Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf)
Info van dhr Johan Durnez
Op dinsdag 7 juni 2011 maakten de jongens van het 2de jaar beroepsonderwijs (VTI Waregem) een uitstap naar de voormalige slagvelden van de Eerste Wereldoorlog.
Tijdens de uitstap maken de jongens kennis met de sporen van het oorlogsverleden in het landschap en kwamen ze ook in contact met streekbewoners voor wie die oorlog 14-18 deel uitmaakt van hun dagelijkse leven.
De dag werd om16 uur afgesloten met een korte herdenkingsplechtigheid aan het graf van de Australische militair, over wie de jongens gedurende het schooljaar het een en ander leerden en die een heel belangrijke link is geweest naar één van de Australiërs die tijdens het voorbije schooljaar (twee keer) op bezoek kwam naar de klassen. Private Jarvis Fuller ligt begraven op het Buttes New British Cemetery, beter bekend als de Britse begraafplaats in het Polygonebos van Zonnebeke.
Dorothy Seers vertelt over haar oom Jarvis Fuller
In deze tekst laat dhr Johan Durnez Dorothy Seers aan het woord. Zij is één van zijn Australische kennissen en de dochter van Jarvis broer. Wat zij in de tekst vertelt, is deels gebaseerd op wat hij van haar vernam, deels op de militaire dossiers van Jarvis en zijn broer (National Archives of Australia), deels op het vermistendossier (WWI Red Cross Wounded and Missing), deels op wat hij via Mike Goodwin, Todd Fraser en Johan Vandewalle weet, deels op zijn eigen ervaringen. Vanzelfsprekend kan de tekst veel langer en meer gedetailleerd zijn, maar dit is in de eerste plaats geschreven voor 14-jarigen van het beroepsonderwijs.
Hallo, ik ben Dorothy Seers uit Port Macquarie, een kuststad in het Australische New South Wales, ongeveer 485 kilometer boven Sydney (Ik geniet hier van een rustige oude dag want ik ben niet meer van de jongste : ik werd immers geboren op 31 januari 1921 !
Mijn hele beroepsleven lang was ik lerares en af en toe kriebelt het weer om dingen uit te leggen aan jonge mensen zoals jullie
Vandaag wil ik jullie iets vertellen over mijn oom Jarvis Fuller, een man die ik alleen maar kende van een foto aan de muur.
De soldaat die je op deze oude familiefoto ziet, is mijn vader Mark Ruben Fuller. Maar niemand noemde hem Mark Ruben, iedereen sprak hem aan met Roy. De foto werd gemaakt toen hij in 1915 bij het leger ging. Hij was toen 23 jaar oud. De vier meisjes zijn zijn zussen : Mary (links vooraan), Galena (links achteraan), Pearl (rechts achteraan) en Emily (rechts vooraan.) Er was nog een vijfde zus, Ruby, maar die ontbreekt jammer genoeg op deze foto. Ze woonden met hun ouders in Moonambel in Victoria (dat is de verticale pijl op het kaartje van Australië.)
In augustus 1914 brak de oorlog en uit een jaar later (augustus 1915) zijn mijn vader en Jarvis zich in Ballarat (90 kilometer verderop) gaan melden voor dienst bij het leger. Mijn vader werd meteen aangenomen, maar Jarvis
werd afgekeurd. Dat had te maken met zijn ogen. Hij droeg een bril en uit zijn rechteroog zag hij bijna niets. Jarvis was verschrikkelijk ontgoocheld over het feit dat hij niet naar het leger kon.
Maar ook voor mijn vader leek het avontuur in het leger iets van korte duur te worden : tijdens zijn opleiding werd hij in het ziekenhuis opgenomen voor een blindedarmontsteking. Omdat hij na de operatie (eind februari 1916) niet snel genoeg weer fit geraakte, stuurden ze hem op 1 juni weer naar huis. Medically unfit for service stond er op zijn papieren
niet geschikt voor dienst omwille van medische redenen !
