Ligia is helemaal niet onnozel, maar een echte verzamelaarster van kunst, één van die zeldzame, die niet meer kunnen ophouden. Ik heb er vroeger een paar zulke gekend.
Terug van Ma, ik heb mij onmiddellijk gereed gesteld, want ze ging al van de eerste minuut in de aanval. Toen ik mijn mosselen wilde spoelen kwam ze op mijn vingers kijken. Mee wa doede da, mee water? Ge moet zoveel water niet gebruiken en hebde groenten? Ah ik heb wel een ajuin. Jamaar, wat is dat hier, dat zakje met gesneden groenten dat hier ligt, vraag ik. Jamaar, ik mag dat toch ne keer zeggen, wat moede anders zeggen. Vroeger probeerde ik dat altijd uit te houden, omdat ik dacht dat ze wel ging stil vallen, maar geloof het maar niet, ze kan dat gerust zes uur uithouden, tot ze zo hees is als een overwerkte pijpster. Ik word daar zot van, het duurt altijd twee dagen vooraleer ik mijn stress kwijt ben. Soit.
Terug naar uw knappe boek. Dat laatste verhaal. Heu, ik ben er even stil van geworden, maar het komt misschien wel terug.
Ik heb ooit een mooie boutade gehoord over schrijven, het is een Engelse: never let truth interfere into a good story of, vertaald, een verhaal moet niet altijd waar zijn als het maar een goed verhaal is. En dat is zeker waar.
In mijn vorige brief zei ik dat ik 10 jaar geleden verhaaltjes maakte van 1 blz. Ik hield toen van die stukjes bij uit de krant, van die faits-divers. En dan maakte ik dat stukje weer lang, opgebouwd zoals ik dacht dat het gebeurd zou kunnen zijn. Gisteren stond er weer zo eentje: een Israëliër ging op zakenreis naar Eilat en bestelde samen met zijn hotelkamer een hoertje. Die kwam binnen en het was zijn dochter. Hij biechtte alles op aan zijn vrouw, omdat hij dacht dat het toch zou uitkomen en deze zei hem dat hij onmiddellijk een deftig werk moest gaan zoeken voor hun dochter. Toen hij thuis kwam waren al de meubels weg en lag er een brief van de advocaat voor de scheiding.
Daar zit toch een schoon verhaal in hé? In de krant is dat maar 7 lijnen.
En nu de schilderkunst: mijn aquarellen kosten 2000/4000/6000 Fr. Zulke hebben Chris en Drisse gekocht. Nara en Asoeka krijgen elk een werk gratis.
Dan zijn er aquarellen van 10.000 Fr van 30 x 40 cm in een kader met passe-partout van 50 x 60 cm. Zoéén heeft Johan gekocht, maar hij heeft wel al twee schilderijen gekregen.
Ik denk dat ge beter ook zo twee neemt, dat kost u slechts 20.000 Fr en dat pluimt u niet.
Wilt ge echte schilderijen met olie op doek, dan is het 20.000 en 30.000 Fr per stuk, en dat is wel veel voor uw moeilijke tijden.
Later, veel later, kunt ge dan mijn grotere kopen van 40.000 en 60.000 Fr.
Allez, ik zal Dirk ook zoéén opsolferen, dan hebt ge aI1emaal hetzelfde en moet niemand onderdoen.
Met de Nagel op de Kop - Zelfdoding als Verlossing - Staf de Wilde
Volgens de statistieken gaan gemiddeld 3 Vlamingen per dag over tot zelfdoding, het aantal pogingen daartoe wordt op een tienvoud geschat. De publicatie van deze cijfers was een aanleiding voor de kranten om opiniestukken over het onderwerp af te drukken.
Zo maant professor Johan Braeckman ons aan (in De Morgen van 10 september) om niet op zoek te gaan naar een antwoord op de waaromvraag.
Daarin heeft hij gelijk, al is zijn advies een beetje mager als troost voor de nabestaanden.
Elke reden om voor het leven te kiezen, kan net zo goed een argument zijn om te willen sterven: zelfs de extatische beleving van de verliefdheid die in het algemeen toch als een hoogtepunt van levenslust wordt beschouwd.
Ik meen te mogen zeggen dat ik een ervaringsdeskundige ben. Het plan om er een einde aan te maken koester ik al sinds mijn zestiende en is immanent aanwezig gebleven in heel mijn leven. Mijn oudste broer heeft de stap gezet: ik heb daarom gehuild maar tegelijk heb ik hem bewonderd. En vooral: ik zag onmiddellijk zijn beslissing als een daad van verlossing. Om allerlei redenen was het leven voor hem immers een kwelling.
Mijn eerste stelling is dat onze appreciatie van de zelfdoding zal afhangen van onze houding tegenover de dood. En daarop rust nog altijd een zwaar taboe: meestal komt het erop neer dat we niet in staat zijn om met onze sterfelijkheid om te gaan. En naar mate ik ouder word en mijn tijd verstrijkt, voel ook ik de gruwel van de dood sterker aan dan vroeger.
In taalkundige termen uitgesproken betekent de dood dat we alle persoonlijke voornaamwoorden van de eerste persoon enkelvoud moeten schrappen: ik, mij en mijn.
Voor ons ego is dat een gigantische opgave. Het is gedaan met mijn genot, met mijn hoop en verwachting.
Maar, omgekeerd, is het ook gedaan met mijn zelfkwelling, mijn fysieke pijnen, mijn lijden aan dit leven. Zo gezien is de dood een verlossing. En daar tussenin heb je de stoïcijnse houding van onder meer Michel de Montaigne die in zijn Essays schrijft dat hij met de dood niets te maken heeft: zolang ik er ben, is de dood er niet; en als de dood er is, ben ik er niet meer.
Mijn tweede stelling is dat er bij de suïcide altijd een afweging gemaaktwordt van twee egoïsmen: dat van de nabestaanden die verdrietig zijn, zich in de steek gelaten voelen of geplaagd worden door allerlei vragen; en het egoïsme van de suïcidant die enkel denktaan zichzelf, aan zijn eigen wanhoop en lijden. Naar mijn mening is het onbegonnen werk om een moreel onderscheid te maken tussen deze twee egocentrismen. Ik zie wel een verschil in de tijd: het lijden van de suïcidant is actueel, dat van de nabestaanden is toekomstig. De feiten hebben bewezen dat het eerste niet gelenigd kon worden, aan het tweede is nog iets te doen door de nabestaanden op te vangen met professionele hulp of metmantelzorg. De wanhopige bewijst door zijn daad dat hij niet meer te troosten was, de treurenden kunnen dat nog wel zijn.
Ik geloof dat men niemand een dienst bewijst door het negatieve van de zelfdoding te beklemtonen, bijvoorbeeld door een bekrompen taalgebruik met termen als zelfmoord plegen. De nabestaande wordt niet geholpen door de gestorvene voor te stellen als een moordenaar. En evenmin kan men een kandidaat-suïcidant tot openheid bewegen als men zijn geplande daad voorstelt als een moord. Dit gemakzuchtige taalgebruik versterkt het taboe en over alles wat zich in de taboesfeer bevindt, is het moeilijk praten. Gij gaat uzelf vermoorden, is volgens mij niet de meest geschikte openingszin bij hulpverlening.
We hebben geleerd, om het even of we nu christelijk of humanistisch zijn opgevoed, dat tegenover het egocentrisme de liefde staat. Daarom moeten we in deze context ook de vraag durven stellen welke houding van meer of minder liefde zal getuigen.
En naar mijn aanvoelen zal dat voor de nabestaanden en andere (dikwijls gratuite) commentatoren in de eerste plaats begrip zijn. En voor dit begrip zijn er twee voorwaarden: men moet kennis hebben van het innerlijke lijden van de gestorvene en men moet het inzicht aanvaarden dat de dood niet het ergste is wat iemand kan overkomen. Integendeel, er zijn allerlei vormen van pijn denkbaar waarbij de dood door de lijdende zal ervaren worden als een bevrijding en verlossing.
