The original biodynamic sowing and planting calendar, now in its 46th year. This useful guide shows the optimum days for sowing, pruning, and harvesting various plant-crops, as well as working with bees. It is presented in colour with clear symbols and explanations. This year, for the first time, the calendar includes a pullout wallchart which can be pinned up in a barn, shed or greenhouse as a handy quick reference.
For over forty years, Maria Thun has been researching optimum days for sowing, pruning and harvesting various plant crops. Here, collected together for the first time, are results from this work, showing the influence of the rhythms of sun, moon, and planets on plant growth. This book shows that if farmers and gardeners link their work into these cosmic rhythms, the quality of their produce is markedly increased. Avoiding unsuitable days is shown to help prevent crop damage through disease and pests. Methods of fertilizing and spraying have been developed which further enhance produce, allowing a sustainable and ecologically balanced agriculture. Includes sections on the stars, the soil, composting and manuring, weeds and pests, as well as growing cereals, vegetables, herbs, fruit and vineyards.
Join the author on a journey through the seasons and discover great new tips and suggestions. The Biodynamic Year contains a wealth of advice for gardeners who wish to care for and manage nature more responsibly and successfully.
-- A newly revised edition Biodynamics is an internationally recognized approach to organic agriculture in which the farmer or gardener respects and works with the spiritual dimension of the earth's environment. In a world where conventional agricultural methods threaten the environment, biodynamic farms and gardens are designed to have a sound ecological balance. This concise and fully illustrated book presents evidence that biodynamic crops put down deeper roots, show strong resistance to disease and have better keeping qualities than conventionally produced crops.
In "Tuinieren zonder gif", al dan niet volgens de biologisch-dynamische methode (Hollandia N.V 1972 - ISBN 90 6045 741 2) beschrijft Alwin Seifert in alle technische en biologische details de "kunst om een nieuw soort compost" te maken.
*
Maria Thun Tuinieren met manneke maan Jardinage avec la lune Gardening with the moon Gartnenarbeiten mit der mond
+ GUNSTIG FAVORABLE FAVOURABLE GÜNSTIG ++ zeer GUNSTIG trés FAVORABLE very FAVOURABLE sehr GÜNSTIG - ONGUNSTIG DÉAVORABLE UNFAVOURABLE UNGÜNSTIG -- zeer ONGUNSTIG trés DÉAVORABLE very UNFAVOURABLE sehr UNGÜNSTIG
Kosmische Kräfte fördern das Wachstum Nach 9 Jahren endlich war sie sich ihrer Beobachtungen so sicher, dass sie eine erste Veröffentlichung ihrer Versuchsergebnisse wagte. Und seit 1963 gibt sie jedes Jahr einen Kalender mit den günstigen Aussaattagen heraus, der mittlerweile in 26 Sprachen erscheint. Was Maria Thun herausgefunden hatte, war ein deutlich erkennbarer Einfluss kosmischer Kräfte auf das Wachstum von Pflanzen, der vor allem mit der Stellung des Mondes vor den verschiedenen Sternbildern in Beziehung stand. Die Sternbilder werden traditionell in Dreiergruppen den 4 Elementen zugeordnet: Stier, Jungfrau und Steinbock der Erde; Krebs, Skorpion und Fische dem Wasser; Zwillinge, Waage und Wassermann der Luft; Widder, Löwe und Schütze dem Feuer. Diesen 4 Prinzipien gemäss vermittelt der Mond offenbar entsprechende Wachstumsimpulse an die Pflanzen: steht er vor den Erdzeichen, wird das Wurzelwachstum verstärkt; vor den Wasserzeichen vermehrt sich die Blattbildung; vor Luftzeichen wird die Bildung der Blüten und vor Feuerzeichen die Bildung der Früchte und Samen gefördert. Durch die Bodenbearbeitung werden diese kosmischen Impulse auf die Ackeroder Gartenerde übertragen. Kosmische krachten ter bevordering van groei na 9 jaar eindelijk was ze zo zeker van hun opmerkingen, dat ze een eerste release van hun testresultaten gewaagd. En sinds 1963, publiceert jaarlijks een kalender met de dagen van goedkoop zaad, dat nu verschijnt in 26 talen. Wat Maria Thun had ontdekt, was een duidelijk waarneembare invloed van kosmische krachten op de plantengroei, die stond boven alle met de positie van de maan voor de verschillende sterrenbeelden in de relatie. De sterrenbeelden zijn traditioneel ingedeeld in groepen van drie, de 4 elementen: Stier, Maagd en Steenbok de aarde, Kreeft, Schorpioen en Vissen het water; Tweelingen, Weegschaal en Waterman de lucht, Ram, Leeuw en Boogschutter het vuur. Deze 4 principes volgens de maan duidelijk overbrengt impulsen naar de corresponderende groei van planten: Hij is uit de aarde tekens, is wortelgroei verbeterd, waardoor het watermerk voordat het blad formatie, voordat de lucht te ondertekenenDe vorming van de