Foto
Foto
Foto
Inhoud blog
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine
  • Verhalen van Daniel R. Shine 2
  • Verhalen van Daniel R. Shine 3
  • Privé monument voor Gunner Albert Edwin Wheeler
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge 2
  • UITSTAP: 'België bezet 1940-1944' sfeerbeelden
  • ANZAC Day 25 april 2012 ZONNEBEKE
  • Uitstap 'De Slag bij Loos' sfeerbeelden
  • Gedenkplaat voor LT Lee Scott MC Polygon Wood
  • LT Lee Scott
  • The Lady of Loos
  • De Slag bij Loos
  • De Slag bij Loos (25 september - 19 oktober 1915)
  • GOTT MIT UNS Tijdelijke tentoonstelling in het IJzertorenmuseum
  • Restauratiewerken in Bayernwald
  • Wandelen langs the Menin Road
  • Wandelen langs the Menin Road 2
  • Restauratie Calvarieberg Diksmuide
  • Wandeling: 'Polygone Wood'
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood !
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood!2
  • Historiek van het Geheim leger GL- AS 40-45
  • Memorial voor de verdwenen US begraafplaats te Foy
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane 2
  • TARIEF BORDEEL 1915- Tarif de bordel en 1915‏
  • Bastogne Barracks Hoofdkwartier Gen. McAuliffe
  • Bastogne Barracks -Gulf War- Golf oorlog
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 1
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 2
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 3
  • Allerlei beknopte Info WOI &WOII
  • Sfeerbeelden van de Last Post van 10-11-2011 in Ieper
  • Patrouilleurs aan het IJzerfront. De helden van het niemandsland
  • Informatiebord Private FG Dancox VC te Poelkapelle
  • 't Hooghe 14-18
  • MENIN ROAD MUSEUM ZILLEBEKE
  • DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD
  • Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf) Info van dhr Johan Durnez
  • THE HOME OF THE UNDERGROUND WAR , de rust post voor de fronttoerist, Polygonebos
  • Een late krans voor Guynemer (studie 120 blz)
  • De Britse Mark IV tank, de D29 Damon II , van Poelkapelle
  • Tentoonstelling: Congo aan den Yser , in het Memorial Museum Passchendaele 1917
  • Fietsen van Diksmuide naar Ieper
  • Joe MANN monument aan de Boslaan-zuid in Best (NL)
  • Gevallen voor het Vaderland- Pro Patria
  • Museum Bevrijdende Vleugels
  • Foto's museum Bevrijdende Vleugels
  • Erekoepel Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek NL
  • Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945
  • Monument Generaal Gavin Groesbeek
  • De gevechten in de regio van Saint Mihiel 14-18
  • Kaarten regio St Michiel
  • Beierse troepen bij de gevechten in en bij de sector van Saint Mihiel
  • Foto's regio St Michiel
  • Foto's van het fort van Troyon
  • Fort de Troyon als sperfort in september 1914
  • FORT TROYON HEDEN
  • De strijd om de saillant van Saint-Mihiel (1915-1918)
  • Snipers WWI
  • Australiërs aan het Westelijk Front 1916–1918 AIF
  • De slagvelden waar Australiërs vochten AIF
  • AIF foto 2
  • AIF foto's
  • TRIBUTE TO Major Richard 'Dick' Winters
  • Blitzkrieg, Mei 1940
  • VERDUN
  • Feldgrau in de Argonne1914-1918 Heel interessant boek!
  • De eerste uren van de bevrijding van Vichte in oktober 1918; door Jef Bogaert
  • Britse oorlogsbegraafplaats Harlebeke New British Cemetry.
  • Remembring Private Rufus Rigney 48BN Australian Infantry
  • Aboriginalvlaggen
  • De replica van het vliegtuig waarmee Guynemer zijn eerste overwinning behaalde
  • The Western Front Association - België
  • Het dragen van de poppy (klaproos).
  • A Tribute to "Piper" Bill Millin
  • Duitsland betaalt laatste oorlogsschuld
  • Filmpjes WO I
  • Britse militaire begraafplaatsen
  • Headstones
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats:
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats foto
  • Poelcappelle British Cemetery
  • Jongste frontsoldaat (14) JOHN CONDON
  • Poelcappelle British Cemetery foto1
  • Poelcappelle British Cemetery foto2
  • Poelcappelle 1914 -1919
  • In Flanders Fields
  • Opening tentoonstelling NOUS IRONS EN FLANDRE
  • DE IJZERTOREN Diksmuide
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 1
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 2
  • Foto Tankmonument te Poelkapelle
