Samen met Wim, Kristof en Jos zal ik deelnemen aan de Oxfam Trailwalk 2010 op 28 en 29 augustus. Meer info vindt u als u op de foto klikt. Onze groepsnaam is "De Genieters" en ons nummer 158.
De Brugsche Globetrotters organiseren voor het derde jaar op rij een honderd kilometer tocht, deze keer alleen, zonder De Trekvogels uit Boekhoute, en gaat de tocht van Brugge naar Sluis en terug. Na mijn treinrit naar Brugge heb ik enkele minuutjes later al een bus die me naar Sint-Kruis brengt, waar de startplaats gelegen is. De honderd meter die ik nog te voet moet gaan laten me al een beetje zweten, de temperatuur is zomers. Binnen in de refter van de school zijn er al enkele wandelaars, een uurtje later zit het goed vol, we zijn met 156 vandaag. Om kwart voor zes begeef ik me naar buiten op de speelplaats, tijd voor de bagage af te geven en te wachten op het startsein om zes uur. Stipt zes uur zijn we ermee weg, aan de poort krijgen we onze startstempel. Beginnen doen we met een lokaal rondje van een dikke zes kilometer. Al vrij snel zitten we in natuurgebied "Gemene Weidebeek", na drie kilometer hebben we al meer natuur gekregen dan vorig jaar op de hele tocht samen, dat beloofd veel goeds! Net als vorig jaar heb ik het gezelschap gekregen van Jan van de Pompoenstappers, en maak ik kennis met Benni, een wandelaar die in mijn buurt woont en met wiens neefje ik nog samen gevoetbald hebt. Het klikt tussen ons drieën, we zullen de rest van de tocht samen volbrengen. Bij het uitgaan van het natuurgebied aan de Brugse Petanqueclub krijgen we een onaangekondigde, oftewel vliegende controle, de eerste stempel staat op de kaart. Langs de achterkant van het zwembad bereiken we de startzaal waar we onze tweede stempel en een suikerwafel krijgen. De eerste 6,4 kilometer hebben we afgelegd in een dikke vijftig minuten, ondanks de warmte zit ons tempo zeer goed. We verlaten Sint-Kruis en gaan doorheen het domeinbos Rijckevelde naar Sijsele. We passeren het militair domein en om tien na acht staan we aan de tweede controlepost waar we een banaan en een colaatje krijgen na veertien kilometer. Zonder te rusten gaan we snel weer verder, de tocht gaat verder naar Donk. De temperatuur begint te zakken en het wordt heel wat aangenamer om te wandelen. Via kleine grindweggetjes komen we aan in Donk na bijna 22 kilometer en hebben we een derde keer controle in de Smoufelbeekhoeve. In deze fraai opgeknapte hoeve is een museum ingericht van oude tractoren en landbouwwerktuigen, de moeite waard om eens een bezoekje te brengen. We krijgen een potje rijstpap en een colaatje, we zetten ons buiten vijf minuutjes op het terras om even wat uit te blazen. Bij het buiten komen gaan we over het dorpsplein langs de Sint-Jozefskerk, een neogotische kerk uit 1883. De zon gaat stilletjesaan onder, het einde van een zonnige maar zeer warme dag. Het parcours is een pak beter dan vorig jaar, in plaats van lange rechte stukken krijgen we nu een aangenaam gevariëerd parcours. We wandelen langs de Brezendedreef tussen de Eikebomen, de hoeve die er staat dateert uit 1739. Wanneer we de oevers van het Schipdonkkanaal volgen valt de duisternis, tegen dat we Moerkerke bereiken is het pikdonker, de nacht begint. Vlakbij het kasteel van Moerkerke hebben we onze vierde controle, we krijgen er een appel waar ik vriendelijk voor bedank, snel even naar het toilet en weer verder. Buiten moeten we even wachten op Benni, ondertussen spreekt iemand van de organisatie me aan omdat ik geen fluovestje bij heb. Ik vertel hem dat het in mijn bagage nog zit en dat ik het binnen een uurtje zal aandoen, hij laat ons ook weten dat we in de bossen moeten opletten voor de vossen, hopelijk zie ik er eentje. Een uurtje later zijn we in Damme aangekomen, waar we in het Delporte-museum een eerste keer onze bagage hebben. Ik neem mijn jasje en breid mijn broek uit tot driekwarts, ook mijn fluovestje gaat uit mijn bagage. Daarna is het tijd voor een lekker preisoepje en boterhammetjes met kaas of hesp. Er staat nu 35,4 kilometer op de teller, het is al goed vooruitgegaan. Om tien na middernacht zijn we met zijn drieën klaar om verder te gaan met het langste stuk van deze tocht, een dikke tien kilometer naar Lapscheure. We volgen nu drie franstalige wandelaars die het tempo zeer strak houden, de kilometers vliegen voorbij. Na een uurtje blijft Benni een beetje achterop, al is het niet te ver en houdt hij ons nog wel in het zicht, als het te snel gaat is het beter even je eigen tempo op te zoeken! Even voor Lapscheure gaat het mis, stilaan een traditie aan het worden voor mezelf We moeten linksaf de baan over maar blijkbaar ligt het pijltje op de grond, wandelaars komen weer terug en ik bel even met de organisatie waar ik prima geholpen word, dat mag ook wel eens gezegd worden! Wanneer we terugwandelen stopt er iemand van de organisatie voor het pijltje weer op te hangen en ons uit de nood te helpen, alles bij elkaar zijn we toch tien minuutjes kwijt geraakt. We steken met een hele groep de baan over en ook daar gaat het wonder boven wonder weer mis, de eerste gaat links in plaats van rechts en de rest gaat erachter zoals kippen zonder kop. Ook nu ben ik weer enkele minuten kwijt, daarbovenop zie ik ook Jan en Benni niet meer. In de velden voor Lapscheure komt Jan weer bij me, en wanneer we in het dorpje de controlezaal binnenstappen zit Benni er al, we zijn weer samen. Het volgende gedeelte brengt ons naar Hoeke, ik ben blij dat ik mijn vestje aangedaan heb want op sommige plaatsen is het toch wel frisjes. Na het oversteken van de Damse Vaart komen we aan in Hoeke en wat later zijn we in 't Meerschhof, waar we onze zevende stempel krijgen. We zetten ons even neer voor ons yoghurtje op te eten en om te beseffen dat we hier reeds over de helft zijn. Na de controle volgen we de snelweg N49 naar Knokke-Heist en komen voorbij de Molen van Hoeke, een stenen grondzeiler uit 1840. Wat verderop steken we de grens naar Nederland over en komen doorheen het dorpje St. Anna ter Mulden. Terwijl we door de velden naar Sluis gaan begint de hemel al een beetje licht te worden, het is vroeg dag. Onze achtste controle is in camping De Meidoorn, in een houten huisje krijgen we onze stempel en een snoepreep van chocolade, buiten in het tentje rusten we enkele minuutjes. Na de controle wandelen we over de stadswallen rondom Sluis, de stad ligt aan onze rechterkant en we hebben er een prachtig zicht op. We volgen de stadswallen tot aan de Damse Vaart, steken de Parma-brug over en volgen de vaart terug naar België. Over de velden naast de Vaart begint er mist op te komen, het levert knappe plaatjes op die ik in dank aanneem en fotografeer. Om zes uur zijn we weer in Hoeke in het boerderijtje van daarstraks, dringend tijd voor een toiletbezoek! Wanneer we ons yoghurtje opgegeten hebben en weer willen rechtstaan voel je toch de zeventig kilometer in de benen, het verval is stilaan ingezet. De zon komt zich laten zien wat een schitterend zicht is op de mistvelden, een uniek schouwspel als dank voor onze inzet en deelname hier. We bezoeken het dorpje Oostkerke met zijn kasteel en gaan via de velden verder naar Damme. Ook nu volgen we voor een gedeelte de Damse Vaart en steken ze regelmatig over langs bruggen die allemaal een speciale naam hebben. In het natuurreservaat Romboutswerve geraak ik wat achterop mijn twee wandelmakkers en ik krijg ze niet ingehaald, de benen willen niet zo goed meer mee. Om half acht zijn we terug in het Delporte-museum in Damme en hebben we een tweede keer onze bagage. Al wat er daarstraks uitgehaald is verdwijnt er nu weer in, en ook nu zijn het boterhammetjes met soep. We hebben nu een 77 kilometer afgelegd, nog 23 te gaan. Nu het licht is kunnen we genieten van het prachtige Damme! Bij het buitenkomen staan we even stil bij de Onze Lieve Vrouwekerk, een vroeggotische kerk uit de dertiende eeuw. Ervoor staat een beeld van Charles Delporte, een Waalse schilder-beeldhouwer-dichter en componist die verschillende van zijn beeldhouwwerken aan de stad Damme heeft geschonken en die nu verspreid staan over de gehele stad. Op het dorpsplein neem ik een foto van het prachtige stadhuis van Damme, ervoor staat een standbeeld van Jacob Van Maerlant, een schilder-dichter uit de dertiende eeuw. Aan de Damse Vaart komen we voorbij de Schellemolen en trekken verder naar Brugge. Om tien na negen zijn we in Sint-Jozef waar we onze elfde stempel krijgen en een potje rijstpap. Buiten is de temperatuur de hoogte aan het ingaan, gelukkig is het maar vijftien kilometer meer. Met ons drieën doorkruisen we de stadsrand van Brugge naar Sint-Kruis, waar we in "De Gasterie" onze voorlaatste controle hebben. In het café naast het zaaltje gaan we even iets drinken, mijn twee medewandelaars trakteren zichzelf op een witte van Hoegaarden, ikzelf houd het bij een ice-tea. Moeizaam zetten we ons recht en beginnen aan de laatste tien kilometer. Honderd meter na de controle slaan we linksaf en dan volgt er een verschrikking die bijna een uur duurt. We volgen een kasseiweg rechtdoor in de volle zon naar Sijsele, mijn laatste krachten smelten als sneeuw voor de zon en mijn mentale weerbaarheid begint te barsten. Helemaal op het eind van de ellendig lange baan krijg ik een geweldige inzinking, ik zie de anderen zo van me weggaan en voel me rotslecht. Gelukkig zijn we vlakbij de controle, ik verfris me met lekker koud water en na een ice-tea en een banaan voel ik me toch iets beter. De laatste vijf kilometer brengen ons weer naar Sint-Kruis, net als vorig jaar passeren we het slot van Male. Ook nu moet ik al de moeite van de wereld doen om de anderen te volgen, de warmte heeft me erg afgetakeld. Om tien na twaalf bereiken we de school en zit deze editie erop, binnen geef en ontvang ik felicitaties van de anderen. Als beloning voor mijn afzien krijg ik een mooi geel t-shirt, een fles Augustijn-bier en een bonnetje voor een Brugse Zot. Samen met Benni neem ik een uurtje later de bus en rijden we samen met de trein naar Mechelen in het gezelschap van de Duitse Marion. Deze derde editie was een geslaagde tocht, veel beter dan vorig jaar, en een aanrader voor al diegene die na de vorige edities afgehaakt hebben om toch nog eens te komen proberen. Verder zou ik alle medewerkers willen bedanken voor hun goede zorgen en mijn twee wandelmakkers Jan en Benni voor de fijne tijd samen, tot volgend jaar!!
