Foto
Foto
Foto
Inhoud blog
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine
  • Verhalen van Daniel R. Shine 2
  • Verhalen van Daniel R. Shine 3
  • Privé monument voor Gunner Albert Edwin Wheeler
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge 2
  • UITSTAP: 'België bezet 1940-1944' sfeerbeelden
  • ANZAC Day 25 april 2012 ZONNEBEKE
  • Uitstap 'De Slag bij Loos' sfeerbeelden
  • Gedenkplaat voor LT Lee Scott MC Polygon Wood
  • LT Lee Scott
  • The Lady of Loos
  • De Slag bij Loos
  • De Slag bij Loos (25 september - 19 oktober 1915)
  • GOTT MIT UNS Tijdelijke tentoonstelling in het IJzertorenmuseum
  • Restauratiewerken in Bayernwald
  • Wandelen langs the Menin Road
  • Wandelen langs the Menin Road 2
  • Restauratie Calvarieberg Diksmuide
  • Wandeling: 'Polygone Wood'
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood !
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood!2
  • Historiek van het Geheim leger GL- AS 40-45
  • Memorial voor de verdwenen US begraafplaats te Foy
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane 2
  • TARIEF BORDEEL 1915- Tarif de bordel en 1915‏
  • Bastogne Barracks Hoofdkwartier Gen. McAuliffe
  • Bastogne Barracks -Gulf War- Golf oorlog
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 1
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 2
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 3
  • Allerlei beknopte Info WOI &WOII
  • Sfeerbeelden van de Last Post van 10-11-2011 in Ieper
  • Patrouilleurs aan het IJzerfront. De helden van het niemandsland
  • Informatiebord Private FG Dancox VC te Poelkapelle
  • 't Hooghe 14-18
  • MENIN ROAD MUSEUM ZILLEBEKE
  • DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD
  • Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf) Info van dhr Johan Durnez
  • THE HOME OF THE UNDERGROUND WAR , de rust post voor de fronttoerist, Polygonebos
  • Een late krans voor Guynemer (studie 120 blz)
  • De Britse Mark IV tank, de D29 Damon II , van Poelkapelle
  • Tentoonstelling: Congo aan den Yser , in het Memorial Museum Passchendaele 1917
  • Fietsen van Diksmuide naar Ieper
  • Joe MANN monument aan de Boslaan-zuid in Best (NL)
  • Gevallen voor het Vaderland- Pro Patria
  • Museum Bevrijdende Vleugels
  • Foto's museum Bevrijdende Vleugels
  • Erekoepel Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek NL
  • Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945
  • Monument Generaal Gavin Groesbeek
  • De gevechten in de regio van Saint Mihiel 14-18
  • Kaarten regio St Michiel
  • Beierse troepen bij de gevechten in en bij de sector van Saint Mihiel
  • Foto's regio St Michiel
  • Foto's van het fort van Troyon
  • Fort de Troyon als sperfort in september 1914
  • FORT TROYON HEDEN
  • De strijd om de saillant van Saint-Mihiel (1915-1918)
  • Snipers WWI
  • Australiërs aan het Westelijk Front 1916–1918 AIF
  • De slagvelden waar Australiërs vochten AIF
  • AIF foto 2
  • AIF foto's
  • TRIBUTE TO Major Richard 'Dick' Winters
  • Blitzkrieg, Mei 1940
  • VERDUN
  • Feldgrau in de Argonne1914-1918 Heel interessant boek!
  • De eerste uren van de bevrijding van Vichte in oktober 1918; door Jef Bogaert
  • Britse oorlogsbegraafplaats Harlebeke New British Cemetry.
  • Remembring Private Rufus Rigney 48BN Australian Infantry
  • Aboriginalvlaggen
  • De replica van het vliegtuig waarmee Guynemer zijn eerste overwinning behaalde
  • The Western Front Association - België
  • Het dragen van de poppy (klaproos).
  • A Tribute to "Piper" Bill Millin
  • Duitsland betaalt laatste oorlogsschuld
  • Filmpjes WO I
  • Britse militaire begraafplaatsen
  • Headstones
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats:
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats foto
  • Poelcappelle British Cemetery
  • Jongste frontsoldaat (14) JOHN CONDON
  • Poelcappelle British Cemetery foto1
  • Poelcappelle British Cemetery foto2
  • Poelcappelle 1914 -1919
  • In Flanders Fields
  • Opening tentoonstelling NOUS IRONS EN FLANDRE
  • DE IJZERTOREN Diksmuide
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 1
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 2
  • Foto Tankmonument te Poelkapelle
  • Rantsoenering Tweede Wereldoorlog
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Duidt je stad of gemeente aan .....
  • Belgisch front 14-18
  • Sfeerbeelden 14-18
  • Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
  • FOR FREEDOM MUSEUM Knokke
  • AIRBORNE MUSEUM OOSTERBEEK(NL)
  • DE AIRBORNE WANDELTOCHT TE OOSTERBEEK
  • INHULDIGING TANK MEMORIAL
  • Belangrijke Duitse stellingen uit 1915 - 1917 ontdekt in Zonnebeke.
  • Herdenkingen voor de Brigade Piron in Frankrijk
  • De modder van de Westhoek
  • Dakota C-47A Merville
  • DE BRIGADE PIRON KREEG HUN VERDIENDE PLAATS !
  • foto's Zillebeke 14-18
  • foto's Dadizele 14-18
  • foto's Woumen 14-18
  • Bastogne Historic Walk
  • Bastogne Historic Walk 2
  • Graf van Prins Murat achterneef van Napoleon I
  • Monument gesneuvelden en oorlogsslachtoffers van Marke
  • Ehrenfriedhof N°179 Marcke-lez-Courtrai Marke
  • De Wellington steengroeve te Arras (Frankrijk)
  • De bevrijding van de regio Beverlo - Leopoldsburg
  • Britse -Canadese en Australische postkaarten en posters WOI
  • Enkele Britse sfeerbeelden uit de Eerste Wereldoorlog
  • BIBLIOGRAFIE HALEN 1914
  • DUITSE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • BELGISCHE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • KAART VAN HET GEVECHT BIJ HALEN 1914
  • CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN HET GEVECHT TE HALEN 1914
  • SLAG VAN HALEN 12 AUGUSTUS 1914
  • Musketier PETER KOLLWITZ
  • Graf van Dr Chastang en enkele Esense burgers 1914
  • Herinneringsmonument voor de franse Marine Fuseliers
  • De laatste Franse Poilu en de laatste Duitse soldaat uit 14 - 18 zijn overleden
  • Niet Polen maar Belgen bevrijdden het Nederlandse Oost-Groningen
  • THE LAST ANZAC
  • Pro Gloria Duitse postkaarten 14-18
  • Doodsbericht van België
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel1)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel2)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel3)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel4)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel5)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel6)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's 2
  • Een vergeten monument 2
  • Een vergeten monument!
  • De Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze
  • Foto's van Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze 2
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke
  • Foto uit 1914
  • Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerst e Wereldoorlog
  • Ook zij vielen voor hun vaderland (1)
  • Gecamoufleerd Duits Kanon 1914
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde
  • Franse begraafplaats Koksijde
  • Monument 4de Lansiers-Halen
  • Het ontstaan van de Zwarte Duivels
  • Zwarte Duivels
  • Monument Zwarte Duivels - Halen
  • Foto's Halen
  • DE SLAG DER ZILVEREN HELMEN
  • Wandeling over het vroegere slagveld van Halen
  • De FallschirmjÃger
  • Franse almoezenier aan het front
  • Een getuigenis mei 1940
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't front Verdun
  • 't Front gesneuvelden van Marke
  • 't Front 1940
  • Belgische Militaire Begraafplaats Oeren
  • Duitse bezetting 14-18 flanderland
  • Welkom bij Poelcapelle Area 1914-1918
  • De Groote Oorlog
  • WORLD WAR ONE MUSIC & SONGS
  • Max Deauville
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Archief
  • Alle berichten
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • WFA België
  • Belgian Fronts
  • BELGIAN COMMANDO MUSEUM FLAWINNE
  • WO1 in de Westhoek
  • De Duitse Enigma Codeermachine
  • First World War
  • Somme
    Mijn favorieten
  • 't Front Pro Patria
  • FILMS
  • Wesp333
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    PRO PATRIA
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    http://www.pegasusarchive.org/
    Foto
    AUSCHWITZ
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief
  • Alle berichten
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun
    Foto
    Hoofdpunten blog tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Sint Juliaan
  • Blindganger
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto

    Verzamelen van
    militaire insignes

    http://blog.seniorennet.be/military/
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    magdavinck
    blog.seniorennet.be/magdavi
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lodewyckx
    blog.seniorennet.be/lodewyc
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    kortenbos
    blog.seniorennet.be/kortenb
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    tony2005
    blog.seniorennet.be/tony200
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    martina1950
    blog.seniorennet.be/martina
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    mam
    blog.seniorennet.be/mam
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    rikki
    blog.seniorennet.be/rikki
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    kaatje
    blog.seniorennet.be/kaatje
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    filmpjes
    blog.seniorennet.be/filmpje
    Hoofdpunten blog Tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontgeheimleger
  • Secteur IV : Ours (setor IV)
  • Bauduin Julien VANASSCHE uit Menen . 1ste Compagnie Zone III – Groep Macareux (Lauwe)
  • MENEN ZONE III Historiek
  • Maquis Frankrijk
  • La resistance - het verzet in Frankrijk
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    't FRONT
    1914-1918 & 1939-1945
    EERSTE & TWEEDE WERELDOORLOG
    12-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MENIN ROAD MUSEUM ZILLEBEKE

    Menin Road Museum

    Meenseweg 470 - 8902 Zillebeke

    T 0032(0)57 201 136













    12-10-2011 om 00:00 geschreven door DP


    11-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD

    DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD

    Mijn laatste boek  dat ik aankocht luistert naar de titel DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD.  Het is geschreven door Chris Sims en Patrick Lernout. Het is een, om het met de woorden van mijn kameraad Jef Bogaert uit te drukken, Ne kloefer van een boek, een kleine 2 kg met een verhaal ( en  met veel fotomateriaal !!!!) van elke gesneuvelde op de begraafplaats; een prachtwerk als je het mij vraagt.

    Het is inderdaad een prachtwerk van 632 bladzijden, zeker een aanrader! Hierbij wil ik de beide auteurs feliciteren met hun eersterangs en leerrijk boek!