Maar de broers gaven niet op. Ze wilden kost wat kost hun deel doen in de oorlog en waarschijnlijk hadden ze ook al wel eens een witte pluim (a white feather) gekregen van de één of andere vrouw
Misschien wel vaker dan hun lief was ! Er waren namelijk vrouwen die een witte pluim gaven aan mannen (of in de brievenbus staken) als zij vonden dat die mannen eigenlijk in het leger hadden moeten zijn. Die pluim wilde noch min noch meer zeggen dat je een lafaard was, een mietje dat te bang was om naar de oorlog te trekken. Maar die vrouwen vroegen wel nooit eerst waarom je niet bij het leger was. Want Jarvis en Roy waren allesbehalve lafaards die aan de legerdienst hadden willen ontsnappen !
Toen de toelatingsvoorwaarden om bij het leger te mogen minder streng werden, probeerde Jarvis het halfweg oktober 1916 opnieuw. Hij ging zich weer aanmelden in Ballarat en
deze keer werd hij wél aangenomen !!!
Nog geen twee weken later ging ook mijn vader terug naar Ballarat om opnieuw dienst te nemen bij het leger en
ook hij bleek nu plots wél fit genoeg om soldaat te worden !
De broers kregen allebei de meest noodzakelijke militaire opleiding en nog geen maand later zaten ze al op de boot naar Europa ! Het schip verliet de haven in Melbourne op 23 november 1916 en meerde aan in Plymouth (Engeland) op 29 januari 1917. Een zeereis van bijna tien weken, maar de beide broers genoten van de kameraadschap aan boord en mijn vader had de andere soldaten vermaakt door allerlei liedjes te spelen op zijn blikken fluitje.
Maar toen ze aankwamen in Engeland heerste er daar een heel strenge en koude winter
Kwam het door de uitputtende zeereis of was het omdat Australiërs dat soort winters niet kennen ? In elk geval : halfweg februari werd Jarvis zo ziek door bronchitis dat de legerdokter hem voor alle zekerheid naar het ziekenhuis stuurde voor twee weken. En ook mijn vader kreeg het flink te pakken : in de
tweede helft van maart belandde hij ook in het ziekenhuis met een heel ernstige longontsteking ! Het was al begin juni toen ze hem daar weer lieten vertrekken.
Ondertussen was Jarvis begin mei 1917 met zijn eenheid, het 7de bataljon Australische infanterie, aangekomen in Frankrijk. Die eenheid kwam net terug uit de loopgraven en ging voor lange tijd in rust (dat betekende dat ze niet werden ingezet bij gevechten) en daardoor viel het voor Jarvis allemaal nogal mee. Hij schreef regelmatig naar zijn ouders en naar zijn zussen en hij liet weten dat hij zich nog nooit zo fit had gevoeld. Hij schreef ook dat zijn ogen hier zoveel beter geworden waren en dat hij zijn bril niet eens meer nodig had. Dat verraste de familie want hij had die bril sinds zijn twaalfde onafgebroken gedragen en in 1915 hadden de legerdokters zelfs beweerd dat hij helemaal blind was op zijn rechteroog !
Mijn vader kwam pas op 1 september 1917 in Frankrijk en werd ingedeeld bij het 23ste bataljon Australische infanterie. Dat vond hij helemaal niet prettig want hij had gehoopt om bij zijn jongere broer te kunnen blijven. Hij is twee keer op zoek geweest naar Jarvis, maar hij kon niet achterhalen waar ergens in Frankrijk zijn eenheid verbleef.
Op het einde van september 1917 moest het 7de bataljon weer naar de loopgraven. Deze keer werden ze naar Ieper gestuurd. En zo onderging Jarvis op 20 september zijn vuurdoop in the Battle of the Menin Road. In één dag tijd verloor het bataljon 201 manschappen en officieren (doden, gewonden en vermisten) maar Jarvis kwam zonder een schrammetje uit de strijd en hij kon met de rest van de manschappen op rust naar Dikkebus en daarna naar Steenvoorde in Noord-Frankrijk.