Vandaag rijden we met het hele gezin naar Eksaarde, een gehucht van Lokeren, waar De Doetjes hun benefietwandeling organiseren. Het ingezamelde geld is ten voordele van Oxfam, de Doetjes zijn net zoals wij, De Genieters, een team van vier wandelaars die deelnemen aan de Oxfam Trailwalk in augustus. De inschrijving is in het basisschooltje van het dorpje, buiten zitten enkele mensen in de schaduw op bankjes, ook vandaag schijnt de zon volop en is het een warme zomerdag. Ik praat even bij met Guy buiten en binnen bots ik op Daniel, al twee van de vier doetjes gezien na enkele minuutjes. Voor de prijs van vier euro heb ik een inschrijving en twee consumptiebonnetjes, de bonnetjes worden direct besteed aan een ontbijt, broodje met koffie. We kiezen voor het twaalf kilometer-parcours, bij het buiten komen van de schoolpoort volgen we heel even de baan en duiken dan links de natuur in. In het eerste gedeelte volgen we een stukje van de rivier Zuidlede, daarna gaat het langs de oevers van Olentgracht. Aan de overkant van dit riviertje ligt het huis dat in 1985 decor deed in de reeks "Hard Labeur". Het landschap is hier prachtig, grote stukken natuur en in de wijde omtrek soms geen huis te zien. Op het grachtje probeer ik af en toe een paar eendjes op de foto te zetten maar de beestjes willen niet echt meewerken, ze schuilen onder de brug tot we door zijn. Na een uurtje hebben we controle in de Bundershoeve, hier is Clement aan het werk, het derde Doetje. We zetten ons neer in het zonnetje, in de schaduw was geen plaats meer , tijd voor iets fris en een broodje. Ondanks dat de tocht niet in de marching vermeld staat is er toch best wel wat volk, heel wat wandelaars die ik gisteren in Stekene gezien heb komen hier vandaag de Doetjes steunen. Na een kwartiertje zijn we weer op pad voor de weg terug naar Eksaarde. Ook nu volgen we de oevers van de Zuidlede, deze keer in andere richting. We verbazen ons erover hoeveel groen hier nog is, prachtige stukken groen passeren in onze ooghoeken. Na een klein uurtje zijn we aangekomen in het schooltje en zit deze benefietwandeling er voor ons op, tijd voor iets fris en pannekoeken, een heerlijke afsluiter na een mooie wandeling. Gino, het vierde lid van het team, komt ons even vergezellen en ook Mark komt wat later nog wat bijpraten over de voorbije tochten. Nadien volgt er nog een lange rit huiswaarts in een bloedhete auto, van mij mag het gerust een paar graadjes minder zijn.
Net als vorig jaar rij ik samen met Rik naar Stekene waar de Smokkelaars hun twaalfde Smokkeltochten organiseren, een tocht van vijftig kilometer over de oude smokkelroutes destijds in het grensgebied met Nederland. Wanneer ik mijn auto vlakbij aan de school parkeer zie ik reeds enkele wandelaars vertrekken, het is kwart voor zes. Na het nodige papierwerk en een koffie zijn we om zes uur klaar voor onze smokkeltocht. Na een tweehonder meter worden de 50 kilometer-wandelaars al even apart geleid en is het aanschuiven aan een auto, een medewerker niet onze controlekaart aan een grotere groene controlekaart, speciaal voor onze afstand. Wat verderop zitten we in het centrum van het dorp en kan ik foto's maken van het neogotisch stadhuis uit 1882 en wandelen we langs de Heilige Kruiskerk, een gotische kerk wiens geschiedenis teruggaat tot de twaalfde eeuw. Het landschap heeft nog wat last van mysterieuze mistslierten, daarboven komt de zon reeds aan de blauwe lucht piepen. We duiken de E34 onder en gaan langs veldwegjes naar het gehuchtje Hellestraat waar we een eerste keer controle hebben in 't Helleken. Hier eten we een broodje en drinken nog een koffietje, de meeste wandelaars wandelen echter direct verder. In het tweede deel wandelen we naar de grens die we enkele honderden meters volgen. Wanneer we aan de straat komen kan je goed zien welke kant van de weg Nederland is en welke van België, het verschil is hallucinant. Nu trekken we de grens over en komen in het prachtige natuurgebied St. Jansteen terecht, waar we enkele kilometers in verblijven. We steken terug de grens over naar België en komen aan de rand van het Stropersbos, waar we een tweede keer controle hebben in het schooltje van het gehucht Paal. We besluiten direct verder te gaan, de zon begint ons al aardig op te warmen, dat beloofd voor de rest van de dag. Al vrij snel zijn we weer in Nederland en trekken doorheen de Clingse bossen, in de schaduw van de bomen is het heerlijk wandelen. We komen op de oude spoorlijn Mechelen-Terneuzen terecht, deze spoorlijn werd in 1871 in gebruik genomen, in 1951 werd echter het personenvervoer gestaakt en 17 jaar later ook het goederenvervoer. De balken van de oude spoorweg zien we nog onder onze voeten, en in het bos zit er zelfs een piepklein vogeltje op waar ik een foto kan van nemen. Via de spoorlijn komen we op de vestingswallen van Hulst terecht, het meest Vlaamse dorp van Nederland. De stadswallen stammen uit de tijd van de tachtigjarige oorlog en zijn tot acht meter hoog. We trekken het centrum in en gaan onderdoor de Gentsepoort, die gebouwd werd in 1780. In het centrum van Hulst hebben we een derde keer controle na 22 km, op mijn kaart wordt het uur ingevuld dat ik hier ben, omdat we nu op deze controle een lus moeten maken en de tijd laat zien dat we de lus wel doen. Op de controle zelf eten we een broodje en drinken we een colaatje, buiten is het stilaan zeer warm aan het worden. Tijdens de lus zien we een heel deel van Hulst zelf, vooreerst volgen we weer een tijdje de stadswallen tot aan de oude stadsmolen uit 1792. Ook nu krijgen we een heel mooi stukje natuur voorgeschoteld in het wandelpark, er zit een stukje bij met "heen en terug", wanneer we terugkeren zien we Fernand en Chantal en wat later ook Guy waar ik morgen op bezoek zal gaan. We keren terug het oude stadscentrum in en achter het stadhuis hebben we een vierde controle waar onze tijd gecontroleerd word en waar we een vierde stempel op onze groene kaart krijgen. Tijd voor iets fris te drinken, de temperatuur voelt tropisch aan, ik vind het al een beetje teveel van het goede. Na de controle steken we het marktplein over en houden halt aan de imposante Sint-Willibrordusbasiliek, die in mei 2009 werd verkozen tot mooiste kerk van Nederland. Wanneer we binnen een kijkje willen gaan nemen zien we dat er een misviering bezig is dus gaan we weer snel verder. Wat verderop staan we op de overblijfselen van de Keldermanspoort, deze vierde westelijke stadspoort had vroeger een dubbele functie, zowel land- als waterpoort. We verlaten Hulst en bezoeken via landelijke wegen Sint Jansteen en Kapellebrug. Ook nu krijgen we nog een stukje van de Clingse bossen te zien, wanneer we de bossen verlaten staan we weer aan een grenspaal en steken de grens nog eens over, we nemen definitief afscheid van Nederland voor vandaag. In het schooltje in Paal krijgen we onze vijfde en voorlaatste stempel, nog veertien kilometer te gaan. Nu bezoeken we het een groot stuk van het Stropersbos, met zijn 500 hectare een waardevol groot natuurgebied waar het aangenaam wandelen is in de schaduw tegen de felle zon. In het bos bezoeken we tevens de Bedmarlinie, een verdedigingslinie die werd gebouwd in 1701 tijdens de Spaanse Successieoorlog. We doorkruisen nog enkele weiden, gelukkig staan er geen dieren in, en dan gaat het plots mis We zijn met een groepje van zeven personen, het tempo wordt flink de hoogte ingejaagd en iedereen volgt de eerste in plaats van zelf op de pijltjes te letten. Gelukkig blijft de schade beperkt tot een dikke kilometer, mede doordat we dankzij een vriendelijke voorbijganger naar de controle worden geloodst. Op de controle in d'Hellestraat krijgen we onze laatste stempel, ik drink er snel twee ice-tea's, het is buiten tropisch warm geworden, en om half drie zijn we klaar voor de laatste vijf kilometer. Na enkele meters heb ik al spijt van het snelle uitdrinken van mijn twee drankjes, mijn maag protesteerd hevig tegen het plotse koude vocht. Gelukkig gaat het gaandeweg beter en leggen we de laatste kilometers af samen met de wandelaars van de kortere afstanden. Iets voor half vier zijn we weer in Stekene waar het in de school zeer druk is, liefst 2500 deelnemers zijn hier vandaag aanwezig. Binnen ruil ik mijn groene spaarkaart in voor een mooi glas met het opschrift "50 km van Stekene", het is eens iets anders dan het traditionele t-shirt. Een uurtje later staan we weer thuis na een zeer mooie tocht van bijna 53 kilometer, met als beloning het glas dat een plaatsje vooraan krijgt in de kast, zelf heb ik een mooi bruin kleurtje gekregen op deze eerste zomerdag! Morgen gaan we met het hele gezin op bezoek bij Guy die een benefietwandeling organiseert, samen met de Doetjes, voor de Oxfam-trailwalk in augustus.