  • Rantsoenering Tweede Wereldoorlog
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Duidt je stad of gemeente aan .....
  • Belgisch front 14-18
  • Sfeerbeelden 14-18
  • Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
  • FOR FREEDOM MUSEUM Knokke
  • AIRBORNE MUSEUM OOSTERBEEK(NL)
  • DE AIRBORNE WANDELTOCHT TE OOSTERBEEK
  • INHULDIGING TANK MEMORIAL
  • Belangrijke Duitse stellingen uit 1915 - 1917 ontdekt in Zonnebeke.
  • Herdenkingen voor de Brigade Piron in Frankrijk
  • De modder van de Westhoek
  • Dakota C-47A Merville
  • DE BRIGADE PIRON KREEG HUN VERDIENDE PLAATS !
  • foto's Zillebeke 14-18
  • foto's Dadizele 14-18
  • foto's Woumen 14-18
  • Bastogne Historic Walk
  • Bastogne Historic Walk 2
  • Graf van Prins Murat achterneef van Napoleon I
  • Monument gesneuvelden en oorlogsslachtoffers van Marke
  • Ehrenfriedhof N°179 Marcke-lez-Courtrai Marke
  • De Wellington steengroeve te Arras (Frankrijk)
  • De bevrijding van de regio Beverlo - Leopoldsburg
  • Britse -Canadese en Australische postkaarten en posters WOI
  • Enkele Britse sfeerbeelden uit de Eerste Wereldoorlog
  • BIBLIOGRAFIE HALEN 1914
  • DUITSE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • BELGISCHE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • KAART VAN HET GEVECHT BIJ HALEN 1914
  • CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN HET GEVECHT TE HALEN 1914
  • SLAG VAN HALEN 12 AUGUSTUS 1914
  • Musketier PETER KOLLWITZ
  • Graf van Dr Chastang en enkele Esense burgers 1914
  • Herinneringsmonument voor de franse Marine Fuseliers
  • De laatste Franse Poilu en de laatste Duitse soldaat uit 14 - 18 zijn overleden
  • Niet Polen maar Belgen bevrijdden het Nederlandse Oost-Groningen
  • THE LAST ANZAC
  • Pro Gloria Duitse postkaarten 14-18
  • Doodsbericht van België
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel1)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel2)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel3)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel4)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel5)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel6)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's 2
  • Een vergeten monument 2
  • Een vergeten monument!
  • De Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze
  • Foto's van Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze 2
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke
  • Foto uit 1914
  • Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerst e Wereldoorlog
  • Ook zij vielen voor hun vaderland (1)
  • Gecamoufleerd Duits Kanon 1914
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde
  • Franse begraafplaats Koksijde
  • Monument 4de Lansiers-Halen
  • Het ontstaan van de Zwarte Duivels
  • Zwarte Duivels
  • Monument Zwarte Duivels - Halen
  • Foto's Halen
  • DE SLAG DER ZILVEREN HELMEN
  • Wandeling over het vroegere slagveld van Halen
  • De FallschirmjÃger
  • Franse almoezenier aan het front
  • Een getuigenis mei 1940
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't front Verdun
  • 't Front gesneuvelden van Marke
  • 't Front 1940
  • Belgische Militaire Begraafplaats Oeren
  • Duitse bezetting 14-18 flanderland
  • Welkom bij Poelcapelle Area 1914-1918
  • De Groote Oorlog
  • WORLD WAR ONE MUSIC & SONGS
  • Max Deauville
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Archief
  • Alle berichten
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • WFA België
  • Belgian Fronts
  • BELGIAN COMMANDO MUSEUM FLAWINNE
  • WO1 in de Westhoek
  • De Duitse Enigma Codeermachine
  • First World War
  • Somme
    Mijn favorieten
  • 't Front Pro Patria
  • FILMS
  • Wesp333
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    PRO PATRIA
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    http://www.pegasusarchive.org/
    Foto
    AUSCHWITZ
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief
  • Alle berichten
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun
    Foto
    Hoofdpunten blog tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Sint Juliaan
  • Blindganger
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto

    Verzamelen van
    militaire insignes

    http://blog.seniorennet.be/military/
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    speerstra
    blog.seniorennet.be/speerst
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    arnouts
    blog.seniorennet.be/arnouts
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    jacques_bruynseraede
    blog.seniorennet.be/jacques
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    naomi
    blog.seniorennet.be/naomi
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    biosfeer
    blog.seniorennet.be/biosfee
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    jenthes_keuken
    blog.seniorennet.be/jenthes
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    pierre2005
    blog.seniorennet.be/pierre2
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    kruidjeroermeniet
    blog.seniorennet.be/kruidje
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    gazetteprovencal
    blog.seniorennet.be/gazette
    Hoofdpunten blog Tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontgeheimleger
  • Secteur IV : Ours (setor IV)
  • Bauduin Julien VANASSCHE uit Menen . 1ste Compagnie Zone III – Groep Macareux (Lauwe)
  • MENEN ZONE III Historiek
  • Maquis Frankrijk
  • La resistance - het verzet in Frankrijk
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    't FRONT
    1914-1918 & 1939-1945
    EERSTE & TWEEDE WERELDOORLOG
    04-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel4)

    29 juni 1943 – dinsdag

    Na een zware mars komen we in een verloren gat terecht; het kasteel van Walton Hall (wel zeer mooi gelegen). Allemaal anciens van Miranda, waren hier in afzondering.

     

    13 juli 1943 – dinsdag

    Brief van André ontvangen, hij is ingedeeld bij de luchtmacht.

     

    14 juli 1943

    Eerste schietoefening; zeer goed resultaat.

     

    15 juli 1943 – donderdag

    Met verlof in London. Wedde getrokken vanaf het vertrek in België, min de aalmoezen die we ontvangen hebben in de kampen of bij de ambassades.

     

    16 juli 1943

    Aankomst in Edinburgh, geslapen in een soldatenkring. Mijn geld van onder mijn hoofdkussen gestolen. 3 pond geleend aan een vriend. Bezoek aan Fort Bridge; penny in het water geworpen.

     

    23 juli 1943

    Aanvraag ingediend voor het bekomen van een “Marraine de Guerre”. Geen nieuws meer van Robert. Buiten ons weten was hij reeds aangeworven bij de 2e Directie als geparachuteerd agent.

     

    26 juli 1943 – maandag

    Camion gemist om weer te keren naar het kamp. Onderweg opgepikt door de kampcommandant. 5 dagen arrest.

     

    27 juli 1943

    Dag waarop Generaal Van Strijdonck op bezoek kwam.

    Moest in opdracht naar London, dit was het eerste contact met de geheime dienst. Ze beweerden dat het een vergissing was. Toch bleef ik er overnachten.

     

    28 juli 1943 – woensdag

    Terug naar Eaton Square bij de 2e directie. Er was zogezegd een vergissing in de namen. In de namiddag op eigen initiatief, terug gekeerd om me kandidaat te stellen.

     

    29 juli 1943 – donderdag

    RV met de Cdt De Burghgrave d’Altena.

     

    30 juli 1943

    1e geplaatst in het schieten.

    Brief ontvangen van André evenals en colli van mijn marraine.

     

    01 augustus 1943

    Kennis gemaakt met ATS Sylvia (Birmingham.)       

               

    04 augustus 1943 – woensdag

    Adj. Remy (waarschijnlijk in opdracht van de kampcommandant) wil mij van gedacht doen veranderen om afstand te nemen van de 2e directie.

     

    11 augustus 1943

    Terug naar London geconvoceerd.

     

    16 augustus 1943

    Granaat werpen. Bij het kuisen van de granaat een stuk vod, uit België, gebruikt.

    Lt. Leeman vraagt of ik de cursus van verbindingsofficier wil aannemen.

     

    17 augustus 1943

    De opleiding is ten einde, elk krijgt zijn eenheid aangeduid.  Een telegram verhindert mijn mutatie, terug gescheiden van mijn vrienden.  Alles wat me dierbaar is wordt mij telkens ontnomen.

     

    20 augustus 1943

    Zowel Kapt. Verstraeten als Cdt. Verhaegen beweren dat ik niet zal aangenomen worden in London en dat ik mij beter kandidaat zou stellen om de militaire school te volgen.

     

    23 augustus 1943

    Opnieuw uit training weggetrokken, opdracht London.

    Nogmaals door de tandarts behandeld, groot gebrek aan vitamines. Gelogeerd in Aben-Court Hotel, Fransen uit Miranda ontmoet.