    Er is nog geen officiële persvoorstelling  geweest, daardoor  zijn er tot nu toe maar twee verkooppunten: Chris en Patrick zelf. Het boek zal ook (in de toekomst) te koop aangeboden worden in het Flanders Field museum in Ieper en mogelijk (maar niet zeker) in Talbot House. Info kan altijd bekomen worden op het e-mail adres op flandersfieldbook@gmail.com. Prijs boek 35€. Hier alvast de verzendingskosten nationaal (boek is € 35) (afhalen of bezorgen kan natuurlijk ook), gewoon: € 8 geregistreerd: € 9, aangetekend; € 12

    DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD

    Deze Amerikaanse militaire begraafplaats, gelegen op de hoek van de Wortegemseweg en de Bosstraat, is de kleinste in Europa en meteen ook de enige Amerikaanse begraafplaats in ons land uit de eerste wereldoorlog.
    Het stijlvolle 'Flanders Field American Cemetery and Memorial' telt 368 zerken in wit marmer uit Carrara en ligt in een mooi verzorgd park van twee hectare.
    Begraafplaats: De architekt van de begraafplaats is Dr. Paul P. Cret uit Philadelphia, Pennsylvania. Vanaf de mooie ijzeren poort aan de ingang leidt een kleine, met linden afgeboorde laan naar de 'Memorial Chapel' in het midden van het domein. Links kom je langs de Visitor's Room en rechts langs de vlaggemast, waar dagelijks de Amerikaanse vlag wordt gehesen, op een 15 meter hoge mast.
    Op het einde van de kleine laan leiden treden naar de hoek van een verzonken grasplein, met in het midden een indrukwekkende kapel. Bij het betreden van de kapel vindt men de namen van 43 Amerikaanse soldaten, die in een naamloos graf rusten, gebeiteld in rozig getinte marmeren panelen. Parallel, langs iedere zijde van het lager gelegen groen, hebben we vier identieke verdelingen van de begraafplaats.
    Vanuit het midden leiden stapstenen naar de drie andere hoeken, naar een kleine met bomen omzoomde ruimte, waar een versierde urne op een voetstuk rust, met daarin gesculpteerd de kentekens van de vier Amerikaanse divisies welke in België gestreden hebben.
    De vier identieke verdelingen tellen elk 92 graven in witte marmer. 21 van deze 368 graven bergen de lichamen van onbekende soldaten.
    Herdenkingsdag: Ieder jaar, op de zondag dichtst bij 30 mei, wordt op de begraafplaats de herdenkingsdag Memorial Day gehouden voor de Amerikaanse oorlogsslachtoffers



    11-06-2011 om 08:46 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf) Info van dhr Johan Durnez

    Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf)

    Info van dhr Johan Durnez

    Op dinsdag 7 juni 2011 maakten de jongens van het 2de jaar beroepsonderwijs (VTI Waregem) een uitstap naar de voormalige slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.

    Tijdens de uitstap maken de jongens kennis met de sporen van het oorlogsverleden in het landschap en kwamen ze ook in contact met streekbewoners voor wie die oorlog 14-18 deel uitmaakt van hun dagelijkse leven.

    De dag werd om16 uur afgesloten met een korte herdenkingsplechtigheid aan het graf van de  Australische militair,  over wie de jongens gedurende het schooljaar het een en ander leerden en die een heel belangrijke link is geweest naar één van de Australiërs die tijdens het voorbije schooljaar (twee keer) op bezoek kwam naar de klassen. Private Jarvis Fuller ligt begraven op het Buttes New British Cemetery, beter bekend als de Britse begraafplaats in het Polygonebos van Zonnebeke.

    Dorothy Seers vertelt over haar oom Jarvis Fuller

    In deze tekst laat dhr Johan Durnez  Dorothy Seers aan het woord. Zij is één van zijn Australische kennissen en de dochter van Jarvis’ broer. Wat zij in de tekst vertelt, is deels gebaseerd op wat hij van haar vernam, deels op de militaire dossiers van Jarvis en zijn broer (National Archives of Australia), deels op het vermistendossier (WWI Red Cross Wounded and Missing), deels op wat hij via Mike Goodwin, Todd Fraser en Johan Vandewalle weet, deels op zijn eigen ervaringen.  Vanzelfsprekend kan de tekst veel langer en meer gedetailleerd zijn, maar dit is in de eerste plaats geschreven voor 14-jarigen van het beroepsonderwijs.

    Hallo, ik ben Dorothy Seers uit Port Macquarie, een kuststad in het Australische New South Wales, ongeveer 485 kilometer boven Sydney (Ik geniet hier van een rustige oude dag want ik ben niet meer van de jongste : ik werd immers geboren op 31 januari 1921 !

     

    Mijn hele beroepsleven lang was ik lerares en af en toe kriebelt het weer om dingen uit te leggen aan jonge mensen zoals jullie… Vandaag wil ik jullie iets vertellen over mijn oom Jarvis Fuller, een man die ik alleen maar kende van een foto aan de muur.

    De soldaat die je op deze oude familiefoto ziet, is mijn vader Mark Ruben Fuller. Maar niemand noemde hem Mark Ruben, iedereen sprak hem aan met Roy. De foto werd gemaakt toen hij in 1915 bij het leger ging. Hij was toen 23 jaar oud. De vier meisjes zijn zijn zussen : Mary (links vooraan), Galena (links achteraan), Pearl (rechts achteraan) en Emily (rechts vooraan.) Er was nog een vijfde zus, Ruby, maar die ontbreekt jammer genoeg op deze foto. Ze woonden met hun ouders in Moonambel in Victoria (dat is de verticale pijl op het kaartje van Australië.)

    In augustus 1914 brak de oorlog en uit een jaar later (augustus 1915) zijn mijn vader en Jarvis zich in Ballarat (90 kilometer verderop) gaan melden voor dienst bij het leger. Mijn vader werd meteen aangenomen, maar Jarvis… werd afgekeurd. Dat had te maken met zijn ogen. Hij droeg een bril en uit zijn rechteroog zag hij bijna niets. Jarvis was verschrikkelijk ontgoocheld over het feit dat hij niet naar het leger kon.

    Maar ook voor mijn vader leek het avontuur in het leger iets van korte duur te worden : tijdens zijn opleiding werd hij in het ziekenhuis opgenomen voor een blindedarmontsteking. Omdat hij na de operatie (eind februari 1916) niet snel genoeg weer fit geraakte, stuurden ze hem op 1 juni weer naar huis. “Medically unfit for service” stond er op zijn papieren… “niet geschikt voor dienst omwille van medische redenen” !

    Maar de broers gaven niet op. Ze wilden kost wat kost hun deel doen in de oorlog en waarschijnlijk hadden ze ook al wel eens een witte pluim (a white feather) gekregen van de één of andere vrouw… Misschien wel vaker dan hun lief was ! Er waren namelijk vrouwen die een witte pluim gaven aan mannen (of in de brievenbus staken) als zij vonden dat die mannen eigenlijk in het leger hadden moeten zijn. Die pluim wilde noch min noch meer zeggen dat je een lafaard was, een mietje dat te bang was om naar de oorlog te trekken. Maar die vrouwen vroegen wel nooit eerst waarom je niet bij het leger was. Want Jarvis en Roy waren allesbehalve lafaards die aan de legerdienst hadden willen ontsnappen !

    Toen de toelatingsvoorwaarden om bij het leger te mogen minder streng werden, probeerde Jarvis het halfweg oktober 1916 opnieuw. Hij ging zich weer aanmelden in Ballarat en… deze keer werd hij wél aangenomen !!!

    Nog geen twee weken later ging ook mijn vader terug naar Ballarat om opnieuw dienst te nemen bij het leger en… ook hij bleek nu plots wél fit genoeg om soldaat te worden !

    De broers kregen allebei de meest noodzakelijke militaire opleiding en nog geen maand later zaten ze al op de boot naar Europa ! Het schip verliet de haven in Melbourne op 23 november 1916 en meerde aan in Plymouth (Engeland) op 29 januari 1917. Een zeereis van bijna tien weken, maar de beide broers genoten van de kameraadschap aan boord en mijn vader had de andere soldaten vermaakt door allerlei liedjes te spelen op zijn blikken fluitje.

     

    Maar toen ze aankwamen in Engeland heerste er daar een heel strenge en koude winter… Kwam het door de uitputtende zeereis of was het omdat Australiërs dat soort winters niet kennen ? In elk geval : halfweg februari werd Jarvis zo ziek door bronchitis dat de legerdokter hem voor alle zekerheid naar het ziekenhuis stuurde voor twee weken. En ook mijn vader kreeg het flink te pakken : in de

    tweede helft van maart belandde hij ook in het ziekenhuis met een heel ernstige longontsteking ! Het was al begin juni toen ze hem daar weer lieten vertrekken.

    Ondertussen was Jarvis begin mei 1917 met zijn eenheid, het 7de  bataljon Australische infanterie, aangekomen in Frankrijk. Die eenheid kwam net terug uit de loopgraven en ging voor lange tijd ‘in rust’ (dat betekende dat ze niet werden ingezet bij gevechten) en daardoor viel het voor Jarvis allemaal nogal mee. Hij schreef regelmatig naar zijn ouders en naar zijn zussen en hij liet weten dat hij zich nog nooit zo fit had gevoeld. Hij schreef ook dat zijn ogen hier zoveel beter geworden waren en dat hij zijn bril niet eens meer nodig had. Dat verraste de familie want hij had die bril sinds zijn twaalfde onafgebroken gedragen en in 1915 hadden de legerdokters zelfs beweerd dat hij helemaal blind was op zijn rechteroog !

     

    Mijn vader kwam pas op 1 september 1917 in Frankrijk en werd ingedeeld bij het 23ste  bataljon Australische infanterie. Dat vond hij helemaal niet prettig want hij had gehoopt om bij zijn jongere broer te kunnen blijven. Hij is twee keer op zoek geweest naar Jarvis, maar hij kon niet achterhalen waar ergens in Frankrijk zijn eenheid verbleef.

    Op het einde van september 1917 moest het 7de  bataljon weer naar de loopgraven. Deze keer werden ze naar Ieper gestuurd. En zo onderging Jarvis op 20 september zijn vuurdoop in the Battle of the Menin Road. In één dag tijd verloor het bataljon 201 manschappen en officieren (doden, gewonden en vermisten) maar Jarvis kwam zonder een schrammetje uit de strijd en hij kon met de rest van de manschappen op rust naar Dikkebus en daarna naar Steenvoorde in Noord-Frankrijk.

    Op 1 oktober moesten ze opnieuw naar de eerste linies. Met autobussen ging het weer van Steenvoorde naar Dikkebus. De volgende nacht moesten ze te voet tot de loopgraven van ‘Westhoek Ridge’ in Zonnebeke. Het was een ongelooflijk zware mars in aanhoudende regen en ploeterend door de modder. De rest van 3 oktober brachten de 530 mannen en 28 officieren door in de loopgraven waar ze wachtten en zich klaarmaakten voor de aanval van de volgende morgen.

    Op 4 oktober 1917, om kwart voor twee ’s nachts vertrokken ze naar de startpositie van de aanval. Het bleef maar regenen, de modder was een echte verschrikking en men geraakte amper vooruit. Toch bereikten ze hun verzamelplaatsen. Doorweekt en rillend van de kou lagen de mannen daar te wachten op het fluitsignaal voor de aanval. Dat fluitsignaal zou om 6 uur ’s morgens weerklinken.

    Maar om 5 uur 20 begon er plots een hevig Duits bombardement. Onverwacht regende het bommen op de Australische troepen die klaar lagen om aan te vallen. Puur toeval maar de Duitsers hadden óók een aanval voorzien op dezelfde plaats en (ongeveer) op hetzelfde uur !!!

    Het duurde eindeloos lang tot het 6 uur werd . Eindelijk konden de manschappen oprukken, weg uit het vijandelijke bombardement. Er volgde weer een dag van felle en vreselijke gevechten, maar de Australiërs slaagden erin om de hoogte van Broodseinde in handen te krijgen ! Eindelijk !!! Eindelijk stonden ze op de hoger gelegen weg en konden ze goed uitkijken over de Duitse posities !!!

    De gevechten hadden een zware tol geëist… Toen het bataljon van Jarvis zich in de nacht van 5 op 6 oktober van het slagveld terugtrok, had 259 manschappen en officieren verloren aan doden, gewonden en vermisten. Dat was zo goed als de helft !!! (En dat was nog maar van één bataljon. Op 4 oktober verloren de Australiërs liefst 6.500 man.) Eén van de vermisten van die dag was… Jarvis Fuller. Een maand later werd op zijn fiche “killed in action” genoteerd : hij was nu officieel gesneuveld.

