De stad Caltagirone is bekend om zijn keramiek. Er zijn hier vele ateliers die uiteenlopende voorwerpen in keramiek maken. De stad is gebouwd op verschillende heuvels en het is hier doorlopend op en neer gaan.
In de kleinere straatjes lopen trappen omhoog en omlaag. Om het hoger gelegen stadsdeel te verbinden met het lager gelegen stadhuis werd in 1606 een lange trap met 142 treden aangelegd zodat de bewoners gemakkelijk bij het stadhuis konden komen. Alle treden van de trap zijn aan de voorkant bekleed met mooie tegeltjes, en is dan ook de voornaamste bezienswaardigheid van de stad.
We zetten de reis voort naar een camperplaats op 12 kilometer van Syracuse vanwaar we met de bus tot in de stad zouden kunnen komen. Jammer genoeg staan we voor een gesloten poort want er wordt gewerkt. Dan maar de meest dichtbije camperplaats en dat is in Noto. Deze plaats is gelukkig open en zeer verzorgd. De bazin Anna verzorgt bovendien ook een gratis pendeldienst naar de stad Noto.
Vrijdagmorgen worden we door Anna afgezet in Noto dat in 1693 verwoest werd door een aardbeving en nadien werd opgebouwd met vele gebouwen in barokstijl. Aan het begin van de hoofdstraat staat een hoge poort met de wapens van de stad.
Langsheen deze straat staan vel indrukwekkende gebouwen en kerken. Tegenover het stadshuis torent de kathedraal hoog er boven uit om te benadrukken dat de kerk hoger in macht is.
In een steil oplopende zijstraat vinden we het pallazo Villadorata met uitbundig versierde balkons waarmee de bewoner zijn rijkdom liet zien.
Op gezellige pleintjes is het weer lekkere koffie genieten. Het is hier nog niet te druk en aangenaam rondlopen. Na het middageten nog even verpozen met een biertje en dan telefoneren we Anna om ons op te halen.
Woensdag 20 mei na het ontbijt verlaten we Catania met bestemming Enna. Nadat we het drukke stadsverkeer achter ons hebben gelaten komen we op de snelweg waar het rustiger rijden is. In de verte hebben we nog een mooie blik op de Etna.
We rijden vele kilometers door het vlakke stuk van het land aanvankelijk zien we groene landbebouwing dat nadien overgaat in dorre vlakte. Het landschap wordt terug heuvelachting en in de verte zien we de stad Enna boven op een heuveltop liggen.
We hadden een camperplaats uitgezocht op enige afstand van Enna maar die een gratis shuttle bus naar het oude centrum aanbood. Helaas toen we er aan kwamen was die gesloten voor renovatiewerken. Met de camper naar boven in het oude stadscentrum rijden was geen optie, dus maar naar de volgende bestemming, Piazza Armerina met een mooie kathedraal en oud centrum. Op een grote parking in het lager gelegen centrum konden we een mooie plaats innemen . Zoals de Italianen namen we een uitgebreide siësta om nadien naar het oude stadsdeel omhoog te klimmen. Bij de indrukwekkende kathedraal werden we aangesproken in het Frans door een vriendelijke heer.
Hij was de stichter van een heemkundig museum dat we toch niet mochten missen. Vooraleer we de kathedraal binnengingen, nodigde een klein terrasje ons uit om even te verpozen.
Met een lekkere cappucino en americano konden we weer verder. Aan de binnenkant was de kerk ook erg ruim en licht, maar gaf een verlaten indruk. Toen we terug naar beneden liepen ontmoetten we terug onze vriendelijke heer en lieten ons meetronen naar zijn museum. Het was ingericht in een burgerswoning uit de jaren 1800. Overal hingen vele met zorg tentoongestelde voorwerpen die hij vanaf zijn jeugd bijeen gespaard had.
Ook in de keuken/woonkamer evenals in het slaapvertrek waren de bijbehorende voorwerpen mooi opgesteld. Met veel enthousiasme vertelde hij alles over de oude voorwerpen en hoe hij die voor het nageslacht wilde bewaren. Nadat we afscheid genomen hadden kwamen we terug bij de camper en stelden vast dat het hele parkeerterrein op donderdagmorgen voor 6u30 moest ontruimd zijn voor de markt. Dus maar weer opkrassen. naar de volgende bestemming Caltagirone, waar we een schaduwrijke camperplaats vonden . Het was vandaag erg warm en enige schaduw was meer dan welkom.