bloemen en tekenen van brand, de vorming van de vruchten en zaden bevorderd. Door samen te werken de bodem van deze kosmische impulsen worden doorgegeven aan het veld of tuinaarde. Aussaat und spätere Pflegearbeiten sollten also an den Tagen erfolgen, die dem jeweiligen Pflanzentyp entsprechen: «Wurzeltage » (Mond vor Stier, Jungfrau oder Steinbock) sind günstig beispielsweise für Radieschen, Möhren, Rote Beete, Knollensellerie, Kartoffeln und Zwiebeln. «Blatttage» (Mond vor Krebs, Skorpion oder Fische) sind gut für die meisten Kohlarten (ausser Brokkoli), Salat, Spinerinnat, Petersilie, Gemüsefenchel und Rasen. Zu den «Blütentagen» (Mond vor Zwillinge, Waage oder Wassermann) passen Blumen, Blumenzwiebeln, viele Heilpflanzen und der Brokkoli. Und die «Fruchttage» (Mond vor Widder, Löwe oder Schütze) schliesslich fördern die Entwicklung von Bohnen, Erbsen, Mais, Tomate und Paprika, Kürbis und Gurken, sowie allen Getreiden. Aussaat und Pflege zum richtigen oder falschen Zeitpunkt ergaben in Maria Thuns Versuchen Ertragsunterschiede von beispielsweise etwa 30 % beim Spinat und teilweise bis zu 40 % bei Radieschen. Unterschiedliche Wirkungen zeigten sich auch im Zusammenhang mit den Mondphasen, dem Aufsteigen beziehungsweise Absteigen des Mondes, den Mondknoten sowie Erdnähe oder Erdferne unseres Trabanten. Beplanting en het latere onderhoud werkzaamheden moet daarom plaatsvinden op dagen dat het type van plantaardige wedstrijd, "root dag" (Maan vóór Stier, Maagd of Steenbok) gunstig zijn, bijvoorbeeld, radijs, wortelen, rode bieten, knolselderij, aardappelen en uien. "Journal dag" (Maan vóór Kreeft, Schorpioen of Vissen) zijn goed voor de meeste brassica's (behalve broccoli), salades, Spinerinnat, peterselie, venkel groenten en gazons. De 'flower dagen "(Maan vóór Tweelingen, Weegschaal of Waterman) overeenkomen met bloemen, bloembollen, vele medicinale planten en broccoli. En de "vruchten dag" (Maan vóór Ram, Leeuw of Boogschutter), ten slotte, het aanmoedigen van de ontwikkeling van bonen, erwten, maïs, tomaten en paprika's, pompoenen en komkommers, en alle granen. Aanplant en onderhoud op het juiste of de verkeerde tijd resulteerde in Maria Thun experimenten verschillen in opbrengst, bijvoorbeeld, ongeveer 30% voor spinazie, en soms tot 40% voor radijs. Verschillende effecten werden ook in verband gebrachtmet de maanfasen, de stijgende of de Maan, de maan knoop en perigeum of Apogee aflopend van onze satellieten. Bei absteigendem Mond ziehen sich die Kräfte der Pflanze in die unterirdischen
Teile zurück, diese Zeit ist gut für die Pflanzarbeiten, auch für das Stecken von Stecklingen. Schneiden sollte man diese allerdings bei aufsteigendem Mond, denn dann strömen die Kräfte der Pflanzen in die oberirdischen Teile. Diese Periode ist auch günstig für die Ernte von Früchten. Ausserdem sollte man hier auch die entsprechenden Tage berücksichtigen, also Früchte an «Fruchttagen» ernten, Blattgemüse an «Blattagen», und Blütenpflanzen an «Blütentagen». Für die Ernte von Wurzelgemüse eignen sich demgemäss besonders gut die «Wurzeltage» bei absteigendem Mond. Dass Aussaat bei Vollmond viel Ertrag bringt, allerdings auf Kosten der Qualität und Haltbarkeit, ist nicht erst seit den Versuchen von Maria Thun bekannt. In afnemende maan terug te trekken de krachten van de plant in het ondergrondse deel, dat de tijd is goed voor opplant, met inbegrip van het inbrengen van stekken. Echter, moeten deze worden gesneden door de wassende maan, omdat dan de krachten van de planten stroom in de bovengrondse delen. Deze periode werd ook gunstig voor de oogst van fruit. Daarnaast moet men ook de bijbehorende dag, dan oogst fruit te beschouwen als "fruit dagen", Journal of groenten, "Journal van Agen," Planten en bloemen naar "bloem dagen". Voor de oogst van wortelgroenten zijn bijzonder goed, dienovereenkomstig, de "root dagen" in afnemende maan. Dat het enten bij volle maan brengt veel van het inkomen, maar ten koste van de kwaliteit en duurzaamheid, niet alleen sinds de experimenten van Maria Thun bekend. Dies ist eine uralte Erkenntnis, die sich bereits in den Schriften des römischen Historikers Plinius wiederfindet. Ein Familienunternehmen 1971 kauften die Thuns in Dexbach, nicht weit von Marburg entfernt, einen kleinen Bauernhof, und 1976, als Walter Thun pensioniert wurde, zogen sie ganz dorthin. Maria Thun konnte nun auf einer viel grösseren Fläche ihre Versuchsfelder einrichten, und ihr Sohn Matthias, gelernter Imkermeister, fand hier Platz für seine Bienenvölker die übrigens auch von den kosmischen Rhythmen beeinflusst werden. Er arbeitet ausserdem am Aussaatkalender mit und ist für die fotografische Dokumentation der Versuche zuständig. Bald wurde auch ein Labor eingerichtet, um die Bestandteile der