In de wachtkamer van een tandarts vind je toevallig het novembernummer van het Tijdschrift voor Psychologie. Daarin wordt een emeritus-hoogleraar in de anestesiologie van de universiteit van Nijmegen opgevoerd. Die man beweert dat euthanasie overbodig is geworden gezien de vorderingen inzake pijnbestrijding. Deze stelling is al tegengesproken door andere specialisten in de oncologie en geriatrie, maar dit is niet het enige tegenargument: deze geleerde heer ziet maar één reden om voor euthanasie te kiezen, namelijk lichamelijke pijn. Dat mensen weigeren de vernedering te ondergaan van het verlies van zelfcontrole en van totale afhankelijkheid, dat kan er bij deze emeritus niet in. Menselijke waardigheid is voor hem geen criterium. Hij haalt verder een moreel én een emotioneel argument aan: Medisch handelen is niet te verzoenen met doden; dokters brengen na een euthanasie soms slapeloze nachten door.
Is medische deontologie dan wel te verzoenen met therapeutische hardnekkigheid, is laten sterven op verzoek hetzelfde als doden? Zou het niet net zo goed waar kunnen zijn dat een aantal dokters zich opgelucht voelt omdat zij patiënten uit hun lijden hebben kunnen verlossen?
Of omgekeerd: een dokter die persoonlijk meeleeft met een patiënt, kan er evenzeer wakker van liggen wanneer die patiënt ondanks zijn of haar goeie zorgen toch overlijdt. Is het al dan niet wakker liggen van een therapeut de beslissende norm in het medisch verantwoord gedrag? Hoe vaak liggen leerkrachten niet wakker na een deliberatie: soms omdat een leerling naar hun mening onterecht is tegengehouden of net omgekeerd onterecht een diploma heeft gekregen? Is deze slapeloosheid een indicatie van het juiste gedrag? En wat gezegd over rechters die moeten beslissen over vrijheid/onvrijheid of een regeringsleider die moet uitmaken of zijn land al dan niet aan een oorlog zal participeren?
Dit betekent niet dat men als waarnemer onverschillig kan blijven voor de persoonlijke emotie van de zorgverstrekkers. Een medicament in de trant van de roemruchte pil van Drion dat door de patiënt zelf kan worden ingenomen dus, zou de emotionele belasting voor de zorgverlener allicht minder zwaar kunnen maken, maar uiteindelijk gaat euthanasie over de keuze van de patiënt: een dokter die daar niet op in kan gaan, heeft de plicht die patiënt door te verwijzen naar een collega die zijn privé-moraal wel kan verzoenen met de vraag om te mogen sterven. In extremis gaat het om de confrontatie tussen de moraal van de therapeut en die van de patiënt, en de machtspositie van de therapeut betekent nog altijd niet dat daarom ook zijn moraal superieur is. De ultieme vraag luidt: whose life is it, anyway?
Eén detail in het interview met schepen van Bellingen en zijn moeder (zie Humo van deze week) viel me op: 'Trouwens, een deel van de extreem-rechtse tak van onze familie was vroeger extreem-links.'
Dit bevestigt mijn vermoeden dat het toch wel indrukwekkend succes van het VB in het Waasland voortvloeit uit het failliet van de Boelwerf - ooit een rood bastion - en de teleurgang van de Wase textielindustrie. Heel wat VB-kiezers zijn waarschijnlijk niet racistischer dan de gemiddelde Vlaming - wat op zich geen compliment is. Hun kiesgedrag komt in grote mate neer op een foertstem. Zij voelen zich in de steek gelaten door de beloftencultuur van de traditionele partijen.
En sommige politici leren het nooit. Verhofstadt kondigt de creatie van 200 000 nieuwe arbeidsplaatsen aan alsof hij daar eigenhandig voor zal zorgen. In een milde bui kan men dit 'voluntarisme' noemen, in een meer kritische: zelfoverschatting of verlies van realiteitszin. Wat meer psychologisch inzicht zou de beleidsmakers het besef bijbrengen dat aangekondigde resultaten waar men zelf weinig greep op heeft en die men in het beste geval slechts bij benadering kan halen, alleen maar leiden tot ontgoocheling, zoniet verbittering. De beloftencultuur is de beste voedingsbodem voor de anti-politiek.