Voor dinsdag hebben we ons ingeschreven voor en rondrit naar de Etna. Het weer is zonnig en warm maar daarboven is het beslist kouder en we nemen warme kleding mee. Een busje komt ons oppikken met nog andere gasten. We rijden eerst naar Rifugio Sapienza waar het enorm druk is met busladingen toeristen. Voor de sanitaire stop is het rijtje geblazen voor de dames.
Om te beginnen klimmen we naar de rand van een uitgedoofde krater en kijken in de diepte. Er staat ook een trektocht op het programma naar de lavastroom van de meest recente uitbarsting. +
Het gaat flink omhoog en het soms steile pad met rotsstenen bezaaid kost me veel moeite om boven te komen. Dikwijls op adem komen was wel nodig. Uiteindelijk komen we aan ons doel en zijn onder de indruk van wat zich hier heeft voorgedaan.
De tocht naar beneden gaat wel makkelijker maar is erg belastend voor de knieën. We zijn blij terug aan de auto te komen. Onderweg wordt er nog gestopt voor een tochtje in de grotten onder de versteende lava. We bedanken ervoor want het schijnt er moeilijk lopen te zijn in lage doorgangen. Wanneer iedereen terug is worden we naar Zafferana Etnea gebracht waar we vergast worden op een Siciliaanse specialiteit, een gesloten pizza die in olie gefrituurd wordt. De pizza is niet vettig met een lekker knapperig deeg gemaakt en gevuld met lokale kaas en ansjovis. Het resultaat was lekker en na onze inspanningen wel verdiend.. Tot slot werden we terug aan de camping afgeleverd, een heerlijke dag.
Om met de bus de stad in te gaan moeten we eerst een tweetal kilometer lopen om tickets te kunnen kopen. De bus brengt ons tot in het stadscentrum van Catania, de tweede grootste stad van Sicilië.
In het midden van de stad kijken we op de resten van een Romeins amfitheater gebouwd met lavasteen. Langs een brede winkelstraat met mooie winkels komen we bij het informatiecentrum van de stad waar een vriendelijke dame ons een stadsplan bezorgt en ons op het hart druk zeker de kerk van de H. Benedictus te bezoeken die op de Unescolijst voorkomt. Ze geeft ons ook nog twee vouchers waarbij we 20% korting krijgen voor het bezoek aan de kerk. Aan het einde van de straat komen we bij de Piazza Duomo.
In het midden van het plein staat een monument waarop een olifant in basalt prijkt, het symbool van de stad, met er boven op een Egyptische obelisk. Op het plein heerst een gezellige drukte en op een terras genieten we van een lekkere koffie .
Voor ons rijst de kathedraal indrukwekkend omhoog. In de aanpalende straten wordt er markt in levensmiddelen gehouden en is het behoorlijk druk. De kramen met vis, vlees, kaas en groenten wisselen elkaar af.
Het valt ons op dat het aangeboden vlees zeer mooi uitziet en niet duur geprijsd is. Het aanbod van fruit en groenten is groot en ook weer niet duur. Er bevinden zich ontelbare kerken in Catania, de één al mooier dan de andere maar de kerk van de H. Benedictus is wel de mooist versierde. Gebouwd op de resten van een Romeins stadsdeel, waarvan de resten te zien zijn onder een glazen doorgang bij de ingang. Het plafond van de kerk is beschilderd met zeer kunstzinnige taferelen uit het leven van Benedictus.
Voor het middagmaal strijken we neer op een terras in één van die smalle straten en kunnen er voor een redelijke prijs goed eten. Nadien gaan we nog op zoek naar het Castello Ursino, een mooi bewaarde burcht waar net een tentoonstelling van werken van Picasso loopt.
%%%FOTO7%%%
We kuieren terug naar de Piazza Duomo voor nog een lekkere koffie waar we weer kunnen genieten van het spektakel. In zo een grote stad is het onbegonnen werk om alles te bekijken en we keren dan terug naar het busstation om naar de camping te rijden.
Zondag 17 mei ontwaken we onder een loodgrijze hemel en de berg Etna is helemaal verscholen achter donkere wolken. Vandaag willen we naar de “Gola de Alcantara” een diepe smalle kloof in de bergen, uitgesleten door een rivier over miljoenen jaren. Hoewel de hemel potdicht zit blijft het toch droog, de temperatuur is flink gezakt en er waait een frisse wind.
Langsheen de kloof wandelen we over een aangelegd pad en kunnen in de kloof kijken naar de eigenaardige basalt rotsformaties. Bij verschillende punten moeten we via trappen afdalen om de mooiste zichten te kunnen bewonderen en nadien terug naar boven klimmen. Het is hard werken voor ons, maar het loont de moeite.
