Ik neem jullie even mee in de zijstraatjes van het Nederlands:
Ik zag onlangs een betonmixer - zo’n op een vrachtwagen gebouwde en tijdens het vervoer langzaam draaiende trommel voor betonspecie -men noemt hem ook wel een agitator- en wat las ik op de flank van dat gevaarte? U vraagt, wij draaien. Lang geen slechte slogan, vind ik.
Er woont een boomverzorger in de buurt en ook zijn voertuig getuigt van spitsvondigheid, want daarop staat: De boom in? Met veel plezier!
In een West-Vlaamse dorp zag ik ooit eens een bowling met de naam De Goe Smete, hetgeen vertaald De Goeie Worp betekent. Dat is er boenk op niet?
Ik heb vroedvrouw altijd een raar woord gevonden want het doet me denken aan een wroetende vrouw terwijl ze net wroetende vrouwen dient bij te staan en zelf eigenlijk niet hoeft te wroeten. Of toch?
MINNESTREEL...Wat een ruim woord….Als ik in de middeleeuwen geleefd had, zou ik ongetwijfeld als minnestreel (ster) door het leven gegaan zijn. Tijdens het uitoefenen van mijn beroep zou mijn zoetgevooisde, in zachtzinnigheid gedrenkte stem ongetwijfeld talloze beminde oorschelpjes strelen. Om van de rest nog te zwijgen.
Ravotten was in mijn kindertijd één van mijn favoriete woorden. Het woord is net zo prettig als de handeling zelf.
Ik heb onlangs zelf ook een nieuw Nederlands woord bedacht, namelijk “DEUGDKNORREN”. Het betekent knorren van genot, maar dat hadden jullie ongetwijfeld al geraden. Ik zal jullie niet verklappen hoe en wanneer ik het woord verzonnen heb, want daar hebben jullie geen affaires mee, maar ik zal wel proberen om het ingang te doen vinden, zodat het eerlang in Van Dale terechtkomt. 
Kan iemand nog zo’n zijstraatje verzinnen?
|