    Jaren later hoorden wij dat Jarvis gedood werd door een bom die vlakbij hem insloeg. Een soldaat die een zestal meter achter Jarvis kwam, had hem zien vallen en zag dat hij niet meer bewoog. Hij moet op slag dood geweest zijn. Jarvis werd samen met een sergeant Charles Morris Greengrass (ook van het 7de  bataljon) begraven op het slagveld. Na de oorlog werden hun stoffelijke resten overgebracht naar het Buttes New British Cemetery in Polygon Wood. Het graf van Greengrass (XXIX D 2) ligt nu twee rijen achter dat van Jarvis (XXIX B 11.)

    De soldaten die hem begraven hadden op het slagveld, hadden zijn persoonlijke bezittingen uit zijn zakken gehaald en die aan de officieren overhandigd (zoals dat hoorde.) Wat niet van het leger was, werd immers aan de familie terugbezorgd. En zo ontvingen mijn grootouders in mei 1918 een pakketje met daarin zijn portemonnee met vier munten, zijn portefeuille met wat kaarten en brieven en twee godsdienstige boekjes die hij bij zich had. Een bril ? Neen, die zat er niet bij ! Was die verloren geraakt ? Of… waren zijn ogen echt zoveel verbeterd dat hij geen bril meer droeg op die fatale dag ???

    Hoe was het ondertussen met mijn vader Roy ?In september 1917 moest zijn eenheid ook naar de frontstreek van Ieper en hij hoopte dat hij deze keer zijn broer eindelijk zou terug zien want zowel het 7de  bataljon van Jarvis als het 23ste  bataljon van vader zouden op 4 oktober naast elkaar in actie komen ! Vader was bij die aanval ‘stretcher bearer ‘(= brancardier – een soldaat die de gewonden wegbrengt) en toen hij de mannen van het 7de  bataljon zag terugkeren van de loopgraven klampte hij ongeveer iedereen aan met de vraag of ze iets wisten over zijn broer Jarvis. Een sergeant vertelde hem dat hij gewond was en waarschijnlijk al naar een veldhospitaal was overgebracht. Maar vader vond in geen enkel hospitaal een teken van zijn broer… en hij werd helemaal ongerust toen hij zijn naam zag staan op de lijst van vermiste soldaten.

    Het werd Kerstmis 1917 en vader schreef aan zijn ouders dat hij helemaal geen plezier had in het kerstfeest omdat hij nog steeds niets had vernomen over zijn jongere broer. Ook na Nieuwjaar schreef hij dat er nog altijd geen nieuws was maar dat hij verder zou blijven zoeken.Enkele maanden later kregen mijn grootouders eindelijk een brief van een officier die liet weten dat hij Jarvis zijn lichaam had gezien kort nadat hij gesneuveld was en dat hij zijn manschappen had opgedragen om hem te begraven. Hij schreef ook nog dat ze fier moesten zijn dat hun zoon gestorven was als een dappere soldaat.

    Mijn vader overleefde de rest van de oorlog en op 1 juli 1919 mocht hij eindelijk terugkeren naar Australië. Op 20 augustus kwam het schip aan in Melbourne en een goede maand later werd vader eervol ontslagen uit het leger maar op zijn fiche stond er weer “medically unfit”. Dat betekende dat zijn gezondheid zwaar getekend was door de oorlog. In 1920 huwde mijn vader en hij vestigde zich in Maryborough (niet ver van Moonambel) als bakker. Geen timmerman meer ! Zijn leven lang heeft vader verdriet gehad over het feit dat hij zijn broer sinds hun aankomst in Engeland in het voorjaar van 1917 niet meer had gezien .De herinnering aan ‘uncle Jarvis’ bleef wel voortleven in de namen van mijn broer, één van mijn neven en één van mijn nichten : Gerald Jarvis Fuller (1922), William Jarvis Fuller (1922) en Jarvis McBean (geboren Fuller 1927.)

    En toen bleef het stil rond Jarvis Fuller tot in mei 2002 ! Todd Fraser, de kleinzoon van mijn nicht Jarvis McBean (de dochter van mijn vaders zus Pearl) was student in de Mackay North State High School en hij ging dat jaar met 23 medeleerlingen en leerkrachten op reis naar de slagvelden van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De leraar die dat organiseerde was Mike Goodwin. Je weet dat die studenten niet zomaar een reisje maken. Ze studeren een heel schooljaar lang over de Eerste Wereldoorlog en doen opzoekingen over gesneuvelde soldaten die in België, Frankrijk of Turkije begraven liggen. En tijdens die reis gaan ze dan naar die graven en elke student leidt een korte plechtigheid bij dat graf. Todd was op die manier het eerste familielid dat het graf van Jarvis bezocht en hij leidde er ook de herdenking.

    Van zijn grootmoeder had hij twee oude foto’s meegekregen : de foto van Jarvis in zijn uniform (zie foto’s) en een foto van het houten kruis dat op het graf stond voor de zerk er kwam. Wat er Todd bezielde, weten we nog altijd niet maar… hij plaatste die twee foto’s bij het graf en dacht er niet aan dat hij daarmee twee unieke documenten zomaar achterliet ! Leraar Mike Goodwin vroeg hem nog of hij wel zeker was dat hij die twee foto’s daar echt wou achterlaten, maar Todd hield voet bij stuk en de foto’s bleven op het Buttes New British Cemetery in Zonnebeke, België. Het was pas toen Todd weer thuis was in Australië en zijn oma hem vroeg waar de foto’s waren dat het tot hem doordrong wat hij eigenlijk had gedaan. Maar jammeren of boos worden zou toch niets helpen, de foto’s waren er niet meer!  Dat dachten Todd en zijn familieleden tenminste, want het verhaal was bijlange nog niet ten einde ! Enkele dagen na het bezoek van Todd en de groep van de Mackay North State High School, zag een man tijdens zijn dagelijkse wandeling met zijn hond door het Polygonebos en op de begraafplaats een oude foto op het gras liggen. Een foto van een soldatengraf en op de achterkant stond geschreven “Jarvis Fuller - killed in France”.

    De man dacht : “Het kan niet anders of iemand heeft die foto hier verloren. Ik breng hem naar Johan Vandewalle in De Dreve. Johan zal er wel raad mee weten want hij is nogal veel bezig met oorlogsgeschiedenis en er komen ook geregeld oorlogstoeristen binnen in zijn café.”

    En zo belandde de foto van Jarvis bij Johan Vandewalle. Johan was natuurlijk meteen heel erg geïnteresseerd, maar hij had er geen flauw idee van wie er die foto zou kunnen verloren hebben.Omdat hij nieuwsgierig was, contacteerde hij een vriend in Waregem die nogal wat kennissen heeft in Australië. Misschien was er langs die weg wel een oplossing te vinden voor het raadsel ?!

    De vriend uit Waregem (ook een Johan !) kwam en die ging eens een kijkje nemen op de begraafplaats. Zou daar misschien het graf zijn van die Jarvis Fuller van de foto ?

    Waarachtig ! En tot de grote verbazing van Johan en zijn vrouw… bleek er nog een tweede foto (die met het portret) bij het zerkje te staan ! Het raadsel werd nu nog groter : wie had er hier in godsnaam twee originele foto’s van tijdens en kort na de oorlog achtergelaten ? Als ze zomaar in weer en wind bleven staan, zou het niet lang meer duren vooraleer ze helemaal kapot waren.

    De foto’s werden meegenomen, zorgvuldig gekopieerd en de kopies werden bij het graf geplaatst. De originelen werden voortaan bij Johan Vandewalle bewaard. Je wist maar nooit dat er op een dag iemand zou binnenkomen om te vragen of er toevallig geen oude foto’s waren gevonden…

    Zoals je kon verwachten, konden de Australische vrienden van de Waregemse Johan niet helpen bij het vinden van de eigenaar maar de oplossing kwam in oktober 2002. Een Australiër die iets ging drinken in De Dreve kreeg van Johan ook het verhaal te horen over de foto’s en toen die hoorde dat de soldaat van Moonambel afkomstig was, zei de Aussie dat hij daar nogal wat familie had en eens zou informeren of er iemand van hen nog Fullers kende. En om een lang verhaal kort te houden : zo kwamen ze tenslotte bij mij, de dochter van Roy Fuller, terecht !!!

    Ik herinnerde mij natuurlijk nog wel onze Uncle Jarvis, maar ik had er geen flauw idee van hoe die foto’s bij dat graf verzeild waren. Daarom belde ik maar naar mijn nicht Jarvis McBean en toen was het mysterie vlug opgelost : zij vertelde me over haar kleinzoon Todd en hoe hij de foto’s had achtergelaten. Eigenlijk was ze wel blij dat de foto’s niet verloren waren geraakt, maar in de familie hadden ze al vrede genomen met het feit dat ze ze nooit meer zouden terugzien. En daarom mochten de beide foto’s voortaan bij Johan Vandewalle blijven.

    De Waregemse Johan contacteerde Todd Fraser en die meldde het hele voorval aan zijn leraar Mike Goodwin. Mike nam contact op met Johan en… die twee werden héél goede vrienden.









    11-06-2011 om 07:25 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.THE HOME OF THE UNDERGROUND WAR , de rust post voor de fronttoerist, Polygonebos

    THE HOME OF THE UNDERGROUND WAR  , de rust post voor de fronttoerist  

    DE DREVE                                          Polygonebos

    LANGE DREVE

    9980 ZONNEBEKE     

    Wanneer je de zaak binnenkomt word je onmiddellijk ondergedompeld in een sfeer die doet denken aan de grote oorlog, de muren zijn versierd  met talrijke foto's. Niet moeilijk als je weet dat de uitbater , Johan Vandewalle, al van kindsbeen af gepassioneerd is door de Eerste Wereldoorlog.

    Hij ligt dan ook aan de basis van vele opgravingen en reconstructies van dug-outs en bunkers in de omgeving.

    Dat zijn kennis ook buiten de dorpsgrenzen gewaardeerd wordt, bewijst de reportage in Telefacts op VTM en wordt eveneens bewezen door de erkenning als "Home of the Underground War" in Engeland.

    Indien de werkdruk het toelaat of na afspraak is de uitbater altijd bereidt een
    woordje uitleg te geven en dit eventueel vergezeld van beeld en klank via projectie op groot scherm

    De uitbater Johan Vandewalle schreef ook een boek: Beneath Flanders Fields:
    http://www.dedreve.com/boek_inleiding.html







    11-06-2011 om 07:19 geschreven door DP


    05-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een late krans voor Guynemer (studie 120 blz)

    Een late krans voor Guynemer (studie 120 blz)

     

    Auteur Luc Vanacker.

     

    De verdwijning van Georges Guynemer op 11 september 1917 blijft gehuld in mysterie. Wie heeft deze Franse “aas” met 53 erkende overwinningen neergeschoten? Meer dan waarschijnlijk niet de Duitse piloot Kurt Wissemann, aan wie de overwinning “officieel” toegekend is. Waar is de Spad van Guynemer gevallen? En wat is er met het lijk van Guynemer gebeurd? Welke van de vier “officiële” Duitse versies benadert het dichtst de waarheid? En welke waarde mogen we hechten aan het relaas van drie tieners en een volwassene die getuige waren van wat “een onbekende Franse piloot” overkomen is op het einde van de zomer van 1917?

     

    Deze kleine studie neemt zich voor om een antwoord te formuleren op water gebeurd is van 11 tot 14 september 1917 op basis van onuitgegeven bronnen. Professionele opgravingen of laattijdige onthullingen kunnen de hypothese nog aanvullen.

     

    Luc Vanacker is leraar geschiedenis te Ieper. Hij heeft al twee werken gepubliceerd over de geschiedenis van de Westhoek aan weerszijden van de grens. Regelmatig publiceert hij ook onderwerpen die verschijnen in het tijdschrift Shrapnel van WFA België.