Pflanzen genauer analysieren zu können. Es wird heute von einem Enkel Maria Thuns geleitet, der promovierter Chemiker ist. Tatsächlich führten diese Analysen zu sehr interessanten Ergebnissen, beispielsweise fand man bei Möhren nach Behandlung mit dem biologischdynamischen Kieselpräparat einen um 6% erhöhten Zuckeranteil. Auch die Anwendung solcher Präparate unterliegt dem Einfluss der kosmischen Rhythmen. Zum falschen Zeitpunkt eingesetzt, können sie eher schädlich als fördernd wirken. Im Verlauf ihrer Arbeit entdeckte Maria Thun, dass auch die Stellung der Planeten zueinander von Bedeutung war, und teilweise sogar stärker wirkte als der Einfluss des Mondes. Allerdings wurde diese Wirkung bei künstlicher Bewässerung verwischt, teilweise sogar ausgelöscht, und die Mondwirkung dominierte wieder. Schon vorher hatte man festgestellt, dass die Bodenbearbeitung an den verschiedenen Tagen den Stoffwechsel der Pflanzen veränderte. So zeigte zum Beispiel Spinat, der an «Wurzeltagen» (Mond vor Erdzeichen) gehackt wurde, einen enorm erhöhten Nitratgehalt. Andere Pflanzen reagierten ähnlich. Die Einflüsse der Planeten wiesen in die gleiche Richtung. Bei Oppositionen (180° Winkel) des Mars zu anderen Planeten nehmen die Pflanzen zum Beispiel vermehrt Eisen auf, und bei Merkuroppositionen reichern sie sich mit Kupfer an. Mit dieser Erfahrung geriet Maria Thun allerdings in Konflikt mit anthroposophischen Wissenschaftlern, die traditionell das Kupfer dem Planeten Venus zuordnen. Dit is een oude kennis, die zelf vindt al in de geschriften van de Romeinse historicus Plinius. Een familie bedrijf in 1971 kocht de tonijn in Dexbach, niet ver van Marburg, een kleine boerderij, en in 1976, toen Walter tonijn was gepensioneerd, verhuisden ze helemaal. Maria Thun is nu ingesteld op een veel groter gebied, hun experimentele velden, en hun zoon Matt, een ervaren meester imker vonden deze plaats voor zijn kolonies - die overigens ook beïnvloed door de kosmische ritmes. Hij werkt ook samen met de aanplant kalender, en is verantwoordelijk voor de fotografische documentatie van de experimenten. Al snel werd een laboratorium opgericht om de componenten van de installatie te analyseren nauwer. Het wordt nu beheerd door een kleinzoon Maria Thun, die een apotheek. In feite, deze analyse heeft geleid tot zeer interessante resultaten, zoals een gevonden in wortelen na behandeling met het biologisch-dynamische silica voorbereidingsteeg met 6% suiker. Het gebruik van dergelijke geneesmiddelen is onderworpen aan de invloed van kosmische ritmes. gebruikt op het verkeerde moment, kunnen ze bijdragen meer kwaad dan goed. In de loop van hun werk ontdekte Maria Thun, dat de positie van de planeten was een ander belangrijk, en soms zelfs zwaarder getroffen dan de invloed van de maan. Echter, dit effect werd uitgewist door kunstmatige irrigatie, in sommige gevallen zelfs geëlimineerd, en de maan effect overheerst weer. Nog voordat ze hadden gevonden dat het werken van de bodem veranderd in verschillende dagen het metabolisme van planten. Zo werd bijvoorbeeld spinazie gehakt "root dagen" (Maan voordat de aarde tekens), een enorm verhoogde nitraatgehalte. Andere planten reageerden op dezelfde manier. De invloeden van de planeten weergegeven in dezelfde richting. In de oppositie (180 ° hoek) van Mars met andere planeten, de planten absorberen meer ijzer, bijvoorbeeld, en in de oppositie Mercuriusverrijken ze met koper. Met deze ervaring kwam echter in conflict met Maria Thun antroposofische wetenschappers, die van oudsher de koperen kaart brengen van de planeet Venus.
Biologisch-dynamische Landwirtschaft Die biologisch-dynamische Landwirtschaft beruht auf Grundsätzen, die Rudolf Steiner, der Begründer der Anthroposophie, 1924 in seinem «Landwirtschaftlichen Kurs» niederlegte. Kernpunkt ist die Auffassung, dass der Mutterboden lebendig ist, und alle landwirtschaftlichen Massnahmen dazu dienen sollen, diese Lebendigkeit zu fördern. Dies geschieht vor allem durch die Einarbeitung von Kompost und Anwendung spezieller Präparate. Die wichtigsten sind «Hornmist», der aus Rinderdung, und «Hornkiesel», der aus Quarzmehl hergestellt wird, sowie 6 Präparate zur Verbesserung des Kompostes aus Schafgarbe, Kamille, Brennnessel, Löwenzahn, Eichenrinde und Baldrian. Es gibt weder chemische Spritzgifte noch Mineraldünger. Zur Düngung werden nur Kompost und Pflanzenjauchen verwendet, zur Schädlingsbekämpfung Kräuteraufgüsse oder verbrannte und potenzierte Körper von Schadinsekten. Vor allem aber sollen durch die Vitalisierung des Bodens die Abwehrkräfte der Pflanzen gestärkt werden, so dass sie sich selber gegen Schädlinge wehren können. Bei Aussaat und Ernte werden kosmische Rhythmen berücksichtigt, insbesondere solche, die mit dem Mond zusammenhängen.