    .

    27 augustus 1943

    Tanden hersteld, stylo gekocht.

     

    29 augustus 1943

    Passé au bureau 2e section 40 Eaton Square.

    Verbod verder nota’s te nemen.

    Verslag dat volgt  is opgemaakt na mijn thuiskomst met zaken die ik me nog kon herinneren.

     

    04-06-2008 om 00:00 geschreven door DP


    03-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel5)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Terug naar België

     

    30 april 1944 – zondag

    Vertrek bij valavond uit de omgeving van Bedford, met 4 motorige Halifax voor een vlucht van 6 uur boven vijandelijk gebied. De 17 jarige Australische piloot, kende het bestaan van België niet.

    Vertrek samen met :            André Schaepdrijver            (alias Mouché)

                                                   André Falesse                      (alias Velutus)          

                                                   Mezelf                                    (alias Patroclus)

    Alvorens in  te stappen, moesten we de controle van de douane ondergaan.  Nadien kregen we wapens, munitie, documenten, kaarten, radio codes, noodrantsoen, geld in dollars en Bef. Een radioontvanger en beschermende overtrek, met rubberen helm.

    Ik was zodanig geladen, dat bij het vertrek, het rieten zeteltje waarin ik zat, aan mijn kont bleef hangen, zonder  dat ik het gewaar werd.

    We werden binnen gehesen in het vliegtuig, met de hulp van 2 man.  Gedurende de reis kregen we kalmerende thee.  In de omgeving van Lyon kwamen we terecht in DCA geschut, een paar granaatschilfers troffen de transportruimte. De stralen van de zoeklichten schenen door de ontstane openingen.  Over Luxemburg vlogen we België binnen.

     

    1 mei 1944

    Was die datum opzettelijk gekozen?  In Engeland had ik een codenaam “Bracelet Red”.

    Op mijn Belgisch pas dat ik nu bij had stond ik vermeld als Beckers uit Brugge.

    In de streek van Spa verlaat Schaepdrijver als eerste het vliegtuig.  Dit was het laatste contact dat we met elkaar hadden met als afscheid “Merde”.  Spijtig genoeg was dit ook een definitief vaarwel.

    Enkele minuten laten gaat de valdeur opnieuw open.  De dispatcher zei “This is supposed to be the Meuse”.  Ik vond dat we verdomd laag vlogen, geen tijd tot nadenken “Green on Go”. Mijn parachute was met moeite open of ik raakte al de grond. We waren geland in de omgeving van Fumal op het terrein “Artichaut”.

     

    Een ontvangstcomité onder leiding van Jef Poot (chef van de refuge) was ter plaatse. Een zekere Royant kwam op mij afgestormd, met zwaaiende armen in de lucht.  Ik had reeds mijn revolver op hem gericht want hij antwoordde niet op het afgesproken pas- en naderwoord.  Ik hield mij kalm, een geluk, niemand kende het naderwoord.  De burgemeester van Fumal was ook aanwezig, hij bracht ons zo vlug mogelijk naar zijn hoeve, waar we bleven overnachten.  Het ontvangstcomité, ontfermde zich over de valschermen en het opzoeken van het gedropte materiaal.  Na lang zoeken vonden zij het radiomateriaal  en de mand met postduiven.  Het materiaal werd door hun toedoen naar Limburg overgebracht.  Falesse en ik hadden de opdracht eerst contact op te nemen met Brussel (waarschijnlijk om de grote sommen geld te kunnen overhandigen).

    De radioposten waren beschadigd, later heb ik er 3 van de 4 kunnen herstellen.  De kristallen bleven in mijn bezit. (freq. 5667 – 5382 – 5047 – 5227 – 5367).  De duiven met gebroken poten hebben wij opgegeten.  De Duitse patrouilles waren versterkt, ze moesten alle manifestaties voor 1 mei verhinderen.  Gelukkig kregen we alle inlichtingen omtrent hun doen en laten via de telefoonlijnen van de spoorwegstations.