     

    Deze studie telt ongeveer 120 bladzijden en wordt uitgegeven in eigen beheer: Luc Vanacker, Helvetiastraat 44, 8670 Koksijde en kost 14 euro (+ eventueel 2,5 euro portkosten). Te betalen op rekening BE47.7995.2225.5880, mailadres ljavanacker@yahoo.com

    Is ook verschenen in het Frans “Une couronne tardive pour Guynemer”, telt ongeveer 80 blz. en kost

    dezelfde prijs.

    Georges Guynemer (Parijs, 24 december 1894 – Poelkapelle, 11 september 1917) was een Franse piloot .Hij vloog en vocht gedurende de Eerste Wereldoorlog. Guynemer wilde graag dienst nemen bij de  Franse luchtstrijdkrachten maar hij was er te klein  en te tenger  voor en zijn gezondheid was ook niet top. Hij besloot dan maar om  te proberen naar de landmacht en vervolgens ook naar de zeemacht te gaan maar  ook daar mocht hij niet binnen wegens zijn te kleine gestalte.

    Toch wist hij uiteindelijk, met veel doorzettingsvermogen de luchtmacht te overtuigen en zo begon hij als soldaat bij de luchtmacht maar algauw klom hij op in de hiërarchie van het leger . Later werd hij kapitein. Door zijn prachtige prestaties in de lucht kreeg hij in Frankrijk de bijnaam "Guynemer de legendarische". Hij vloog met een vliegtuig van het type Spad.

    Op 11 september 1917 steeg hij op, maar hij zou nooit meer terug komen. Hij vond de dood bij Poelkapelle en werd daar begraven. Tot nu toe is het een raadsel wat er precies gebeurd is. Toen de Britten Poelkapelle veroverden hoorden zij  het verhaal van een Spad die daar was neergestort, vlakbij de Duitse loopgraven. Maar kort  daarop kwam de plaats onder een drie dagen durende artilleriebeschieting te liggen en alle sporen werden uitgewist. Hij werd een held en legende. Zijn verdwijning van op 11 september 1917 blijft gehuld in mysterie.

    In Poelkapelle staat een standbeeld ter ere van Guynemer die maar liefst 53 luchtoverwinningen behaalde. Het laatste dagorder van Guynemer met de opdracht van de Belgische piloten staat in gebeiteld in de steen. De ooievaar bovenop de gedenksteen verwijst naar het Escadrille des Cicognes van Guynemer.

    Meer info zie: http://www.langemark-poelkapelle.be/WWW/nl/1742.html

     













    05-06-2011 om 11:27 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Britse Mark IV tank, de D29 Damon II , van Poelkapelle

    De Britse Mark IV tank, de D29 Damon II , van Poelkapelle

    De Britse  tank de Damon II liep op 9 oktober 1917 tijdens de Eerste Wereldoorlog vast op de markt van Poelkapelle. Jack Coghlan (1896-1963), de tankcommandant van de Mark IV (D29, Damon II)  kwam op  die dag in 1917 voor café De Zwaan tot stilstand in een modderpoel en incasseerde ook nog een Duitse voltreffer. De tank bleef er staan. Vanwege zijn aantrekkingskracht op Britse fronttoeristen bleef het wrak lange tijd onaangeroerd. Kort na de oprichting van het Guynemermonument in 1923, door toedoen van burgemeester Nevejan, werd de tank dan toch verplaatst omdat hij het verkeer hinderde.De tank die voor vele Britse soldaten een teken van hoop was geweest, werd door de inwoners van Poelkapelle gezien als een blijvende herinnering aan wereldoorlog. De kinderen speelden erin, erop en er omheen “oorlogje” en zo kregen ze wel eens wat Pennies van Britse toeristen. Maar de tank werd  opgeruimd toen de Duitsers een tweede keer kwamen in 1941. Ook toen was het metaal kostbaar! Zo verdween de tank door toedoen van de Duitse bezetter definitief uit het straatbeeld.

    Poelkapellenaar Johan Vanbeselaere werkt aan de terugkeer van de Damon II (replica) Het is de bedoeling een zo goed mogelijke replica te bouwen van een Mark IV tank en die terug op de markt van Poelkapelle te zetten zoals hij er ooit stond tussen 1923 en 1941, met als bedoeling, het op het gebied van oorlogstoerisme wat vergeten Poelkapelle, naast het Guynemermonument, een nieuwe aantrekkingspunt te bezorgen zoals het ooit was in het interbellum. Hij krijgt daarbij de steun van het plaatselijk comité De Poelcapelle 1917 Association of P1917A.

     

    EEN AANRADER!!!!

    Boek:  de vzw Poelcapelle 1917 Association, kortweg P1917A, heeft ook een heel interessant boek uitgegeven:  Poelcapelle '17, een spoor van tankwrakken. Het is geschreven door Dhr. Robert Baccarne.

    Naast de Damon II is er ook aandacht voor de Ieperse Damon I en de 'tankkerkhoven' die er ooit waren in 't Hooghe (Ieper) en de Frezenberg (Zonnebeke) en de Fortuinhoek (St.-Juliaan).

     

    Verder kunnen werkzaamheden, zij het met soms wat vertraging, gevolgd worden op

    http://www.p1917a.blogspot.com/

    Enkele links;

    http://poelkapelle.wimme.net/HetTankProject

     

    http://tankmemorial.blogspot.com/2009/06/bouwplan-replaca-damon-ii.html

     













    05-06-2011 om 11:24 geschreven door DP


    04-05-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tentoonstelling: Congo aan den Yser , in het Memorial Museum Passchendaele 1917

    Tentoonstelling: Congo aan den Yser , in het Memorial Museum Passchendaele 1917

    27 Congolezen van het Belgisch leger in de Eerste Wereldoorlog nu in een nieuwe tentoonstelling.
    Tijdens W.O.I zet België geen koloniale troepen in aan het westelijk front. Maar er dienen  wel 27 Congolezen in Belgisch uniform in de loopgraven van 14-18. Wie waren die mannen? Hoe kwamen ze aan het Belgische front en waarom gingen ze in het leger? Wat maakten ze mee en wie overleefde het? Ontdek de geschiedenis van die mannen aan de hand van verloren gewaand archiefmateriaal en nooit geziene foto’s.

    Nog tot 30 november 2011 in het Memorial Museum Passchendaele 1917.











    04-05-2011 om 08:13 geschreven door DP


    19-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietsen van Diksmuide naar Ieper

    Met de fiets tussen de Boterstad en de Kattenstad.

      Of: van Diksmuide naar Ieper. Afwisseling troef: jaagpad, kattenstad Ieper (tegenwoordig Vredesstad), voormalige spoorweg, om dan via golvende wegen langs de sporen van de Eerste Wereldoorlog terug te fietsen naar Diksmuide. Het stadje is ook de moeite waard en dan is er de IJzertoren nog. Trek gerust een ganse dag uit voor deze tocht!

    http://www.fietstoeren.be/Archief/KUST/kattestad/kattestad.htm

     

    fietssite:  www.fietstoeren.be

    19-03-2011 om 08:34 geschreven door DP


    13-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Joe MANN monument aan de Boslaan-zuid in Best (NL)

    Private First Class Joe Eugene Mann

    Joe Eugene Mann diende als Private First Class in Company H, in het 502nd Parachute Infantry Regiment,  van de101e AIRBORNE DIVISION (Luchtlandingsdivisie) van het Amerikaanse leger. Joe E. Mann werd in Reardon ,Washington, geboren.
    In Seattle, Washington, trad hij als vrijwilliger toe tot de Paratroepers.

    17 september 1944

    Op 17 september 1944, tijdens de eerste fase van operatie Market Garden, sprongen duizenden Amerikaanse paratroepers boven het bezette Nederland.Het 502de  vertrok in ongeveer 135 vliegtuigen richting Nederland. Private First Class Joe E. Mann en de mannen van het 502de werden gedropt boven de dropzone 'B' gelegen tussen Son en St. Oedenrode. Na de vernietiging van de brug over het Wilhelminakanaal bij Son stuurde generaal Taylor een compagnie, waaronder Joe Mann, naar de brug over het Wilhelminakanaal bij Best om te kijken of die nog intact was en zo mogelijk te bezetten. De brug bij Best zou geen grote omweg zijn voor de opmars naar Arnhem.Generaal Maxwell Taylor vond dat de verkeersbrug over het Wilhelminakanaal bij Best een belangrijk alternatief was voor de brug bij Son, dit ondanks het feit  dat de brug bij Best niet direct op de route naar het noorden lag. Een tactische zet van generaal Taylor waar  tot op heden nog steeds verhitte discussies over gevoerd kunnen worden.In de bossen tussen Best en Son bevonden zich sterkere Duitse troepen dan verwacht. De diverse Amerikaanse pelotons die op weg waren naar de brug raakten het onderlinge contact kwijt. De opdracht bleek onuitvoerbaar en de compagnie trok zich terug, behalve een groep van achttien mannen onder leiding van luitenant Ed Wierzbowski. Zij wisten niet van de terugtrekking en bleven achter langs het kanaal. Het Amerikaanse hoofdkwartier raakte daar niet van op de hoogte. Wierzbowski hield zich aan zijn oorspronkelijke opdracht om de brug in te nemen. Zijn groep lag, in de stromende regen, voortdurend onder vuur en dat ging zo door tot 3 uur in de nacht.

    18 september 1944

    Op 18 september probeerde het peloton van Joe E. Mann om de brug over het Wilhelminakanaal te veroveren. Deze poging zorgde ervoor dat het peloton omsingeld raakte door een Duitse overmacht, die onder andere over zware artillerie beschikte. In het morgenlicht zagen de mannen dat ze tegenover een force majeure aan Duitse troepen lagen. De brug werd om 11 uur tot ontploffing gebracht, waarmee hun opdracht niet langer uitvoerbaar was. Twee man, Hoyle en Mann, deden een uitval en stelden met een bazooka twee Duitse 88mm-kanonnen buiten gevecht.

    In zijn functie als 'lead scout' kroop Pfc Mann, gewapend met een bazooka, tot binnen de schootsafstand van een vijandelijke geschut positie. Terwijl hij onder vijandelijk vuur werd genomen schakelde hij een Duits 88mm kanon uit en blies hij tevens een munitiebergplaats op. Zonder stil te staan bij het persoonlijke risico dat hij liep nam hij vervolgens zijn M1-geweer en begon hij de vijand één voor één uit te schakelen Mann raakte door twee kogels gewond aan beide schouders. Later werd het groepje aangevallen door een Hawker Typhoon die hen voor Duitsers aanzag, niemand raakte gewond.

     

    Nadat hij op een beschermde positie verpleegd was weigerde Mann om zich rustig te houden. Om drie uur in de middag zetten de Duitsers een aanval in, die werd afgeslagen. Daarbij werd soldaat Luther gedood, de genieofficier luitenant Watson en soldaat Northrup raakten gewond, maar ook Joe Mann werd weer tweemaal geraakt. Allebei zijn armen werden verbonden en hij kon ze niet meer gebruiken.

    Later deden luitenant Laier en sergeant Betras een uitbraakpoging om hulp te halen. Die mislukte, beiden raakten gewond. Laier gaf zich over en Betras kwam weer terug. Korporaal Corman roeide met een bootje het kanaal over en haalde verbandmateriaal op bij Britten gelegen aan de zuidkant van het kanaal. De Britten probeerden op verzoek van Wierzbowski om zijn positie aan het hoofdkwartier door te geven, maar dat lukte niet. De Amerikanen staken het kanaal niet over, omdat de Britten  hen aankondigden dat er gauw hulp zou komen.Wat later stuitte een patrouille van E-compagnie toevallig op de groep mannen, even later vertrokken ze weer, maar ook zij gaven niet door dat er een groep mannen in de buurt van de brug zat, maar wel dat de brug inmiddels vernield was.