De Biologisch-dynamische landbouw is gebaseerd op beginselen die vast Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, 1924 in zijn "Landbouw Course". Kernpunt is van mening dat de bodem leeft, en voor alle landbouwproducten maatregelen dienen om deze vitaliteit te bevorderen. Dit is voornamelijk gedaan door de integratie van compost en de toepassing van speciale preparaten. De belangrijkste zijn "hoorn mest," uit de dierlijke mest, en "hoorn silica", die is gemaakt van kwarts, en 6 producten aan de compost uit duizendblad, kamille, brandnetel, paardenbloem, eikenschors en valeriaan te verbeteren. Er is geen chemische spuiten gif of kunstmest. Alleen compost voor bemesting planten en drijfmest wordt gebruikt voor de bestrijding van plagen en versterkt kruidenthee of verbrande lichaam van schadelijke insecten. Maar bovenal zijn om de weerstand van de planten versterkt door de revitalisering van de bodem, zodat ze zelfweerstaan plagen. Bij het planten en oogsten kosmische ritmes in aanmerking worden genomen, met name die in verband met de maan.
Ook vlinders zijn de natte zomer beu zo 07/08/2011 - 21:09 Tijdens het "Vlinderweekend" van Natuurpunt zijn opmerkelijk veel minder vlinders geteld dan de afgelopen jaren. Dat blijkt uit een analyse van de voorlopige resultaten van de 5e vlindertelling. Het koolwitje (foto) voert de lijst aan.
http://www.plantaardig.com/groenteninfo/tomaat_neusrot_2003.htm
NEUSROT TOMATEN
Welke tomatenkweker durft te zeggen dat hij nog nooit neusrot zag op zijn tomaten? Zelfs de professionele teler heeft er regelmatig mee te maken. Dat zegt al veel over de complexiteit van het probleem.
De naam neusrot is misleidend, het is immers geen schimmelaantasting. Ook geen virussen of bacteriën zijn in het spel. Kortom het is geen ziekte in de echte zin van het woord, al zou de uitgedroogde, bruinzwarte punt van de vrucht dat wel doen vermoeden. Er is dan ook geen sprake van dat neusrot overgedragen wordt van de ene plant naar de andere.
Hoe er dan toch van die vruchten verschijnen is een heel verhaal.. Zeker als je weet dat er verschillende milieuomstandigheden in het spel zijn.
Daarom kan je hier het verhaal lezen van een tomaat die geleidelijk aan ten prooi viel aan neusrot.......
Het wordt warm.......
Op een zonnige, warme dag moet de plant heel wat water opnemen. De intense zonnestraling, gecombineerd met hoge temperaturen en een schrale oostenwind zorgen ervoor dat de volwassen tomatenplant wel zo'n drie tot vier liter water nodig heeft per dag. De vraag is of de plant die wel kan opnemen? Is de grond wel vochtig genoeg? En zo ja, is het wortelstelsel wel sterk genoeg? Misschien zijn er te weinig wortels, of zorgt een wortelziekte zoals kurkwortel voor een slechte beworteling.
De plant kan niet genoeg water opnemen......
Laten we er vanuit gaan dat de plant niet genoeg water kan opnemen. Wat gebeurt er dan? Bladeren die minder goed op spanning staan maken ons er op attent dat er iets mis is. Het is trouwens één van de verweermiddelen die de plant in petto heeft om zich te wapenen tegen tijdelijk watertekort. Een ander middel is in onze zoektocht naar de oorzaak van neusrot een belangrijke wegwijzer. De tomaat bevat namelijk heel wat water.
De plant haalt water uit de vrucht.......
Wat als de plant daar nu eens wat water uit opneemt om aan de sterke verdampingsstroom te kunnen voldoen?
Dat kan wel, de plant heeft 's nacht immers geen watergebrek en vult de voorraad aan water in de vrucht dan weer aan. (terloops : oogst vruchten steeds 's morgens, dan zijn ze het sappigst) .
De cellen worden beschadigd......
De cellen waaruit de vrucht opgebouwd is kunnen hierbij schade oplopen. Enkel cellen kunnen afsterven doordat de celwand bij het proces van wateropname door de plant gaat lekken. De stevigheid van de celwand speel hierbij een grote rol. Is de celwand te zwak dan zullen een massa cellen lekken, met het bruinzwarte, uitgedroogde uiterlijk tot gevolg.
Waarom zijn die cellen dan zo zwak?
Te weinig calcium in de celwanden......