     

    2 mei 1944

    Afscheid van de familie Mousset.  Een dokter bracht ons met zijn auto naar Namur.  We hadden tegenslag, door de luchtaanvallen de dag voordien, was het treinverkeer in Namur volledig stil gelegd.  Wat nu?  Burgerverkeer langs de baan was zeldzaam, we hadden ook de indruk geschaduwd te worden door 2 mannen. In het stadscentrum was het kinderspel hun kwijt te spelen ( we waren erop getraind.)   Buiten de stad, op de baan naar Brussel, deden wij autostop.  Een voertuig van de Wehrmacht, met bejaarde lijnleggers, nam ons mee naar Brussel.  We boden de mannen een sigaret aan, afkomstig uit Engeland, met zwarte tabak (speciaal voor opdrachten in bezet gebied).  Ze vonden het zeer goede sigaretten.

    In Brussel waren we te laat om contact op te nemen met ons RV punt.

    In een hotel overnachten was uitgesloten, dan maar op stap naar de buitenrand van de stad, met de hoop een logement te vinden.  We kloppen aan bij een klooster, na lang praten en aarzelen, liet de pater ons binnen en bracht ons onder in een kelderlokaal.  We mochten hier overnachten en hadden als bed een tennistafel.

     

    3 mei 1944

    Voor 4 uur ’s morgens terug op straat gezet, want de rest van het klooster mocht ons niet zien.

    Een koekje en een stukje chocolade uit het noodrantsoen was ons breakfast.  Naar de paardenkoers in Boisfort getrokken, daar zaten we veilig tussen al die Duitse officieren.

    Terug met de tram naar het centrum van de stad.  In de verte zagen we dat er controle  van de Feldgendarmerie plaatsvond.  Vlug verlaten we het voertuig.  Bij het afstappen stoot ik tegen een vrouw aan, “sorry”, ik was het kwijt zonder het te realiseren.  Toppunt van al : de vrouw was van Harelbeke  en ze herkende me.  Ik deed alsof ik haar niet kende en verdween zo vlug mogelijk.  Aangekomen op het RV punt, kliniek Depage, stond ons een verpleegster te woord.

    We gaven het codewoord : “ je viens de la part du docteur…….. de Courtrai”. Ze verdween zonder een woord te zeggen . Enkele minuten later werd Falesse in het kabinet ontvangen.   Daarna was het mijn beurt. Dan kregen we bijkomende instructies en werden naar een adres gestuurd waar we konden logeren, om ’s anderendaags per fiets naar Diest te rijden.  Waarom die gevaarlijke omweg?

     

    4 mei 1944

    In een uitgehold brood zitten mijn kristallen verstopt.  Het pakje goed zichtbaar op de bagagedrager van de fiets vastgebonden.  Vertrek naar Limburg, via Diest.  Aan de spoorwegbrug te Kessel-Lo worden we tegengehouden door Feldgendarmen.  Na wat geklaag en gezaag mag ik verder rijden en mag ik het brood behouden. Wij zijn niet meer gewoon om met de fiets te rijden, mijn achterste doet pijn.  Dan maar de fiets op de stoomtram gezet, die net voorbij komt.  Het RV punt in Diest “Café Derby”, zat stampvol met zwarthemden.  Onze contactman Gerard Venken had rap door wie we waren. We moesten hem maar volgen richting Herk de Stad.  Na een rustpoos in een kruidenierswinkel, nam ik mijn zendpost in ontvangst en kon ik op een aangeduide plaats (een boerderijtje aan een kasteel) mijn eerste bericht naar London zenden.  We namen onze eerste felicitaties in ontvangst.

     

    05 mei 1944

    Met onze gids Venken vervolgen we onze weg, ter hoogte van Kermt stopt een man komende uit tegengestelde richting, hij geeft ons de raad een omweg te maken.  Uiteindelijk belanden we te Lanklaar (Mulheim) in een café uitgebaat door Theo Oensels en zijn echtgenote Janssens.  Daar maken we kennis met de provinciale overste van het AS, Tony Lambrechts en met de leden van zijn staf (oa. Claes Guillaume alias Lommeke)

    Nadien gebruikte ik dikwijls het huis als zendplaats, de verbindingen waren er goed de toegangswegen gemakkelijk te bewaken.  Het transmissiemateriaal werd opgeborgen bij de familie Bemong, die de “Welvaart” winkel uitbaatte in dezelfde straat.

     

    Later in de maand mei 1944

    In de boerderij “De Oude God” te Rekem, herstelde ik 2 zenders met wisselstukken uit de meest beschadigde post.