Ook vandaag haal ik Rik om half vijf 's morgens op en rijden we weer naar Kluisbergen voor het tweede deel van de 100 kilometer van Kluisbergen. Op de E40 voor Gent is het even opschrikken, alle auto's mogen enkel over het rechterrijvak wegens een ongeval, terwijl we passeren zie ik op het middelste vak een wit laken over iemand liggen, later zou op het nieuws komen dat het iemand was die gewoon op de snelweg rondliep. Ik kan me op de Kluisberg juist op hetzelfde plekje parkeren als gisteren, niet ver van de start dus In de sporthal is het drukker dan gisterenmorgen, vandaag zijn er ook al de andere afstanden die meedoen, waaronder de 39ste 50 km van Kluisbergen die we eigenlijk ook doen vandaag. Er zijn er velen die hun gekregen sjaaltje van gisteren aanhebben, het mijne ligt thuis op de kast. Stipt half zeven gaan de deuren open en zijn we op pad, en ook nu zit ik goed vooraan. Wanneer we het zwembad achter ons laten moet er direct geklommen worden, de beenspieren weten direct dat het vandaag niet om te lachen zal zijn! De eerste kilometers gaan op en af doorheen het kluisbos, het duurt niet lang voor er al gaten in de grote groep vallen. Na een uurtje hebben we een eerste bevoorrading in een hoeve in het dorpje Labroye, hier krijgen we een blikje aquarius. Na dit blikje wacht ons een loodzwaar stuk met de beklimming van Le Trieu, niet testeil maar wel zeer lang gevolgd door een kleine afdaling doorheen de weiden en volgt er een stukje bos waar het boswegje meer weg heeft van een hindernissenparcours. Regelmatig liggen er bomen over het paadje, dan weer bukken voor een paar takken, enzovoort. We dalen verder af en komen aan één van de meest bekende controleposten van het land, het provinciaal Instituut Heynsdaele, oftewel de ontbijtpost, waar we een boterham met spek met eieren krijgen met een kop koffie. Na dit ferm en stevig ontbijt is het tijd om verder te gaan. Op de grote baan zien we de mensen die de ontbijtpost binnenstappen, waaronder Fernand en Chantal moeten hun spek met eieren nog verorberen. We worden over de Hotond gestuurd, met bovenaan de top zijn gekende windmolen, waarvan enkel nog de molenkuip overblijft. Bovenop de molen is er een oriëntatietafel, deze zal echter voor een andere keer zijn want daar is nu geen tijd voor. De tocht zet zich verder terwijl de Hotond afdalen, onderweg krijgen we een stukje sinaasappel aangeboden. Wat verderop hebben we een afdaling steil tussen de bomen door, er hangt een touw omdat het toch best gevaarlijk is. Even is er opschudding wanneer Katrien onderuit gaan, gelukkig zonder erg. We gaan verder doorheen de velden naar Zulzeke waar we in de hoeve van gisteren controle hebben, ondanks het vroege uur, iets na tien uur, is dit de middagpost. Vandaag staan er boterhammen op het menu met soep, zo lekker de broodjes gisteren waren zo slecht zijn de boterhammen vandaag, je kan er bij wijze van spreken iemand mee doodslaan. Er volgt nu een relatief rustiger stuk langs velden en weiden, goed om ons eten te laten zakken. Na 26 kilometer krijgen we een bekertje water, we zetten direct onze weg verder. We zien de Koppenberg schuin rechts voor ons liggen, en wanneer ik het wegje van gisteren herken weet ik hoe laat het is, we slaan rechtsaf en moeten de Koppenberg op. Het eerste stuk valt nog mee, maar het stukje onder de bomen is het bijzonder steil. Wanneer ik eindelijk boven kom staan er twee fotografen om foto's te trekken die je kan downloaden van een speciale site, ik zal er chique opstaan met mijn vuurrood gezicht. Boven op de top heb je wel een prachtig panoramisch zicht, eventjes wat foto's maken en even uitpuffen. De afdaling doen we langs de flank van de Koppenberg doorheen de bossen, éénmaal beneden hebben we in het centrum van Melden controle in het zaaltje van gisteren. Hier krijgen we een rijsttaartje en een koffie, op het bord staat dat we nu een stuk van vier kilometer krijgen. We volgen het fietspad van gisteren maar dan in omgekeerde richting, in Meers slaan we af en trekken de velden in. De beloofde vier kilometer zijn volgens mij een heel stuk langer, en ook mijn gps geeft aan dat we al heel wat verder zitten. We beklimmen de Patersberg langs de kant waar de helling niet zo steil van is als de kasseiweg, alleen duurt het nu wat langer. Boven op de Patersberg slaan we linksaf de kasseiweg in naar beneden, wielertoeristen kruipen figuurlijk de flank op en ik moedig hen aan, want blijkbaar niet altijd in dank aangenomen wordt. Beneden krijgen we in een hoeve een appel, er is geen bord aanwezig waar de kilometers opstaan, ook niet van de andere afstanden die hier ook een bevoorradingspost hebben. Ik trek verder en moet nu de Kwaremont op. De moeheid van gisteren en het al zware parcours van vandaag zorgen ervoor dat mijn benen helemaal verzuren tijdens de beklimming, soms is wandelen ook een beetje afzien Eénmaal boven krijg ik een koekje en een water, het is hier dankzij de andere afstanden vrij druk, traditioneel is er op het Kwaremontplein ook vanalles te zien en te doen. Ook hier geen bord te bespeuren, toch wel een mankement vind ik persoonlijk. Via veldwegjes gaan we naar de bevoorradingspost van Wittekerke, onderweg is het op de zandweggetjes soms moeilijk om de andere wandelaars in te halen. We komen beneden in het Beukenhof terecht waar het jaarlijks in deze periode tijd is voor Sculptour, met beelden van bekende en mindere bekende kunstenaars. Boven komen we aan de bevoorrading, je kan hier op de koppen lopen. Ook hier is er vanalles en nog wat te doen, je kan er zelfs muurklimmen met de mannen van Defensie. Het enige dat mij nu interesseert is mijn stempeltje en mijn Wittekerke-rosé, niet in een bekertje zoals gisteren maar in een blik. Hier hangt eindelijk terug een info-bord, er staan ons nog vijf kilometer te wachten. Op het terrein zelf houd ik nog even halt bij de roofvogels, er zou er zelfs eentje ontsnapt zijn en in het bos zitten. Het volgende gedeelte is hetzelfde als gisteren tussen de Wittekerke-post en de Augustijn-post. Het grote verschil met gisteren zijn het aantal mensen dat op de been zijn, gisteren bijna niemand en nu precies iedereen. We drinken er snel ons biertje uit en leggen de laatste twee kilometer af doorheen de Kluisbossen. We halen de man in die gisteren de tocht op zijn blote voeten gedaan heeft en ook vandaag nog 15 kilometer op zijn blote voeten , om aandacht te trekken voor de daklozen. De laatste honderd meter gaan nog steil bergaf, het is kwart voor vier wanneer we de sporthal binnen stappen. We halen onze t-shirt op, eten en drinken nog iets en laten Kluisbergen achter om naar huis te gaan. Het zijn twee fantastische dagen geweest, tweemaal een zeer mooi en (vooral vandaag) zwaar parcours en een goede bevoorrading, prachtig weer en weeral wat nieuwe toffe mensen leren kennen, het was een fijn weekend!
In Kluisbergen wordt dit weekend voor de derde keer de 100 kilometer van Kluisbergen georganiseerd, verdeeld over de twee dagen. Om half vijf pik ik Rik op en samen leggen we de lange rit naar ginder af, even voor zes kan ik mijn wagen kortbij de start parkeren, want daar niet zo simpel is. Na een paar minuutjes stappen zijn we in de sporthal van recreatieoord Kluisbos op de kluisberg waar traditioneel de start gegeven wordt. Even aanschuiven voor onze inschrijvingskaart, nog iets drinken en om half zeven ben ik samen met een kleine 400 wandelaars klaar voor deze mooie tweedaagse wandeltocht. We starten langs de achterkant rondom het zwembad en duikelen het Kluisbos in, na een kort maar krachtig klimmetje zit het hele deelnemersveld al direct op een lang lint, ikzelf zit goed vooraan. We trekken over de Pensemont en gaan verder doorheen het bos, wanneer we uit het bos zijn kunnen we genieten van de eerste vergezichten, er hangt een klein beetje mist en geeft een mooi beeld onder de blauwe lucht. Na acht kilometer zijn we in Amougies waar we in het lokale voetbalchalet een eerste bevoorradingspost hebben, vijf minuutjes rust voor een koffie en een koffiekoek. We gaan verder doorheen het centrum van dit kleine Waalse dorpje, ze hebben hier ook een sportvliegtuigclub waar we langs gaan. We vervolgen onze weg langs veldwegjes, prachtig hoe de natuur er hier nog uitziet. Na een uurtje zitten we terug in Vlaanderen, we komen vlakbij de startplaats en hebben beneden aan de voet van de Kluisberg in het dorpje Ruien controle in het zaaltje Volkswelzijn. Hier krijgen we een koekje en een water, reeds 16 kilometer staan er op de teller. We verlaten Ruien langs de industriezone en gaan over de Schelde, die hier nog niet zo breed is. We blijven in de buurt van de Schelde en komen doorheen het dorpje Waarmaarde en de Avelgemse Scheldemeersen, het natuurlijke overstromingsgebied van de Bovenschelde. We wandelen tot aan de grens van Kerkove en steken de Schelde terug over naar Berchem, een deelgemeente van Kluisbergen. Hier hebben we vanmorgen nog met de auto gereden, nu komen we te voet langs de Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Karmelkerk, een prachtig dertiende eeuwse kerk maar die door de eeuwen heen sterk verbouwd werd tot het monument dat het nu is. Wat verderop hebben we onze derde bevoorrading, een blikje aquarius. We hebben reeds een dikke 23 kilometer afgelegd, het gaat zeer vlot vandaag. Na deze controle krijgen we eerst een saaier stukje rechtdoor op een fietspad, gelukkig duurt het niet al te lang voor we afslagen en de Rijtgracht volgen. We volgen de gracht tot in Meers waar we de dijk van de Schelde opgaan en richting Melden trekken. In de schaduw van de Sint-Martinuskerk hebben we controle in een zaaltje waar ook de bagage staat, er hebben niet veel mensen iets meegegeven als ik de paar sportzakken zie staan. Deze bevoorrading na dertig kilometer is de middagpost en we krijgen dan ook twee zeer lekkere broodjes, één met kaas en één met vleeskoek, en nog een soepje. Ik steek mijn trui mee weg in de rugzak van Rik, het is buiten mooi weer en warm genoeg om in een t-shirt te wandelen. Na het verlaten van de controle steken we de N8 over en staan aan de voet van de Koppenberg, ons pijltje staat echter naar rechts dus moeten we er niet over, maar ook de pijltjes van morgen hangen er al dus weten we nu al dat we erover moeten. Klimmen moeten we toch, maar dan over de Rotelenberg die toch ook niet te onderschatten is. Ook hier kunnen we boven op de top genieten van de uitzichten, de mist is weg en de zon straalt, ideaal weer voor wat mooie foto's. We dalen de berg af langs de veldwegjes en komen aan de rand van het Koppenbergbos. In Nukerke volgen we heel even de N60 maar slaan weer af naar Zulzeke, dwars doorheen het Elenebos. In Zulzeke hebben we na 36 kilometer bevoorrading in een oude hoeve waar we een rijsttaartje en een water krijgen. De volgende vier kilometer leiden ons naar de grens van Ronse en de Hotondberg langs zeer rustige weggetjes. Bij mensen thuis voor hun garage krijgen we een banaan en een bekertje water, zo zijn we klaar voor de laatste tien kilometer. Ze wonen vlak naast de prachtige kapel Wittentak, een kapel met een zeer rijke geschiedenis. Via het dorpje Klijpe gaat het naar de volgende controlepost, vlakbij het natuurgebied Le Trieu. Dit is de befaamde Wittekerke-post, die we ook morgen zullen bezoeken. Ik kies voor de Wittekerke-Rosé, het eerste en unieke rosébier dat uitgebracht is door brouwerij Bavik. Het is een biertje dat gebrouwen is zoals een gewoon witbier maar dan met een vleugje frambozensap, best lekker maar wel zeer zoet. De volgende drie kilometer naar de volgende bevoorrading, ze volgen elkaar in sneltempo op nu, loopt over de grens tussen Vlaanderen en Wallonië, met andere woorden langs mijn rechterkant Kluisbergen en langs mijn linkerkant Mont-De-L'Enclus . Onderweg houd ik even halt voor een muisje dat over de grond loopt even te fotograferen, het diertje blijft er braaf voor zitten Onze laatste bevoorradingspost is naast restaurant de Vierschaar in het Kluisbos in een tent. Hier hebben we een bonnetje voor het Augustijn-bier, ik neem de blonde versie. Tien minuutjes later staan we recht voor het laatste kleine stukje doorheen het Kluisbos, en om drie uur zit de eerste vijftig kilometer van deze tweedaagse erop, bij het binnenleveren van mijn controlekaart krijg ik mijn inschrijvingskaart van morgen al en tevens een sjaaltje. Rik trakteert nog een hapje en een drankje en om half vier rijden we met de auto de Kluisberg af naar huis, tot morgen voor deel twee!!
In Kalfort, een gehuchtje van Puurs, zijn het de Aspuursge-dagen, een vierdaags evenement dat doorgaat in het Hof van Coolhem met in de hoofdrol de asperge. De eerste dag wordt er een wandeltocht georganiseerd door de drie verschillende wandelclubs die groot-Puurs telt, aangezien dat het al enkele jaren geleden is dat ik hier nog eens deelnam besluit ik op deze druilerige morgen om nog eens tot hier te komen. In het Hof van Coolhem staat een grote tent waar we kunnen inschrijven, ik kies voor het parcours van de 21 kilometer. Beginnen doen we met een lusje doorheen het parkdomein van 13 hectare waar je tevens lekker kan komen eten in het restaurant. In het park staan info-bordjes waar we weer iets slimmer van worden, ook tijdens het wandelen breidt je kennis uit Langs de rand van natuurgebied De Moeren komen we aan de spoorweg die we volgen tot aan de ingang van het domein. Langs de rand van de N16 gaan we doorheen de verschillende fabrieken van Pfizer door naar onze eerste controlepost die binnenin de plantenzaak Willflor gelegen is. Ik krijg een stempeltje en ga verder, dwars doorheen de serre's van deze zaak. Wanneer we weer buiten zijn gaan we rechtdoor en komen via kleine wegjes aan het fort van Liezele, dat in 1906 gebouwd werd en deel uitmaakte van de voormalige verdedigingsgordel rond Antwerpen. Tijdens de zomer is dit fort het decor van de laatste controlepost tijdens de driedaagse van Ibis Puurs, vandaag komen we er enkel voorbij. Wat later zitten we in het centrum van Puurs, waar we in het cultureel centrum De Kollebloem een tweede keer controle hebben. Tijd voor een kleine pauze met een cola en een broodje gehakt. Op deze controle maken we een lusje van bijna zes kilometer. We komen voorbij de watertoren en duiken domein Tekbroek in. We blijven een hele tijd De Vliet volgen, hoe verder we gaan hoe smaller het baantje en op het eind komt het groen zelfs tot tegen mijn knieën, gelukkig heb ik een lange broek aan. In Oppuurs komen we naast de spoorweg terecht die we volgen tot in Puurs, ondertussen is het aan het regenen, wat een weer voor de tijd van het jaar zeg. Om elf uur ben ik weer in het cultureel centrum, ook nu neem ik de tijd om iets te eten. Langs veldwegen gaat het weer terug naar de plantenzaak, onderweg komen we doorheen het centrum van Liezele. In het plantencentrum eet ik een hamburger en drink een almdudler, een zeer lekkere kruiden-frisdrank. De laatste kilometers brengen ons terug naar het Hof van Coolhem, waar ik rond kwart voor één mijn boekje laat afstempelen. Buiten koop ik aan een standje nog wat asperges aan de dagprijs van 12 euro de kilo , niet moeilijk dat ze de asperge het witte goud noemen. Dit weekend staat de 2 maal 50 kilometer van Kluisbergen op het programma, hopelijk is het beter en vooral warmer weer dan op deze feestdag!