Bij het startpunt dalen we met een lift naar de bodem van de canyon tot aan het water wat ook weer indrukwekkende beelden oplevert. Tegen de middag zijn we terug bij de camper, blij te kunnen gaan zitten. Na de middag rijden we naar een camping in Catania. We bekomen een strandplaats op 20 meter van de zee, vannacht slapen we met het ruisen van de zee. Het is redelijk laat in de namiddag en nog steeds bewolkt en winderig. We gaan nog even op verkenning om een bushalte te vinden om morgen de stad in te trekken.
Vrijdag 15 mei vieren we onze 17de huwelijksverjaardag. Wanneer we wegrijden ontmoeten we nog de boer die ontstemd is dat wij niets hebben gekocht, hoewel dit niet verplicht is, en ons ook niets werd aangeboden van de lokale producten. Kort na de middag komen we in Villa San Giovanni bij de haven voor de overtocht naar Sicilië, we kunnen vrij vlug aan boord gaan en staan helemaal vooraan zodat we als eerste aan land kunnen.
We begeven ons naar een camperplaats nabij Taormina, de weg erheen voert ons doorheen verschillende dorpen die totaal niet berekend zijn voor modern verkeer en het is dikwijls moeilijk om auto’s te kruisen in de smalle straten. De camperplaats is mooi verzorgd met prachtige bloemen. Ondanks de nabijheid van de snelweg en de spoorlijn hebben we een goede nachtrust. Zaterdag wandelen we naar de bushalte waar de bus ons naar het centrum van Taormina brengt. De rit naar het centrum dat hoog tegen de berg ligt gaat over steile hellingen met vele krappe haarspeldbochten waar de bus nog net zijn draai kan nemen. Ik ben blij dat ik daar niet met de camper naar boven moest; Het is nog voorseizoen en toch is het in het centrum reeds behoorlijk druk.
We vangen aan met het Grieks theater te bezoeken, dat de tand van de tijd goed doorstaan heeft, en waar nog regelmatig verschillende voorstellingen worden gehouden. Van op de bovenste rijen hebben we een prachtig zicht op het toneel met de Etna op de achtergrond, jammer genoeg is het erg heiig en de kleuren komen niet goed uit. Nadien drinken we een lekkere Americano op een terrasje. In de autovrije hoofdstraat de “Corso Umberto” bekend om zijn mooie en exclusieve winkeltjes is het fijn wandelen. Er monden verschillende smalle schilderachtige steegjes op uit.
Op de “Piazza del Duomo” staat er een mooie fontein tegenover de dom. We lopen tot het einde van de Corso en keren dan op onze stappen terug om in een van de zijstraatjes op zoek te gaan naar een lekker pizza. Bij “Mamma Rosa” krijgen we een leuk zitje om van een lekkere pizza te smullen.
Om ons bezoek af te ronden gaan we terug naar het terrasje om een Americano te drinken als afsluiter. We hebben flink wat afgelopen op en neer en zijn blij te kunnen zitten op de bus die ons terug naar de camperplaats voert. Taormina was een mooie start van ons bezoek aan Sicilië.
Maandag 11 mei rijden we via een tolweg naar Padua, waar we nog een belofte aan de H. Antonius moesten inlossen. Het weer is heel zonnig en heet.
De camperplaats ligt in het centrum van Padua nabij de prachtige Piazza del Erbe en een korte wandeling brengt ons bij de kerk van de H..Antonius waar hij begraven ligt en de mensen komen bidden bij zijn graftombe.
Wanneer we terug bij de camper komen is het erg heet op het asfalt en we besluiten om verder een overnachtingplaats te zoeken. In het kleine dorpje Borgofranco sul Po brengen we de nacht door op een rustig grasveld onder de bomen.
Dinsdag rijden we weer over de tolweg want dat schiet toch lekker op naar het meer van Trassimeno naar Passignano sul Trassimeno. Het is een goed uitgeruste camperplaats met WIFI, jammer dat er een vrij drukke spoorweg langs loopt. Langs het meer kunnen we fijn wandelen tot in het stadje.
Woensdag zetten we onze reis naar Sicilië verder immer via de tolweg in Benevento met een camperplaats nabij het centrum van de stad. ’s Avonds maken we nog een wandeling naar het centrum waar een mooi aangelegde wandelboulevard ons langs mooie gebouwen en winkeltjes voert.
Donderdag gaan we weer de baan op maar halverwege is de snelweg afgesloten en moet er een omleiding gevolgd worden. Die loopt door de bergen over smalle wegen met vele kronkels en haarspeldbochten. Het verkeer waaronder vele vrachtwagens en bussen kunnen elkaar dikwijls nauwelijks kruisen met veel stilstand en stapvoets rijden. Na een uur kunnen we terug de snelweg op en nabij de stad Cosenza hadden we een adres om bij de boer te overnachten waar we via smalle bergweggetjes toekwamen. Op het erf mogen we blijven staan voor de nacht het is er erg rustig.