Mijn broer is nog aanwezig, ik heb al verscheidene keren gepoogd zijn leven te verlengen in mijn woorden door over hem verhalen en gedichten te schrijven. Naar die woorden heb ik niet moeten zoeken, ze werden mij als het ware door zijn aanwezigheid gedicteerd.
Soms voel ik het gemis en dan zou ik met hem willen praten. Maar doorgaans is er de troostende gedachte dat hij van zijn kwellingen is verlost. Enmeer dan eens gebeurt het dat ik aan hem en zijn beslissing terugdenk met trots: jij hebt het gedaan en daar is verdomd veel moed voor nodig. Want het is en blijft een zeer eenzame daad.
Tetterettekentet.. ge moet gij zo niet lachen met al de occagen waarvan dat ik keure heb. Mama zegt dat er al twee vóór Hilma op de wachtlijst staan: ze wil mij gedomme koppelen aan Chris en ze zegt dat ook Claudîne reeds geruime tijd niet meer een weet hoe een man er bij loopt als er op zijn broek een bedenkelijke bult staat. Daarenboven zegt ze: ge weet nooit dat het afgeraakt tussen Geert en Tania en dan zou die misschien ook nog van straat af willen. Zo ziet ge maar dat Hilma haar eigen moet spoeden, want als ge de 50 voorbij zijt moet ge het al enkele dagen van tevoren weten... zoals ge zelf wel al gemerkt hebt (bij uzelf bedoel ik!). Nogal goed dat Frank en Lidy nog overeen komen want anders kan ik straks al de (h)exen van mijn broers gaan onderhouden. Ik heb in mijn nieuw huis alvast de grootste slaapkamer voor mijzelf gereserveerd kwestie van plaats genoeg te hebben voor wachtstoelen. A propos, ik kan u ook nog een goeie occasie aan de hand doen als ge afkomt. ..
Intussen ga ik al fluitend door het leven: soms door mijn fraaie lippen als voor een pieper in een teut te leggen, soms door van achter als een bombardon een serenade met geur en kleur te produceren en als ik de keure heb (spijtig genoeg gebeurt dit al te weinig) door van voren eens de schuiftrombone uit te halen.
Mijn onuitputtelijke goedheid, die ik ook voor mijn eigen aanwend, brengt me weer hier om de vissen te voederen. Daarjuist vertrokken tijdens een gat in de wolken, nog geen tweehonderd meter verder in een plensbui, direkt teruggekeerd, want ik had geen paraplu bij.
Gewacht naar een volgende gat, met paraplu in staat van paraatheid. Alleen het stuk dat ik moet afleggen in een straat met afzakkende kasseien en tramrails, heeft het geregend.
De vijver loopt al een week over. Ik heb al gedacht van er een paar emmers uit te scheppen, omdat die waardevolle vissen, ge kunt er een Italiaans kostuum mee kopen in Las Vegas, te beletten van tussen het gras te gaan zwemmen.
Uw avonturen in Las Vegas - het doet mij peinzen aan verleden jaar, toen ik in die hanghaar met knikkende knieeën zat, hing, stond en lag te lassen, met altijd dat stom liedje van Tom Jones in mijn hoofd: Oh, Las Vegas! - waarmee ik weer schuddebuikig heb gelachen, doen mij alweer uitzien naar uw toekomstig boek, waarin ik steeds meer begin te geloven. Ja, ik weet dat ge er geld zult moeten bijleggen, zoals ik aan mijn kaders, maar het blijft toch altijd iets uniek, de mensen koesteren boeken en schilderijen, ze zetten ze in kasten, zo met de betekenis, dit heb ik gelezen en ik heb ervoor betaald. Dat is nog iets anders dan gratis meegenomen in de bibliotheek. En dan nog. En van schilderijen 't zelfde. Ze houden ze bij. Als ze miskocht zijn, smijten ze ze nooit weg. Ze zetten ze op de zolder, maar wegdoen, nooit. En als 't goeie zijn, dan komen ze op tentoonstellingen en worden ze uitbelicht en soms zetten ze er koperen paaltjes voor met bordeauxkleurige koorden aan, zo van pas op, niet te dicht. En als ze op veilingen komen, dan worden ze opgestoken door scherp getrainde kieldragende adonissen met witte handschoenen aan.
Ja, als uwen kleinen in de haag valt met zijnen welo, dan zeggen ze: 't is weer da scharminkel van de Van Leuvens, in plaats van het recht te helpen, getooid in stofjas en witte handschoenen. Poepen kan iedereen, als ze willen, maar schilderen en schrijven, dat is een ander kostuumeke.
Ik zit mijn tekst hier even na te lezen en mijn dominante oog blijft haperen bij "hanghaar". Zou dat wel juist zijn, vraagt mijn ene helft aan de andere, in ieder geval, wat op mijn hoofd bloeit is hiervoor van toepassing.
Het dominant oog, ik heb dat gehoord op de radio. Ja, gij hebt al heel uw leven een dominant oog. Maar ge kunt dat uitproberen: ge kijkt naar uw scherm, of TV, op één meter afstand. Dan maakt ge een 0 met uw duim en wijsvinger en kijkt erdoor tot het scherm in het midden staat. Dan kijkt ge met uw één oog open tussen die 0 en dan met uw ander oog, en het zal opeens niet meer midden in de 0 staan, het scherm. Dan weet ge welk uw dominante oog is. Maar past op, ik ben dat hier nog eens toepasselijk aan het proberen en nu is mijn linkeroog dominant en normaal is dat mijn rechter. Dus moet ik nu naar de oogarts, ofsewel moet ik ophouden van Leffe's te gaan halen in Johan zijn kluis....
VEEL MENSEN VEROVEREN ÉÉN ECHTE KANS IN HUN LEVEN, MAAR WEINIG MAKEN ER DEFINITIEF GEBRUIK VAN
Ik had vroeger al één van datzelfde type gekend. Hij was ook uiterst actief en attent, bleef gene minuut stil staan (laat staan, zitten) en was meestal aan de telefoon, somtijds zelfs aan meer dan één op hetzelfde ogenblik, eerst om bevelen te ontvangen en dan later om ze uit te delen. Zonder twijfel iemand die de eerste graad niet helemaal heeft kunnen voltooien omdat hij te vroeg is moeten beginnen werken om de familie te onderhouden, maar begaafd met een natuurlijk en vooruitstuwend talent.
En zo werd hij rap tot chefkelner bevorderd en dan tot chefkok en dan tot restaurantmanager en toen de eigenaar het af wilde blazen, nam hij gewoon de zaak over, zonder veel papieren ermee bemoeid en met weinig cash, maar wel met veel beloften die gretig aanhoord werden door de kandidaat verkoper, vooral wat betreft zijn overvloed aan inspanning en aan exclusieve toewijding..
Die eerste had ook een raketsucces beleefd maar moest op den duur het onderspit delven tegen zijn gebrek aan kennis van geldbeheer, boekhouding en verder alles wat met theorie gepaard gaat. Hij is dan later vliegensvlug terug gezakt naar alledaagse garçom in een vuil cafeetje, waar hij verplicht was de dronkaards en de hoeren, dagelijks, naar buiten te loodsen..
Een gelijkaardige kelner heb ik nu meer recent leren kennen. Ook rap uitgegroeid naar uitbater van een deftig restaurant. Uiterst actief, snugger, modern, gebruik makend van alle soorten marketingtoepassingen, banners, blikroepers en alles wat nodig is om de aandacht te trekken van de eventueel geïnteresseerden. Zijn wettelijke vrouw dook zelden op in die voor haar vreemde omgeving, verloren dat ze zich waarschijnlijk voelde tussen al dat bruisend leven. Ze zag er simpel uit, nog simpeler dan die gewezen kelner en ze waren allebei nogal aan de mollige kant, hij voortdurend met zijn armen hoog in de lucht zwaaiend, zoals molenwieken in de wind en zij met haar handen in haar schoot, geduldig afwachtend.