    In het begin van de avond werd de groep versterkt door een verdwaald peloton van D-compagnie onder leiding van luitenant Mottala. Die besloot die nacht daar te blijven. Midden in de nacht volgde een aanval door de Duitsers. Mottala en zijn mannen staken nadien het kanaal over naar de Britten . De mannen van Wierzbowski wisten dat niet want ze warern  oververmoeid en sliepen. De Britten namen de gewonden van Mottala mee, denkend dat de groep van Wierzbowski overgestoken was en zij berichtten dus niemand over het achtergebleven peloton.Kolonel Michaelis heeft al op deze dag de eenheid van Wierzbovski als verloren opgegeven.

    19 september 1944

    In de ochtend was er dichte mist. Ook de Duitsers dachten dat er geen Amerikanen meer waren nadat Mottala's groep overgestoken was. Een Duitse patrouille stuitte echter op de groep van Wierzbowski.  Joe zat met zes anderen in een dekkingskuil. Er volgde een kamp waarbij handgranaten werden gebruikt, o.a. door sergeant Betras.  Een granaat ontplofte in het gezicht van Laino die daardoor  uiteraard verblind  was. Hij voelde even later nog een andere granaat vallen en kon die nog juist terug gooien. Lawrence Koller werd door een kogel in de slaap geraakt, maar hij overleefde het. Een volgende handgranaat kwam bij  Joe Mann terecht. Die kon hem niet teruggooien wegens de verwondingen aan zijn armen. Hij riep: “grenade”! en gooide zich ruggelings op de granaat. Hij stierf kort na de ontploffing. Dankzij zijn opoffering werden er van de zes mannen in de kuil slechts drie vrij lichtgewond, nl. Anthony Atayde, soldaat Paxton en luitenant Wierzbowski,de rest bleef ongedeerd.

    De Duitse aanval hield aan en Wierzbowski besloot tot overgave. Bij een grootscheepse aanval later op die dag wist de groep zich weer te bevrijden, en nam daarbij hun bewakers gevangen. Voor de verovering van het gebied bleek een halve divisie, met tanks, nodig te zijn.

    Private First Class Joe Eugene Mann werd begraven op de Netherlands American Cemetery and Memorial in Margraten in Nederland. Op 8 juni 1949 werd zijn lichaam overgebracht naar de VS, waar hij met militaire eer werd herbegraven op Greenwood Memorial Terrace in Spokane in de staat Washington.

    Het verhaal van Mann werd pas later bekend in de regio van Best , dit door een publicatie in de "Bata Koerier" van 22 oktober 1954.

    Op 30 juli 1945 kreeg Mann voor zijn daden postuum de hoogste Amerikaanse militaire onderscheiding: de Medal of Honor .

    In het gebied waar hij stierf zijn diverse zaken die aan Mann herinneren:

    • Het Joe Mann-theater, een natuurtheater in de bossen langs de Sonseweg in Best (locatie 51° 30' 46" N 5° 26' 4" E).
    • De toegangsweg naar het theater heet Joe Mann weg.
    • Bij het natuurtheater staat het Joe Mann oorlogsmonument, ontworpen door A. Berntsen, onthuld op 17 september 1956 door de ouders van Joe Manns. Het is uitgevoerd in beton en 6,5 m hoog. Op het monument is verbeeld hoe Mann om het leven kwam. Bovenop staat een pelikaan, symbool van opofferingsgezindheid, met jongen.
    • Naast het natuurtheater staat het Joe Mann paviljoen, een horecagelegenheid.
    • Jaarlijks wordt in februari in de bossen rond het natuurtheater de Joe Mann bosloop gelopen, een atletiekevenement waaraan regionale atletiekverenigingen deelnemen.
    • Bij de plaats waar Mann is gesneuveld (locatie van het monument 51° 30' 10" N 5° 25' 9" E), aan de Boslaan-zuid in Best, nabij het Wilhelminakanaal, staat een monument voor hem, ontworpen door A. Jacobs. Het is in 1984 onthuld, door zijn zuster.

    Het Amerikaanse leger heeft een schip naar hem genoemd, USNS Private Joe E. Mann. In Fort Campbell, USA, waar het 101ste gevestigd is, is een theater naar Joe E. Mann vernoemd.

     















    13-03-2011 om 12:09 geschreven door DP


    11-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gevallen voor het Vaderland- Pro Patria
     
    Gevallen voor het Vaderland ,doodsprentjes, monumenten, verhalen van slachtoffers gevallen voor België  http://blog.seniorennet.be/tfrontpropatria/

    Pro Patria:



    11-03-2011 om 11:51 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Museum Bevrijdende Vleugels
    Museum Bevrijdende Vleugels
    Sonseweg 39
    5681 BH Best
    Nederland
    website;   www.wingsofliberation.nl

    Museum Bevrijdende Vleugels is ontstaan uit een tijdelijke tentoonstelling, die ter gelegenheid van de 40 jarige herdenking van Operatie Market Garden door de heer Jan Driessen (1921 - 2010) in Veghel georganiseerd werd. Deze tentoonstelling was een dermate groot succes, dat besloten werd om zijn collectie onder te brengen in een museum onder zijn leiding. In de loop der jaren werd onder de bezielende leiding van Jan Driessen het museum steeds verder uitgebreid. Hierdoor was de beschikbare ruimte in Veghel op den duur niet meer voldoende en werd naar een nieuwe locatie uitgekeken. Defensie stelde toen het prachtige voormalig mobilisatiecomplex aan de Sonseweg in Best ter beschikking en in 1996 werd begonnen met de overhuizing. Op woensdag 17 september 1997 werd het museum in zijn nieuwe behuizing heropend in aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden. In 2007 achtte Jan Driessen de tijd gekomen om zijn museum over te dragen aan de huidige eigenaar. De naam van de eerste museumhal, de ‘Jan Driessen Hal’, is een blijvend eerbetoon aan hem.















    11-03-2011 om 07:34 geschreven door DP


    10-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's museum Bevrijdende Vleugels
    Foto's  museum Bevrijdende Vleugels











    10-03-2011 om 00:00 geschreven door DP


    09-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Erekoepel Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek NL

    Erekoepel Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek, met Roll of Honor met de namen van alle geallieerde gesneuvelden tussen D-Day en 8 mei 1945.

















    09-03-2011 om 15:21 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945

    Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945

    Groesbeek (Nederland)

    In dit museum is het verleden tot leven gebracht door middel van diorama's, typische jaren '40 geuren, muziek, originele filmbeelden en toespraken. U beleeft de indrukwekkende bevrijdingsgeschiedenis van het Rijk van Nijmegen, Nederland en Europa en dat kan op verschillende manieren.

     

    http://www.oorlogsmusea.nl/artikel/39/Nationaal-Bevrijdingsmuseum-1944-1945.htm

     



















    09-03-2011 om 15:15 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monument Generaal Gavin Groesbeek

    MONUMENT GENERAAL GAVIN     GENERAAL GAVINSTRAAT  GROESBEEK

    Het monument is een natuurstenen gedenksteen in de vorm van een ster. De tekst op de gedenksteen luidt: Uit gevoelens van dankbaarheid en respect van de Groesbeekse bevolking voor de 82ste Airbornedivisie die onder haar bevelhebber Generaal M James Gavin Groesbeek op 17 september bevrijdde van terreur en onderdrukking.

    Tijdens operatie Market-Garden in September 1944 is General James Gavin de commandant van de 82nd All American Airborne Division en is hiermee de jongste generaal sinds de Amerikaanse Burgeroorlog.

    James Maurice Gavin wordt in New York op 22 maart 1907 geboren hij is de zoon van een ongetrouwde Ierse immigrant. Wanneer hij  ongeveer twee jaar is  wordt hij geplaatst in een weeshuis van de stad New York. Uiteindelijk wordt hij geadopteerd door het mijnwerkersgezin Gavin uit Mount Carmel, Pennsylvania. In dit gezin leert hij  vooral wat hard werken en discipline is, zeker eigenschappen waar hij later voordeel zal uithalen.

    Al vroeg in zijn jeugd beslist  Gavin  dat hij geen mijnwerker  willen worden en in 1924, op 17-jarige leeftijd, gaat hij dienst nemen in  het US ARMY. Hij begint zijn carrière als soldaat bij het 16th Coast Artillery Regiment en niet veel later is hij Corporal in het 2nd Coast Artillery Regiment. Zijn capaciteiten zijn veelbelovend en in 1925 wordt hij toegelaten tot de Militaire Academie van West Point. Na 4 jaar sluit Gavin deze scholing met succes af en tot in 1941 is hij bij verschillende legeronderdelen gestationeerd. In deze tijd verdiept hij zich in de militaire geschiedenis en ontwikkelt hij zich als  pleitbezorger van de mobiliteit in de oorlogsvoering.

    Deze interesse in mobiliteit speelt zeker een rol bij zijn keuze om zich in augustus 1941 aan te melden bij de parachutisten. In Fort Benning volgt hij een opleiding para en wordt hij bij het 503rd Parachute Infantry Regiment geplaatst, als kapitein  krijgt hij er een compagnie onder zijn hoede. Maar al gauw komt Gavin bij het hoogste commando terecht,het stafkwartier van de Provisional Parachute Group, waar hij verantwoordelijk is voor de afdeling Planning en Training. Een functie waarin hij met zijn ideeën over mobiliteit kan uitproberen. Mede door deze functie staat Gavin ook aan de wieg van de vorming van de eerste luchtlandingsdivisie van het Amerikaanse leger, namelijk de 82nd Airborne Division.

    In juli 1942 wordt hij commandant van het 505th Parachute Infantry Regiment van de 82nd Airborne Division,   dat onder leiding van Major General Matthew Ridgway staat. Eén jaar later, in juli 1943, maakt Gavin met dit regiment zijn eerste gevechtssprong of combat jump, dit tijdens operatie Huskey I, als onderdeel van de invasie van Sicilië. In september van dat zelfde jaar maakt Gavin met zijn regiment nog een haastig geplande sprong ter ondersteuning van de Amerikaanse 5th Army bij operatie 'Avalanche', de invasie van het vasteland van Italië in de baai van Salerno. 'Slim Jim' - zo genoemd vanwege zijn atletische gestalte - is zeer geliefd bij zijn mannen. Niet alleen vanwege zijn goed militair brein, maar ook omdat hij regelmatig voorin in de frontlinies terug te vinden is. Iets wat de gewone soldaat zeer  waardeert.

    Op 10 oktober 1943 wordt Gavin benoemd tot assistent-divisiecommandant en verwerft de rang van Brigadier General. Tijdens de planning van de invasie van Normandië is hij Eisenhower's adviseur op het gebied van de luchtlandingstroepen en op 6 juni maakt Gavin zijn derde  combat jump met de 'All American'. Wanneer Ridgway, na de strijd in Frankrijk, het bevel krijgt van het Amerikaanse 18th Airborne Corps, wordt Gavin op 16 augustus 1944, door het bevel van de 82nd Airborne Division op zich te nemen, de jongste divisiecommandant van het Amerikaanse leger. In die hoedanigheid springt 'the jumping general' op 17 september 1944 boven Groesbeek onder de codenaam operatie 'Market Garden'. In oktober krijgt hij zijn tweede generaalsster,hij in nu Major General.