Calcium is nodig tijdens de vruchtgroei om stevige celwanden te laten ontstaan. Is er te weinig calcium, dan ontstaan er cellen met dunne celwanden. In normale omstandigheden geen probleem, maar wel als de verdamping plots hoge toppen scheert en de plant de verdamping niet kan volgen.
Bekalken dan maar.......
Nee, toch niet. Bekalking zal inderdaad belangrijk zijn, maar we mogen niet te overvloedig zijn met onze bekalking. Anders wordt de pH te hoog en ontstaan er andere problemen. Een normale, tweejaarlijkse bekalking zou dus moeten volstaan, eventueel gestaafd door een pH-bepaling van de grond.
Tegenwerkers in het spel.....
Wat nu? Net zoals bij het verdampingsverhaal kan het dat er voldoende calcium in de bodem is, maar dat de plant die niet kan ophalen. Andere meststoffen kunnen de opname van calcium tegenwerken. Antagonisme noemen ze dat. Doe dus geen overdadige bemesting, zeker niet met teveel Kalium en Magnesium want dit zijn de tegenwerkers. Strooi wel voldoende om andere problemen te voorkomen (zie artikel kaliumgebrek)
Calcium naar de vruchten......
Verder moet je weten dat calcium wel gemakkelijk in de bladeren raakt, maar niet zo makkelijk in de vruchten. Hier speelt de grondvochtigheid weer een rol. Calcium moet namelijk in de vruchten raken tijdens de nacht, door de worteldruk van de planten. Als de bodem niet vochtig genoeg is of de wortelactiviteit te zwak kan er ook hier wel iets mislopen. En zo eindigt het verhaal waar het begonnen was.
Tips om neusrot te voorkomen :
-Zorg voor een optimale pH van de bodem door regelmatige bekalking in het najaar of vroege voorjaar.
-Strooi niet teveel meststoffen voor het planten, maar geef ook een deel van de voeding als bijbemesting
-Zorg voor een gezond wortelgestel. In kassen waar jaarlijks of tweejaarlijks op dezelfde plaats tomaten komen geeft kurkwortel dikwijls problemen
-Zorg voor een uitgebreid wortelgestel, geef niet teveel water in de beginperiode zodat de plant moeite moet doen om water te zoeken en aldus zijn wortelgestel te ontwikkelen.
-Zorg voor een voldoende vochtige bodem. Te nat kan echter de wortelactiviteit doen verminderen.
-Probeer op zonnige dagen de verdamping te beperken door de kas af te witten en de temperatuur in de kas te beperken.
-Wanneer je vermoedt dat er wortelproblemen zijn, geef dan kleine beetjes water op zeer regelmatige basis.
Samengevat
Zorg voor een evenwichtige voeding en watervoorraad in de bodem en een binnen de perken blijvende verdamping.
GELEZEN op -
Courgettes waren aangetast door witziekte (of meeldauw?) De oogst periode loopt ongeveer van begin juni tot
begin oktober. Als je anderhalve
maand kunt oogsten zit je goed. Naar het einde toe ziet het blad er niet meer zo fris uit. Er kan witziekte in een beginstadium optreden Dan verwijder ik ze en breng ze nooit op de composthoop. Daarvoor heb ik een aparte verteer hoop, ver van de composthoop. Je kan,tegen
witziekte, preventief begieten met een aftreksel van heermoes.
Ik veronderstel dat deze ziekte ook in de grond zit? Courgette vraagt vochtige losse grond en een eerder warme standplaats De ziekte zit niet in de grond maar is eigen aan pompoenachtigen. Sommige rassen zijn meer bestendig dan andere. Bij droge periodes giet ik om de twee dagen. Ik had nooit echt last van meeldauw (witziekte)
- Meeldauw is een bladziekte. Sommige soorten
hebben een witgevlekt blad. Dit heeft niets te maken met
meeldauw. Bij mij hadden sommige planten elke jaar
opnieuw last van de koude. Hoelang moet deze grond
dan vrij blijven voor volgende planten? Ik plaats persoonlijk
de courgettes om de vijf jaar terug op dezelfde plaats. De courgettes behoren
bij de familie van de pompoenen. Ze kunnen dus ook de
ziekten van die hele familie krijgen o.a. meeldauw of witziekte.
Kent u de koolwittevlieg? Nee? Best mogelijk, want het is niet overal een probleem, maar voor wie er wel last van heeft behoort koolwittevlieg tot de vervelendste en meest hardnekkige plagen in de moestuin. Lees in dit bericht over deze vervelende plaag, bekijk de fotos en lees vijf tips om de plaag onder controle te krijgen. Met dit artikel gaan we ook graag op zoek naar tips om de witte vlieg op koolgewassen uit onze groentetuin te bannen. En dat is niet altijd even makkelijk, zo blijkt. Alle tips zijn dan ook welkom. U helpt er zeker en vast veel radeloze lezers mee. Tik ze in onderaan dit artikel, alvast bedankt!
Regionaal Het probleem van de witte vlieg op koolgewassen is sterk verschillend volgens de regio. In Nederland ( en met name Zuid-Nederland, heb ik begrepen) is het al langer gekend en dikwijls een groot probleem, in België komen ze de laatste drie jaar meer en meer opduiken.