    Gedurende één van de radiocontacten, had ik het moeilijk om mijn correspondent  te verstaan.  Gedurende de opleiding als pianist werkten we meestal samen  met dezelfde persoon (ATS of WAAF).  Ik was verplicht “QSD” te zenden, hetgeen een blaam was.  Bij het volgend contact  had ik terug mijn gewone correspondent, die ik kende en verstond. 

    Een andere zendplaats waar permanent een zender bleef staan, was bij Hulsbosch te Hamont.  Om te overnachten had ik een kamer naast een Duits officier, bij de familie Wijnen in het centrum van Hamont.

    Een andere boerderij waar ik alleen het bestaan van wist, was bij Louis Aerts ( broer van de oorlogsburgemeester van Hamont).

    Regelmatig werden verkenningen uitgevoerd om doelen op te sporen die het saboteren waard waren.  De scheepstrafiek op het Albertkanaal werd genoteerd.  Mogelijke dropzone’s werden in kaart gebracht en ter goedkeuring naar London gestuurd.  Regelmatig kreeg ik gecodeerde berichten te versturen, waarvan ik zelf de inhoud niet kende.

    Het Geheime Leger van Antwerpen had dringend wapens en munitie nodig  ter verdediging van de haven.  De droppingplaatsen in Limburg kregen de voorkeur, niettegenstaande de nabijheid van de vliegbasis te Eindhoven.

    De evacuatie van het materiaal zou kunnen gebeuren per schip, langs de Zuid-Willemsvaart en het Albertkanaal.

     

    28 mei 1944

    De BBC zendt een codebericht als verwittiging dat een parachutage zal plaats hebben op het terrein “Cheval” te Rekem.

     

    29 mei 1944

    Ik ontvang een codebericht waarin gevraagd wordt de nodige voorbereiding te treffen.

     

    30 mei 1944

    We kregen confirmatie. Onder leiding van Falesse en de sectoroverste Jules Wijnen  van BNB Rekem, was iedereen ter plaatse.

    Rond 23 uur verscheen een laag vliegend toestel.  Falesse  gaf met zijn flitslamp, het sein met de overeengekomen letter.  Na het antwoord door de piloot worden 3 lampen aangestoken, die de vluchtlijn bepaalden alsook het droppingspunt. Bij de tweede run werden de lampen opnieuw aangestoken. Het vliegtuig klom en loste op perfecte wijze 17 containers.  Twee delen van een container die bestemd waren voor de geparachuteerde agenten, namen we mee naar het kasteel “Kapelhof” eigendom van Baron Chestret de Haneffe.  De gedropte wapens werden naar de boerderij “De Oude God “ gebracht (met paard en kar).  Een deel van de geweren en de munitie  werd verborgen in de stallen van de boer Janssen te Rekem.

    Vanuit London was bepaald dat het grootste gedeelte van de gedropte wapens bestemd was voor Antwerpen.  Een klein gedeelte zou verdeeld worden over een aantal sectoren van BNB Limburg.

    De resterende wapens en de lege containers uit de Oude God werden weggehaald en door de weerstanders van Uikhoven gedumpt in de “Bankoel” aldaar.

     

     

    Een brief van Tony Lambrechts ( 8 juni 1944) gericht aan de sectoren.

     

    In depot secteur Rekem bevindt zich volgende bewapening en materieel voor de verschillende refuges verdeeld als volgt :

    F.M., 2 geweren, 5 revolvers, 29 granaten ( munitie 300 kogels per mitraillette) enz.  Voor sector Maaseik :  3 mitrailletten, 1 F.M. 1 geweer, 5 revolvers, 19 granaten. Neerpelt : idem als Maaseik. 

    Hasselt: 7 mitrailletten, 1 geweer, 5 revolvers, 19 granaten.

    Bilzen : idem als Hasselt, hetzelfde voor St Truiden, Tongeren, Mol en Leopoldsburg.  De secteuroversten moeten al het mogelijke doen om deze wapens vandaag 9 juni nog te halen volgens de mondelinge gegeven aanduidingen  mijner agenten. Met een bijgevoegd en door mijne hand geschreven briefje kunt ge u aanbieden op het aangegeven adres met afgifte van dit briefje.  Ik verzoek de S.O. Rekem om met alle macht de verdeling zoo snel mogelijk te regelen en wanneer personen zich aanbieden met een briefje geschreven door mij aanstonds te helpen.