Op 1 oktober moesten ze opnieuw naar de eerste linies. Met autobussen ging het weer van Steenvoorde naar Dikkebus. De volgende nacht moesten ze te voet tot de loopgraven van Westhoek Ridge in Zonnebeke. Het was een ongelooflijk zware mars in aanhoudende regen en ploeterend door de modder. De rest van 3 oktober brachten de 530 mannen en 28 officieren door in de loopgraven waar ze wachtten en zich klaarmaakten voor de aanval van de volgende morgen.
Op 4 oktober 1917, om kwart voor twee s nachts vertrokken ze naar de startpositie van de aanval. Het bleef maar regenen, de modder was een echte verschrikking en men geraakte amper vooruit. Toch bereikten ze hun verzamelplaatsen. Doorweekt en rillend van de kou lagen de mannen daar te wachten op het fluitsignaal voor de aanval. Dat fluitsignaal zou om 6 uur s morgens weerklinken.
Maar om 5 uur 20 begon er plots een hevig Duits bombardement. Onverwacht regende het bommen op de Australische troepen die klaar lagen om aan te vallen. Puur toeval maar de Duitsers hadden óók een aanval voorzien op dezelfde plaats en (ongeveer) op hetzelfde uur !!!
Het duurde eindeloos lang tot het 6 uur werd . Eindelijk konden de manschappen oprukken, weg uit het vijandelijke bombardement. Er volgde weer een dag van felle en vreselijke gevechten, maar de Australiërs slaagden erin om de hoogte van Broodseinde in handen te krijgen ! Eindelijk !!! Eindelijk stonden ze op de hoger gelegen weg en konden ze goed uitkijken over de Duitse posities !!!
De gevechten hadden een zware tol geëist
Toen het bataljon van Jarvis zich in de nacht van 5 op 6 oktober van het slagveld terugtrok, had 259 manschappen en officieren verloren aan doden, gewonden en vermisten. Dat was zo goed als de helft !!! (En dat was nog maar van één bataljon. Op 4 oktober verloren de Australiërs liefst 6.500 man.) Eén van de vermisten van die dag was
Jarvis Fuller. Een maand later werd op zijn fiche killed in action genoteerd : hij was nu officieel gesneuveld.
Jaren later hoorden wij dat Jarvis gedood werd door een bom die vlakbij hem insloeg. Een soldaat die een zestal meter achter Jarvis kwam, had hem zien vallen en zag dat hij niet meer bewoog. Hij moet op slag dood geweest zijn. Jarvis werd samen met een sergeant Charles Morris Greengrass (ook van het 7de bataljon) begraven op het slagveld. Na de oorlog werden hun stoffelijke resten overgebracht naar het Buttes New British Cemetery in Polygon Wood. Het graf van Greengrass (XXIX D 2) ligt nu twee rijen achter dat van Jarvis (XXIX B 11.)
De soldaten die hem begraven hadden op het slagveld, hadden zijn persoonlijke bezittingen uit zijn zakken gehaald en die aan de officieren overhandigd (zoals dat hoorde.) Wat niet van het leger was, werd immers aan de familie terugbezorgd. En zo ontvingen mijn grootouders in mei 1918 een pakketje met daarin zijn portemonnee met vier munten, zijn portefeuille met wat kaarten en brieven en twee godsdienstige boekjes die hij bij zich had. Een bril ? Neen, die zat er niet bij ! Was die verloren geraakt ? Of
waren zijn ogen echt zoveel verbeterd dat hij geen bril meer droeg op die fatale dag ???