Welke teelten? Probleemgewassen zijn vooral spruitkool, boerenkool, savooikool en doorgroeiende broccoli (speerbroccoli). Eigenlijk alle koolgewassen (en onkruiden van deze familie) die voor een langere tijd in de tuin blijven.
Klimaat In een warme zomer of herfst groeit het probleem zienderogenr. In 2006 waren er veel meer meldingen dan in de natte zomer van 2007 (en ook 2008?), maar het is daarom zeker niet verwaarloosbaar. Alleen gaat de voortplanting van de koolwittevlieg dan veel minder hard. Wat het schadebeeld automatisch meer aanvaardbaar maakt. Een droge, warme septembermaand kan dit jaar nog veel roet(dauw) in het eten gooien
Bij de beroepstelers Ook in de professionele Nederlandse tuinbouw weten ze er niet goed raad mee. Er zijn geen erkende insecticiden die de witte vlieg op afdoende wijze bestrijden. In Nederland zijn de problemen nu al groter omdat er daar eerder op meer selectieve insecticiden overgeschakeld werd die geen vat hebben op de koolwittevlieg. (Denk aan spinosad, Bacillus thuringiensis).
Intermezzo:
Er zijn drie soorten witte vliegen gekend. Men noemt ze vliegen, maar eigenlijk zijn het kleine witte motten: 1: Kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum) Deze witte vlieg is vooral gekend als parasiet bij tomaten, komkommers, aubergines en bonen. Het is een typische kasplaag en komt vrijwel niet voor in open lucht.
2: Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) Deze witte vlieg is een meer recente parasiet in de landen met gematigd klimaat. In de mediterrane landen is dit motje al veel langer een zeer groot probleem. Net zoals bij de kaswittevlieg is ook hier bevuiling aan de orde, maar het is vooral het feit dat het insect een belangrijke overdrager is van plantvirussen die de telers zorgen baart. Document over het verschil kaswittevlieg en tabakswittevlieg
3: Koolwittevlieg (Aleyrodes proletella) : De koolwittevlieg is veel groter dan die van de kaswittevlieg en van de tabakswittevlieg en ze zijn te herkennen aan vier grijze vlekken op de vleugels. De eieren worden aan de onderkant van de bladeren in cirkels afgezet. De larven en poppen zijn anderhalve keer zo groot als die van de kas- en tabakswittevlieg en hebben een dikke waslaag. In het Duits wordt dit insect ook wel de Kohlmottenschildläuse genoemd, omdat de larven op schildluizen lijken. De koolwittevlieg is te vinden op jong blad en zet daar eieren af. De larven leven op de onderkant van de bladeren. In dit artikel hebben we het wel degelijk over de koolwittevlieg, die NIET dezelfde witte vlieg is als deze in de kas!
Schadebeeld De witte vliegen zijn eigenlijk kleine witte motten. Op de onderkant van de bladeren zijn er cirkelvormige witte vlekjes aanwezig. Tot zover is dit geen zon groot probleem, maar, net zoals bij de kaswittevlieg, gaan na verloop van tijd de larven van de witte vlieg honingdauw afscheiden.Hierop groeien schimmels, die er zwart uitzien, roetdauw genaamd. Een beetje witte vlieg is dus niet erg. Het probleem is dat grote aantallen witte vlieg de planten bevuilen door honingdauw, waarop dan de roetdauwschimmel gaat groeien. Vuile bladeren, vol met poppen en larven, zeker geen smakelijk gezicht. Eenmaal het zo ver gevorderd is heeft preventie of bestrijding veel minder effect.
Preventie : Levende waard nodig Bij de preventie is het belangrijk te weten dat koolwittevlieg een levende waard nodig heeft om te kunnen overleven. Tijdig, voor het begin van de lente, alle koolgewassen en onkruiden opruimen in de tuinen is dus een uitstekend idee.
Onkruiden Onkruiden die behoren tot de familie van de kruisbloemigen, maar ook groenbemesters van deze familie zijn potentiele waardplanten. Denk aan het onkruid herderstasje, maar ook aan bladrammenas als groenbemester.
Overwinterende koolgewassen Boerenkool en savooienkool niet te lang in de tuin laten, en zeker niet tot de witte vlieg weer actief wordt en opnieuw eitjes gaat leggen.
Koolzaad Koolzaad lijkt in combinatie met brassicas een ideale gastheer, omdat koolzaad de hele winter door overstaat. Het grootste gevaar is dat het areaal gaat uitbreiden om de toenemende behoefte aan biobrandstoffen te dekken.
Wat te doen? 1. Natuurlijke parasitering
Dit is misschien iets voor de toekomst, maar voorlopig kunnen we er nog niet veel van verwachten.
( Bron : Wittevlieg haalt vernietigend uit in spruiten (20-09-2006))Volgens Mooijaart heeft het verleden geleerd dat grote populaties organismen een aantrekkende werking hebben op natuurlijke vijanden, waardoor een uitbreiding van de populatie na verloop van tijd wordt ingedamd. Een voorbeeld is de nerfmineervlieg , die zon 20 jaar gelden huishield in het Westland. Voor koolwittevlieg hebben zich nog geen natuurlijke vijanden gemeld. We vinden nog geen geparasiteerde vliegen, die daarop duiden, aldus Mooijaart.