    Het is gevaarvol enz…. maar we staan voor het uitvoeren der actie en persoonlijke veiligheid komt nu op het tweede plan. Indien er moeilijkheden  zouden veroorzaakt worden voor de uitdeeling dan zou dit catastrofale gevolgen kunnen hebben.  Dus….

    materiaal springstof : de verdeeling zal gereed staan in hetzelfde depot voor iedere secteur.  Dat het materiaal met alle middelen op de plaats der uitvoering moet gebracht worden in de secteurs staat vast. Ieder S.O., hoe ver ook gelegen van Rekem, moet zorgen dat het voor hem bestemde materiaal met alle middelen onmiddellijk wordt afgehaald voor de volgende nacht en met dit materiaal de reeds mogelijk zijnde  zendingen uit te voeren. Dus spoorwegen, ondergrondsche kabels en zoo het mogelijk is, de bruggen, te beginnen met de spoorbruggen. Ik geef hier de bruggen niet in eerste lijn, omdat wij het ontploffingsmateriaal daarvoor niet bezitten.  Na de uitvoering dezer zendingen stil terugkeeren alsof er niets gebeurd was.

      

     

    06 juni 1944

    Een tweede dropping had plaats op 6 juni te Opgrimbie.  Einde mei 1944 werd langs de BBC volgend bericht omgeroepen : “ voici un message pour Désiré, la gazelle file dans la vallée”.  Op 6 juni werd dit bericht opnieuw uitgezonden.  Dezelfde avond, rond  22 uur was er verzameling op de aangeduide plaats.  Onder leiding van Falesse en Venken waren er 13 man aanwezig.

     

    07 juni 1944

    Om 1 uur in de morgen kwamen 15 containers naar beneden.  Ze werden overgebracht naar “Kikmolen” te Opgrimbie en de “Oude Hoef” gelegen tussen Maasmechelen en Opgrimbie.

     

    08 juni 1943

    Een BBC bericht om 19u15 : “Salomon heeft zijn grote klompen aangetrokken”, dit was het sein tot klaarmaken van de weerstand.

     

    10 juni 1944

    Op 10 juni werd door het G.L. een overval gepleegd op de gevangenis te Hasselt.

     

     

    Tony Lambrechts gaf volgend verslag :

     

    Ondergetekende Lambrechts leider van het BNB Limburg verklaart op eer dat de hiernavolgende verklaringen betreffende de inval in de gevangenis van Hasselt  op 10 juni 44  volledig juist en oprecht zijn.

    In de staatsgevangenis van Hasselt, gebruikt door de Duitsers om politieke gevangenen op te sluiten, bevonden zich gedurende de maanden mei en juni  verscheidene leden van de BNB, alsook onschuldige gijzelaars, die moesten boeten voor andere leidende personen der beweging, die alhoewel lang gezocht door de vijand, onvindbaar bleken.  Daar wij uit zeer betrouwbare bron wisten dat de Gestapo op haar gekende onmenselijke wijze trachtte al de geheimen van de beweging uit de gevangenen te persen en wij vreesden dat dit zeer zware gevolgen kon hebben voor de beweging indien iemand onder de martelingen bezweek, bestudeerden wij de mogelijkheid om de politieke gevangen van Hasselt te bevrijden.

    Door onze vriend en vooraanstaand medelid Georges Vanistendael uit Herk de Stad, die in april een maand onschuldig in de gevangenis had verbleven, werden wij op de hoogte gebracht van de toestand  in de gevangenis, alsmede de sterke bewaking en alle andere bijzonderheden die we moesten weten.  Gedurende 14 dagen hebben wij deze aanval bestudeerd.  Gedurende deze tijd hebben we contacten aangeknoopt met een bewaker patriot.  Deze verbond er zich toe om op een gegeven moment zijn medewerking  te verlenen en gaf de raad de inval bij voorkeur te doen op een zaterdagavond tussen 18u30 en 19 u, omdat er op dat ogenblik  slechts 4 bewakers waren en de aflossende wacht slechts om 19 u kwam.

    Mijn vader Theophile Lambrechts en zuster Augusta waren reeds geruime tijd als gijzelaars opgesloten.

    Georges Vanistendael voerde de inval aan en belde, hij werd binnengelaten door bovengenoemd bewaker, onmiddellijk gevolgd door René Lambrechts, Gaby Dupain, Charlie D’Hoose, Jean Mélot en Emile Eykens.  Ze overmeesterden de bewakers, openden de celdeuren en gaven de gevangenen geld.  Mijn vader en zuster zijn onmiddellijk naar de garage Robijns gebracht, waar mijn broer Lodewijk  met hen in alle haast vertrok, omdat op dat ogenblik een Duitse patrouille toesnelde.  In een hevig vuurgevecht hebben ze 35 Duitsers neergeknald en hebben, buiten Eykens, zich allen tot de laatste kogel verdedigd.