    Wanneer de Duitsers met het Ardennenoffensief beginnen is Gavin als gevolg van Ridgway's afwezigheid naast divisiecommandant ook tijdelijk korpscommandant en worden ook zijn troepen ingezet om het tij te keren. Na de Duitse opmars tot stilstand te hebben gebracht, volgt de opmars door Duitsland. Gavin  beëindigt de oorlog  in Berlijn waar de 82nd Airborne Division als bezettingsmacht diendt. Zijn gelobby zorgt ervoor dat de 82nd Airborne Division niet ontbonden  wordt en als enige airborne divisie in het Amerikaanse leger zal blijven bestaan.

    Na de oorlog blijft Gavin nog in dienst en is achtereenvolgens chef-staf van de 5th Army en van de geallieerde strijdkrachten in Zuid-Europa en bevelhebbend generaal van het 7th Army Corps in West-Duitsland. In 1955 wordt hij Lieutenant General en hoofd van de afdeling Onderzoek & Ontwikkeling van het Amerikaanse leger. Hij is een tegenstander van zijn vroegere collega Eisenhower, wiens verdedigingsbeleid volgens hem te veel afhankelijk was van nucleaire wapens. Na zijn pensioen wordt

    hij , in de periode 1961-1963, onder president Kennedy ambassadeur in Frankrijk en wordt hij een prominent criticus van de Vietnamoorlog . Gavin zijn kritiek komt niet zozeer uit vredelievende overwegingen, maar is puur gericht op het gevoerde militair strategisch beleid. Op 23 februari 1990 overlijdt James Gavin, op 82-jarige leeftijd.











    09-03-2011 om 15:07 geschreven door DP


    06-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gevechten in de regio van Saint Mihiel 14-18

    De gevechten in de regio van Saint Mihiel 14-18

    Saint Mihiel staat vooral bekend als vaderstad van beeldhouwer Ligier Richier (Saint Mihiel 1500-Geneve 1567). Zijn Vierge en pamoison (de Bezwijmde H. Maagd) in de aan Sint-Michiel opgedragen abdijkerk dateert uit 1531 doch zijn meest beroemd werk is het Sepulcre (of Heilig Graf), dat hij zelf niet heeft kunnen plaatsen want als protestant moest hij zich in ballingschap begeven. Dit werk is in de Sint-Stevenskerk ondergebracht. Deze beeldende kunstenaar was een waar genie. Hij was in staat het universele van een tijd aan te voelen en uit te beelden, aan al zijn scheppingen een intens leven en innige ontroering mee te geven. Zijn werk gaat het kader van de Renaissance in Lotharingen te boven en stelt de vraag van de eeuwige bestemming van de mens.

    Saint Mihiel bezit een grote rijkdom aan bouwwerken uit de Renaissance en de klassieke periode. De stad heeft ook de belangrijke bibliotheek van de Benedictijnen van de Sint-Michiels-abdij. Het fonds is ter plaatse gebleven en wordt in een fraaie zaal op de eerste verdieping van het klooster bewaard. De collecties omvatten onder andere: handschriften met miniaturen, incunabelen en het eerste in de Hertogdommen (namelijk in Longeville devant Bar, in 1502) gedrukte boek.

     

    De sector Saint Mihiel in augustus en september 1914, de gevechten om de Maasovergangen.

     

    De nederlaag die de Fransen in de Frans – Duitse oorlog van 1870-1871 lijden heeft tot gevolg dat Frankrijk noordoost Lotharingen met de geheel Franstalige stad Metz, met Diedenhofen, evenals de Elzas met uitzondering van de vesting Belfort, moet overdragen aan Pruisen (Duitsland). Deze gebieden vormen samen de oostelijke Franse departementen Bas Rhin, Haut Rhin en Moselle. Deze gebieden hebben een oppervlakte van ruim 14 500 vierkante kilometer en tellen anderhalf miljoen inwoners, de meerderheid is Duitstalig.

    Het inlijven van deze Franse gebieden maakt een revanche onvermijdbaar en vormt de kiem voor een toekomstig conflict. De bevolking accepteert de Duitse nationaliteit niet.  Dat blijkt uit het feit dat tussen 1875 en 1895 een derde van de inwoners de ingelijfde gebieden verlaat en naar Frankrijk terugkeert.  Velen ontrekken zich aan de Duitse dienstplicht. Alleen al tussen 1871 en 1874 zijn dit er meer dan honderdduizend, daarvan sporen de Duitsers ruim 27 000 man op. Van dit aantal is de helft lichamelijk ongeschikt om tot militair te worden opgeleid.

    De nederlaag van de Franse troepen in de oorlog van 1870-1871 heeft het vertrouwen van de Franse bevolking in het leger en zijn bevelhebbers ondermijnd. De nieuwe Franse premier en bovendien minister van Oorlog De Fraycinet reorganiseert het leger en stelt de eerste volwaardige generale staf aan. Hij beseft dat het leger in deze opbouwfase niet offensief tegen een sterke Duitse tegenstander kan optreden.

    De Franse Generale Staf beperkt zich dan ook in eerste instantie tot het opstellen van een defensief plan, het genaamde Plan 1.

    In dit plan regelt men  de defensieve verdediging van de oostgrens.  Deze  is door het verlies van de versterkingen in o.a. de regio Metz  nu praktisch onbeschermd. De beroemde vestingbouwer, generaal Séré de Rivières, krijgt de opdracht om deze zeer kwetsbare grens te versterken. Dit gebeurt door het bouwen van forten en andere versterkingen nabij Verdun, Toul, Epinal en Belfort.

    Nadat deze forten in 1887 grotendeels voltooid zijn worden er nieuwe plannen opgesteld maar nu is het hoofddoel de herovering van de verloren gebieden.

     

    De gevechten in augustus - september 1914

    Aan Franse zijde beginnen de vijandelijkheden met de uitvoering van het optimistische gedeelte van Plan XVII, de opmars in Elzas-Lotharingen. Na een eerste inval op 7 augustus wordt  Altkirch, in het zuiden van de Elzas gelegen, als eerste stad na 1871 herovert.  Op 8 augustus word Mulhouse weer voor één dag Frans bezit, op 14 augustus begint de Slag om Lotharingen. Behalve de aanval in het zuiden, door het Leger van de Elzas onder generaal Pau, is het hoofdoffensief geconcentreerd ten zuidoosten van Metz. Het Eerste Leger (generaal Dubail) en het Tweede leger (generaal de Castelnau) rukken op in de richting van Sarrebourg. Gezien de Duitsers volgens plan terugtrekken verloopt de opmars aanvankelijk vlot. De toppen en passen in de Vogezen worden door de Fransen bezet en Sarrebourg valt op 18 augustus in hun handen. 

    Ondertussen is Mulhouse ook weer Frans geworden. De vreugde is echter van korte duur. Het Duitse Zesde Leger onder kroonprins Rupprecht van Beieren en het Zevende Leger, geleid door generaal von Heeringen zetten de tegenaanval in. Zij drijven de Franse legers terug. De Fransen lijden tijdens deze dagen zware verliezen. Tussen 20 en 23 augustus sneuvelen 40.000 Franse militairen, waarvan op de 22ste  maar liefst 27000 ( dat zijn de hoogste verliezen op één dag van het Franse leger gedurende WOI). 

    Door de Duitse successen in Lotharingen geraakt de Oberste Heeresleitung in een euforische stemming. von Moltke geeft beide legers opdracht om het offensief voort te zetten, dit om de verdedigingswerken bij Nancy te veroveren. De niet langer defensief opererende linkervleugel zal zo kunnen bijdragen tot een reusachtige herhaling van de slag bij Cannae. De gehele vijandelijke strijdmacht zal omsingeld  worden in een gelijktijdige tangbeweging vanuit het oosten en het westen. Daartoe moet de zwakkere linkervleugel worden versterkt. Het Zesde en het Zevende Leger krijgen daarom reserves toegewezen die bestemd zijn voor de legers op de rechtervleugel. Doordat er legereenheden achtergebleven zijn voor de belegering van Antwerpen en Maubeuge en dat er twee legerkorpsen worden weggehaald voor de strijd in Oost-Pruisen, blijven er op de rechtervleugel van de oorspronkelijke zestien legerkorpsen nog elf over. De legendarische laatste woorden van Von Schlieffen: 'Macht mir nur den Rechten stark' zijn blijkbaar vergeten. Op het hoogtepunt van de nu volgende slag zullen er op de linkervleugel zelfs meer Duitse troepen strijden dan aan de rechterkant! 

    Gelijktijdig met de grote confrontatie aan de Marne wordt ook in het noordoosten slag geleverd (4-13 september). Ditmaal opereert het Zesde Leger samen met het Vijfde Leger onder leiding van kroonprins Wilhelm. Deze probeert via de Argonne vanuit het noordwesten Verdun in te sluiten, dit terwijl de Beierse kroonprins Rupprecht tegenover Nancy aanvalt. Het leger van de Beierse kroonprins slaagt er echter niet in om de verbinding met de andere Duitse strijdmacht tot stand te brengen. Men blijft steken voor fort Troyon, dat weliswaar tot zwijgen is gebracht, maar dat niet kan worden ingenomen (9 september). Op 10 september ontruimen de Duitsers het tijdens de aanval bezette Pont-à-Mousson weer. Gedurende de nu volgende dagen proberen beide partijen zich langs het westelijke front te hergroeperen en zich aan te passen aan de nieuw ontstane situatie. 

    Gelijktijdig neemt aan Duitse zijde generaal von Falkenhayn het opperbevel over van de gebroken von Moltke. De nieuwe bevelhebber is van mening dat de meeste kansen op een Duitse overwinning aan het westelijke front liggen. Het Zesde Leger vertrekt per trein naar het westen om daar deel te nemen aan 'De race naar de zee'.  In het noordoosten wordt er een nieuwe strijdmacht geformeerd onder generaal von Strantz. Deze blijft voortaan onder het oppercommando van het Vijfde Leger van kroonprins Wilhelm. 

    Aan Franse zijde meent generaal Joffre dat er in de noordoostelijke regio geen nieuwe Duitse aanval te verwachten is. Daarom wordt een deel van het Tweede Leger met generaal de Castelnau aan het hoofd, verplaatst naar een bedreigde frontsector aan de Oise. Dit optimisme is echter niet gerechtvaardigd. Op 20 september worden de Fransen verrast! De Duitsers pogen om de Côtes Lorraines en de sperforten langs de Maas in handen te krijgen. 

    De Duitsers boeken aanvankelijk snelle successen. De Côtes worden in een stormloop over een lengte van 20 kilometer genomen en op 24 september word Saint-Mihiel veroverd. De Maas is overschreden. Een dag later valt ook het nabijgelegen fort Camp des Romains in Duitse handen. De poging van het Vijfde Legerkorps om de forten Troyon en Liouville te nemen, strandt op fel Frans verzet. De Duitsers geraken in moeilijkheden! Ze geraken in de penarie door de zware verliezen op het slagveld en door de troepenverplaatsingen naar elders. Bovendien versterken de Fransen hun bedreigde posities aanzienlijk, zodat zij kunnen tegenaanvallen. Dit leidt tot het indeuken van de uitstulping in het front dat door het Duitse offensief is ontstaan, maar meer ook niet. Aangezien tot september 1918 geen grote verandering in deze situatie optreedt, wordt de saillant van Saint-Mihiel een begrip. Vanaf het najaar 1914 wordt ook in Noordoost-Frankrijk de loopgravenoorlog de manier van oorlog voeren. 

    De gevechten in de periode september - november 1914

    Nadat de Duitse opmars in september 1914 na de slag aan de Marne is vastgelopen en de hierop volgende Duitse terugtocht tot aan de Aisne is voltooid, begint er een stellingenoorlog. Beide tegenpartijen proberen door verwoede aanvallen veranderingen in de frontlijn te brengen.