Hoe was het ondertussen met mijn vader Roy ?In september 1917 moest zijn eenheid ook naar de frontstreek van Ieper en hij hoopte dat hij deze keer zijn broer eindelijk zou terug zien want zowel het 7de bataljon van Jarvis als het 23ste bataljon van vader zouden op 4 oktober naast elkaar in actie komen ! Vader was bij die aanval stretcher bearer (= brancardier een soldaat die de gewonden wegbrengt) en toen hij de mannen van het 7de bataljon zag terugkeren van de loopgraven klampte hij ongeveer iedereen aan met de vraag of ze iets wisten over zijn broer Jarvis. Een sergeant vertelde hem dat hij gewond was en waarschijnlijk al naar een veldhospitaal was overgebracht. Maar vader vond in geen enkel hospitaal een teken van zijn broer
en hij werd helemaal ongerust toen hij zijn naam zag staan op de lijst van vermiste soldaten.
Het werd Kerstmis 1917 en vader schreef aan zijn ouders dat hij helemaal geen plezier had in het kerstfeest omdat hij nog steeds niets had vernomen over zijn jongere broer. Ook na Nieuwjaar schreef hij dat er nog altijd geen nieuws was maar dat hij verder zou blijven zoeken.Enkele maanden later kregen mijn grootouders eindelijk een brief van een officier die liet weten dat hij Jarvis zijn lichaam had gezien kort nadat hij gesneuveld was en dat hij zijn manschappen had opgedragen om hem te begraven. Hij schreef ook nog dat ze fier moesten zijn dat hun zoon gestorven was als een dappere soldaat.
Mijn vader overleefde de rest van de oorlog en op 1 juli 1919 mocht hij eindelijk terugkeren naar Australië. Op 20 augustus kwam het schip aan in Melbourne en een goede maand later werd vader eervol ontslagen uit het leger maar op zijn fiche stond er weer medically unfit. Dat betekende dat zijn gezondheid zwaar getekend was door de oorlog. In 1920 huwde mijn vader en hij vestigde zich in Maryborough (niet ver van Moonambel) als bakker. Geen timmerman meer ! Zijn leven lang heeft vader verdriet gehad over het feit dat hij zijn broer sinds hun aankomst in Engeland in het voorjaar van 1917 niet meer had gezien .De herinnering aan uncle Jarvis bleef wel voortleven in de namen van mijn broer, één van mijn neven en één van mijn nichten : Gerald Jarvis Fuller (1922), William Jarvis Fuller (1922) en Jarvis McBean (geboren Fuller 1927.)
En toen bleef het stil rond Jarvis Fuller tot in mei 2002 ! Todd Fraser, de kleinzoon van mijn nicht Jarvis McBean (de dochter van mijn vaders zus Pearl) was student in de Mackay North State High School en hij ging dat jaar met 23 medeleerlingen en leerkrachten op reis naar de slagvelden van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. De leraar die dat organiseerde was Mike Goodwin. Je weet dat die studenten niet zomaar een reisje maken. Ze studeren een heel schooljaar lang over de Eerste Wereldoorlog en doen opzoekingen over gesneuvelde soldaten die in België, Frankrijk of Turkije begraven liggen. En tijdens die reis gaan ze dan naar die graven en elke student leidt een korte plechtigheid bij dat graf. Todd was op die manier het eerste familielid dat het graf van Jarvis bezocht en hij leidde er ook de herdenking.
