Arme mensen leefden in rieten hutjes, maar de meeste dorpelingen hadden huizen van één of twee verdiepingen met meerdere kamers.
Wanneer een huis eenmaal gebouwd was met stenen van leem, werd er een laag pleisterwerk op aangebracht en werden er versieringen geschilderd op de binnenmuur.Omdat het in Egypte zo heet was, waren de ramen klein.De huizen waren daardoor koel, maar ook donker.
Gezinnen brachten grote delen van hun vrije tijd door op het dak, waar luchtopeningen ervoor zorgden dat er een beetje wind was.Rijke mensen hadden huizen in de stad, maar ook villas op het platteland met tuinen met bomen eromheen en bassins vol vis.
De meeste Egyptische steden vormden zich, zonder dat daar plannen voor gemaakt waren,rond tempels en paleizen.In dergelijke steden waren de arme wijken vaak erg benauwd en dichtbevolkt, met kleine huisjes in een doolhof van steegjes.
De rijken woonden in wat ruimere buitenwijken, maar ook hier was grond duur,zodat de mensen aangemoedigd werden bij het bouwen de hoogte in te gaan.
Sommige huizen waren wel drie verdiepingen hoog met ontvangkamers op de eerste verdieping, boven de opslagruimten en de werkplaatsen van de ambachtslieden.
Op de tweede verdieping waren de privé vertrekken van de eigenaar, terwijl het dak extra ruimte bood voor opslag.Hier kon men ook op een koel plekje zitten of buiten slapen onder een zonnescherm.
08-03-2006 om 00:00
geschreven door andre&ida
|