    Ten oosten van Verdun in de Woëvre-vlakte zoekt het Franse 3e Leger,onder bevel van generaal Sarrail,naar mogelijkheden om met een groot offensief het vastgelopen front weer in beweging te krijgen. Het Duitse 5e Leger,onder bevel van Kroonprins Wilhelm, wil dit ook uitproberen. De Woëvre-vlakte, die grotendeels uit leemgrond bestaat, is door de aanhoudende regen in de tweede en derde week van september vrijwel onbegaanbaar geworden. Het verplaatsen van zwaar materieel wordt een hele karwei. Toch slagen de Duitsers er in om langzaam op te rukken. Generaal Sarrail is verontrust en dat om twee redenen. De natte leembodem belemmert eveneens de bewegingen van zijn troepen. En tussen St. Mihiel en Chauvoncourt kunnen er geen noodbruggen over de sterk gezwollen Maas worden geslagen.  Die bruggen zijn een vereiste voor het snel opvoeren van versterkingen.

    Generaal Sarrails troepen bezetten een sleutelpositie in het Franse front. Wanneer de Duitsers er in slagen om in de vestinggordel langs de oostoever van de Maas een bres te slaan, dan kunnen zij door hier de rivier over te steken de aanvoerroutes en spoorlijnen naar Verdun blokkeren. Indien dat lukt dan zal deze vesting van zijn toevoer worden afgesneden.

    Achter de oostelijke Maasoever in de lijn Buzy - Saint Mihiel bevind zich de legerafdeling Von Strantz. Deze maakt deel uit van het 5e Leger van de Duitse Kroonprins. Dit leger is in eerste instantie samengesteld uit (van noord naar zuid):

    ·        Het Ve Legerkorps (V Lk) met onder bevel de 33e Reserve Divisie (33 Res Div) als algemene reserve en de Landwehr Divisie (Landw Div) von Waldow. Deze troepen zijn tussen 20 en 25 september tot de lijn Buzy - Combres - St Rémy - Seuzey - Lamorville opgerukt.

    ·        Het Beierse IIIe Lk, met later onder bevel de Beierse Elite Div, die enige weken later tot de lijn Senonville - St Mihiel - Apremont gaan oprukken.

    ·        De 10e Infanterie Divisie (10 InfDiv) en de Garde Elite Divisie in de lijn Laheyville - Regniéville - Pont-à-Mousson

    ·        Ten slotte de Beierse Cavalerie Divisie (Cav Div) ten zuidwesten van Chambley. Ze moeten verkenningen in het gebied van de Côtes Lorraines uitvoeren.

    Begin september beveelt de Kroonprins om de sperforten die de Maashoogten en de overgangen over de Maas tussen Verdun en Saint Mihiel domineren, uit te schakelen. Dat wordt een opdracht voor de infanterie die zal ondersteund worden door sterke artillerie-eenheden. Sperforten zijn bolwerken die belangrijke opmarswegen voor vijandelijke troepen, met  de hulp van hun artillerie en hun infanteriebezetting, moeten blokkeren.

    Generaal von Strantz krijgt de taak om de sperforten in te nemen, allereerst die van:

    ·       Troyon; Ligt ca. 10 km ten noorden van St. Mihiel op de oostelijke oever van de Maas.

    ·       Les Paroches; Bevindt zich enige kilometers ten noorden van de stad op de westoever van de Maas.

    ·       Camp des Romains; Ligt ca. 1 km ten zuiden van de stad. 

    Vervolgens  moet hij met zijn troepen, tussen Toul en Verdun, een doorbraak afdwingen. Hij moet de Maas oversteken plus de bevoorradingslijnen vanuit het zuiden naar Verdun afsnijden.

    Op 20 september beginnen de Duitse aanvallen op de oostelijke hellingen van de Côtes Lorraines. Ze willen deze strategisch belangrijke heuvelrug veroveren om zo de Maas te kunnen oversteken.

     

     

    De aanvallers krijgen extra artillerie-eenheden ter beschikking dit zijn:

    ·       De1ste Afdeling 155mm houwitsers van het Beierse 3e Vestingartillerie Regiment.

    ·       De 2e Afdeling-155mm houwitsers van het Beierse 2e Reserve Vestingartillerie Regiment.

    ·        De 2e en 3e Afdeling 21cm houwitsers van het 18e Vestingartillerie Regiment

    ·       Twee batterijen 10cm kanonnen van het 8ste Reserve Vestingartillerie Regiment.

    ·       Een afdeling 155mm houwitsers van het 2e Reserve Vestingartillerie Regiment,

    ·       Drie 28cm houwitsers en twee 30.5cm houwitsers van de Oostenrijkse 2e Zware Houwitserbatterij.

    De slecht verharde wegen naar de nieuwe voorwaarts gelegen stellingen voor deze artillerie zijn door de aanhoudende regen vrijwel onbegaanbaar. Het kost ruim 24 uur voor de nieuwe stellingen ingenomen zijn.

    Tengevolge de massale Franse beschietingen en hun hardnekkige tegenstand vorderen de Duitsers niet snel en worden vele dorpjes totaal vernield.

    Voor Sarrail komt dit offensief niet onverwacht. Dit omdat een aanval op Verdun door het XIIIe en XVIe Lk van het Duitse 5e Leger vanuit de lijn Varennes-Montfaucon is vastgelopen. En omdat Franse patrouilles op 16 september tussen Etain en Thiaucourt al gevechtscontact hebben gehad met sterke Duitse voorposten. Hij ziet in dat het zwaartepunt van de vijandelijke aanval naar de rechter Maasoever is verlegd. Daarom tracht hij het Franse 8eLk te versterken. Het 8ste LK  bevindt zich tussen de forten op deze Maasoever en het is opgerukt tot de rand van de Woëvre-vlakte.

    De Duitse troepen rukken echter sneller op. Nog vóór deze Franse versterkingen de Maas oversteken drijven troepen van het Ve Duitse en het IIIe Beierse Lk de Fransen terug tot op de Maashoogten. 

    Al eerder, op 9 september, is de Franse verdediging op de oostelijke oever van de Maas tussen Les Paroches en St. Mihiel bedreigd door Duitse voorhoede-eenheden die Chaillon bereikten. Vanaf deze plaats begint een in westelijke richting verlopende laagte door de hoge heuvelrug langs de Maas in de richting van deze rivier. Wanneer de Duitsers hierdoor oprukken in de richting van de plaatsen Banoncourt en St. Mihiel, beiden gelegen tussen de sperforten Troyon en Camp des Romains, dan bestaat het gevaar dat zij op deze plaats de Maas gaan oversteken. Dat zou het Franse 3e Leger in de rug zal bedreigen.

    Een kleine Duitse patrouille, waarbij enige pioniers zijn ingedeeld, kunnen in de nacht van 9 september de Maas over zwemmen en de hierlangs lopende spoorlijn St. Mihiel - Verdun op één plaats opblazen, daarna keren ze ongezien weer naar hun eenheid terug.

    Direct gaat Sarrail de troepen op de Maashoogten met nieuwe eenheden en met talrijke batterijen veldartillerie versterkken. Hij verwacht immers een nieuwe Duitse inspanning om de rivier over te steken. Dit wordt zekerheid op 20 september. De Duitse artillerie beschiet het tactisch belangrijke knooppunt Hattonchâtel. De beschieting  wordt gevolgd door een aanval uitgevooerd met drie legerkorpsen. Het Ve Lk  valt aan op de rechtervleugel, het Beierse IIIe Lk in het midden en het XIVe Lk op de linkervleugel.

    De Franse troepen bevinden zich op de kam van de heuvelrug en controleren de vijandelijke bewegingen vanuit de regio Hattonchâtel. Geheel onverwachts vallen de Duitsers aan vanuit de bossen bij Harville, Beney en Thiaucourt, ze rukken op naar de lijn Fresnes - Wadonville - Hattonchâtel - Heu-dicourt - Essey - Limey.

    Het Ve Lk  slaagt  er in om de Franse troepen, tussen 20 en 25 september, op de rechtervleugel via Wadonville en St. Maurice terug te dringen tot de lijn Les Eparges - St. Rémy. De voorhoedes van enkele Duitse eenheden geraken via de zeer steile helling aan de oostzijde van de Côtes Lorraines op de heuvelrug. Zij overschrijden de beroemde Tranchée de Calonne en bereiken het hooggelegen dorp Vaux-les-Palameix van waaruit ze het Fort de Troyon kunnen zien liggen en gadeslaan. Hier brengen de Franse troepen met de hulp van over de Maas aangevoerde versterkingen en met de nodige krachtige artilleriesteun de vijandelijke opmars op 25 september tot staan.

    Het Beierse Ve Lk rukt vanuit Haumont en St. Benoit op naar Hattonchâtel en naar de weg van Heudicourt naar St. Mihiel. Bij deze opmars worden de dorpen Hattonville, Vigneulles en Hattonchâtel veroverd net als Heudicourt en Woin- ville. Hierdoor worden de Franse troepen teruggedrukt tot de weg Apremont - Loupmont – Xivray. Hier gaan ze zich ter verdediging organiseren en worden ondersteund door de kanonnen vanonder meer de forten Liouville en Gironville.

    Het Duitse XIVe Lk op de linkerflank is op 20 september uit de omgeving van Thiaucourt en Essay in zuidelijke richting opgerukt. Het Lk loopt vast op de taaie tegenstand van de Fransen langs de weg D 958 vanaf het dorp Flirey via Limey naar Pont-à-Mousson.

     

    06-03-2011 om 12:30 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kaarten regio St Michiel
    Kaarten regio St Michiel













    06-03-2011 om 12:28 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beierse troepen bij de gevechten in en bij de sector van Saint Mihiel

    Beierse troepen bij de gevechten in en bij de sector van Saint Mihiel

     

    Zoals al beschreven zijn de Duitse aanvallen op de oostelijke Maasoever bedoeld om een overgang over de Maas te forceren. Men wil zo de aanvoerlijnen voor de troepen in de vesting Verdun afsnijden.

    Het Beierse IIIe Lk speelt een zeer belangrijke rol in deze gevechten. Deze vechtpartijen leiden tot de inname van St. Mihiel en het Fort Camp des Romains.

    In de nacht van 21 op 22 september rukken eenheden van dit legerkorps op door de dichte bossen ten oosten van St. Mihiel. Zij bezetten hier de westelijke bosranden. Dat vanaf het Bois de Gaumont (op 3 km ten noordoosten van St. Mihiel) tot de Vieux Etaing Ferme (op 4,5 km ten oosten van de stad aan de weg naar Woinville). Dit heeft tot gevolg dat hun voorhoedes zich nu tegenover de forten Les Paroches en Camp des Romains bevinden, alwaar zij zich ingraven. Achter deze lijn wordt op 22 september zwaar belegeringsgeschut in stelling gebracht. Daaronder twee 30,5cm houwitsers van de Oostenrijkse 2e Zware Houwitserbatterij, de 2e en 7e Batterij 28cm houwitsers en enige batterijen 21cm en 15cm houwitsers. Het aanvoeren en in stelling brengen van al deze batterijen verloopt vlot.

    De 11e Beierse Infanterie Brigade geraakt in een zware strijd verwikkeld. Op 22 september slaagt het hiertoe behorende 10e (BIR)  Beierse infanterie regiment er niet in om de Franse troepen uit Lamorville en van de hoogten ten noorden en ten westen van dit dorp te verdrijven. In tegendeel, want om 10.00 uur gaan de Fransen in de tegenaanval, dat gebeurt vanuit het smalle Belouse-bos bij Lacroix-sur-Meuse dat op 2 km ten noordwesten van Lamorville is gelegen, evenals aan beide kanten van de weg Lacroix - Lamorville (thans de D 162).