Eindelijk heb ik nog eens tijd om naar Nederland te rijden en deel te nemen aan een Kennedymars. Na een rit van een uurtje parkeer ik me op exact dezelfde plaats als vorig jaar in een zijstraatje van de markt in Etten-Leur. In café Marktzicht schrijf ik me in, ik heb nummer 58, en zet me bij aan een tafeltje bij enkele andere deelnemers. Het zaaltje achteraan is niet vrij, er is blijkbaar een feestje, en in het cafeetje is het al snel bijzonder druk. Aan het tafeltje maak ik kennis met Jacques, een ex-marathonloper die vandaag zijn eerste Kennedymars zal wandelen. Als hij hoort dat ik van Mechelen in België ben vraagt hij me dat ik Jean ken, een oud lid van onze club die ik zeer goed ken, de wereld is eigenlijk klein Ook Chris is er weer bij, vorig jaar is hij meer dan zestig kilometer bij mij gebleven. Samen ontvluchten we de drukte en gaan buiten zitten, en even voor twaalf uur staan we recht voor de start. Om twaalf uur 's avonds wordt de start gegeven, met 72 wandelaars duiken we de nacht in. Dit jaar moeten we 2 lussen van veertig kilometer doen, de eerste lus is ongeveer dezelfde van vorig jaar. We verlaten Etten-Leur via het lange fietspad naast de spoorweg naar Prinsenbeek. Op ons papiertje staat nergens wanneer we controle hebben, wel een beetje vervelend want ik weet alles graag op voorhand Na elf kilometer zien we een eerste keer een tentje, hier krijgen we zeer hete bouillon. De tocht gaat verder, we hebben ondertussen een groepje van zes gevormd en zien niemand meer voor of achter ons, het resultaat van een snelle start en het kleine deelnemersaantal. We gaan onderdoor de A58 en komen in Breda, daarna krijgen we een lang recht stuk tot in Rijsbergen, waar we aan de bowling aan de controle vijf minuutjes gaan zitten na 22 kilometer. De bevoorrading is net zoals vorig jaar zeer goed, er ligt zoveel eten dat je niet weet wat eerst te eten. Het parcours loopt verder langs Rucphen en Sprundel weer terug naar Etten-Leur. Wanneer het de laatste kilometers weer licht aan het worden is begint ons groepje stilaan uit elkaar te vallen, ieder zoekt zijn eigen tempo. Om half zeven ben ik weer in het café, achteraan in de zaal staat het ontbijt klaar. Er staan broodjes op de tafel, je kan ook warme dranken en soep krijgen. Chris komt bij me zitten, wat later komen ook Jacques en mijn andere nachtgenoten toe. Ik besluit er om een korte broek aan te trekken, volgens de mensen hier zou het dan toch niet regenen en ook tijdens de nacht heb ik zeker geen kou geleden. Om zeven uur ben ik klaar voor het tweede deel van de tocht, ook nu een lus van veertig kilometer, iets heel anders dan de vier lusjes van tien kilometer vorig jaar. Samen met Jacques verlaten we het cafeetje, Chris blijft wat langer rusten. We verlaten Etten-Leur en gaan over de A58 richting Rucphen, stukken die we vannacht gedaan hebben doen we nu in omgekeerde richting. Met Jacques gaat het beter dan vannacht, hij is dan ook heel tevreden met het verloop van zijn eerste Kennedy. De bevoorradingsposten volgen elkaar om de zes à zeven kilometer op, het aantal gehaktballetjes dat ik eet is niet meer te tellen Het weer is erg mistig, al is het niet koud en is er bijna geen wind. We blijven over asfalt wandelen, geen centimeter onverhard krijgen we hier. Samen met Jacques vliegen de kilometers voorbij, we onderhouden nog steeds hetzelfde strakke tempo en lachen samen wat af. Op het eind hebben we eindelijk een stukje natuur met het Liesbos, maar ook hier ligt een asfaltweg waar we op blijven. Daarna maken we nog een ommetje naar Prinsenhoek waar we onze laatste bevoorrading krijgen, nog zes kilometer te gaan. We komen nog voorbij het haventje en gaan achterdoor een groot stuk grond waar alles in gereedheid gebracht wordt om een nieuwe woonwijk op te bouwen, het zal er hier volgend jaar al heel anders uitzien. De laatste kilometer gaat nog door het industriegebied en zo weer naar het centrum. Op de markt is er een meeting van oldtimer-wagens bezig, ik neem snel nog even wat foto's en ben om 13u35 binnen in het cafeetje, mijn eerste Kennedymars van dit jaar zit erop. Ik feliciteer Jacques met zijn knappe prestatie en ontvang van twee sympathieke dames mijn medaille en oorkonde. Daarna moeten we spijtig genoeg nog wel meer dan een half uur wachten op de bagage, de camionette was nog onderweg. Net zoals vorig jaar ben ik blij dat ik erbij was, het parcours was dan wel minder (altijd asfalt), de bevoorrading was dik in orde en ook de medewerkers zijn bijzonder sympathiek, en tot slot heb ik Jacques leren kennen, een wandelaar die aan het begin van een mooie wandelcarriere staat na een palmares van 422 marathons! Tot (hopelijk) volgend jaar!
Voor het tweede jaar op rij ga ik op 30 april 's avonds naar Schaffen waar wandelclub Vos Schaffen hun derde 100 km Gildentocht organiseert. Na een rit van een uurtje kan ik me parkeren aan de Gildenzaal, binnen zet ik me bij Gino en Daniel. Het papierwerk zit in een envelop waar er enkele bonnetjes bijzitten voor de caférusten, een blad met de rustposten en een stempelkaart. Deze tocht is verdeeld in twee stukken, een eerste van bijna 56 kilometer in groep en daarna kan je de tocht op je eigen tempo voortzetten. Dit jaar zijn er drie groepen met drie verschillende snelheden, eentje van 6.5km/u, van 6.2km/u en van 6km/u. Ik heb me ingeschreven in de middelste groep, die van 6.2, samen met 21 anderen, de twee andere groepen bestaan uit dertig deelnemers. De wandelaars komen stilletjesaan de zaal in, vele bekenden maar toch ook mensen die ik nog nooit gezien heb. Om half negen neemt de voorzitter van de club het woord en legt alles nog eens haarfijn uit, om twintig voor negen vertrekt de eerste groep, de snelste, onder leiding van Kris, tevens de parcoursbouwer van de tocht. Daarna is het onze beurt, de 22 namen worden afgeroepen en we zetten ons buiten klaar, onze baankapiteins zijn Jef en Sven. Stipt tien voor negen vertrekken we onder leiding van Jef aan de tocht, Sven blijft achteraan. In de groep zitten voor mezelf weinig bekenden, enkel Luc en Jan ken ik zeer goed en de twee baankapiteins, dan zijn er een paar die ik ken van gezicht maar de meesten zijn me toch onbekend. Ik zet me bij Sven achteraan en zal daar verscheidene uren blijven. De eerste kilometers gaan vlot voorbij, het parcours loopt over asfalt- en veldwegjes. Ook een eerste klein klimmetje zit er reeds in, over de Rodenberg. Na negen kilometer hebben we een wagenrust, waar we een carré-confituurke en iets om te drinken krijgen. Na tien minuutjes gaan we verder, de donkere nacht in. In de Schoterse Bossen gaat Jan Fransen even tegen de grond nadat hij achter een boomwortel blijft hangen, gelukkig zonder erg. Langs de randen van het natuurreservaat Gerhagen komen we aan onze eerste caférust, de Peerdeposterij in Schoot. De snelle groep komt juist buiten als wij toekomen, binnen drink ik een colaatje en krijgen we een boterham met kaas. Ik feliciteer Sven met zijn achttiende verjaardag, een originele manier om te vieren zo'n tocht. Na twintig minuten rust is het tijd om verder te gaan, buiten komt juist de andere groep toe, het zal de laatste keer zijn dat ik ze zie. We wandelen doorheen Vorst, de kerktoren herinner ik me nog uit de eerste kempentocht jaren geleden. Wat later wandelen we doorheen Ossebroeken naar Eindhout, waar we na 26 kilometer een wagenrust hebben. Na tien minuutjes zetten we onze tocht verder, nu gaat het naar Veerle. In de groep zitten net als mezelf enkele Kennedymars-liefhebbers, ervaringen en suggesties worden aan elkaar uitgedeeld. Na 33 kilometer is er een nieuwe wagenrust waar we een potje pudding krijgen. In het volgende stuk gaat het doorheen natuurgebied Elsschot, we zien er spijtig genoeg niets van in het donker. Na 39 kilometer hebben we controle in het Buurthuis van Veerle-Heide waar we een smos krijgen om te eten. We nemen ook afscheid van de twee dames die de hele nacht voor de bevoorrading hebben gezorgd, ik bedank hen voor de goede zorgen. Het is kwart na vier als we onze weg verder zetten. We gaan doorheen de bossen van Averbode, waar enkelen achterblijven voor een toiletbezoek. Aan een kruispunt wacht ik samen met Sven op een achtergebleven wandelaar, hij is dolblij als hij ons ziet want zijn pillamp was uitgevallen en in het bos is het pikdonker. Het duurt even voor we de groep terug bijgehaald hebben, de lucht begint ondertussen een beetje licht te vertonen. In Molenstede hebben we een wagenrust op het marktplein waar we een potje rijstpap krijgen. Op het plein staat een zeer mooi standbeeld met de naam "De goede lieden van Moelstede", een creatie van Jan Peirlinck en is een ode aan het verenigingsleven van dit dorpje. In dit dorpje wonen Liliane Saint-Pierre en de Russische wielerkampioen Sergei Ivanov, waarschijnlijk in één van de prachtige villa's die we onderweg passeren. Tijdens deze laatste kilometers in groep trekken we nog over de Blaasberg en doorheen het Grasbos, mooi op tijd zijn we in het Wit Huis te Diest na een kleine 56 kilometer, tijd voor bagage en een lekker bord spek met eieren. Ik besluit om in t-shirt en korte broek verder te gaan, achteraf bekeken een wijze beslissing. Om half acht neem ik afscheid van mijn groepsgenoten en ga alleen verder. Het zonnetje schijnt, het beloofd een mooie dag te worden. Kris had gezegd dat het vrije gedeelte pittig ging zijn en hij heeft zeker niet gelogen. Al vrij snel beklim ik de Kloosterberg, van hieruit heb je een mooi zicht op Diest. Na de afdaling krijgen we de Galgenberg voorgeschoteld, daarna gaat het via veldwegjes naar Assent. Onderweg zie ik het grote beeld van Christus waar we vorig jaar 's nachts nog even hebben bijgestaan, deze keer passeren we er in de buurt. Na de afdaling van de Luienberg zitten we in Assent, waar we nog even een klein stukje natuur ingaan. Via een veldweg moeten we naar de controle, ik kijk rond want het is toch wel wat ingewikkeld, gelukkig ga ik toch het veld in en kom even later in de achtertuin van de familie Vossen waar we onze eerste controlestempel krijgen. Ik geef mezelf vijf minuutjes rust en eet een banaan. Wanneer ik enkele minuutjes later aan het brugje onderdoor de E314 ben komen er uit het zijstraatje wandelaars die niet het veld voor de controle ingeslagen zijn en nu miszitten. Ik help hen terug de juiste weg op en ga onderdoor de snelweg. De fruitbomen staan in volle bloei, het is een prachtig schouwspel. Langs de randen van de Hermansheuvel is het oppassen geblazen, de veldweg ligt er verraderlijk slecht bij. Ik word bijgehaald door een koppel uit Beveren, samen gaan we naar Waanrode waar we in de schaduw van de kerk onze tweede stempel krijgen in café Onder den toren. Er komen verscheidene wielertoeristen binnen, met de fiets is het blijkbaar kouder dan te voet want er zijn erbij die precies naar de noordpool gaan. Nu volgt er een stuk van bijna negen kilometer naar Halen. Tussen de fruitbomen door moet ik op het golvende terrein het koppel