Onlangs heeft hij haar op pensioen gezet en heeft hij zichzelf een nieuwe vrouw aangeschaft, meer aangepast aan zijn nieuwe stand en ambt, ietwat voorstelbaarder en vooral met belangrijke en vooruitpuilende borsten die onmiddellijk de blik vangen, terwijl ze haar kroezelachtig haar, vanaf de eerste dagen van hun verse verhouding, volledig plat is beginnen strijken, zodat, wanneer er ineens een felle rukwind opsteekt, het zelfs milagreus begint te wapperen, niet zoals met een blondje gebeurt natuurlijk, maar toch nog opwindend, zolang de kracht van de chemischtery blijft werken, vanzelfsprekend..
De laatste keer dat ik ze samen zag, was ze al ne hoop zelfzekerder, duidelijk de vrouw van de eigenaar vertegenwoordigend en vreemde bevelen uitdelend, terwijl haar man beschaamd zijn wenkbrouwen optrok, ernstige twijfels koesterend of ze, buiten haar borsten, ook nog andere voordelen aan kon brengen in zijn gloednieuwe zaak.
Enfin, ´t zal wel blijven duren zolang het duurt. Succes bekomt men als men stabiel is, trouw, eerlijk en toch nog altijd simpel blijft. Dat laatste alleen, echter, is niet voldoende.. en voor alle geval is zij, zijn tweede onderneming, al geconcentreerd aan het uitrekenen hoeveel dagen en nachten er nog tekort zijn om haar verdiende helft van zijn frisse eigendommen buit te kunnen pakken.
In een (indertijd) onstabiel land zoals Brazilië, vooral op sociaal en economisch gebied, vond ik het aangeraden sommige van mijn schaarse Braziliaanse spaarcentjes om te zetten in (toen nog keiharde) dollars. Nadat ik naar Recife was verhuisd bleef die drang zich aan mij vast kleven en zocht ik hier en daar en geregeld die begeerde groene briefjes aan de hand te krijgen, ook en onder meer door mezelf altijd bereidwillig te hulp te stellen wanneer de verscheidene vreemdelingen, op professioneel bezoek, zich hier aanmeldden en goedkope koopjes wilden verwezenlijken in de locale munt.
Op een bepaalde dag moest ik, voor het eerst, in het Consulaat van België in Recife zijn (toen in de Rua Visconde do Rio Branco) om mijn paspoort te verlengen en hoe groot was mijn verbazing niet toen ik vast stelde dat de Consul een Braziliaanse Jood was die amper enkele woordjes in het Frans kon stameren en zelfs geen enkel woordje in het Nederlands.
Het betrof zich om een man van middelbare leeftijd, nogal plomp gebouwd, stadig in strijd met zijn zicht, waarvoor hij voortdurend een enorm vergrootglas aanwendde. Wat mij het meest verbaasde, nochtans, was dat hij onder de Belgische vlag en het Standaard/Schild van het land, ook dollars op de zwarte markt onderhandelde en daarvoor zelfs over een telefonische dienst beschikte. Een zwarte markt ondernemer en duidelijk een Braziliaanse wet overschrijder, beschermd door de Belgische overheden, veroorloofde hem, zoals alle andere wettelijke afgevaardigden van gelijk welk land, de gehele wereld rond te reizen met al zijn zakken volgepropt met vreemde munten, zonder met de schrik te moeten leven afgetast te zullen worden door lastige douaneambtenaren. Niemand mocht hem verstoren in zijn lievelingsjob, nu hij zich eenmaal onder bescherming vond van Koning Boudewijn. Vanaf die dag kocht ik mijn dollars daar en op den duur begon hij zelfs mijn cheques te aanvaarden en nog later, mijn aangekochte dollars bij mij thuis te doen afleveren door zijn daarvoor speciaal aangeworven motoboy.
Ik leerde ook zijn dochter kennen, een tenger en bleek meisje met triestige ogen, waaronder zakken verraadden dat ze slecht sliep, altijd zedig gekleed en met dat blauwgrijsachtig speekselke, net zoals haar vader, in haar mondhoeken gekleefd. Op den duur begon ze echter te vrijen met een Braziliaanse, typische, playboy die hoogst waarschijnlijk (want ze was echt niet schoon) meer uit was op de schatten en de ondernemingen van haar lief vaderke, dan op haar fijn spleetje en het duurde niet lang vooraleer deze, de aantrekkelijke, de ladder opgeschoven werd, van dollar-afleveraar thuis, naar dollaronderhandelaar, maar nog altijd op de verste hoek van de onderhandelingstafel, weliswaar, geplaatst.
Gedurende één van mijn volgende bezoeken, echter, werd ik ingelicht dat hij, de vader, die nacht daarvoor abrupt deze wereld had verlaten, toen hij, om drie uur, de drang niet had kunnen bedwingen zijn dikke darm te ontruimen en dat hij door het geweld van zijn inspanning een hersenbloeding had geleden, waardoor hij onbekwaam is geworden nog recht te wankelen en hij ter plaatse, zittend, is overleden (sedertdien vermijd ik snugger mij ´s nachts naar de grote wc te wenden en indien onvermijdelijk, geen ferme stoten te produceren om rap de overschot te trachten kwijt te geraken).
Twee weken daarna, toen ik daar toevallig terug moest passeren, zat de buik van de dochter al vol met kleine kindjes en zat hij, de bijna ex-schoonzoon, op de belangrijkste stoel van de zwarte markt onderhandelingstafel, onder het beschermend schild van ons geliefd vaderlandje.
Heel waarschijnlijk omdat hij geen Jood was, maar een woekeraar van een kleiner kaliber, heeft hij de titel van Consul niet kunnen bekomen, die dan, wat later nog, afgeleverd is geworden aan een zekere Jozef Bumps, een Vlaamse Jood die tot heden zijn titel heeft kunnen bewaren, alhoewel hij bekwaam is geweest sommige van mijn meest belangrijke originele documenten te verliezen, waarschijnlijk toen zijn meid die bladeren heeft verward met wc-papier..
Ik ben vanzelfsprekend gene enkele gecomplexeerde en onevenwichtige artiest en nog minder een extravagante en onnozele schilderaar. Ik begrijp zelfs de bedoeling niet van praktisch alle abstracte schilderijen en ken gene knoop van de verhoudingen tussen lijnen en oppervlakten, terwijl ik ook van de kleuren gene barst versta.
Máár, er bestaat een máár.
In het restaurant waar ik mijn dagelijks biertje rustig zit op te slurpen hebben ze onlangs een schilderij aan de muur gehangen waar er voordien een Tv-toestel stond. Prachtig gedacht. Perfect.
Het begint mij nu echter zodanig op te vallen dat dat schilderij niet overeen kan komen met de werkelijkheid, dat ik er mijn hoofd over aan het breken ben. Om het beeld voor de lezer duidelijk te maken: er bestaan, op dat rustig landschap, vier simpele huisjes aan de rand van een rivier en hun weerspiegeling daarin is duidelijk zichtbaar, alhoewel niet helemaal realistisch, vind ik. Maar daar gaat het ook niet over. Het probleem is dat drie van die vier huizen hun linkse hevel (gezien vanuit hun voordeur) ten toon stellen, terwijl het vierde huis, blijkbaar op dezelfde rij, zijn rechtse hevel voor beschouwing aanbiedt.
Of zowel staan die vier huizen niet op één rechte lijn, maar maakt de rivier een scherpe bocht tussen het derde en het vierde huis, of zowel staat het vierde huis niet op diezelfde rij, maar er schuin achter.