Zondag 3 mei zijn we goed aangekomen bij onze vrienden Helmut en Claudia in Bad Rotenfels. Onderweg hadden we gemerkt dat de koelkast niet werkte op de stroom van de motor. Toen we bij Helmut de stroom aansloten kwam die niet binnen, met het gevolg dat er niets meer werkte geen verlichting geen pomp geen koelkast op stroom. Maandag morgen ben ik met Helmut naar enkele plaatselijke werkplaatsen geweest, die mij niet konden helpen, de lader/transformator was stuk en dit stuk was daar niet beschikbaar. Dan maar naar Alpha Motorhomes in Temse gebeld en die hadden het bewuste stuk in voorraad en donderdag om 16u mochten we langs komen.
Dinsdag maakten we met onze vrienden een mooie uitstap doorheen het Zwarte Woud naar de stad Sigmaringen. Van ver konden we het kasteel van de familie Hohenzollern zien dat over de stad uitkijkt. Met een geleid bezoek aan het kasteel kwamen we heel wat te weten over de Hohenzollern die zelfs verbonden zijn met onze koninklijke familie.
Woensdag zijn we dan maar terug naar huis gereden voor de herstelling. Gelukkig werd de klus daar goed geklaard en vrijdagmorgen gingen we terug op pad. We kozen voor een route doorheen de Pfalz zonder snelwegen. De weg ging op en neer doorheen de bergen en langs knalgele velden met koolzaad of paardenbloemen.
Een zeer afwisselend parcours maar dat schiet niet echt op. De volgende dag dan maar de snelweg op en in Kempten vonden wij een camperplaats vlak bij het stadscentrum. Via een voetgangersbrug waren we zo in het centrum met mooie pleinen en terrassen. In de winkelstraten met leuke winkels was het een drukte van belang.
Zondag richtten we dan de steven naar Trento in Italië met vermijden van tolwegen. De GPS leidde ons naar de Reschenpass om over de Alpen te komen. Die route hadden we nog nooit genomen en het was een echte openbaring.
Geen moeilijke weg, goed bereidbaar en vooral zeer schilderachtig. Eens over de pas wachtte ons volop zon en zuiderse temperaturen. In de vallei zagen we overal waar we keken laagstam fruitbomen kilometers en kilometers. In Trento zijn we dan gestopt voor de overnachting.
Vandaag staan we aan het kanaal in Souppe-sur-Loing, een rustig plaatsje om te overnachten.
In Mesnil St. Père is de camperplaats gelegen aan het meer “Lac d’Orient een reusachtig stuwmeer dat het waterdebiet van het omliggende tot in Parijs moet regelen. In droge periodes wordt water afgegeven en wanneer er te veel regen is wordt het water opgespaard om overstromingen te voorkomen.
Het is vandaag nog vrij zonnig en aangenaam weer. ‘s Avonds en in de nacht regent het flink.
We rijden verder naar Dun-sur-Meuse waar de camperplaats gelegen is aan de oevers van de Maas, het zit er mooi om te vissen maar zonder resultaat. Bovendien begint het flink te regenen en is er de pret vlug af. De volgende morgen is het grijs en somber en bovendien erg fris. De weersverwachting is voor de volgende dagen even slecht en we besluiten dan maar om naar huis te rijden.
Wanneer we een route opgeven op de GPS kiezen we steeds voor “vermijd snelwegen” op die manier rijden we veel op de kleinere landwegen en komen we door verschillende kleine dorpen en langs mooie zonnebloemvelden.
Ook mooie stadjes en interessante plekken ontdekken we op deze manier.
In de oude abdijkerk van Saint Savin laten we ons alles vertellen over de prachtige oude muurschilderingen uit de 11de eeuw die als het ware de bijbel in stripverhaal brengen. Wat verder bij de Roc-aux- Sorciers in Angles-sur-l’Anglin bezoeken we een museum dat een reproductie brengt van een in de nabijheid gevonden gebeeldhouwde fries van twintig meter lang met dierlijke en menselijke afbeeldingen gemaakt door mensen van 15.000 jaar geleden.
Het wordt wel het Lascaux van de beeldhouwkunst genoemd. Het is erg indrukwekkend om te zien hoe de prehistorische mensen een gevoel van kunst hadden en zich met de primitieve middelen die ze hadden mooie dingen maakten. In Mehun-sur-Yèvre bewonderen we een mooie oude stadspoort en de resten van wat een indrukwekkend kasteel moet geweest zijn.