2. Pyrethrum: Op de website van ECOstyle wordt aangegeven dat Spruzit uit proeven in 2007 als werkzaam middel is gekomen. Dit is dus een middel op basis van Pyrethrum, er zijn daarvan heel veel merken, andere dan Spruzit, op de markt. Je moet het middel wel op de juiste wijze toepassen en regelmatig herhalen. Lees alles over de juiste toepassing en werking in het artikel Biologische insecticiden op basis van pyrethrum
Citaat : Op de Spruitkoolboulevard in Westmaas werd 3 november 2007 kenbaar gemaakt dat Spruzit van ECOstyle het enige toegelaten middel is dat werkzaam is tegen koolwittevlieg in de spruitkool. In de insectenproef uitgevoerd door Praktijkonderzoek van Plant & Omgeving (PPO Westmaas) werden een dertiental insecticiden getest. ECOstyle heeft deelgenomen aan de proef met één object Spruzit in drie herhalingen. Spruzit is hierbij zonder toevoegingen getest. Uit de proef blijkt dat Spruzit zeer werkzaam is tegen koolwittevlieg, melige koolluis en perzikbladluis.
3.Water: Een tip is om tijdens droge periodes de planten regelmatig helemaal van boven tot onder afspuiten met een harde straal water. Zo bootst u, tijdens een mooie zomer, de zomer van 2007 of 2008 na
Deze methode past Jo van Dreumel toe, hij schrijft op zijn website
Dit jaar heb ik nog veel vliegjes en hun sporen kun verwijderen door met een sterke broes tegen de onderkant van de bladeren te spuiten. Dan vliegen er wel veel weg, maar die plak ik dan met de broes aan de grond vast. Tot 4 jaar terug hadden we geen last, maar nu is het een overlast. Volgend jaar zit er niets anders op dan die planten met insektengaas te overspannen.
4. Insectengaas: Je kan de plaag uitstellen door vanaf het planten van de kolen onder insectengaas te telen. Dat is bij spruitkool helaas niet altijd even praktisch
5.Vanggewassen: Alhoewel niet echt een optie voor de liefhebber, is het toch nuttig dit hier te vermelden. Vanggewassen kunnen vooral in professionele monoculturen een oplossing zijn. De vanggewassen lokken de vlieg, zodat bijvoorbeeld de teelt van spruiten schoon blijft. Op de Spruitkoolboulevard zijn verschillende gewassen getest. Alleen boerenkool lijkt aantrekkelijk genoeg voor de koolwittevlieg om zich daarnaar toe te verplaatsen. Nadeel is natuurlijk dat je op die manier de populatie sneller doet toenemen. (terzijde : Barbarakruid is een geschikt vanggewas voor de koolmot)
Tips van de moestuinders Daar zijn we dus op naar zoek. Hebt/Had u problemen met koolwittevlieg? En kunt u het probleem de baas? Vindt u dat één van de bovenstaande tips echt wel de moeite loont. Of pakt u het anders aan? Alle tips om het probleem minder erg te maken, of alvast het schadebeeld aanvaardbaar te maken zijn welkom. U helpt er zeker veel radeloze lezers mee. Geef uw tips, onderaan dit artikel in de commentaarbox, alvast bedankt!
Werking Pyrethrum, ook omschreven als natuurlijke pyrethrinen, is het bekendste en meest gebruikte voorbeeld van plantenaftreksel dat van oudsher als insecticide gebruikt wordt. Het is een zeer snel werkend contactinsecticide voor alle koudbloedige wezens. Insecten die ermee in contact komen, raken onmiddellijk verlamd en sterven binnen enkele seconden tot minuten. De werking berust op verstoring van ionentransport in het zenuwstelsel van het insect. Omdat natuurlijke pyrethrinen onder invloed van licht reeds na enkele uren afgebroken zijn, wordt raapzaadolie toegevoegd. Hierdoor blijft Pyrethro-Pur langer werkzaam.
Pyrethrum kan ingezet worden tegen alle zuigende en stekende insecten. Tegen zachte insecten zoals spint, bladluis, witte vlieg, jonge rupsen, trips, jonge wantsen, maden, ... is het zeer effectief. De resultaten met behaarde of harde insecten vallen tegen omdat er dan onvoldoende contactwerking is. Pyrethro-Pur heeft als voordeel dat het, door de aanwezige raapzaadolie, de wol of het dekschild van insecten doet oplossen, waarna de pyrethrum het hieronder verscholen insect (dopluis, wolluis, schildluis) kan doden. Preventief gebruik is zinloos, na enkele dagen is het product immers afgebroken. Belangrijk is dat je het insect goed raakt, liefst enkele keren vlak na elkaar. Het gewas moet langs alle kanten goed bespoten worden, vooral de onderkant van het blad. Het werkt optimaal bij 15°C. Indien nodig kan de behandeling worden herhaald na 1 week.