laten gaan, ik zit in een dipje. Voor de Molenberg word ik nog eens voorbijgestoken door drie wandelaars, waaronder Jef die even bij me blijft. De mensen voor me worden kleiner en kleiner, ik probeer wat meer snelheid te halen maar voorlopig is het afzien. Na 79 kilometer hebben we een wagenrust, tijd voor een stukje chocolade en een colaatje. Samen met het koppel vertrek ik weer, ik voel me terug een heel pak beter en kan ze deze keer wel volgen. We trekken samen over de Bokkenberg en gaan doorheen de velden, de omgeving is hier prachtig. Na een toiletstop ben ik terug alleen maar voel me helemaal herboren, mijn geluk kan niet op. Ik kom aan de afrit waar ik gisterenavond met de auto de snelweg heb verlaten, nu mag ik hier tevoet de wegenwerken oversteken. Ik verlaat Limburg en ben weer in Vlaams-Brabant, in Webbekom. Het parcours loopt doorheen het Webbekoms Broek, een prachtig stukje natuur maar er staan blijkbaar planten in waar ik allergisch voor ben, net zoals tijdens een gewone tocht toen ik hier was heb ik nu ook last van mijn ogen en mijn neus, hooikoortslijders weten wel wat ik bedoel! In Zelem hebben we na 88 kilometer controle in het parochiehuis, hier kunnen we ook een tweede keer beschikken over onze bagage. Ik steek mijn paraplu weg, de zon schijnt volop en er zijn maar een paar wolkjes te bespeuren. Om kwart na één is het tijd voor de laatste twaalf kilometer. In de bossen van "Grote Dorst", wat een naam voor een bos eigenlijk", zitten bijzonder veel dazen, aangezien ik het niet heb met die beestjes loop ik er doorheen, zo snel ik nog kan. Ik krijg een telefoontje van het thuisfront, het regent blijkbaar in Mechelen, het zal nu toch hier wel droogblijven zeker. Wat verderop in Mellaer hebben we een laatste controle in de Sint-Annagildezaal, binnen vertellen mensen dat het blijkbaar op vele plaatsen aan het regenen is, ik kan het moeilijk geloven als je ziet wat voor een mooi weer wij hier reeds gehad hebben. De laatste zeven kilometer brengt me doorheen het mooie natuurreservaat "Zwarte Beek", de mensen van de kleinere afstanden feliciteren me voor mijn prestatie. Als laatste moeten we nog over de Barenberg, mijn benen vertellen me dat het genoeg geweest is. De laatste kilometers komen er donkere wolken opzetten, maar zonder regen ben ik om kwart na drie weer in Schaffen. Binnen in de zaal krijg ik applaus en felicitaties, het zit er weeral op. Als beloning krijg ik een zeer mooi t-shirt, ik ben er heel blij mee. Een half uurtje later neem ik afscheid van iedereen en rijd ik naar huis met de auto, moe maar voldaan. Deze editie van de Gildentocht was van zeer hoge kwaliteit, Kris had voor een zeer mooi parcours gezorgd, de verzorging was perfect en het weer was prachtig, volgend jaar ben ik er zeker terug bij!!
Met maar een paar uurtje slaap in de benen rijd ik naar Werchter waar de plaatselijke club WK Werchter hun Aspergedabberstocht organiseren. Even na zes uur parkeer ik mijn auto en in het tentje voor de zaal haal ik mijn inschrijving, binnenin zaaltje De Wal drink ik een koffietje om wat beter wakker te worden. Om half zeven ben ik klaar voor mijn 50 kilometer tocht van vandaag, buiten is het nog vrij koud en ik heb enkel een t-shirt en een korte broek aan, hopelijk wordt het snel wat warmer. Ik krijg even het gezelschap van Hervé, maar wanneer we de Demer oversteken gaat hij als een sneltrein verder. Op de dijk van de rivier staat iemand van de organisatie met de fiets, hij stuurt ons de dijk af en het groen in, blijkbaar hebben vannacht onverlaten hier het splitsingsbord weggegooid. In dit stukje natuur is het even vloeken, de netels prikken tegen mijn benen. We trekken doorheen Rotselaar en verder doorheen de weilanden richting Wakkerzeel. Eventjes wandelen we langs de nog kleine Dijle, vlak voor Werchter komen de Dijle en de Demer samen en vloeien verder richting mijn eigen stad. Om de paar minuutjes vliegt er een vliegtuig boven ons hoofd naar de landingsbaan in Zaventem, de aswolk behoort tot het verleden. In Wakkerzeel hebben we in zaal Tiendeschuur een eerste keer controle, tijd voor een broodje! Op deze controle maken we een lus van bijna tien kilometer, via de spoorlijn komen we in Wijgmaal en gaan via veldegjes terug naar Wakkerzeel. Onderweg krijg ik even het gezelschap van een wandelaar die aan het oefenen is voor de 50 kilometer van Kluisbergen, ik wens hem alle succes toe. Wanneer ik weer in het zaaltje ben drink ik er een soep, er staan 18 kilometer op mijn gps. Het volgende stuk brengt ons naar Wespelaar, de zon is er eindelijk doorgekomen, al is het lang niet zo'n mooi weer als ze beloofd hadden. De controle is in het chalet van voetbalclub Olympia Wespelaar, ook hier eventjes een paar minuutjes rust met een colaatje erbij. Ook op deze controle krijgen we een lus. Kleine wegjes brengen ons aan de oever van de Leuvense Vaart, het duurt even voor ik me kan oriënteren waar aan de vaart we juist zijn. We volgen de vaart richting leuven, gelukkig zijn de wielertoeristen aan de overkant aan het rijden. Wanneer we de vaart verlaten krijgen we even een stukje industriegebied, maar al snel zitten we weer in het groen. Na een uurtje ben ik weer in het voetbalchalet, ik zet me even bij familie om iets te eten en te drinken, het is bijna middag. Het volgende gedeelte is het mooiste stuk van de tocht. We trekken doorheen het Haachts Broek, een prachtig stukje natuur. Natuurpunt zelf organiseert hier blijkbaar ook een tocht, spijtig genoeg juist dezelfde weg die wij volgen maar dan omgekeerd. Vooral waar er van die kleine brugjes over de moerasgrond zijn is het een paar keer moeilijk om elkaar te passeren zonder iemand van het paadje te duwen. In het centrum van Haacht hebben we een volgende controle in zaal Onder Den Toren, tijd voor een drankje want het is buiten heel warm geworden. Ook op deze controle maken we een lus. We wandelen vooral langs de oevers van de Dijle, via landwegjes gaan we weer terug naar Haacht. Op de controle eet ik nog iets en drink ik twee drankjes, ik vind het buiten nu al te warm. Het laatste stuk brengt ons langs de antitankgrachten, een herinnering aan de oorlogen en nu het decor van een mooi stukje natuur. Om kwart na drie ben ik weer in Werchter, moe maar voldaan na een zeer geslaagde tocht! Vrijdag start ik in Schaffen in de Gildentocht, hopelijk ook met zo'n mooi weer.
Na enig zoekwerk (verdomde wegenwerken ) geraak ik om even na zes uur 's morgens in Merchtem waar ik zal deelnemen aan de Internationale 60 kilometer van Merchtem die georganiseerd worden door de Lustige Wandelaars. In het zaaltje van de harmonie zit het al goed vol, wanneer de inschrijving geopend wordt om half zeven is het dan ookaanschuiven voor ik mijn nodige papieren in handen heb. Daarna is het even wachten op mijn drie kompanen waar ik mee afgesproken heb, samen met Kristof, Jos en Wim vorm ik sinds enkele dagen "De Genieters", een team van vier die zullen deelnemen aan de Oxfam Trailwalk 2010 in Eupen eind augustus. Wanneer iedereen er is worden er nog enkele foto's genomen van ons vieren en om kwart na zeven zijn we klaar voor de tocht van vandaag. Na een ommetje doorheen het centrum verlaten we Merchtem en gaan de weilanden in. Er hangt een mysterieuze mist boven de velden en dankzij de opkomende zon wordt het een kleurrijk spektakel. Na een uurtje zijn we aan de rand van het Robbroek en hebben we een "vliegende" of onverwachte controle. Onze kaart wordt een eerste maal gestempeld en we krijgen er een banaan. We zetten onze tocht verder en weer een uurtje later zijn we in Peizegem waar we een eerste echte controle hebben in café Taxi, we zetten ons binnen even neer en drinken er iets. In het tweede stuk wordt het tijd om mijn trui uit te doen, het is warm aan het worden. Na een kort bezoekje aan het natuurreservaat Broevink gaan we terug naar Merchtem, waar we doorheen het Lijsterbespark geloodst worden. Dit park is aangelegd aan het ocmw van Merchtem in 2000, het is een zeer mooi parkje waar er constant 11 gedichtjes van jongeren opgesteld staan. Onze tweede controle is in café Pandoerken, waar er binnen veel foto's hangen van bekende sporters. Ook hier nemen we even de tijd om iets te drinken en onze gekregen wafel op te eten. In het derde gedeelte gaat het naar Mollem, onderweg kunnen we genieten van afwisselende paadjes, doorheen velden of bossen, dan weer even wat asfalt, er is vanalles wat. Het zonnetje doet meer en meer zijn best, het lijkt wel een zomerdag. Na 27 kilometer zijn we op het dorpspleintje van Mollem waar in de schaduw van de kerk het cafeetje Trapkens Op onze derde controleplaats wordt. Ook hier nemen we even de tijd om iets te drinken. Nu volgt er een vrij lang stuk richting Hamme, waar we onderweg een paar keer een prachtig zicht hebben op het blinkende atomium. In het dorpje Kobbegem houd ik even halt aan de brouwerij Mort Subite, bekend van zijn fruitbier. Rond twee uur in de namiddag zijn we in Hamme waar we onze vierde controle hebben in de gemeentelijke feestzaal. Hier vinden de mensen ook hun bagage terug, ikzelf had besloten om geen mee te geven. Spijtig genoeg is er hier niets meer te eten, alles is op Na een kwartiertje laat ik mijn medewandelaars achter en ga alleen verder. Na enkele minuutjes kom ik op de grote baan en zie van hieruit de volgende controlepost al liggen op de linkerkant, wij slaan rechtsaf terug de velden in. Na een kleine 41 kilometer hebben we een klimmetje waar boven er een tweede "vliegende" controle is, tijd voor een banaan en een bekertje water. Na de afdaling komen we in het gehuchtje Ossel, waar de plaatselijke voetbalclub zich aan het opwarmen is voor een wedstrijd te spelen. Aan de kerk in het cafeetje Ossel Star hebben we ons vijfde stempeltje, reeds 44 kilometer gedaan. Na de controle komen we langs de andere kant van het voetbalveld voorbij en gaat het bergop naar de watertoren. Na deze klim komen we in de prachtige tuinen van het Hagenkasteel terecht, hier hebben ze volgens mij meer dan één tuinman. Wat later komt Katrien bij me terecht, ze doet de tocht met de fiets omdat ze gisteren iets voor gehad heeft aan haar knie tijdens het voetballen. We komen Brussegem binnen langs de Sint Anna kapel en aan de kerk hebben we onze zesde controle in de bibliotheek. Hier hebben ze gelukkig nog wel broodjes, en hier heb ik ook een bonnetje voor iets te drinken en een rijsttaartje, het kan niet op. Samen met Katrien leg ik de laatste negen kilometer af, die nog onderbroken wordt door een laatste controle in cafe De Volle Pot in Bosbeek. Tijdens de laatste kilometers haal ik nog heel wat wandelaars in, af en toe blijft Katrien dan even hangen en komt ze even later weer bijgefietst. Om kwart voor zeven ben ik weer in het zaaltje van de harmonie, waar ik een t-shirt en een diploma mag ontvangen voor mijn inspanning van vandaag. Na snel nog iets te hebben gedronken rijd ik huiswaarts, mooi rood verbrand van de zon maar toch blij met de tocht en het zonnige weer!