Ik herinner mij nu dat, toen ik pas in Brazilië gearriveerd was, een afgevaardigde van de regering mij naar een fabriek in São Paulo had geloodst om daar eventueel als industriële tekenaar aangeworven te worden. Dat was echt mijn bedoeling niet geweest (alhoewel ik dat beroep ook had geleerd in de wereldberoemde en befaamde Vakschool van Roeselare), terwijl ik op Brazilië aan het aanstreven was. Eerder een "ezelvasthouder", maar niet dát (t zal te zien hebben met mijn gebrek aan dieptegezicht).
De chef ingenieur had toen een opgevouwde tekening vanuit zijn tafellade gehaald en open geplooid en had persé willen weten wat ik daarin meende te onderscheiden. Het was nochtans geen tekening in perspectief en wel een gedetailleerde afdruk van een machinestuk, met al mogelijke afmetingen en technische eigenschappen en bepalingen.
Ik verstond toen nog geen woord Portugees, kon onmogelijk nader bepalen over welk soort machinestuk het zich eventueel zou kunnen betroffen hebben en besloot mijn mond, vol met tanden, dicht te klampen. Gelukkig ben ik toen niet aangeworven geweest en de volgende firma waar ik werkaanvraag deed, was deze waar ik nu 37 jaar voor gewerkt heb.
Dus nogmaals, ik ben absoluut geen kunstwerkontleder en zelfs geen industriële tekening ontleder, maar dat er iets verkeerds bestaat met dat schilderijtje, dat bestaat er...
Ik ken geen andere Rudo, dus, waarom dan Beste zeggen? Ik ken wel een hoop Geerts en ik ben er zeker de beste niet van.
't Is goed nieuws, in uw mail van gisteren.
Johan zal u eens polsen hoever uw investeringsbudget reikt. Nara belde vanmorgen dat Drisse ook een werkje koopt en Chris ook.
Vandaag is het familiefeest voor moeders verjaardag. F. heeft iets formidabels georganiseerd: gaan eten in een restaurant in Lokeren, 1000 fr per man, zonder drank.
Sterke organisatie.
Ik heb onmiddellijk gezegd: daar doe ik niet aan mee. Ik heb daar geen plezier aan en het kost nog geld ook.
Daarom, en niet alleen uit protest, ben ik vanmorgen naar de St. Pietersabdij naar een formidabele tentoonstelling geweest: 7000 jaar Perzische kunst. Om complexen van te krijgen. Als ge dat ziet, dan is er maar één conclusie: in al die tijd is de technische en wetenschappelijke wereld enorm vooruit gegaan en de cultuur achteruit.
Gisteren ging ik nog eens naar een andere tentoonstelling: een confrontatie tussen oude en hedendaagse kunst rond het thema symbolen. Ik was al eens geweest en ik liep al die tijd te knarsetanden, zo'n rommel, die hedendaagse 'kunst'. Ik was van plan een scheldpartij in het gastenboek te schrijven, maar ik heb mij alweer wreed ingehouden. Ik schreef: oude kunst: 6, nieuwe: O, verwijzend naar de uitslag Barcelona - Genk, in de Europese Champions league: 6 - O.
Van de week heb ik, op mijn eenzame tentoonstelling, uw mail gelezen naar Nara, waarin de beginbladzijde van uw boek.
Eerst nog een andere bedenking: ik had dat nu eens zo echt goed op met mijn tentoonstelling: ik ben nog eens naar de Delhaize gereden, omdat Asoeka daar twee affiches had afgegeven en de verantwoordelijke had ze aan de voordeur gehangen en aan haar infobalie. Ge kondt die winkel niet in of ge moest er twee keer op ooghoogte naar kijken. In Gentbrugge wonen er 25000 mensen en Delhaize is de enige supermarkt in de buurt. Die affiches hebben daar 14 dagen lang gehangen. Waarom dan zo weinig volk? Natuurlijk was het een dinsdag, woensdag en donderdag, maar ik denk dat ge, om succes te hebben, het erin moet rammen. Het komt nooit zomaar vanzelf, of omdat ge geluk hebt.
En dus, voor uwen boek, zomaar naar een uitgever gaan en wachten tot de mensen het boek kopen, dat zal nieten zijn. Er moet een marketing gevoerd worden. Misschien door een gespecialiseerde firma, anders zal het, zoals bij mij, een familiefeestje zijn.
Aldus gezegd, zult gij de mensen die ge vernoemt, Nonkel Marcel en Schatteman, moeten beschrijven, zodat de literatuurliefhebber zich daar een foto kan van voorstellen.
En als het niet geeft, nog wat tips:
Vervang alle versleten uitdrukkingen: die zijn passé. Bijvoorbeeld: dat verkoopt als warme/zoete broodjes. Verkopen warme/zoete broodjes goed? Ik denk dat chips beter verkopen. Of dat loopt de spuigaten uit. Waar komt dat vandaan? Wat is dat? Of goed uit uw doppen kijken. wat zijn dat "doppen"? Of, dat is een dubbeltje op zijn kant. Een dubbeltje is een oude Nederlandse munt. Zeg dan liever; een stoel op één poot zetten, par exemple.
Het woord pest, dat ge gebruikt, moet ge vervangen. De pest is uitgeroeid en niemand heeft er een idee van wat dat eigenlijk was.
Gelukkig, ik ben de enige en dus, zeker en vast, BESTE Rudo. Gelieve mijn volledige naam te gebruiken in de toekomst (spijtig voor u dat er zoveel G.'s bestaan).
Maar, om het huis met de deur binnen te vallen (ook een oud cliché eigenlijk, maar zoals ge zelf beweert, in de kunst: hoe ouder hoe beter), de eerste stappen in het leven zijn de moeilijkste. De eerste bladzijden van een boek, ook. Ik heb weinig tijd nu, want binnen een beetje moet ik terug naar Recife en dan zal ik wel eens uitbreiderig antwoorden. In alle geval, ik besef het ook: of zowel trekt ge terstond de aandacht of zowel verliest ge hem onmiddellijk. Weinig mensen geven u de kans nog enkele verdere bladzijden voort te willen lezen...
Maar ge kunt me helpen: verbeter ze. De eerste bladzijden, bedoel ik. Of denkt ge dat ik direct met een anekdote moet beginnen?
Het is ook interessant te begrijpen dat ik het niet belangrijk vind een schrijver genoemd te worden. Mijn enige echte bedoeling is mijn geweten te luchten (mijn honderden kleine geheimpjes, plus enkele woorden over mijn kennis van verkeerde zaken) en genoegen te verstrekken aan de toevallige lezers, zoiets als: ei!, dat was geestig, ik was een beetje triestig, maar nu voel ik me opgewekt.. Één enkele glimlach te hebben veroverd, is al degelijk een overwinning.
Allez, zo'n kans verliezen om aan iedereen van de familie een schilderij te verkopen! Ge kont aan de ingang gaan staan van het restaurant en zelfs aan andere "eters" verkopen. Zelfs F. zou er niet aan weerstaan..
Johan, fluks en monter komt weer zwevend de trap af, terwijl hij iedereen die hij onderweg tegenkomt onder hun kloten geeft met de welgemikte uitspraak: mensen met boten zijn dwazekloten.
Ik kon hem nog niet het relaas vertellen van hetgeen een mechanieker op mijn werk vertelde: een boot ligt weken en maanden stil en de olie drupt langzaam naar het carter, zodat de krukas droog wordt en als hij gestart wordt dus droog draait. Daarom is het beter vóór iedere start een beetje olie bij te voegen. Bij een camion is dat niet nodig omdat die dagelijks rijdt natuurlijk.
Jamaar zegt hij, er is boven nog een mail van Rudo A.