Van zijn grootmoeder had hij twee oude fotos meegekregen : de foto van Jarvis in zijn uniform (zie fotos) en een foto van het houten kruis dat op het graf stond voor de zerk er kwam. Wat er Todd bezielde, weten we nog altijd niet maar
hij plaatste die twee fotos bij het graf en dacht er niet aan dat hij daarmee twee unieke documenten zomaar achterliet ! Leraar Mike Goodwin vroeg hem nog of hij wel zeker was dat hij die twee fotos daar echt wou achterlaten, maar Todd hield voet bij stuk en de fotos bleven op het Buttes New British Cemetery in Zonnebeke, België. Het was pas toen Todd weer thuis was in Australië en zijn oma hem vroeg waar de fotos waren dat het tot hem doordrong wat hij eigenlijk had gedaan. Maar jammeren of boos worden zou toch niets helpen, de fotos waren er niet meer! Dat dachten Todd en zijn familieleden tenminste, want het verhaal was bijlange nog niet ten einde ! Enkele dagen na het bezoek van Todd en de groep van de Mackay North State High School, zag een man tijdens zijn dagelijkse wandeling met zijn hond door het Polygonebos en op de begraafplaats een oude foto op het gras liggen. Een foto van een soldatengraf en op de achterkant stond geschreven Jarvis Fuller - killed in France.
De man dacht : Het kan niet anders of iemand heeft die foto hier verloren. Ik breng hem naar Johan Vandewalle in De Dreve. Johan zal er wel raad mee weten want hij is nogal veel bezig met oorlogsgeschiedenis en er komen ook geregeld oorlogstoeristen binnen in zijn café.
En zo belandde de foto van Jarvis bij Johan Vandewalle. Johan was natuurlijk meteen heel erg geïnteresseerd, maar hij had er geen flauw idee van wie er die foto zou kunnen verloren hebben.Omdat hij nieuwsgierig was, contacteerde hij een vriend in Waregem die nogal wat kennissen heeft in Australië. Misschien was er langs die weg wel een oplossing te vinden voor het raadsel ?!
De vriend uit Waregem (ook een Johan !) kwam en die ging eens een kijkje nemen op de begraafplaats. Zou daar misschien het graf zijn van die Jarvis Fuller van de foto ?
Waarachtig ! En tot de grote verbazing van Johan en zijn vrouw
bleek er nog een tweede foto (die met het portret) bij het zerkje te staan ! Het raadsel werd nu nog groter : wie had er hier in godsnaam twee originele fotos van tijdens en kort na de oorlog achtergelaten ? Als ze zomaar in weer en wind bleven staan, zou het niet lang meer duren vooraleer ze helemaal kapot waren.
De fotos werden meegenomen, zorgvuldig gekopieerd en de kopies werden bij het graf geplaatst. De originelen werden voortaan bij Johan Vandewalle bewaard. Je wist maar nooit dat er op een dag iemand zou binnenkomen om te vragen of er toevallig geen oude fotos waren gevonden
Zoals je kon verwachten, konden de Australische vrienden van de Waregemse Johan niet helpen bij het vinden van de eigenaar maar de oplossing kwam in oktober 2002. Een Australiër die iets ging drinken in De Dreve kreeg van Johan ook het verhaal te horen over de fotos en toen die hoorde dat de soldaat van Moonambel afkomstig was, zei de Aussie dat hij daar nogal wat familie had en eens zou informeren of er iemand van hen nog Fullers kende. En om een lang verhaal kort te houden : zo kwamen ze tenslotte bij mij, de dochter van Roy Fuller, terecht !!!
Ik herinnerde mij natuurlijk nog wel onze Uncle Jarvis, maar ik had er geen flauw idee van hoe die fotos bij dat graf verzeild waren. Daarom belde ik maar naar mijn nicht Jarvis McBean en toen was het mysterie vlug opgelost : zij vertelde me over haar kleinzoon Todd en hoe hij de fotos had achtergelaten. Eigenlijk was ze wel blij dat de fotos niet verloren waren geraakt, maar in de familie hadden ze al vrede genomen met het feit dat ze ze nooit meer zouden terugzien. En daarom mochten de beide fotos voortaan bij Johan Vandewalle blijven.
De Waregemse Johan contacteerde Todd Fraser en die meldde het hele voorval aan zijn leraar Mike Goodwin. Mike nam contact op met Johan en
die twee werden héél goede vrienden.