Op deze zonnige zondag sta ik iets later op dan gewoonlijk voor een korte trip naar Boom waar de Schorrestappers hun zesde Pompierkestocht organiseren. Even voor negen is het al vrij druk aan de brandweerkazerne van Boom waar de vertrekzaal is, binnen geef ik mijn briefje van onze club af en krijg ik mijn inschrijving en een drankbonnetje gratis, mijn sticker koop ik zelf nog. Ik kies voor het twintig kilometerparcours, ik zou graag wat vroeger thuis zijn vandaag. We verlaten de brandweerkazerne langs de achterkant en al vrij snel zijn we in Niel. Achter het voetbalveld van Apollo Nielse gaan we rechtsaf en komen in het natuurgebied Walenhoek terecht. Dit stukje natuurgebied is ontstaan na het verdwijnen van de oude steenbakkerijen hier in de buurt. De uitgebaggerde putten liepen vol water en men liet de natuur op zijn vrije beloop, na vijfentwintig jaar hebben we hier een prachtig klein stukje natuur van zo'n 6,5 hectare. De parcoursmeester laat ons tussendoor bijna alle vijvers lopen zodanig dat we het hele gebied te zien krijgen. We verlaten het natuurgebied en komen op de dijken van de Rupel, die we volgen richting Boom. Even verderop verlaten we de dijk en wandelen tussen de oude steenbakkerijen, waar we controle hebben in het zaaltje dat aan het museum gelegen is. Binnen drink ik snel een colaatje en ben direct weer op pad. Even na de controle zitten we weer op de dijk en komen in Boom op de zeer mooie kade, die enkele jaren geleden nog volledig vernieuwd is. Ik hou even halt aan het standbeeld van Robert Vekemans, gekregen voor zijn rol bij de bevrijding van Boom op 4 september 1944. De weduwe van Enschodtbrug speelde hierbij een grote rol. De restanten van deze brug zijn aan de overkant langs Willebroekse zijde nog duidelijk te zien. We verlaten de Rupeldijk en wandelen langs de randen van De Schorre naar de tweede controlepost in het Koninklijk Atheneum van Boom. Binnen zet ik me even neer voor een broodje en een soep, van wandelingen krijg ik altijd honger Op deze controle maken we een lusje doorheen De Schorre, dit is een recreatiedomein gelegen in een oude kleiput met toch ook nog een mooi stukje natuur errond. Na een klein uurtje ben ik weer op de controle, na een ice-tea is het tijd voor de laatste vijf kilometer van de tocht. Tijdens de laatste kilometers bezoeken we nog het park van Boom. Dit park is een restant van het "Beeck Bosch" en is bekend om zijn Franse tuinen met vijvers en daarbij de beeldhouwwerken van Ernest Wijnants, Georges Minne en Rik Wouters. Na het oversteken van het treinspoor komen we in het industriegebied van Boom waar de kazerne gelegen is en zit de tocht erop. Binnen doe ik me nog tegoed aan een pannenkoek en een "pompierke", het weekend zit er weer op!!
Op deze zonnige lentezaterdag hoef ik niet ver te gaan voor een wandeltocht, want de Vaartlandstappers uit Willebroek organiseren in Mechelen hun tiende Lentetocht. Ik besluit van thuis uit te voet te gaan, via de Leuvense Vaart ben ik op een klein uurtje in Battel waar in "Ons Huis" de start is. Wanneer ik er om acht uur toekom is het er nog vrij rustig en neem ik de tijd voor een ontbijtje. Het langste parcours van vandaag is de 21 kilometer, vanop deze plaats verdeeld over drie lussen. De eerste lus brengt ons naar de oevers van de Dijle die we volgen richting het Zennegat. Het Zennegat is de plaats waar de Zenne en de Leuvense Vaart bij de Dijle komen. We volgen er even de Leuvense vaart en gaan dan de sluis over om een klein lusje te maken aan de monding van de Zenne, daarna terug de sluis over en hebben we controle op de boot Wilford van de firma Riverstar, die boottochten met eten aanbieden. Het is er binnenin knap ingericht, ik neem er een foldertje van mee om thuis eens te laten zien. Na deze bootcontrole volgen we verder de Leuvense vaart, en na een goed uur ben ik terug in de zaal, tijd voor een colaatje. De tweede lus brengt ons over de Battelbrug en daarna gaat het linksaf naar het natuurreservaat Robbroek. We volgen de rand van de E19 en komen voorbij het Sylversterstadion, hier heb ik nog enkele jaren gevoetbald. Nadat we de E19 zijn onderdoorgegaan trekken we door de weilanden weer naar de Leuvense Vaart, die we nu in de andere richting volgen. Ook nu ben ik na een uurtje weer in de zaal, mijn soepje besluit ik buiten op te drinken want binnen zit het goed vol. Het derde lusje brengt ons weerover de Battelbrug maar deze keer gaan we rechtsaf. We komen in het stukje natuur achter het voetbalveld van SK Heffen en gaan zo tot op de Gentsesteenweg die we oversteken en richting Leest gaan. Ook op het einde van dit lusje komen we langs de rand van Robbroek, je ziet dat dit een moerassig gebied is aan het water dat tussen het groen staat. Rond de middag zit mijn tocht erop en eet ik een croqueske met groenten. Na mijn terugweg naar huis staat mijn gps op een dikke 30 kilometer, het is een rustige zaterdagwandeling geworden.
Op deze paasmaandag rijden we met zijn vieren eens naar de Voerstreek, na mijn bezoekje daar vorige week vind ik het de moeite om nog eens terug te gaan. De berg- en boswandelaars uit Voeren houden in 's Gravenvoeren hun 19e Paaswandeltocht, en na een rit van bijna anderhalf uur kunnen we de auto kortbij het Kursaal parkeren waar de start is. In het zaaltje is het een drukte van jewelste, als het weer zo blijft gaan ze hier een topdag beleven. Na onze inschrijving kijken we eens op het parcoursblaadje en we besluiten het 12 kilometer-parcours te volgen. Na een klein stukje van het dorp gezien te hebben verlaten we de andere afstanden en trekken alleen de Snouwenberg op. Eénmaal boven hebben we een prachtig overzicht van het landschap, de beloning voor ons klimwerk. We wandelen voorts over de heuvelrug en komen zo in Nederland, alhoewel het nog een paar honderd meter langs de rechterkant van de weg België is en aan de linkerkant Nederland. Na een wondermooie afdaling komen we in het Nederlandse dorpje Noorbeek terecht, een deelgemeente van Margraten. In het centrum kunnen we de de mooie Sint Brigidakerk aanschouwen, we slaan dan linksaf en hebben controle in zaaltje Berggalm. Tijd om iets te eten en te drinken, ook dit telt mee tijdens een wandeling! In het tweede gedeelte gaan we terug naar 's Gravenvoeren en verlaten we Nederland. Onderweg zien we regelmatig bordjes van natuurpunt dat we in het Altenbroek wandelen, een grensnatuurgebied dat zijn naam ontleent aan het kasteel dat er ergens middenin staat. Onderweg hebben we reeds vele ijzeren veldkruisen gezien, wanneer we aan de Steenboskapel komen en ik er binnenin een kijkje ga nemen leer ik dat er niet minder dan 57 veldkruisen hier in de buurt staan en dat ze onderhouden worden door de giften in het offerblok. De Steenboskapel zelf is opgebouwd uit overblijfselen van een opgegraven Romeinse villa. Wanneer we weer in 's Gravenvoeren zijn worden we over het marktpleintje geleid en hier moet mijn fototoestel alles geven. Eerst zie ik het beeldje van "De Waggeler", een beeldje dat staat voor de karnavalsvereniging van deze streek. Aan de overkant van de Sint-Lambertuskerk gaan we even binnen bij de toeristische dienst van de gemeente en leer ik iets bij over de geschiedenis hier. Tien minuutjes later staan we weer in het Kursaal en zit deze mooie tocht erop. Spijtig genoeg zijn er geen broodjes meer, maar als ik zie op het deelnemersblad dat er meer dan 2500 deelnemers zijn om 13u dan begrijp ik het wel. Ik sla nog even een babbeltje met Kris van wandelclub Vos Schaffen die eind deze maand de gildentocht organiseert, rond 14 uur zijn we ermee weg, we hebben nog een serieuze rit voor de boeg.