En dus zit ik hier, tussen allerlei smerige affiches met daarop smerige slogans, zoals "mensen met een huis hebben jeuk aan hun kruis", uwen langen mail te lezen, over de blauwoge Jan die inspiratie zocht in de verkoeling van een plas toiletwater, hetgeen mij doet terugdenken aan een scène, in ma's appartement in Gent, waar ik op een avond, halfgevuld met vodka, eenzelfde afkoeling heb gezocht, met mijn broek aan mijn enkels en mijn gat in het deurgat, terwijl gij schunnige liedjes bralde zoals: het gat van een dronkaard is het ziene waard.
Ik krijg die attachements hier niet open.
Maar woensdag ga ik naar de Lidl, een goedkope winkelketen. Daar verkopen ze een kleurenprinter voor 50 euro. De cartige alleen kost al meer. En die ga ik hier installeren en de beste foto´s eens uitprinten om er kunstwerken van te maken.
Ondertussen jeuken mijn handen inderdaad om weeral mee te doen met wedstrijden: er zijn er twee nieuwe: kunst in het water in Leuven, waarvoor ik een beeld bezig ben dat 1,5 m hoog zal zijn en in het water zal "staan" drijven terwijl het ronddraait door de wind. Het stelt een wolk voor zoals die uit een koeltoren komt en bovenaan uitloopt op een vrouwentorso met de mooiste bortsen die ik al gezien heb.
Dat doet mij denken aan de tijd dat ik in Italië rondfietste met mijn tentje. Op een zeker moment zat ik op een strand, er waren bijna geen mensen. Er kwam een jong koppel toe en het meisje deed na enige tijd haar bh af. Zo een mooie borsten heb ik nog nooit gezien, zelfs niet op kunstwerken. Het was meer dan een esthetische beroering. Het was nog meer dan dat, ik kon het niet geloven en ik denk dat ik werkelijk met open mond ongegeneerd ben blijven kijken. Maar dat heeft echt niets met sex te maken natuurlijk.
Alhoewel, als ik zoals gisteren aan haar borsten aan het frotten ben om ze een beetje op te krikken of af te slanken: allez, ik zou zeggen 't geeft een goed gevoel.
En er is nog een wedstrijd voor een nieuw gebouw van de VDAB in St. Niklaas. Het mag 1,5 miljoen bef kosten. Daar zal ik ook een ontwerp voor indienen: een wolk die langs de gevel naar beneden glijdt, een beeld dat ik met esthetische verstommeling gefotografeerd heb in Rio, waar op de bergen plompverloren wolken liggen uit te rusten gelijk een hond op een zetel.
Ik begin er in te geloven, in uw boek. Soms, ge weet het waarschijnlijk niet, gebruikt ge nieuwe woorden die volkomen logisch zijn: zoals "tuigen". Ik tuigde ergens naar toe, schreeft gij onlangs. Ik zit daar al een tijd op te dobben: dat klopt eigenlijk: voertuigen, vliegtuigen, vaartuigen, dat zijn voorwerpen maar het kunnen ook werkwoorden zijn, ik vliegtuigde naar huis.
Hier, na het lezen van uw hilarische mail, zit ik gerustgesteld en tevreden, naast Johan, die zo goed is geweest uw rekening een heel klein beetje aan te spreken, alom uw kunstinvestering te voldoen.
Want, vandaag, om 14 uur heb ik mij een moto gekocht, goed van staat en rank van lijn, in de staat piekfijn.
Hij is al 15 jaar oud, 100.000 km, maar, zo te zien een echte garage-moto, waarop al meer gewreven is dan op madam. Zeven duizend km per jaar gereden als het goed weer is en met de haardroger weer in vorm gebracht.
Allez, ge zijt bedankt voor uw hulp.
Mijn kleine blonde vriendin met blauwe ogen is met haar pruimke toch in de siroop gevallen, met zo'n lief als ik momenteel. Als ik bepeins dat Taniatje mij moest zien toekomen met de trein, ocharme dat schaap en haar twee dochters, die daar in het deuregat zaten te gapen, een lief dat afkomt naar Nazareth met de trein. Joenges toch.
Morgen stuur ik een meerdere fax, want dan is het Johans toer om te oma-sitten.
Vervolg van de dialoog gvoerd met dat vriendinneke van gewezen Rudo Jr. gisteren en vandaag, verjaardag van zijn dood...
Sim, sou o pai dele e no dia 18 deste mês vai fazer 9 anos que ele faleceu. A religião que ele praticava, de certa forma, deu um sentido na vida dele (achava ele) e foi a mesma religião que lhe tirou a vida. Eu já era ateu e depois disso, graças a Deus, fiquei mais ateu ainda. Hoje, como ontem, percebo nitidamente que as diversas religiões são uma das maiores causas de todos os desentendimentos existentes no mundo e com certeza de quase todas as guerras, em todos os tempos. Nunca proibi que ele praticasse a religão que ele quisesse mas esperava que ele, com o tempo, enxergaria a realidade nua e crua e constatasse o que nos realmente somos: NADA e para o NADA voltaremos. A religião, na verdade, foi inventada pelos homens, de todos os lugares e em todos os tempos, para dar este sentido à vida, mas está sendo usada, desgraçadamente, para enganar, roubar e matar.
Se Rudo Jr. amava vocês, é que vocês mereciam ser amados, mas eu não vejo a necessidade de ter que pôr um Deus no meio disso...
Rudo
Sr. Rudo, entendemos e respeitamos a sua opinião, mais realmente escrevemos esse recado ao Sr. como forma de expressar o quanto ele foi importante para minha família. Sentimos muito a falta dele.
SEU FILHO era um Ser Humano único, ímpar. Este nome Rudo é tão difícil encontrar ... Rudo para nós, significa AMIGO. Rudo seria o nome do nosso filho, se tivessemos um menino, mais tivemos duas menininhas rs , mais que já sabem também o quanto ele foi especial em nossas vidas. É dificil falar, escrever dele e não se emocionar. Um grande abraço ao Senhor.
Márcia e Ricardo.
A emoção ao falar dele, ou ao ouvir falar dele, toma conta de mim também. Não choro com facilidade mas a minha voz embarga imediatamente e não consigo evitar que uma lagrima escapa dos meus dois olhos, nem na frente de outras pessoas. É inevitável, mas pudera: ele era meu filho único. Formado engenheiro e formado homem.
Eu disse bem: ele era filho único, porque depois da morte dele comecei a freqüentar (como ele me ensinou) um abrigo, aqui em Recife, para onde já me havia mudado e da onde as autoridades judiciais me presentearem, um ano depois, com uma filha nova, então com cinco anos de idade e que hoje é campeã pernambucana de Judô (já é faixa roxa) e que igual a ele, é bonita, super inteligente, responsável, estudiosa, pontual, carinhosa, esforçada, bondosa e amada...
Chego a duvidar, com algum remorso, se eu nao amo ela mais do que amei meu próprio filho...
Abraços, no dia do aniversario da morte dele, para vocês dois.
...en vandaag kreeg ik de volgende boodschap van een voor mij onbekend koppel.. ('t is in het Portugees, maar ge kunt wel een vertaalmachine gebruiken).
"Sr. Rudo não sei se o Sr. é a mesma pessoa que estou pensando. Mais eu e meu esposo tinhamos um grande amigo chamado Rudo Van Leuven que hoje não esta mais entre nós ele faleceu em 2001. Ele foi nosso padrinho de casamento, e era uma pessoa muito querida na nossa igreja. Meu esposo e ele eram grandes amigos. Se for mesmo o Sr. Pai dele, saiba que ele foi uma benção na nossa vida e que o Sr. continue se pode ter certeza que seu filho foi um grande exemplo para todos nós aqui. Abraços Márcia e Ricardo (Igreja Nova Vida de Piedade)."
...aangezien er geen slecht nieuws is, zal ik maar beginnen met het goede.