Niettemin, het schizofrene of perverse is echter dat geen enkele andere partij zoveel belooft als het VB: zij brengen hun kiezers in de waan dat met separatisme, migratiestop en zero tolerancebeleid al hun problemen zouden zijn opgelost. Op de meest urgente vraagstukken van deze tijd: de vergrijzing, de milieuverloedering en de macro-economische verschuivingen (delocaties en intercontinentale handel) , armoede in Derde en Vierde Wereld heeft het VB geen zinnig antwoord. Hun versie van de beloftencultuur doorprikken zou de opdracht moeten zijn van onze media en dat gebeurt, zeker in de populairste en in de visuele media, nog veel te weinig.
Enkele bedenkingen bij het nieuwe 'lentemanifest' (zie De Standaard van vandaag maandag) dat pleit voor meer Vlaamse - en Waalse - autonomie.
Ten eerste lezen we: 'De rentemeevallers van de afgelopen jaren zijn niet voldoende geïnvesteerd in versnelde afbouw van de overheidsschuld maar in een expansief budgettair beleid.' Tegelijk pleit de groep voor meer investeringen in de strijd tegen de armoede. Hoe denkt men beide tegelijk te realiseren: meer schuldvermindering en meer aandacht voor de non-profit? Wil men terug naar het inleveringsbeleid van de regeringen Dehaene?
Ten tweede onderstreept het manifest wellicht terecht dat het probleem met Brussel niet de buitengrenzen maar de binnengrenzen zijn, id est de versnippering van bevoegdheden binnen het Brusselse gewest. Concrete voorstellen om wat te doen aan, bijvoorbeeld het politioneel, verkeers- of onderwijsbeleid, staan niet in de tekst. Ziet men enige kans dat de Brusselse gemeenten hun autonomie prijsgeven?
Ten derde schrijft men: 'Vlaanderen en Wallonië groeien steeds verder van elkaar weg.' Men kan met deze vaststelling twee kanten op: het 'fait accompli' registreren en de scheiding der geesten verder aanmoedigen; maar men zou er ook tegenin kunnen gaan en pleiten voor meer culturele uitwisseling tussen de gewesten en meer mogelijkheden om over de taalgrens heen werk te zoeken. Ik ben allesbehalve een unionist, maar ik stel vast dat heel wat kansen onbenut blijven: hoeveel Vlamingen kennen, afgezien van Pierre Mertens, één nog levende Waalse auteur of dichter?
Dit manifest levert in globo beleidsvoorstellen of -intenties die nu eens vrij sociaal overkomen, dan weer liberaal. Heeft dit te maken met de heterogene samenstelling van de ondertekenaars: gaande van zeer rechtse denkers zoals Matthias Storme, tot eerder linkse zoals Ludo Abicht?
Moe en moedeloos word je ervan. In De Morgen van vandaag pakt Yves Desmet uit met een bloemlezing van de mails die bij Yves Leterme reeds zijn aangekomen. De bedoeling van deze bloemlezing is duidelijk: de stormram van DM wil het initiatief van Leterme ten allen prijze belachelijk of verdacht maken. Nu is daar wel iets voor te zeggen, als je de reacties leest: 'Al zijn kazernes geen heropvoedingsscholen, onze jeugd zou er zeker een levensles aan overhouden en leren dat niet alles kan.' Deze schrijver is wellicht vaak bedreigd geweest met het cachot. Nog maar 60 jaar geleden heeft ons deel van de wereld ondervonden wat voor levensles er bij het leger te rapen valt: 'Befehl ist Befehl', prent dat maar goed in je jongenskop en je voert alles uit zonder je verder nog vragen te stellen. Wat er aan meningen leeft onder onze bevolking is een wirwar van tegenstrijdige visies, vaak een schreeuw om meer wet en orde, en helemaal geen visie maar een oprisping. Moe en moedeloos word je ervan. Soms kun je zodanig veel begrijpen dat je niets meer begrijpt, dat je de greep verliest op je eigen overtuiging, op de aanstormende feiten. Onze bevolking is duidelijk in de war, voelt zich onzeker en bedreigd. Zou het ook anders kunnen met al wat er dagelijks op de lezers en kijkers afkomt? Wanneer gaan de producenten van nieuws en vermaak eindelijk beseffen dat ze bezig zijn de geesten ziek te maken? Ziek van angst en onmacht tegenover een vreemde, bedreigende wereld. Terwijl je vandaag op de frontpagina van dezelfde krant net zo goed kunt lezen dat studenten van Leuven zich gaan inzetten voor de kinderen van kansarmen om hun prestaties op school te verbeteren. Zou de bevolking niet rustiger ademen en klaarder denken, mocht dit soort berichten wat vaker worden verspreid?