TOETSING VAN PYRETHRO-PUR AAN CRITERIA VOOR BIOLOGISCHE BESTRIJDING
Criteria ter bepaling van de oorsprong Pyrethrum is de verzamelnaam voor een mengsel van natuurlijke pyrethrinen die voorkomen in bloemhoofdjes van een tropische margrietsoort (Chrysanthemum cinerariaefolium). De gedroogde bloemhoofdjes bevatten 1 tot 2% pyrethrinen. Deze worden geëxtraheerd en geconcentreerd tot een eindproduct van 25% actieve stof. Pyrethrum is dus van natuurlijke oorsprong. Vooraleer het op de markt komt, worden nog andere bestanddelen toegevoegd. In PyrethroPur is het klassieke piperonylbutoxide vervangen door koolzaadolie. Om dit ingrediënt te bekomen, extraheert men olie uit koolzaad. Het is dus een natuurlijke stof. In Pyrethro-Pur zit meer dan tweehonderd keer koolzaadolie als pyrethrum.
Criteria ter bepaling van de invloed van de productie op het ecosysteem De teelt van de tropische margrietsoorten vindt plaats in Afrika (Kenia, Tanzania, Oeganda) en Latijns-Amerika (Ecuador). Dit betekent natuurlijk dat de afstand tussen de productieplaats en het gebruik in Vlaamse tuinen ettelijke duizenden kilometers bedraagt. Zelf pyrethrum kweken is mogelijk maar in ons klimaat bevatten de bloemen veel minder pyrethrinen. Heldere gegevens zijn onbekend ivm de volgende aspecten: - Eventueel hergebruik van afvalproducten uit andere landbouw- of voedselproductiesystemen - Roofbouw op natuurlijke rijkdommen - Energieverbruik van de productiemethode
Veiligheidscriteria Gevarencategorie en klasse: niet ingedeeld, symbool ontvlambaar Wachttijd: nog geen gegevens beschikbaar.
Criteria ter bepaling van de invloed van het gebruik op het ecosysteem Invloed op levende organismen: Pyrethrum is giftig voor alle insecten, en zeer giftig voor bijen. Het is ook erg giftig voor kreeftachtigen en vissen. koolzaadolie wordt ook als ingrediënt in voedingsmiddelen verwerkt, en is uiteraard niet giftig. Afbreekbaarheid: Pyrethrum valt in het milieu snel uiteen. Na enkele dagen vind je geen pyrethrum meer terug. Zonlicht versnelt dit proces nog. Een sterk insecticide met zon geringe stabiliteit is uitzonderlijk, en heeft als enorm voordeel dat de stof snel uit het milieu verdwijnt. Selectiviteit: Pyrethro-Pur is niet selectief. Het doodt alle insecten, en heeft ook zeer schadelijke gevolgen voor algen, kreeftachtigen en vissen. Dat gebrek aan selectiviteit is een belangrijk nadeel aan Pyrethro-Pur. Resistentievorming: Omdat pyrethrum zo snel afbreekt krijgen insecten niet de tijd om zich aan te passen en resistent te worden. Bijgevolg zouden er geen gevallen van resistentie mogen optreden. Maar door het veelvuldig gebruik van chemisch-synthetisch afgeleide pyrethroïden met een afbraakperiode van enkele weken ontwikkelt er zich razendsnel resistentie tegen pyrethrinen. Zo is in drie jaar tijd de resistentie van sommige insecten tegen pyrethrinen (natuurlijke of chemisch-synthetische) opgelopen van 30 to 60%. Combitox-effecten: geen gegevens bekend
GEBRUIK IN DE BIOLOGISCHE LANDBOUW
Toelating tot gebruik volgens EG-Verordening 2092/91 mbt de biologische landbouw Pyrethrinen, geëxtraheerd uit Chrysanthemum cinerariaefolium zijn toegelaten als insecticide in de biologische landbouw Specificatie: de behoefte moet erkend zijn door de controle-instantie Opmerking: de wetgeving bio vermeld niets over toevoegsels (PBO, koolzaad)
Pyrethro-Pur is erkend als bestrijdingsmiddel in België Erkenningsnummer: 9390/B Erkend voor hobbygebruik ter bestrijding van insecten op groenten Erkenningshouder: Neudorff GmbH, Emmerthal, Duitsland
GELEZEN op
PREIROEST In september, oktober treed, door de vochtigheid gemakkelijk roest op bij prei. Men kan enkel preventieve maatregelen toepassen: - Plant zodanig dat het opdrogen van de prei bevorderd is. - Een standplaats waar de wind aan kan is aan te
raden. - Wordt het groen te weelderig dan knip je het gewoon wat in.
- Regelmatig schoffelen of aan aarden houdt het perceel
onkruidvrij. - Je kan de
planten bestuiven met een gesteentemeel. - Begiet de prei met een
aftreksel van heermoes of knoflook. - Droge grond en hoge bodemtemperatuur werken roest in de
hand - Het bodemtype, de plantafstand, het ras of het
besmettingsniveau spelen weinig mee. Van zodra ik roest opmerk knip ik het
weg. Eens het vriest komt er geen nieuwe roest meer
bij. Toch moet je vóór de vorst alle roest weg
nemen. Weggesneden roest geef je
met mee met de vuilnis naar de verbrandingsoven - PreiROEST(ui-sjalot) - GROEN.net - GROEN.net-Recepten voor alternatieve bestrijding