Op deze paaszaterdag ben ik er vroeg bij en sta dan ook helemaal vooraan op de parking van het Sancta Maria Instituut te Kasterlee waar de Pompoenstappers hun Marathonwandeling organiseren. In het zaaltje is het nog stilletjes, al komen de wandelaars druppelsgewijs binnen. Ik ga vandaag voor een langere afstand dan de marathon, namelijk de 50 kilometer. Het is nog pikdonker wanneer ik vertrek, en ondanks dat ik een klein lampje bij heb moet ik toch regelmatig naar de pijltjes zoeken. Na een kleine kilometer haal ik Sandra in die ook even misgelopen is, we zullen de rest van de tocht samenblijven. Na een kleine 9 kilometer hebben we de eerste keer controle in een tent in Rielen, we zijn er blijkbaar de eersten. In het tweede gedeelte wordt het licht, aan de hemel zijn er bijna geen wolken te bespeuren, weer zitten de weermannen ernaast, het is ongelooflijk dit jaar. We steken de grote Caliebeek over en komen tot aan de ingang van het militaire domein van Tielen. In Tielen zelf hebben we controle in het openbaar centrum, ons tweede stempeltje staat op de controlekaart. Op deze controle maken we een lusje van bijna negen kilometer. Aan de watermolen van Tielen houden we even halt. Deze molen staat aan het riviertje Aa en is gebouwd in het begin van de zestiende eeuw. Na dit mooie stukje geschiedenis wandelen we door de dennenbossen, je ruikt er echt de geur van de lente. Wanneer we terug in Tielen zijn neem ik wat foto's van de kapel van OLV Bijstand, een mooi kappelletje uit 1664 die sinds 1977 een beschermd monument is en in de jaren negentig nog volledig werd gerestaureerd. Even voor de controle komen we nog voorbij de ingang van het "IJsboerke", even later zijn we weer in het zaaltje en houden we een rustpauze van een kleine tien minuutjes waarin we iets eten en drinken. Het vierde gedeelte starten we met een bezoekje langs het Hof van Tielen, een kasteel dat dateert uit de veertiende eeuw met een brede gracht errond. Nadien krijgen we een mooi stukje natuur onder de voeten met de Hoge Rielen. Dit oude militair natuurdomein van bijna 230 hectare wordt nu vooral gebruikt door jeugdgroepen, die verblijven in de oude munitieloodsen die omgevormd werden tot slaappaviljoenen. Na een dikke dertig kilometer zijn we weer in de tent in Rielen, waar het ondertussen vrij druk is. Tijd voor een vierde stempeltje en direct weer op pad. Bij het buiten komen moet ik mijn paraplu openen, de beloofde regen is gearriveerd in de kempen! Ook nu houden we even halt aan een kapel, ditmaal aan de Rielenkapel die dateert uit 1564. Via veldwegjes komen we terug in de dennenbossen terecht, het is ook opgehouden met regenen en ik kan mijn paraplu weer wegsteken. Rond twaalf uur 's middags bereiken we de rand van het provinciaal domein Hoge Mouw, een kwartiertje later staan we aan de deur van 't Boslicht, waar we een vijfde keer controle hebben. Binnen zoeken we een plaatsje om even uit te blazen en iets te eten, niet evident want het zit nokvol. Ook op deze controle moeten we een lusje maken. We doorkruisen voort het provinciaal domein en komen zo in het centrum van Lichtaart terecht. Op het marktpleintje vinden we het standbeeld van de "Wannes van Lichtert" terug, een bronzen beeld dat in 2000 werd ingehuldigd en een icoon wil zijn voor het leven van het kempense volk in de vorige eeuw. Ernaast wordt er blijkbaar aan de neoromaanse kerk van Lichtaart hard gewerkt, de gotische toren uit de zestiende eeuw is helemaal ingepakt. We verlaten het centrum en duikelen weer het domein de Hoge Mouw in. Aan de kapel van Sint-Jozef houd ik even halt, boven de kapeldeur hangen de initialen SJ, zou dat voor mij zijn Wanneer we weer aan 't Boslicht komen is het er nog drukker dan een uurtje geleden, snel stempelen en weer weg. De laatste vijf kilometer van deze tocht laten ons verder genieten van de Hoge Mouw. Dit domein dankt zijn naam aan de oude zandberg van dertig meter hoog, het woordje mouw komt van moude wat zand betekent. In de allerlaatste kilometer worden we nog voorbij gestoven door René en Jef, die blijkbaar de 100 van Welkenraedt vorige week goed verteert hebben. Om kwart na twee zit onze tocht erop, en zit ik samen met Sandra, René en Jef nog wat na te praten bij een colaatje. Om kwart voor drie neem ik afscheid van hen en rij huiswaarts, vanavond word ik op Malinwa verwacht
Vrijdagavond is het eindelijk zover, mijn eerste honderd kilometertocht van dit jaar! De Pomona Trotters uit Welkenraedt organiseren hun vijftiende Euregio, het zou de laatste kunnen zijn die ze organiseren. Na een treinrit van twee uur ben ik in het station van Welkenraedt waar vele wandelaars uitstappen en samen gaan we naar de startplaats, zo'n tien minuutjes verderop. Binnen in het zaaltje is het al een drukte van jewelste, ook al is het nog twee uur voor de start. Na mijn inschrijving, waar we een mooi fluovestje bijkrijgen, zet ik me bij René en Jef. In het zaaltje wordt het drukker en drukker, en tegen negen uur zijn er ongeveer 270 wandelaars klaar voor de start voor wat de zwaarste 100 kilometertocht van België wordt genoemd. Even voor negen uur wordt de start gegeven, het tempo zit er dadelijk in. De eerste kilometers wandel ik samen met Filip Bonijns, de tijd vliegt voorbij. Voor we het weten staan we in de garage van een familie en hebben we onze eerste controlestempel na acht kilometer. Snel een colaatje en weer weg, ondertussen heeft ook René Smets zich bij ons gevoegd, en hij zal me de rest van de tocht niet meer verlaten We trekken doorheen Eupen en maken kennis met de eerste steile klims, de parcourmeester heeft hier al geen compassie met ons. Filip loopt verder en verder voor ons uit, we zullen hem niet meer inhalen. We passeren het stadion van AS Eupen, misschien moet mijn Malinwa hier volgend jaar wel komen spelen, en bij het verlaten van Eupen hebben we een tweede keer controle in een sportchalet. Zeventien kilometer zitten erop en het is nog maar half twaalf, we gaan snel We gaan verder richting Duitsland, een uurtje later zijn we in Raeren en staan we op 24 kilometer. In het Jungendheim hebben we een derde keer controle, hier krijgen we een soepje. Even na de controle houden we halt aan het kasteel van Raeren, waar het Töpfereimuseum is ondergebracht. Op deze plaats worden we bijgehaald door Luc Guns en gaan we met zijn drieën verder. Ondanks het nachtelijke uur wordt er honderduit gepraat tussen ons drieën, de tijd en de kilometers vliegen voorbij. We blijven nu meestal op het asfalt, gelukkig maar. Voor we het weten staan we aan de poort van de hondenschool in Eynatten voor ons vierde stempeltje, reeds dertig km ver. We trekken met ons drietjes verder doorheen de verlichte nacht, er zijn weinig wolken en de maan weerkaatst mooi de zon, we hebben ons pillicht weinig nodig. Na veertig kilometer zijn we in Hergenrath voor ons vijfde stempeltje, we krijgen er een cola en een stukje cake. Binnen zit Paul de fotograaf, hij heeft het lastig en blijft even wat langer rusten. In het volgende stukje steken we de grens over voor een paar meter, maar we slaan zeer snel linksaf en komen weer in België. Onze zesde stempel krijgen we in Gemmenich, wat verderop verlaten we het Duitstalig gebied en zitten weer in het Franstalige landsgedeelte. Om twintig voor vijf komen we in het zaaltje van Plombières, de eerste grote bagagerust na 51 kilometer. We krijgen er spek met eieren, er ligt ook een stukje chocolade bij. Ik inspecteer even mijn voeten, ze voelen een beetje branderig aan maar een blaar is er niet te zien. Mijn benen voelen nog super aan, dat beloofd Ondanks de zeer slechte weersvoorspellingen heeft het nog geen druppel geregend, waarom verbaasd me dat eigenlijk niet. Even voor half zes zetten we ons recht en zijn klaar voor het daggeelte van deze Euregio. Het begint stilletjesaan licht te worden, plots houd ook het asfalt het voor bekeken, we moeten de velden in. De wegjes liggen er zeer slecht bij, pakken slijk en water moeten we nu trotseren. Vanaf nu is het ook een pak meer klimmen en dalen, mijn superbenen verdwijnen als sneeuw voor de zon. Na zestig kilometer zitten we in Remersdael, waar we in het Notre-Dame kasteel een achtste keer controle hebben. In dit kasteel komen veel scholen op bosklassen, de omgeving is hier dan ook prachtig. We verlaten het kasteel en gaan doorheen het dorpje, de zon is ook wakker geworden en zorgt voor prachtig mooi lenteweer, de weermannen zitten er (weeral) flink naast. Het gaat heuvel op heuvel af, langs veldwegen, dan weer boswegen naar de Voerstreek. In Sint-Pieters-Voeren zijn we in het kleinste Voerdorp beland (300 inwoners), maar zien er wel het grootste kasteel uit de streek. Via de viskwekerij gaat het naar Sint-Martens-Voeren waar we na 69 kilometer een negende keer controle hebben. Ik zet me vijf minuutjes neer bij het drinken van mijn cola, als ik rechtsta voel ik dat de krachten aan het verdwijnen zijn. De volgende acht kilometer zijn voor mezelf bijzonder zwaar. Het parcours wordt hoe langer hoe zwaarder, de klims steiler. De beloning als je elke keer boven komt is wel de moeite, de vergezichten zijn adembenemend. Na 72 kilometer krijg ik een mep van de hamer, iedere lange-afstandswandelaar kent het, van de ene meter op de andere gaat het plots niet meer. Gelukkig word ik goed omringd door René en Luc, in hun spoor volg ik tot in het schooltje van Saint-Jean-Sart, waar we na 76 kilometer een tweede keer onze bagage hebben. Na het eten van een stukje chocola en een lookworst voel ik me weer heel wat beter, ook het half uurtje rust doet me goed. Een uurtje later zijn we in Aubel, waar we ons elfde stempeltje krijgen. In het zaaltje komen ook Gino en Daniel binnen, de laatste zeventien kilometer zullen we met zijn vijfen afleggen. In Aubel zelf komen we nog voorbij de fabriek van de Luikse stroop. Wat verder zien we in de verte de abdij van Val-Dieu liggen, waar er een zeer lekkere kaas maar vooral het lekkere bier Val-Dieu wordt gebrouwen. Onderweg moeten we doorheen een paar paadjes waar ik met mijn schoenen volledig in wegzak, het kost me alle moeite van de wereld om recht te blijven. Al vrij snel zijn we in La Clouse, onze twaalfde controlepost na negentig kilometer. Stipt één uur zijn we klaar voor de laatste tien kilometer. Vlak na de controle hebben we al direct een steile klim, de spieren beginnen nu serieus te protesteren tegen dit gekkenwerk. Na de afdaling is het weer tijd voor wat voor mij de zwaarste driehonderd meter van de tocht zijn, een geweldig steil stuk over een paadje de naam niet eens waardig. Ons groepje is uiteengereten, boven wachten Gino en ikzelf even op de rest. We dalen af naar Henri-Chapelle waar we in het gemeentehuis onze dertiende en laatste stempel krijgen. De laatste vijf kilometer gaan in dalende lijn naar Welkenraedt. Onderweg moeten we een paar keer doorheen de velden waar we ons doorheen zeer kleine poortjes moeten wringen. Na een bezoekje aan het kasteel van Ruyff komen we langs de spoorweg die we volgen tot in Welkenraedt. Langs een parkje komen we aan de achterkant van de zaal waar het gisterenavond begon, tijd om elkaar te feliciteren met deze mooie maar zeer zware tocht. Het is twintig voor drie, ik heb er dit jaar tien minuutjes langer over gedaan dan vorig jaar. Binnen drinken en klinken we nog met een Val-Dieu, en hoor ik dat er toch nog een kansje bestaat dat deze tocht volgend jaar zal kunnen doorgaan, mits wat hulp van de omliggende clubs. Ik hoop het, deze tocht is te mooi en te goed om te verdwijnen
Het zonnetje schijnt en ik heb een vrije dag, ideaal om samen met Vic en Sonja eens naar Velm te rijden waar Aviat Sint-Truiden hun Waterbronnentocht organiseren. Na een uurtje rijden komen we in het kleine dorpje en staan we een paar minuutjes later in het parochiaal centrum waar de start is voor deze maandagtocht. We twijfelen of we de twaalf of de zestien kilometer zullen doen, daarover kunnen we nog altijd beslissen na de tweede controlepost. Het eerste gedeelte brengt ons over kleine betonpaadjes doorheen de wijde velden rondom Velm. De zon schijnt dapper, een heel contrast met het ellendige weer van gisteren. In de velden staan de fruitbomen klaar voor de komende lente, voorlopig is er nog geen enkel bloesembloempje aan te zien. Na een uurtje hebben we een eerste keer controle in het voetbalchalet van de plaatselijke voetbalclub VV Velm, binnen doe ik me tegoed aan een lekker kervelsoepje. Op deze controle maken we een klein lusje van zo'n vier kilometer. Het parcours blijft nagenoeg hetzelfde, glooiiende betonpaadjes doorheen de velden. Op het einde van de lus houden we even halt bij het kasteel van Velm, ofwel het kasteel "Het Schoor". In dit kasteel worden taalcursussen gegeven, en enig opzoekwerk leert me dat de kasteeleigenares eind 2006 hier eens werd overvallen maar dat er niets buit werd gemaakt. Terug aan de controlepost besluiten Vic en ikzelf het zestien kilometer-parcours te volgen, Sonja zal de twaalf vervolledigen. Samen met Vic ga ik verder voor de laatste zeven kilometer. Tussen de velden door gaat het via een zeer lange baan tot op het grondegebied van Attenhoven, we slaan er linksaf en komen zo in Gingelom, waar we weer linksaf gaan en terug een lange baan krijgen voorgeschoteld naar Velm. Even krijgen we nog een stukje gras onder onze voeten geschoven, zo'n tweehonderd meter, en rond half één komen we aan de kerk van Velm, naast het parochiezaaltje. Binnen in het zaaltje eten we nog spek met eieren en keren weer naar huis. Vrijdag om negen uur 's avonds sta ik aan de start van de 100km Euregio in Welkenraedt, hopelijk worden de weersvoorspellingen voor dan beter dan wat ze nu voorspellen
Met zijn vijfen rijden we naar Nieuwrode, waar we te gast zijn bij WSV Holsbeek die hun dertiende Maartsebuientocht organiseren. Volgens het weerbericht zal de tocht zijn naam alle eer aandoen, het gaat vandaag regenen en onweren. Na een half uurtje zijn we er en na het parkeren van de auto kunnen we ons inschrijven in het kleine parochiezaaltje, en daarna een ontbijt met een lekker broodje gehakt. We kiezen hier voor het parcours van twaalf kilometer, en rond negen uur zijn we er klaar voor. Ondanks de zeer slechte weersvoorspellingen is het voorlopig droog en al redelijk warm, eindelijk is het gedaan met het vriesweer. Aan de kerk maakt iemand uit de buurt me erop attent dat er een herdenkingsplaat is opgehangen voor het vliegtuig dat hier tijdens de tweede wereldoorlog een succesvolle noodlanding heeft gemaakt. We slaan rechtsaf en krijgen meteen een heuvel voor de voeten, vooral op het eind is de Kratenberg zeer pittig. We wandelen een stukje bovenop de berg en hebben een zeer mooi panoramisch overzicht, even later duiken we de berg af en gaan doorheen de velden naar Sint-Pieters-Rode. Hier moeten we de paraplu openen, al is het maar voor even. In Sint-Pieters-Rode hebben we controle in het zaaltje van café Kloosterhof, ook hier nemen we even de tijd om iets te eten en te drinken. Wanneer we uit het zaaltje komen heeft het opgehouden met regenen, gelukkig maar. Na enkele minuutjes komen we aan het kasteel van Horst. Buiten op de parking staan er allemaal oronjekleurige vespa's, je kan hier brunchen in het restaurant met daarachter een rondrit met de scooter, een nieuwigheidje sinds 15 maart. Het prachtige kasteel houdt van zijn verleden als waterburcht nog één donjon over. De geschiedenis van deze burcht gaat terug tot de jaren 1100, was omringd door slotgrachten en heeft de vorm van een onregelmatige veelhoek. De liefhebbers van strips zullen dit kasteel vooral herkennen als het kasteel van de Rode Ridder. Het restaurant zelf is gelegen naast het kasteel in het Wagenhuis. Achter dit streekgasthof gaan we over een beekje en trekken weer de natuur in. De tweede en laatste klim van de dag gaat over de Benneberg, tussen de wijngaarden door. Ondertussen klaart de lucht helemaal op en zien we zelfs de zon, de weermannen zaten er weeral eens flink naast. Tijdens de afdaling passeer ik een tuintje waar de eigenaar al zeer zijn best gedaan heeft met het planten van bloempjes en daar kan ik van profiteren om wat foto's van te nemen. Onder een stralende lentezon komen we aan het parochiezaaltje en zit deze zeer mooie tocht erop, binnen doen we ons nog tegoed aan een pannenkoek als afsluiter van een geslaagde wandeling.