Ja, de kraakverse euro's die de Stad uit de zakken van de Gentenaars genepen heeft zijn verleden week geruisloos op de rekening van mijne vzw gestort en de postman heeft het verheugende rekeninguittreksel in een scone envelop in mijn buske gestoken, zoals de pastoor de kelk met de overgebleven hosties in dat kastje op zijn altaar plaatste, in de tijd dat we verplicht waren naar die voorstellingen te gaan kijken en van deze gelegenheid gebruik maakten om, tijdens de terugkeer van de communie, eens piepsgewijze rond te kijken, welke schone medebewoonsters er mogelijks zouden gerekruteerd kunnen worden om de brandende lippen op uit te duwen.
Van ganzen versmoren, daar hadden wij (ikzelf) nog geer ambities voor, hetgeen waarvan ik nu veel spijt heb. Maar ik zal het misschien nog proberen goed te maken.
Maar ik laat mijzelf afleiden. Dat komt door de massa attachments bij uw voorlaatste mail, die ik niet kan openen, omdat deze computer in een onecbtelijke relatie staat met de hoofdcomputer boven, die beveiligd is tegen ongemakken zoals virussen, die verstopt in blote madammen, onschuldige huiskamers binnen dringen.
Ik heb dat schoon en eerlijk verdiend geld dan overgeschreven op mijn rekening en nu sta ik hier met een eerste lading bruine biljetten mijn schulden te voldoen, alhoewel J. hier nergens te zien is, uitgezonderd op de fotos van zijn trouw. En zoals Jezus het al zei, toen hij de bijbel aan het dicteren was: er is in de hemel meer vreugde voor geleend geld dat terug betaald wordt dan voor geld dat verdiend wordt.
(Wij onderbreken even deze mail voor een speciale melding. Zopas stuikt Eva hier binnen in het gezelschap van een goedvoorziene bult, ze zegt halo en snokt de deur toe en trekt hem naar boven. Einde van de dienstmededeling. Allez, An en Johan mogen gerust zijn, ze is voor de jongens)
Ik zet nu eerst alles op mijn tentoonstelling volgende week: dus heb ik met mijn spaarzaam familiefortuin kaders en lijm gekocht, affiches gemaakt, zaal gehuurd en als ik nieten verkoop zal ik nog just genoeg hebben om eens te gaan eten met Tania. Ik heb haar dat beloofd, want in de twee jaar dat we samen waren heb ik maar twee keer getrakteerd, omdat ik liever potten verkocht. Ze is nu echter met iemand anders, zodat ik haar zal mogen vergeten.
Maar zulks deert mij niet, ik zal eerst die moto hebben en pas dan zoek ik mij het lief voor de volgende jaren, want ik wil niet meer op vrijerspad met een velo.
Gisteren heb ik met Asoeka de laatste affiches gaan rondhangen in Gentbrugge. Nara had er al een hele hoop gedaan. Asoeka kwam telkens met een gelukzalige glimlach uit de winkels: ze hield, als ze binnenkwam de affiche voor zich en vroeg of ze die mocht ophangen en de mensen zeiden altijd: Fredje! ja natuurlijk! Zelfs de shieke zaken die nooit affiches uithangen.
Ge kunt u wel inbeelden, dat ik daar intens van genoot. Na die twee jaar martelgang vol onzekerheid en tegenkanting, ben dan ook nogal gerust van de verkoop, die ik zó zal doen: kopen is betalen en meenemen, zodat ze op stang gejaagd worden: niet onmiddellijk beslissen kan te laat zijn. Ge moet mij niet leren verkopen, ik heb zeven jaar een galerie geadministreerd en heb vijftien jaar veilingen achter de rug. Het is al psychologie.
Maar gisteren had ik opeens, terwijl ik in de Asoeka's auto (BMW: zij is van zekere stand) zat te wachten, of als we rondreden op zoek naar geschikte winkels en ik zag overal die affiches die Nara al gehangen had, dat gevoel van: nu is alles gedaan om het te doen lukken en mijne dochters hebben daar ook aan meegewerkt. En ik heb gisterenavond in mijn dagboek geschreven: voor de eerste keer besef ik dat dit de ware betekenis is van kinderen hebben: een stuk van uzelf dat verder leeft in een jonger lichaam.
(NB vanwege de blogger: een wijze en uitzonderlijke commentaar en daarom de rode onderlijning)
Zo snapte ik beter wat u bezielt met uw kalvarietocht om een of meerdere kinderen. Als ge er alles voor doet...
Nara begint op 1 oktober met een broodjeszaak aan het St.-Pietersstation. Het sloeg als een vIiegtuig in mijn hart: hoe dat jong lichaam dan wel verplicht is om hotsend en botsend in leven te blijven door te werken, risico's te pakken en tegenslagen te overleven.
Asoeka had een stevige knuffel nodig, ze is er nog altijd niet goed van, van Tom. We hebben lang gebabbeld, we hebben nog nooit zo'n goed contact gehad. Ja, ik weet dat u dat allemaal niet vrolijker maakt, dat ge zelfs peinst, diene smerigaard..
In mijn ijver om zoveel mogelijk schilderijtjes klaar te hebben was ik vanmorgen druk bezig om er een aantal een laatste touchke te geven en om ze sneller te doen drogen stak ik ze 10 minuten in mijn oven op 40 graden. Maar bij delaatste was er iets fout gelopen: de oven werd warmer en warmer en ik was alweer zo gelukkig met die geuren van verf dat ik uit mijn nirwana werd gehaald en pas dan besefte wat er aan het gebeuren was: 150 graden en het schilderijtje juist van plan om te beginnen branden.
Ik heb er al zodanig veel dat ik, als ik ooit eens tegen iets moet protesteren, ik ze in het openbaar in brand zal steken. Dat is het wat een kunstenaar eens gedaan heeft onlangs: omdat hij geen subsidies kreeg stak hij al zijn schilderijen in brand en hij heeft het nieuws gehaald, maar geen subsidies gekregen weliswaar.
Zoals er in uw kwade mail Gij Held?! te lezen staat, stoort ge u geweldig aan het arrogant gedrag van de Amerikanen en de Joden. Wel, hier ligt uw kans, koop al dienen afval voor de helft van de prijs en ik steek ze dan openbaar in brand om te protesteren tegen al dat onrecht. Twee vlinders in één vlinderslag.
Er was eens een Limburger en hij ging met twee Westvlamingen op safari naar Kenya. Ze trokken door de wildparken en filmden de leeuwen. Maar omdat die daar zo lui lagen te liggen, begonnen die Westvlamingen stenen naar hem te smijten, om een beetje meer actiebeelden te kunnen maken.
Een van die stenen trof raak en de leeuw kwam op hen afgestormd. De Westvlamingen renden naar hun auto, maar de Limburger bleef gewoon verder filmen. Die Westvlamingen riepen hem door het venster: allez, jong, naar hier! En die Limburger: waarom? ik heb toch niets gedaaaaaaaan?
Gij, nog maar één caipirinha per dag? Ge gaat toch geen grote glazen kopen zeker.
Ikzelf, nu al meer een man met standing, heb mezelf uit de slotgracht getild, waarna ik mijzelf heb toegestaan van niet meer, zoals in de donkerste tijden van mijn bestaan, flessen wijn te drinken van 40 fr eerst, dan (wegens niet te doen) 70 en daarna flessen van 100 fr. Nu tot het cultureel hoogstaande niveau van 150 fr per fles. Mijn drankverbruik is dus rap duurder geworden. Van inflatie gesproken. Maar ik probeer mijn uitgaven verder te beperken tot 330 fr, all in, per dag, hetgeen zeer goed gaat, veel fruit en groenten en bijna alle dagen vis.
An en Johan zijn bij ma, alwaar ik verleden week was, toen ze mij, zoals altijd, geheel, 6 uren lang, in beslag nam om mij te bemoederen. En ik mij opwindend: wilt ge daar ne keer mee ophouden, ik ben vijftig jaar, en zij: oe, ik mag dus geen moeder meer zijn? En ik: zijt gij maar moeder van Frank en Hilde, zij hebben dat graag.