Onlangs verklaarde de chef informatie van vtm dat een nieuwsmedium zijn klanten moet bedienen, aanbieden wat de kijker of lezer wil zien of lezen. Dit is onzin. Een nieuwsmedium is geen stuk koperdraad dat zonder beïnvloeding een signaal doorgeeft: elke krant, elke zender maakt een keuze; elk medium plaatst het ene bericht vooraan, het andere achteraan, aan het ene besteedt men 100 seconden, aan het andere 10 etc Het afwijzen van de eigen verantwoordelijkheid is laf en leugenachtig: de pers wordt in onze democratie terecht de vierde macht genoemd, laat ze dan ook de consequenties van deze machtspositie dragen. Wanneer de vrt van de moord in Oostende een dagelijks feuilleton maakt, dan wordt de kijker meegesleurd in de overtuiging dat dit feit de belangrijkste gebeurtenis van de week is. Gisteren was er enige aandacht voor de armoede in België: stel je voor dat hiervan een feuilleton zou worden gemaakt, dat week na week hierop gehamerd zou worden, zouden onze politici zich dan niet verplicht voelen om deze schande bij hoogdringendheid aan te pakken? De pers als waakhond van de democratie: Zola heeft er gebruik van gemaakt, vandaag worden heel wat persorganen geleid door poenscheppers en opportunisten: verkopen of kijkers lokken is hun opperste doelstelling, wat ze onder de bevolking aanrichten zal hen een zorg zijn.
In De Standaard van woensdag wordt de film 'Hannibal Rising' beoordeeld als: 'Pure platte exploitatie dus.'
En toch heeft de vrt-kijker kunnen vaststellen dat deze productie werd aangekondigd in het journaal.
Dit is een constante: telkens een mogelijke kaskraker op de markt komt, krijgt die extra-publiciteit in het vrt-journaal, ongeacht het niveau.
Men kan daar twee bedenkingen bij maken: iedere minuut zendtijd die aan wansmaak wordt besteed, gaat verloren voor het betere werk.
Ten tweede: dit gebeurt met het geld van ons allemaal, wij betalen de promotie van producten die als enige verdienste hebben dat er zwaar in is geïnvesteerd of dat ze over een populair onderwerp gaan.
Uiteindelijk draait het om steeds dezelfde vraag: wat is het mandaat van een openbare omroep, de commercie bevestigen of toch een maatschappelijke verantwoordelijkheid opnemen?
Want selecteren doet men hoe dan ook, alleen de criteria lijken me meer dan dubieus. En als je daarover vragen stelt, krijg je als antwoord: 'wij zijn geen opvoeders.'
1. Ik ben ene plebejer van de eerzucht omdat ik probeer te verwezenlijken; ik durf het zwijgen niet aan, als iemand die bang is voor een donkere kamer. 2. Als ik een grote liefde zou beleven, zou ik die nooit kunnen vertellen. 3. Ik moet schrijven alsof ik strafwerk maak. 4. Ik schrijf terwijl ik mezelf wieg, zoals een gekgeworden moeder haar dode kind. 5. De gevoelens die het meeste pijn doen, de emoties die het ergste kwellen, zijn die die absurd zijn - het hunkeren naar onmogelijke dingen, het heimwee naar wat nooit is geweest (...) 6. Al wat wij nastreven, streven we na vanwege een ambitie, maar we bereiken niet wat we ambiëren en dan zijn we arm, of we denken dat we het bereikt hebben en dan zijn we rijke dwazen. 7. Het gemaakte werk is altijd de groteske schaduw van het gedroomde werk. 8. Landschappen, zo schitterend als schilderij, zijn gewoonlijk onprettig als bed.