Bij de camperplaats die mooi aan het water is gelegen kan ik een mooie zeelt aan de haak slaan.
De volgende dag staan we aan het water bij Mennetou-sur-Cher, een leuk middeleeuws stadje.
Het is een charmant stadje met veel potentieel maar door het ontbereken van winkels is het er erg stil en valt er niets te beleven. Voor we vertrekken lopen we nog even over een enorm grote rommelmarkt aan de oever van de Cher.
In Sully-sur-Loire nabij het prachtige kasteel is er ook weer een zeer grote rommelmarkt die druk bezocht wordt. Overal staan er auto’s geparkeerd en kunnen we de camperplaats niet bereiken. In de late namiddag breekt er een onweer los en de markt eindigt. Wanneer iedereen weg is kunnen we alsnog op de camperplaats terecht. Vandaag staan we aan het kanaal in Souppe-sur-Loing, een rustig plaatsje om te overnachten.
Donderdag en vrijdag hebben we vele camperplaatsen bezocht waar de GPS ons langs vele kleina landwegen stuurde en we door verschillende leuke dorpjes kwamen waar de koeien nog over de weg liepen. Zaterdag hebben we twee camperplaatsen bezocht in Concarneau, het was voor de derde keer dat we daar aanlandden.
In de ommuurde cité is het altijd druk want dit is een geliefd toeristisch oord. Aan de overzijde van de stad is er een rustige camperplaats van waar we goed konden wandelen langsheen het water.
We kregen nu eens de cité te zien van over het water. Zondag hebben we de laatste camperplaatsen aangedaan waarvan één in Pont Aven. Ook een druk bezochte toeristische plaats aan de Aven, de schilder Gaugin heeft er een groot deel van zijn leven doorgebracht en blijkbaar vele kunstenaars geïnspireerd want er zijn ontelbare galerijen met schilderijen.
We zoeken een camping op want ik heb internet nodig om alle gegevens te versturen naar Facile Media. Het versturen van de foto’s lukt niet en daar moet ik wat anders voor bedenken.
Ons werk zit er op en nu bepalen we zelf onze bestemming en in de namiddag komen we in Carnac waar een heel veld met duizenden keurig uitgelijnde menhirs getuigt van de vindingrijkheid en ondernemersgeest van onze verre voorouders.
In Carnac en wijde omgeving vinden we geen vrije camperplaats we rijden dan maar verder en zoals vanouds gaan we dan maar op de parking van een winkelcentrum overnachten.
Dinsdag komen we aan in Guérande, waar het bekende “sel de Guérande” vandaan komt. De oude stad heeft nog een groot deel van zijn omwalling bewaard en via de prachtige poort komen we er binnen.
In de hoofdstraat met zijn vele winkels waar volop het lokale zout verkocht wordt is het druk met de vele bezoekers. In de stad zijn vele oude gebouwen zichtbaar aan het middeleeuwse stratenpatroon, het is er gezellig wandelen. In het midden staat een mooi kerk met prachtige glasramen.
De volgende morgen is het markt en wordt het centrum ingenomen door de marktkramers met hun kleurige kramen.
Het weer zit ons nog steeds mee en in de namiddag gaan we op de fiets om in La Baule vrienden van Noël op te zoeken. Het is fijn fietsen op een meestal vrij liggend fietspad. Bij de vrienden van Noël worden we hartelijk ontvangen en de gastvrouw blijkt een talentvolle schilder te zijn en we bewonderen haar talloze werken. Die zijn ook te bewonderen op haar website http://miguen.ekablog.com Donderdag bevinden we ons in St. Michel-Chef-Chef op een camperplaats met internetverbinding die helaas niet werkt naar behoren. We maken dan maar een wandeling op het strand en genieten van de goede zeelucht.
Vrijdag komen we op een camperplaats aan een rivier bij Rouans. Het is er aangenaam verblijven en aan de waterkant kant zit het lekker om te vissen. Zaterdagmorgen worden we wakker met regen en de lucht ziet erg donker, jammer want we hadden hier nog best een dag kunnen staan. We rijden dan maar verder en houden halt in Valanjou op een fijn ingerichte camperplaats aan een riviertje met nog vier andere camperaars van vier verschillend nationaiteiten.
Zondag bezoeken we Montreuil-Bellay. Nabij de omwalling kunnen we parkeren en via la Porte St. Jean wandelen we de stad in.