Allez, tot eens met Asoeka in Brasil misschien, maar eerst een weekje naar Marakesh, Marroko, eind oktober. Als ge een hoopje geluk wilt lenen, altijd bereid.
Zoals ge natuurlijk, ondertussen, al verondersteld zult hebben, is de tweede bloedtest van Ligia, die we gisteravond gekregen hebben, negatief. Vooraleer we samen een (symbolische) mis hebben bijgewoond in de kerk hier dichtbij, ter gelegenheid van de eerste verjaardag van Junior's vroegtijdig heengaan, besloten we eerst de uitslag van de test te ontvangen om dan, hoe dan ook, met nog meer, of zowel met minder reden, de bestelde mis (ik herhaal het, méér voor Junior zelf, Ligia en Hilma, die het mij gevraagd hadden) bij te wonen.
Ongelukkig genoeg kregen we een tweede motief om het hoofd nog wat nog dieper te laten zinken...
14 Mei, 2002
ja, 't is niet dat ik er niet mee bezig ben, maar 't is altijd maar uitstellen en ge kent dat.... Allee, 't is jammer dat het wat moeilijk is, maar 't zal wel ne keer lukken zeker... Pas maar op dat het er niet ineens een stuk of zesse zijn.
Nara heeft een schoon kindje op de wereld gezet. Een braafke: helemaal de peter van zijn moeder zeggen ze. Zo te horen is het de enige die onze stam aan het verder zetten is. Van Bart: geen nieuws. Van Jan Cocle: hij is nog aan het uitzoeken waarvoor dat piemeltje eigenlijk dient. Charlotte denkt wel dat ze vrijt, maar dienen jongen weet het nog niet geloof ik. Alexander oefent alle dagen beweert hij, maar ik begin te vrezen dat hij te kort schiet. Frederik zit sinds september in Curação op stage. Ik hoop maar dat er daar geen kleine Van Leuventjes achter blijven, zonder dat ik het weet. Céline is iedere week op nen anderen verliefd en zo gaat dat ook niet. Asoeka ziet wel alle dagen vers vlees in de beenhouwerij van Tom liggen, maar 's avonds zal ze wel met afkeer van worst te kampen hebben. Die van Johan, ja, daar spreken we nog niet van zeker, hoewel Helena wel een rappe zal zijn geloof ik...
't Zal dus wel van onze generatie moeten komen denk ik. Maar ja, stel u voor: ziet ge dat nog gebeuren bij Frankske? Hij zegt dat het "van niet willen" is, maar ik weet het niet zulle! Op Hilde moeten we ook al niet rekenen: met drankskes en zalfkes van de charlatans zal het niet helpen vrees ik: hoedanook moet er een vent aan te pas komen. Ik, wel ja, ik probeer ook iedere dag, maar Rita denkt dat mijn chargebuze verstopt zit. 't Is wel waar, maar ik gebare intussen van nieten natuurlijk. Geertsen wil alleen maar vogelen zonder kop en dus daarop moeten we ook niet rekenen. Johan durft hem niet meer riskeren: vier vrouwen in zijn kot is al meer dan genoeg. Hoe zoudt ge zelf zijn!
Blijft nog over: gijzelve. 't Is dus een hele verantwoordelijkheid die gij op uw schouders torst. Denkt er aan iedere keer als ge een donatie doet aan dat potje daar... Erin mikken is de boodschap en goed schudden na gebruik...
Tot daar het gewone nieuws. Nu het minder goede nieuws: misschien weet ge het al van Johan: mama is vanmiddag gevallen in het restaurant van de Chinees op de Grote markt van Roeselare, waar ze een snakske gaan eten was. Haar heup is gebroken en ik heb ze met de ambulance naar de kliniek moeten laten brengen. Morgen woensdag gaan ze een nieuw heupgewricht moeten steken. Ik hoop maar dat ze volledig revalideert en achteraf weer kan rondtjeffelen. Anders wordt het een probleem of ze nog alleen zal kunnen blijven wonen. Het zou natuurlijk niet leuk voor haar zijn als ze naar een home of zo zou moeten. Maar ja, vroeg of laat zal het natuurlijk iets in die aard worden. Ik hoop dat dit nog enkele jaren kan uitgesteld worden. Haar moreel is op dit ogenblik goed. Met pijnstillers wordt de pijn wat bestreden in afwachting dat ze dus morgen op de operatietafel moet. Ik hoor dat ge midden juni naar België komt. Hopelijk is ze tegen dan al thuis.
Allee, tot ton hé.
Conclusie: ga met al zon slecht nieuws goed gaan slapen, hé!
Ik was gisteren weer bij mama, en ze zei zo: "dierksken, peist er oan dat bijna uwen verjaardag is, en beinst dat ge toch aan 't peinzen zijt, peist eraan dat' Rudo zijne verjaardag is mergen". En oas ik nu een boterhammeke mee koas zou hebben hé ... (ik verstond het onmiddellijk, en fluks ging ik er één klaar maken)... of, njéé, liever mee confiture... , (en ik onmiddellijk een andere gaan klaar maken).., Oh dat valt op mijn moage, a!s ik maar 'nen rolmops zou hebben, mijn moage zou er ne keer van kunnen keren (onmiddellijk een rolmops gehaald). Ghogh, da smokt. Maar ik krijg een beetje 't zuur, een taske melk zou mij goed doen..., (en ik maar lopen). "See, 'k krijg ineens goesting naar soepe (gelukkig stond er nog in de frigo. Vlug opwarmen). "Z'es te wjeirme", "z'es te kaad", "z'es te dunne", "z'es te djikke", "t es te vele", "'t es te weinig". En ik maar koersen, en juist toen ik uitgeteld in de divan neerplofte om een beetje te rusten zei ze: "ge moet niet te lange blijven hé Dierkske, want mijn bloaze zit vol, en 'k zitte mee wijnd in mijn doarmen, en verzekers da Rltaatje zit te waaaachtn, en k ei nu alles wat dak wildege, allee saluut hé prot prot prot", 'k Heb mijne neuze toegenepen maar dat helpt niet als ge ze hoort. En 'k ben dan rap naar Gent gereden. Maar onderweg belde ze mij op: "en vergeet niet dat ge niet moogt vergeten een briefke te schrijven naar Rudootsen veur zijne verjoardag, en doe van eersten keer ook de groeten van Franksken en Killekaatjen". "Alle zei ik, is 't al'?". "Ja de kal" zei ze. "En k heb percies een lege moage, zijde gij al ver of kunde gij mij een boterhammeke mee koas komen maken?". Ik kende het vervolg van het verhaal al en 'k gebaarde dat ik haar niet verstond: "Jaja, Rita heeft verse lakens gelegd" en dan "prrrt tuuut, kras kras, k heb een slechte lijne en 'k verstoa u nie meer. Tot mjergen".
En zo ben ik kunnen ontsnappen aan een leven als butler (herinner u den tijd dat ik in de St-Amandsstraat boven haar woonde...)
De eerste tique nervoso die mij speciaal opgevallen was, kwam vanwege de vader van Edgard Van Hecke, een collega van het Hoger Technisch Instituut van Oostende.
Om de minuut zoog hij als t ware één van zijn wangen op, van binnenin, tot ze van buiten uit erg hol geleken, een eigenaardig slurpend geluid veroorzakend, wat iedereen meteen deed omkijken om te weten wat er precies aan de hand was. Ze woonden daar in de Langestraat, waar ze er een droge kleerwasserij op na hielden. Hij sprak zo goed (of slecht?) Frans als West-Vlaams en gaf mij een koddige indruk. Nu ben ik er niet meer zeker van dat hij één van zijn wangen opzoog. Het kan ook zo geweest zijn dat hij een holle tand aan het uitzuigen was, ná iets gegeten te hebben waarschijnlijk, om de boel op te ruimen, maar daar durf ik niet op wedden.