Vandaag zijn we te gast bij onze eigen club, Opsinjoorke Mechelen, voor de Tivolitocht. Even na half elf rij ik de parking op van Pauwels, dat honderd meter naast de startplaats is gelegen. De start zelf is in de tuinbouwschool van Mechelen, waar we eerst rustig genieten van een ontbijt. Samen met mijn echtgenote kiezen we voor het acht kilometer parcours. Even na de start gaan we doorheen de wijk Galgenberg, waar ik nog enkele jaren gevoetbald heb. Na het oversteken van de Antwerpsesteenweg zitten we in de wijk oud-oefenplein, waar de Mechelse Goedkope Woningen de bestaande woningen aan het afbreken zijn om er nieuwe te zetten. Even verderop aan de Liersesteenweg slaan we rechtsaf en volgen de Vrouwvliet, een riviertje dat ontspringt in Begijnendijk en in Mechelen uitmondt in de Dijle. Onderweg krijgt dit riviertje verschillende benamingen, onder andere Grote Beek, Meerloop, Raambeek en Zwartwaterbeek. Via dit riviertje komen we aan het stedelijk kerkhof van Mechelen, en als we de baan oversteken zie ik aan de rechterkant een deel van de tribunes van de mooiste voetbalclub van het land, KV Mechelen Weer volgen we het riviertje Vrouwvliet tot aan de rand van Nieuwendijk, een gehucht van Sint-Katelijne-Waver. We slaan linksaf weer naar het grondgebied van Mechelen en gaan rond de Mechelse Stadsmagazijnen. Na het oversteken van de spoorwegen komen we aan domein Montreal, een hotel-restaurant aan de oevers van de vijver. Als laatste doorkruisen we het Tivolipark. Het is een oud kasteelpark waar we de kinderboerderij passeren, evenals het kasteel waar je lekker kan gaan eten. Rond één uur zijn we weer in de school, waar we nog een lekker pens eten en daarna huiswaarts keren.
Vanmorgen vroeg uit de veren voor de Bavotocht in Zellik, die georganiseerd wordt door de Trekplosters. Reeds om zes uur parkeer ik mijn auto op het pleintje over de startzaal, binnen moet ik even wachten voor me in te schrijven maar om kwart na zes heb ik toch mijn inschrijvingskaart met nummertje tien op. Ik ga vandaag voor de volle pot, vijftig kilometer doorheen het Pajottenland ten westen van Brussel. Bij het buiten komen begint het spijtig genoeg te druppelen, en wanneer we tien minuutjes later doorheen een woonwijk van Zellik trekken begint het stevig door te regenen, gelukkig zal het maar een half uurtje duren. Na een kleine kilometer roept de wandelaar achter mij me al terug, het is nog donker en daar bovenop regenweer zorgen ervoor dat ik een pijltje gemist heb, wanneer we even later in open veld zijn moet ik zelf iemand roepen dat hij mis is. Na een ommetje doorheen een industriegebied staan we na vijf kilometer in het gehucht St Bavo, waar we recht over de kerk een eerste keer controle hebben. De kerk zelf is een zandstenen hallekerk in laat-gotische stijl, en ik krijg van een medewerker het verhaal over een pastoor die zijn eigen preekstoel zou hebben stukgemaakt tijdens verbouwingswerken. Deel twee is ook meteen het langste stuk van vandaag, bijna twaalf kilometer. Via kleine kerkwegeltjes gaat het naar de E40 die we oversteken en zo aanbelanden in Groot-Bijgaarden. Ik houd even halt aan het kasteel van Groot-Bijgaarden, toch wel één van de pronkstukken qua archeologisch erfgoed van ons land en het heeft een grootse geschiedenis. Hier gaan we blijkbaar twee keer komen, op het splitsingsbord staat dat de twee grootste afstanden naar links moeten. Over een oude klinkerweg gaat het via een industriegebied langs het station van Groot-Bijgaarden. Ook nu gaat het over een snelweg, deze keer de E19 en blijven er in de buurt van wandelen. Ondanks het vroege uur vind ik het lawaai van de snelweg erg storend en ik beklaag de buurtbewoners hier. We bezoeken het Kattenbroek langs de rand van Sint-Agatha-Berchem, ondertussen moet ik mijn paraplu openen en bijna meteen weer wegsteken, af en toe vallen er een paar druppeltjes. Op het eind van dit tweede gedeelte krijgen we ons eerste stukje natuur met de Wolfsputten in Dilbeek, een mooi stukje natuur van zo'n 90 hectare. Rond negen uur ben ik aan de tweede controle, de Don Bosco school in Groot-Bijgaarden. Tijd voor een broodje met gehakt en een colaatje, dat smaakt na zeventien kilometer Deel drie brengt de wandelaars over landelijke wegen via Sint-Martens-Bodegem naar Sint-Ulriks-Kapelle. Het valt me op dat vele mensen hier ezels in hun weide hebben staan, ik vraag me af hoe dat komt. In het dorpje maak ik even de tijd om wat foto's te nemen van iemand zijn tuin, waar ontelbare kabouters instaan, een zeer kleurrijke tuin moet ik zeggen. De controle is in het jeugdcentrum Castelhof, een oude verbouwde hoeve uit 1590 met een domein errond. Na een colaatje is het tijd voor het volgende gedeelte. Ook nu laat de parcoursmeester ons rustige landelijke wegen volgen, aan de spoorweg zie ik dat hier hard gewerkt word om de spoorlijn Brussel-Zuid - Denderleeuw te verbeteren. In Schepdaal hebben we controle in de sporthal naast het voetbalveld, ook hier neem ik tien minuutjes de tijd om iets te eten, er staan reeds 29 kilometer op de teller. Op deze controle maken we een lusje van zo'n kleine vijf kilometer. Dankzij het glooiiende landschap kan je vrij ver zien, op de hogere stukken is het best fris dankzij de wind. Na een afdaling moet ik rechtsaf de Wereweide in, een paar meter verder is een grote baan en daar ga ik rechtsaf, weer enkele honderen meters extra Nadat ik op mijn stappen terugkeer vind ik toch het juiste pad en trek de Wereweide in. Dit is een natuurproject van basisschool De Klimop, de kinderen zorgen voor een stukje natuur dat de gemeente achter de school heeft aangekocht. Even verderop sta ik weer aan het voetbalveld van FC Schepdaal en heb controle. Ik besluit direct weer verder te gaan en op de volgende controle te rusten. We dalen af langs een kerkwegel en komen in Sint-Gertrudis-Pede met zijn watermolen. Van deze watermolen was reeds sprake in 1392 en volgens sommige bronnen zou reeds meer dan 400 jaar geleden Pieter Bruegel de watermolen geschilderd hebben op de doeken De Terugkeer van de Kudde en De Ekster op de Galg. Vanaf hier volgen we enekel kilometers lang de Bruegelwandelroute, met onderweg borden van de schilder. Het eerste bord dat ik zie is van het schilderij De Boer en de Vogeldief uit 1568. In het dorpje zelf zie ik dat de oude lambikbrouwerij de Neve een nieuwe toekomst krijgt als woonproject, ben wel eens benieuwd hoe het er binnen een paar jaar zal uitzien. Via de velden gaat het naar Sint-Anna-Pede, waar we vlak naast de kerk in café Sint-Anna controle hebben. Na deze caférust passeer ik nog twee borden met schilderijen van Bruegel, De Terugkeer van de Kudde en Jagers in de sneeuw, allebei uit 1565. Als laatste bord zie ik nog Sombere Dag, zo'n wandeling als vandaag heeft mijn kunstkennis wat opgekrikt. In Itterbeek gaan we langs de randen van het Kluizenbos, spijtig genoeg gaan we er niet door, en trekken verder naar Dilbeek. De laatste kilometer voor de controle in school Don Bosco herken ik, hier zijn we daarstraks nog geweest. Na deze laatste controle gaat het linksaf naar het oude Wivinaklooster. Hier leefde in de jaren 1100 de heilige Wivina, later werd deze Benedictijnse kloostergemeenschap een abdij. Na de Franse revolutie werd hier een cichoreifabriek in ondergebracht, maar sinds 1897 bewonen de Broeders van de Christelijke Scholen het klooster. Wat later staan we weer aan de poorten van het kasteel van Groot-Bijgaarden en gaan zo weer terug naar Zellik. Iets na drie uur zit de tocht erop, in het zaaltje zitten Guido en Marie-Jeanne van onze club waar ik me nog even bijzet. Het was een zeer geslaagde tocht van de Trekplosters, prima afgepijld, goede controleposten en een afwisselend parcours, kortom alle ingrediënten voor een geslaagde wandeldag!
Ik ben Steven Jaspers
Ik ben een man en woon in Mechelen (België) en mijn beroep is Arbeider.
Ik ben geboren op 26/02/1973 en ben nu dus 51 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, Voetbal.