Het kasteel dat de trots van de stad is wordt nog steeds bewoond door dezelfde familie sedert meer dan 200 jaar. Het kasteel is schitterend onderhouden en gerestaureerd. We laten er ons rondleiden en komen tot de vaststelling dat we hier reeds jaren geleden geweest waren.
Onze volgende bestemming is de middeleeuwse stad Chauvigny. Op de camping commun al hebben we een mooie plaats met zicht op de oude stad.
Maandagnamiddag trekken we de stad in via steile en kronkelende straten bereiken we de oude stad. Een rondleiding met gids geeft ons een mooi inzicht over de geschiedenis van de stad waar de bisschoppen van Poitiers een ware vesting lieten bouwen met vijf verschillende versterkte burchten.
In de romaanse kerk krijgen we ook weer het gevoel van déja vu en ook hier waren we reeds eerder jaren geleden op bezoek geweest. Maar het blijft nog steeds leuk om in zulke plaatsen rond te lopen. Op de camping hebben we een goede internetverbinding en kan ik eindelijk mijn gegevens voor Facile en Route doorsturen.
Woensdag zijn we met mooi weer vertrokken naar Frankrijk. In Maubeuge heb ik een visverlof aangeschaft zodat ik rustig kan vissen waar mogelijk. Onze eerste halte was in Chatillon sur Sambre waar we reeds eerder waren en net als toen geen succes met vissen.
Donderdag reden we naar Chateau Thierry waar we op een zeer goede camperplaats terecht kwamen, in de prijs van €6,50 waren ook nette toiletten en douche inbegrepen en de camperplaatsen zeer ruim. De camperplaats is gelegen aan de rivier de Marne. Er loopt een fietspad langs de rivier en vrijdagmorgen fietsen we naar de stad die slecht 2km verder ligt en helaas houdt het fietspad daar op.
We lopen dan maar de stad in waar het net marktdag is op het plein voor het stadhuis. Een bekende figuur uit die stad was de verteller Lafontaine en verschillende kunstwerken in de stad herinneren aan zijn vertellingen.
Na de middag verder naar Provins een stadje waar nog veel van de oorspronkelijke omwalling bewaard is gebleven.
Het is erg heet wanneer we door de stadspoort stappen, toch willen we wat van het stadje zien. Het overheersende kasteel heeft weinig verdedigende functie gehad maar diende vooral als gevangenis.
Door de warmte is er weinig beweging op straat en lijkt het uitgestorven. Hier en daar zien we nog enkele middeleeuwse woningen. Het is er veel te warm om er te blijven slapen en we zetten koers naar Bray sur Seine, waar we op de kaai aan de Seine blijven slapen.
Zaterdag gaat het naar Chateaudun ook weer een plaats aangeraden in de Michelin gids van plaatsen die de moeite waard zijn om te bezoeken. Aan de voet van het kasteel dat hoog boven ons uit torent vinden we plaats om te slapen langsheen de Loir.
Via een trap met 200 treden komen we in de bovenstad. De donjon en binnenplaats van het kasteel zijn mooi bewaard. In de stad zijn weinig gebouwen te zien van voor de brand van 1720 die bijna de volledige stad vernielde. Voor het stadhuis ligt een groot plein met een mooie fontein en gezellige terrassen. Het is nog steeds zeer warm maar ’s nachts brengen onweer en zware regenbuien verkoeling. Zondag is onze bestemming St. Jean sur Mayenne. Zowat de hele morgen rijden we door de regen. Tegen de middag wordt het wat minder en kort voor ons doel houdt het op. We treffen hier ook weer een fijne camperplaats met goede voorzieningen en ruime plaatsen. Aan de overzijde nodigt een pad langsheen de Mayenne tot fietsen, dat is dan voor morgen.
Maandag en dinsdag fietsen we langs de Mayenne. Het is er fijn fietsen op het jaagpad de rivier slingert zich door het landschap. De mooie omgeving heeft ook de beter gegoeden aangetrokken want we zien langsheen de rivier vele kapitale oude landhuizen en kastelen.
De sluizen zijn overal mooi versierd met bloemen. We fietsen tot in Laval waar we genieten van mooie zichten op de Mayenne.
In de namiddag zetten we koers naar Chateau Gonthier en maken een wandeling door de oude stad. De stad is tegen de helling opgebouwd en we moeten heel wat klimmen om tot bij de hoofdkerk te geraken. Het is erg rustig in de stad, vele zaken zijn gesloten voor het verlof.
Woensdag komen we aan de rivier de Villaine bij het oprijden van de camperplaats herkennen we deze want we stonden daar reeds op een vorige reis. Langs de rivier loopt ook een jaagpad en dat nodigt dan weer uit tot fietsen. De rivier meandert door de vallei, het is erg warm en af en toe krijgen we wat schaduw van de bomen. Het is toch weer mooi fietsen.