De volgende was een zekere meneer Nilton Festa, van Rio De Janeiro, de kantoorchef, die onveranderlijk, om de minuut ook, zijn nek uitrekte, net alsof de kol van zijn gesloten hemd hem kwelde (tergde?). Dan bewoog hij zijn kin fel naar voren en naar boven, tot hij er de krampen van over hield en herbegon.
Een andere mens nog, ook in Rio, had bijna dezelfde tique, maar draaide tegelijkertijd zijn hoofd naar rechts om, in een hoek van 90° en bleef daar dan verschillende ogenblikken haperen tot ik er de stuipen van kreeg en fel de goesting moest onderdwingen, zijn kop terug in de originele positie te wringen, vooral als we midden in het verkeer zaten en hij, aan het stuur, bezig was iemand voorbij te rijden. Ik vond altijd dat het juist op het nippertje was dat hij zijn hoofd terug onder controle kreeg, want ik zat altijd precies aan de kant waar de gevolgen van een eventueel dreigende botsing gemakkelijker te voelen zouden zijn.
Nog een andere schartte gedurig onbeschaamd aan zijn kruis, waarna hij dan nieuwsgierig aan zijn middelste (en langste) vingers rook. Hetzelfde gebeurde met een vrouw die blijkbaar last had van zweet onder haar oksels en om de minuut wilde weten of de stank zich aan het verspreiden was, zodat ze ongemerkt haar armen ophief, zogezegd om ze uit te strekken, maar dan geniepig haar neus naar de verdachte plaatsen bewoog, zonder argwaan te willen verwekken, maar onbekwaam mij in de luren te leggen...
Ja, zondag was het mijn beurt om Ma een opknapbeurt te geven. Ze ziet mij graag komen, omdat ik altijd alleen kom en ze alzo de laatste pier uit mijn neus kan peuteren en mij alsnog een telate opvoeding kan geven. Moede nog een pintje hebben? Oe, kunde gij echt geen dag meer zonder drank? Mobejaak, zolang dat het geen water of limonade is. A, dan is t goed.
We zijn iets gaan eten, gene croque monsieur hé, het moest iets deftig zijn. Nen goeien biefstaek, nen zachten, zoals wij vroeger altijd aan Verschoore moesten vragen en hij deed dan altijd ofdat hij zijn beste stuk uitzocht en koos dan uit een halfversneden hesp, twee droge worstjes, een rol of twee hespeworst, kalfsworst en champignonworst, een salami en een emmer hersens, een badkuip lever en verder een toren gekapt, een schotel américain (t schijnt dat ze dat in Amerika niet kennen, integendeel, ze vinden dat barbaars, rauw vlees eten) en dan nog een teelke nieren, vetten darm, hoofdflakke en bloedworst, juist dat ene stuksken dat daar al veertien dagen lag: een half kilootje biefstuk, dat hij dankzij ons kroostrijk gezin eindelijk kwijt was. Goe mals zulle en als ge zwijgt krijgde een schelleke salami.
Wel, ze heeft daar smakelijk zitten eten en op onze terugweg, maar ook op onze heenweg, viel het mij op dat ze toch wel heel onstabiel op haar benen was. Zolang ze een arm had was dat te doen. Enfin, ik dacht al, dat zal hier niet lang meer duren zonder ongelukken en ze zei zelf ook, 't zal niet lang meer duren of ik zit in een rolstoel. Misschien is het beter zo, ze zal verzorging krijgen en oefeningen moeten doen bij de kinesist, en ze zal veel aandacht krijgen van de verpleegsterkes, in plaats van ieder weekend Johan's hutsekluts die al de aandacht inpalmt, ja palm, Johan's lijfbier, en Hilde hare paraspeciale theorieën, en Dirk zijn normale Rita en Frank zijn Lijfsführer Lidya.
Ze sprak er zelf over, dat ze de laatste van haar generatie is, dat het goed geweest is. Ik denk dat ze mentaal al klaar is. Als ze maar, zoals gevreesd, niet aan haar bed gekluisterd is, maar bon, dan zetten we ze op Johan's boot, binden we ze vast op mijnen toekomstigen moto, en Dirk en Hilde moeten ook maar iets vinden. Misschien eens naar de cinema?
En Frank, die zet ze op een stoeleke zodat ze een hele zaterdag naar zijnen Cadillac kan kijken terwijl hij zijn banden simoniseert.
Ja, da wast, mijn fantasie is tijdelijk uitgeput, maar 't geeft niet, volgende keer beter.
Elke avond, altijd op ongeveer hetzelfde uur, komen ze het café-restaurant binnen stappen, de ene vlak ná de andere. De jongste, waarschijnlijk rond de veertig, immer van voren en de volger, misschien al rond de zestig, vanachteren. De jongste, lichtbruin, duidelijk wispelturig, ongenaakbaar en zelfs nonchalant. De tweede, blank, bijna kaal, met een aan de grenzen van de bekommernis lijkende blik.
Ze zoeken altijd dezelfde tafel op en indien bezet kiest de jongste, zonder de oudste te raadplegen, een andere gepaste tafel uit waarachter ze samen, naast elkaar, zonder een woord te uiten, plaats nemen, erop lettend zich tegelijkertijd neer te zetten.
Gedurende het maal oppert alleen de jongste wat weinige woorden, zonder zich om te draaien, terwijl de oudste zich content stelt positief te knikken. Ze lijken alle twee niet triestig, maar lachen zeldzaam. Een deftig paar homos. Zonder schandaal te verwekken of de aandacht te willen trekken. De oudste lijkt buitenlander te zijn, terwijl de jongste duidelijk een Braziliaan is en trots op zijn verovering, alhoewel hij schijnbaar de regels uitdeelt. De blanke lijkt de meest ontwikkelde te zijn en de andere, thuis, de meest zelfzekere.
Ze kijken nooit om, om de andere mensen gade te slaan, maar zijn wel sympathiek met de kelners. Ze vreten praktisch altijd één enkele gemeenschappelijke pizza op, terwijl ze onderwijl op zijn minst twee caipirinhas ín slikken.
Ik vraag me af wie er, wat later, de man zal zijn en wie de vrouw, maar ik besef dat er daar praktisch geen twijfel over kan bestaan. De wispelturige moet de vrouw zijn en de ernstige, iemand die ook geen worst in zijn achterwerk misprijst. Waarschijnlijk zingt hij ook af en toe, gulzig, aan de microfoon, maar alleen maar nadat hij er zichzelf van vergewist heeft dat hij proper is.
Daarna beslist hij waarschijnlijk de riolering binnen te dringen, vuil of niet, terwijl hij handig de versnellingsknop manipuleert om zijn duistere genoegens te kunnen botvieren. Dan mompelt hij waarschijnlijk, in de oren van de ezel, ook meerdere woorden, zoals bijvoorbeeld, Im fucking your bloody asshole, sun of a bitch. Keep on moving, durty queer, back and forth, until Im ready to cum en dat doet de wispelturige de versnelling verhogen, tot hij er zelfs van begint te kwijlen..
Maar dat laatste is natuurlijk allemaal suppositie, want daar aan de tafel zijn ze uiterst beleefd en getemd. Ze maken nooit ruzie, staren de mannelijke gaten die voorbij passeren niet ná en nog minder de vrouwelijke, hoe schoon ze ook gebouwd zijn.
De jongste, gedurende de carnavaldagen, zal waarschijnlijk niet nalaten zijn eerder droog masker af te trekken om zijn waarlijk karakter te onthullen, geil van de goesting, terwijl de oudste, met zijn grote haakneus, aan het proberen zal zijn, zijn maat in toom te houden, want als men niet oppast zit er sowieso een andere rat in de riolering.
En zo gaat het leven, vandaag onveranderlijk eigenaardiger dan gisteren, tot het gewone een uitzondering wordt en het onnatuurlijke de regel..