    Deze aanval wordt door het 10e BIR afgeslagen. Ze worden ondersteund door kanonnen  van het 3e Beierse veldartillerie regiment en door eenheden van de 20e Infanterie Brigade van het V e Lk (uit Deuxnouds), de Franse troepen trekken zich terug.

    In de nacht van 21 op 22 september nemen de Fransen weer hun oude posities in ten noorden van Lamorville en Spade en voeren versterkingen aan.

    De Beierse commandanten besluiten om aan te vallen om zo een mogelijke Franse aanval te voorkomen. In de avond van 23 september vallen ze aan. Dit gebeurt met het 3e Bataljon van het 11e Regiment en het 1e Bataljon van het 6e Regiment. Zij lukken er in om de tegenstander van hoogte 294 (ten noordwesten van Spada en ten westen van Lamorville) te verdrijven en tot Rouvrois-sur-Meuse door te dringen. De Beierse militairen kunnen hier echter niet overleven want gedurende de gehele 24e september liggen ze onder moordend Frans artillerievuur en leiden hierdoor ernstige verliezen. Zij trekken zich terug naar hun uitgangsstellingen zuidoost van Spada. Daarna gaan de Fransen hun oude stellingen op de hoogten tussen Lacroix, Lamorville en Spada weer bezetten. Dus de situatie is weer gelijk als die op de avond ervoor.

    Intussen is het zware belegeringsgeschut van het Beierse IIIe Lk in stelling gebracht.

     

    De val van Fort du Camp des Romains en de inname van Saint Mihiel

    In de ochtend van 23 september beginnen om 08u30 de kanonnen van het Beierse III e Lk versterkt met negen batterijen van het Beierse 8e veldartillerie regiment, bestaande uit zes batterijen met 7,7cm kanonnen en drie batterijen met 10,5cm houwitsers, aan de beschieting van de forten Les Paroches, Camp des Romains en Liouville. Dat doen ze vanuit hun stellingen in de bossen ten westen van Varvinay en Savonnières, ondertussen neutraliseert de zware artillerie van het Duitse Ve  Lk het Fort de Troyon.

    De cadans van de granaatinslagen op Camp des Romains bedraagt zes schoten per minuut. Dus in de 44 uren durende beschieting is dit ongeveer 16.000 inslagen.

    Al kort na de aanvang van de beschieting explodeert in het fort een munitiedepot. Het fort is net als Les Paroches en Troyon een gemetseld fort uit 1875. Het is niet bestand tegen de zware artilleriegranaten van het moderne Duitse en Oostenrijkse kanonnen.

    De bewapening van Camp des Romains bestaat uit verouderde kanonnen met een kaliber van 9 en 12cm. Het zijn artilleriestukken van het type De Bange zonder rem- en vooruitbrenginrichting, ze hebben een lage vuursnelheid en een maximum schootsafstand van 8000 meter. Het fort heeft ook een dertigtal mortieren met een kleine dracht. Het gros van deze vuurmonden en mortieren

     

    zijn zo goed als onbeschermd in de open lucht opgesteld en worden direct door het vijandelijke artillerievuur uitgeschakeld.

    In de ochtend van 24 september verklaart de commandant van de Beierse zware artillerie, kolonel Niebann, dat het fort Camp des Romains murw is geschoten en bestormingklaar is. Er zijn grote bressen in de muren geslagen en de vuurmonden van het fort zwijgen. Hierop beveelt generaal Freiherr Von Gebsattel, de commandant van de Beierse 6e infanterie divisie, om het Camp des Romains in een stormaanval te veroveren. Ok St. Mihiel moet ingenomen worden en moet een bruggenhoofd over de Maas te vormen.

    De aanval op Fort les Paroches op de westoever van de Maas wordt geannuleerd. De verbeten Franse weerstand  zorgt er namelijk voor dat het Beierse Lk en de 11e Infanteriebrigade de tegenover het fort gelegen Maasoever niet kan bereiken.

    Het 11e  Beierse Infanterie Regiment (minus het IIIe Bataljon) moet het Fort Camp des Romains innemen. Het 6e Infanterie Regiment heeft de taak om de stad St. Mihiel te bezetten en er een bruggenhoofd over de Maas vormen

    In de morgen van 24 september zet het 6e Beierse Infanterie Regiment de aanval op de stad in.  De Fransen schatten de tactische situatie foutief in. Daardoor zijn er vrijwel geen Franse troepen in de stad aanwezig om de brug over de Maas te verdedigen. Er is weinig Franse tegenstand wanneer het IIe en het IIIe Bataljon van het 6e Beierse Infanterie Regiment de stad binnen dringen. De Duitsers veroveren de brug en ze bezetten ook de hoogten op de westoever van de Maas ten zuiden van Chauvoncourt. 

    De val van St.Mihiel heeft zeker een grote psychologische uitwerking op de Franse troepen die zich in de regio bevinden. Op 25, 26 en 27 september zijn er Franse tegenaanvallen. Ze hebben als doel de herovering van het bruggenhoofd, de attaques worden afgeslagen. Pas in september 1918 zal onder dreiging van een offensief door U.S. troepen tussen St. Mihiel en de Moezel, het bruggenhoofd ontruimd worden.

    Het 11e Beierse Infanterie Regiment rukt  op langs de westrand van het Bois Pernosse ten zuiden van de Ferme Marsoupe op. Ze worden  ondersteund door de IIe Afdeling van het Beierse Veldartillerie Regiment. Zonder te zijn beschoten bereiken de troepen van het regiment tegen de avond van 24 september, Hoogte 332.  Deze hoogte bevindt zich 1 km ten oosten van het fort Camp des Romains.

    Op 25 september om 04 uur in de morgen meldt een vooruitgeschoven verkenningspatrouille dat het fort, ondanks de zware  artilleriebeschieting, nog niet stormrijp is.  De verkenners vermoeden dat er nog een zeer sterke bezetting aanwezig is. Ze zien dat de prikkeldraadversperring op de buitenwallen ondanks alles slechts weinig schade geleden hebben. Deze berichten zijn in strijd met die van de zware belegeringsartillerie. Ondanks deze tegenstrijdige inlichtingen besluit de commandant van de Beierse 12e Infanterie Brigade om de aanval door te zetten. Zijn beslissing wordt ook mede beïnvloedt door het feit dat het fort tot op deze morgen nog geen ondersteuningvuur heeft gekregen van de Franse artillerie vanop de westelijke oever van de Maas. Er zijn op dit moment ook geen Franse troepen, dit zowel oostelijk als westelijk van de rivier, te zien. Hij vermoedt ook dat de situatie waarin het fort verkeert per telefoon is gemeld aan de autoriteiten in Toul en Verdun. Door deze veronderstelling verwacht hij Franse tegenaanvallen  als het fort niet onmiddellijk wordt veroverd.

    In de loop van de nacht van de 24ste op de 25ste hebben de beide bataljons van het Beierse 11e Infanterie Regiment hun uitgangsstellingen ingenomen. Het  Ie  aan de noordzijde en het IIe aan de zuidzijde van het fort. Ondertussen hebben de bij deze eenheden ingedeelde pioniers van het 16e Pionierbataljon al doorgangen gemaakt in de prikkeldraadhindernissen.

    Op 25 september om 05.30 uur zetten de acht compagnieën de aanval in. Elke compagnie wordt ondersteund door pioniers voorzien van  o.a. stormladders, rookpotten, handgranaten, enz…..

    De fortbezetting is best onthutst, maar ze herstelt zich snel en de aanvallers worden er onthaald op een hevig mitrailleurvuur en geweervuur. Er wordt uit alle schietgaten, ingangen en granaattrechters gevuurd en in de droge fortgracht doen de revolverkanonnen hun werk. Ondanks de verliezen slagen de aanvallers er in om binnen een korte tijdspanne over de fortgracht te komen en om het fort aan de noord- en zuidzijde te beklimmen. Om de oostzijde wordt er nog verbitterd gevochten. Aan Duitse zijde wordt hier ook nog de mitrailleurcompagnie van het 11e  Beierse Infanterie Regiment ingezet.  Ook het snel aangevoerde III 3e  Bataljon van het 6e Regiment wordt in de strijd geworpen.  

    Na een strijd van ruim drie uur, slagen de aanvallers er in de oostelijke bovenzijde van het fort te veroveren. Niet veel later dringen ze de hoofdingang binnen. Daarop volgend ontstaat er in de gangen, de galerijen en in de kazematten een verbitterd man tegen man gevecht. De overmacht van de aanvallers is te groot en één voor één worden de laatste Franse weerstandsnesten opgeruimd.

    Om 08.30 uur geven de overlevenden zich over. Luitenant-kolonel Grignot, de fortcommandant ondertekent de capitulatie. Van de oorspronkelijke bezetting, bestaande uit 5 officieren en 453 artilleristen en infanteristen, zijn er 50 gesneuveld en 60 man gewond. Ruim 200 man zijn door allerlei andere oorzaken niet meer inzetbaar, zo zijn sommigen door instortingen  geïsoleerd geraakt van de rest van de fortbemanning.

    In overeenstemming met de capitulatievoorwaarden wordt de gehele fortbezetting als krijgsgevangenen beschouwd. De officieren mogen hun sabel behouden, de exodus van de fortbezetting is voorzien in de namiddag tussen twee en drie uur. De uittocht gebeurt onder militaire eer want de Duitsers hebben achting voor het taaie Franse verzet. De fransen marcheren naar buiten en lopen tussen twee rijen in paradehouding opgestelde Duitse overwinnaars. De fort commandant verlaat als laatste het fort, hiervoor behelpt hij zich met een wandelstok. Wanneer de Duitse legerkorpscommandant, luitenant-generaal Höhn, hem de hand drukt kan Grignot, door emotie bevangen, geen woord meer uitbrengen.

    In de hierop volgende jaren stabiliseert het front zich in deze saillant. Het front ligt op een lijn even ten noorden van de weg van St.Mihiel naar Apremont-le-Fôret. In dit gebied wordt er doorlopend gevochten, maar dat gebeurt zonder noemenswaardige terreinwinst maar wel met grote verliezen aan beide zijden. De Franse troepen in dit gebied o.a. in het Bois Brûlé en langs de beruchte Tranchée du Soif, worden ondersteund door vuur van het sperfort Liouville en het hier naast gelegen artilleriefort Ste.Agnant en de Franse veldartilleriebatterijen ten westen hiervan.

    De Duitsers bouwen in dit gebied veel permanente met beton versterkte loopgraven, bunkers en onderkomens en dit in meerdere linies achter elkaar. Aan Franse zijde legt men doorgaans veel ondiepe loopgraven en eenvoudige aarden versterkingen aan, die hebben zelden een permanent karakter. Dit is het verlangen van het Franse opperbevel, de troepen mogen zich niet te veilig voelen, want dan gaat de offensieve geest verloren!

    Tot op de dag van vandaag zijn de Duitse linies met hun betonnen bouwwerken, vrijwel intact. Tegenwoordig liggen ze in een dicht bos en zijn bij uitstek geschikt om een reconstructie van de hier plaats gevonden gevechten te maken.

    Tot aan het Amerikaanse offensief in 1918 blijft dit front intact en dit ondanks de voortdurende aanvallen. Vooral de Fransen vallen veel aan. Ze willen de saillant van St. Mihiel op  ruimen om zo de spoorlijn van deze stad naar Verdun weer te kunnen gebruiken.

     

    06-03-2011 om 12:22 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's regio St Michiel
    Foto's regio St Michiel













    06-03-2011 om 12:18 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's van het fort van Troyon
    Foto's van het fort van Troyon

















    06-03-2011 om 12:12 geschreven door DP




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!