Morgen beginnen we aan onze inspectieronde van camperplaatsen voor de gids Facile en Route.
Met een laatste blik op de Niagara watervallen verlaten we Canada en schuiven aan bij de grens voor de VSA.
Over de snelweg gaat het doorheen de staat New York naar Roslyn een voorstad van New York waar we de camper zullen inleveren.
In Watkins Glenn kamperen we niet ver van het meer waar het erg druk is.
Onze reis loopt op zijn einde wanneer we de Hudson over rijden en in de verte de stad New York zien liggen.
We hebben zo een 12.500km afgelegd, onderweg hebben we vele mooie en interessante dingen gezien en enorm genoten. We kijken nu uit naar een reis door Frankrijk.
Voor onze laatste dag in Canada gaan we een bezoek brengen aan het historische fort Erie. Wanneer we een afrit missen staan we voor de brug naar Amerika en kunnen niet zomaar terug rijden. Een vriendelijke beambte toont ons waar we terug Canada binnen kunnen, echter niet zonder tol te betalen voor de brug waar we niet overheen wilden.
Het fort was een strategisch punt voor de oorlog tussen Amerika en Canada. In 1814 werd er in het fort en omgeving hard gevochten tussen de twee legers en bij een belegering van het fort sneuvelden meer dan 1000 Engelse en Amerikaanse soldaten. Toen de harde Canadese winter ging beginnen vernielden de Amerikanen het fort en trokken zich terug naar de overkant.
In het fort krijgen we een rondleiding door een gids in het uniform dat de soldaten toen droegen.
In de keuken mogen we van de vers gebakken koekjes proeven en de kok ziet er wel doorvoed uit.
Na de bijzonder interessante rondleiding geven een Britse en een Amerikaanse soldaat een mooie demonstratie met musketten.
In het fraai ingericht museum leren we meer over het leven en strijden van beide partijen. Een Britse officier noemde na afloop van de oorlog, waarvan het vredesverdrag in Gent werd ondertekend, het een betreurenswaardig conflict tussen gelijkgestemde volken.
De streek waar we nu door heen rijden is dichter bevolkt, we rijden langs grotere plaatsen en de wegen hebben meerder rijstroken in beide richtingen. Het verkeer is er dan ook drukker en dat is weer even wennen. Gelukkig leidt de GPS ons feilloos langs Toronto, met .zijn vele verkeerswisselaars, verder naar Niagara Falls. De drukte rond de stad valt nog redelijk mee want vele Canadezen hebben vandaag een vrije dag. ’s Middags komen we op de camping aan waar we gereserveerd hadden. Bij de receptie kopen we combi kaarten voor de voornaamste activiteiten bij de watervallen, met deze kaart kunnen we 48 uur onbeperkt gebruik maken van de bus die ons naar de stad brengt. De halte is aan de camping en binnen 30 minuten brengt die ons tot aan de watervallen.
Het is warm en zonnig weer en er is erg veel volk op de been. De watervallen zijn erg indrukwekkend en er wordt langs alle kanten gedrumd om een goede foto te kunnen maken.
De muur van vallend water wordt grotendeels ontrokken aan ons zicht door het opstuivend water dat door de wind over de weg wordt geblazen. Vanavond wordt er vuurwerk afgestoken voor Canada Day en het volk blijft toestromen, alle plaatsen waar men kan zitten zijn bezet en overal op het gras zitten mensen te wachten op het spektakel.
Even na tien begint een erg mooi vuurwerk, maar kort nadien gaan den hemelsluizen open en begint het te stortregenen. Gelukkig had Anne een regenscherm meegenomen en bevonden we ons dichtbij de bushalte. We konden onmiddellijk instappen en de bus vertrok. Maar omdat nu vele honderdduizenden mensen op hetzelfde moment weg wilden zat het verkeer potdicht en de bus kon slecht stapvoets vooruit. Het duurde liefst anderhalf uur voor we terug op de camping kwamen.
Met de bus vertrekken we om half negen naar de Falls. We gaan een wandeling maken achter de waterval. We krijgen er gele regenbescherming en met de lift gaat het naar beneden. Langs een gangenstelsel komen we op twee plaatsen waar we ons achter de waterval bevinden, maar meer dan een muur neervallend water is er niet te zien.