uit Het boek der rusteloosheid van Pessoa (uitg. AP, privé-domein)
1. Ieder van ons is meerdere anderen, is velen, een uitgebreide reeks zichzelven. 2. Uiteindelijk blijft van vandaag wat er van gisteren is gebleven en wat er van morgen zal blijven: de onverzadigbare en eeuwige begeerte altijd dezelfde en een ander te zijn. 3. Ik ben het levende podium waarop verschillende acteurs lopen die verschillende stukken spelen. 4. Heimwee! Dat heb ik naar wat niets voor me betekende, omdat ik bang ben voor het vluchten van de tijd en lijd aan de ziekte van het geheim van het leven. Wanneer ik gezichten die ik gewoon was te zien in mijn straten van alledag niet meer zie, word ik bedroefd, terwijl ze toch niets voor mij betekenden, behalve dat ze symbool stonden voor het hele leven. 5. Al wat ik doe, al wat ik voel, al wat ik leef, zal niet méér zijn dan een voorbijganger minder in de alledaagsheid van de straten van een of andere stad. 6. Ik verschans mij achter mijn bureau als in een bolwerk tegen het leven. 7. Ik woon mezelf bij in de verschillende vermommingen waarin ik leef. 8. Ik heb grote ambities en grootse dromen gehad - maar ook de bode of naaister heeft die gehad, want iedereen heeft dromen: wat ons doet verschillen is de kracht om ze te verwezenlijken of het lot waardoor zij zich via ons verwezenlijken. 9. Wie van ons kan, wanneer hij zich omdraait op de weg zonder terugkeer, zeggen dat hij hem is gegaan zoals hij hem had moeten gaan? 10. Slapen, ver weg zijn zonder het te weten, liggen, vergeten met het eigen lichaam; de vrijheid kennen onbewust te zijn, een schuilplaats hebben als een stil vergeten meer tussen bladerrrijke bomen, in de uitgestrekte eenzaamheid van de bossen.
lof der zotheid Waar halen sommige journalisten toch hun waarheid? In De Standaard van zaterdag beweert Karel Michiels in zijn opstel over Bobbejaan Schoepen dat Roy Rogers door Schoepen werd ontdekt en in Vlaanderen totaal onbekend was: niemand kende Roy Rogers in die tijd (de jaren 1950). Hallo, niemand? Wij zagen in de Hamse Jamba die zingende cowboy in zijn smetteloos witte pakje elke zondag, onder het waakzame oog van onze onderpastoor.
En daarna volgde de hoofdfilm met John Wayne, Laurel en Hardy, of een oorlogsfilm met gruwelijke moffen en krankzinnige jappen. Vrijdagavond in Morgen Beter stelt Karl van den Broek (hoofdredacteur van Knack) dat de jongeren van 16-18 jaar vandaag veel intelligenter zijn dan 20 jaar geleden.
Heeft die man daar onderzoek naar gedaan of een wetenschappelijk onderzoek gelezen? Mijn klasgenoten in de Normaalschool van 1966-67 waren minstens zo intelligent als mijn leerlingen van nu. Het verschil zit hem voornamelijk in de mondigheid: wij werden vooral verzocht onze mond te houden - vandaag worden leerlingen aangespoord om juist het tegendeel te doen: leer discussiëren, kom voor je mening uit. Maar zelfs in deze tijd kan je het meemaken dat de meest begaafde van de klas het meest gesloten karakter heeft en zich nauwelijks mengt in de klasgesprekken. Intelligentie betekent dat je twee keer nadenkt over je argumenten en in die zin is de hoofdredacteur van Knack niet bijster intelligent. Tenzij hij denkt aan zijn toekomstige klandizie.
Nog dommer echter is Quicky, de tot staatssecretaris omhoog geschoten windbuil uit Kortrijk: die man wil nu weer de verplichte rustdagen voor zelfstandigen afschaffen, tegen de wil in van de meerderheid in die sector. Bij alle debatten over actuele problemen wordt het belang onderstreept van het gezin in welke vorm dan ook. Maar voor zelfstandigen en winkelbedienden geldt deze wijsheid niet, die hebben volgens een liberaal genie als Quickie geen behoefte aan een gezinsleven, hun kinderen kunnen hun ouders best permanent missen: de klant is koning en de klant wil op alle dagen en op elk uur van elke dag kunnen kopen en consumeren. Heeft zon apostel van de individuele vrijheid al ooit bedacht dat de vrijheid van de ene de onvrijheid van de andere inhoudt? Nog afgezien van deze vraag: hoe leeg moet een mens wel zijn dat hij/zij alleen met shoppenzn vrije tijd kan vullen?
keurig op de keuring Soms keer je terug naar een vroeger niveau van functioneren: op de autoschouwing vraagt de controleur om je knipperlichten aan te zetten en je schakelt je ruitenwissers aan; hij zegt: duw op de rem en je drukt het gaspedaal in. Kortom, een man van bijna 59 gedraagt zich als een puber met plankenkoorts. Je fluistert: het is hier een tochtgat, en de jongeman in zijn grijsblauwe stofjas straalt omdat er nog iemand is die opmerkt dat zijn gezondheid op de proef wordt gesteld. Een tip voor toekomstige zenuwpezen: sla een uiterlijk rustig amicaal toontje aan, dat je hartslag in het rood staat hoeven de tovenaars van de controleapparaten niet te weten.