikveld van de anderen. Ik knikte eens 'nee', zo met een tuittoet, zo om te zeggen laat maar vallen man, Telemann is hier verschoten kruit.
Morgen geef ik hem het adres van de winkel en dan gaat hij volgende zomer, wanneer hier de zomer voorbij is, naar Nederland en dan springt hij efkes over naar Brussel. Dat is maar een boogscheut voor iemand die zo ver van huis woont en werkt. En later gaat gellie eens naar Australië op vakantie ipv alsmaar naar Zuid-Afrika en Israël. Ge zult u niet ontheemd voelen want deze meneer is van de Joodse gemeenschap.
|