Wat verder komen we bij een platform aan de zijkant van de waterval en komt onze regenbescherming goed van pas. Het water dondert aan ons voorbij en bestuift ons. Beneden zien we de rondvaartboten dicht tot tegen het vallend water komen. De hoeveelheid water die vanuit het Erie-meer hier naar beneden stroomt is onvoorstelbaar. Met de lift terug naar boven op naar de volgende attractie. Met een speciale cinemavoorstelling wordt enige uitleg verschaft over het ontstaan van de watervallen, we krijgen er ook weer blauwe regenbescherming. De voorstelling wordt gegeven in een ronde zaal zonder zitplaatsen en met reling waar men zich kan aan vasthouden. We krijgen achtereenvolgend in surround beelden van ijs, vergezeld van echte sneeuw. dan bevinden we ons tussen ijsschotsen en de bodem trilt alsof we er echt tussen zitten en opspattend water maakt de illusie kompleet. Het dondert en bliksemt van je welste. Wanneer dat natuurgeweld ophoudt bevinden we ons in een helikopter die over de watervallen vliegt, het lijkt allemaal levensecht.
Na de middag keren we terug, de zon schijnt weer volop en we weten niet waar te beginnen met fotograferen. Het is vandaag helder met minder opstuivend water en we hebben mooi zicht op de hoefijzervormige waterval. De waterval aan de Amerikaanse zijde is ook indrukwekkend.
Verschillende bruggen verbinden de twee landen . Het is nu minder volk dan gisteren maar het blijft druk met toeristen uit alle windstreken.
In de hoofdstraat Clifton Hill lijkt het wel één grote kermis met souvenirwinkels, eethuizen en attracties die op vele manieren trachten de toerist van zijn geld te scheiden.
Minigolf tussen de dinosaurussen een reuzenrad en nog veel meer. Het doet ons wat aan Las Vegas denken want ook het casino ontbreekt niet.
Vandaag maken we een rondvaart naar de waterval met de Hornblower, de “Maid of the Mist” die vaart vanaf de Amerikaanse zijde. Hier is regenbescherming onontbeerlijk.
Eerst varen we langsheen de Amerikaanse waterval waar we reeds wat spray meekrijgen. Dan varen we richting het hoefijzer en hoe dichter we bij het vallende water komen krijgen we de volle laag en van foto’s nemen komt niets meer in huis.
Het is wel indrukwekkend om zo dicht bij zulke natuurkracht te komen. Gelukkig kunnen onze dunne regenpakken ons behoeden van doornat te worden. We hebben nog één attractie af te werken en dat is de “White Water Walk”. We nemen er de bus naartoe want het is een heel eind van de Falls verwijderd. Met een lift dalen we af tot bij het water. Hier moet al dat water door een diepe kloof stromen. Het is dan ook een stroomversnelling van de 6de categorie die algemeen beschouwd wordt om niet bevaarbaar te zijn. Langs de waterkant is een mooi houten wandelpad aangelegd dat ons toelaat dat geweld te bewonderen. Het lichtblauwe water wordt hier met een hoge snelheid doorheen geperst met hoog opspattend water en hoge golven.
Dit water zal duizenden kilometer verder de landbouw van water voorzien. Wanneer we met de lift terug boven komen zien we aan de overzijde van de straat een grote Boedistische tempel.
Terug gekomen in het centrum wachten we in de regen op onze bus terug naar de camping. Niagara Falls is een echt natuurwonder waar we echt van genoten hebben.
Zondag weer heel wat kilometers afgelegd door de provincie Ontario, nog altijd veel groen en meren. In de buurt van de stad Sudbury staan er verschillende borden langs de weg die ons verwittigen dat we paard en kar kunnen ontmoeten. In deze streek wonen nogal wat Amish mensen en we zien inderdaad families die zich verplaatsen met paard en kar.
Wat verder bereiken we de camping waar we willen overnachten. Het is een grote camping die vooral seizoensplaatsen aanbiedt. Het geheel doet wat rommelig aan. Het zit lekker buiten tot een onweer ons verplicht te schuilen.
Maandag rijden we naar een camping bij de plaats Orillia aan de Severn waterweg. Onderweg zien we zoals we elders ook veel zagen dat er vele mensen op de rotsen langs de weg figuren plaatsen, gemaakt met keien en die een menselijk wezen moeten uitbeelden.
Het schijnt een gebruik te zijn van de Indianen. In de meertjes langs de baan staan vele waterlelies in bloei. De camping heeft ook vooral seizoensplaatsen, waarvan er velen uitzien als mooie chalets en er mooi verzorgd uitzien.
Er lopen verschillende kanaaltjes door de camping waar dan ook vele bootjes aangemeerd zijn. Het is erg druk want morgen is het Canada-day en we hadden geluk nog één van de laatst beschikbare plaatsen te bekomen.