     

    Half juni 1944

    Een derde parachutage was voorzien, maar werd niet uitgevoerd. Een hevig onweer had alle radio communicatie met London onderbroken.  Het vliegtuig is niettegenstaande er geen enkele afspraak gemaakt werd toch vertrokken. Naderhand vernamen we dat het vliegtuig neergehaald werd door toestellen van de basis van Eindhoven.

     

    Rond 20 juni 1944

    Een firma uit Antwerpen was bereid één van haar schepen “Henri” ter beschikking te stellen.  De bemanning bestond uit 4 personen, nl. kapitein Vercammen en zijn zoon, de machinist en de matroos Vercauteren, allen waren de mening toegedaan dat het om smokkelwaar ging.  De Antwerpse weerstander Boschmans zou hen als convoyeur begeleiden.  Ondertussen had Theo Oensels contact gehad met iemand van de bemanning.  Het handelde over de bevoorrading van het schip met kolen.  Hij bracht die man bij hem thuis binnen.  Dit bleek een grote flater.  Die man was vermoedelijk matroos Vercauteren.

     

    24 juni 1944

    In de nacht van 24 op 25 juni zouden 12 weerstanders van Rekem zich gelasten met het aanbrengen van het geparachuteerde materiaal en het laden van de boot.  Op 24 juni, rond 23 uur, vielen  soldaten van de Kriegsmarine, bijgestaan door Lode Huygen, Cdt  van de zwarte brigade, de boot aan.  Jean Keibeck die de wacht hield aan de sleepboot werd zwaar gewond en stierf.  Zijn medestander Camille  Hoste, die eveneens de wacht hield aan het kanaal, kon ontsnappen.

    De familie Bemong  kreeg het hard te verduren, vader, moeder en Mariette werden aangehouden  en overgebracht naar een concentratiekamp.  De Duitsers doorzochten de boot, maar vonden geen wapens.  Kapitein Vercammen kreeg de toelating om ’s anderendaags te vertrekken op voorwaarde, te varen via het sas van Hasselt.  Daar werd de boot opgewacht door de Vlaamse Wacht die de boot grondig controleerden.  Een kleine hoeveelheid wapens werd ontdekt.  Vader en zoon Vercammen werden aangehouden en naar Duitsland overgebracht, ze kwamen nooit meer terug.  Vercauteren werd ongemoeid gelaten (waarom ?).

     

    25 juni 1944 – zondag

    Een razzia, door de Kriegsmarine, werd uitgevoerd bij de familie Janssens te Mulheim-Lanklaar.  We hoorden het krijsen van de kinderen op straat.  We hadden net gedaan met het verzenden van een bericht.  Vlug werden alle codes verbrand.  De zendposten waren juist weg naar de winkel “Welvaart”.  De laatste wapens hadden wij een paar dagen voordien meegegeven met enkele weerstanders.  We hadden niets meer om ons te verdedigen.

    Falesse en ik sprongen door een raam dat uitgaf op de tuin. Telaat ! De kogels floten ons om de oren. Terug dekking gezocht in het huis, maar we zaten in de val. Wij werden samen met Theo Oensels, de dochters Helena en Mariette, Janssens en Gerard Venken uit het huis gesleurd en moesten met de handen op het hoofd langs de kant van de weg blijven staan.  Falesse gaf zich aan als leider van de groep en werd gemarteld om tot bekentenissen over te gaan.  Theo Oensels en  Gerard Venken werden te Hechtel gefusilleerd.  Wij werden afgevoerd naar de “Nebendienststelle” te Hasselt, om verder ondervraagd te worden.  Ik heb gedurende 6 dagen een vals alibi kunnen volhouden en beweerde bij toeval in dit café te zijn geweest.  Ik was zogezegd opkoper van oude autobatterijen.

    Falesse had bij zijn aanhouding, per vergissing,  mijn regenmantel meegenomen.  Daarin zat een lidkaart van het V.N.V. met mijn naam op.

    Dan was het mijn beurt om de ondervragingen, of beter gezegd de martelingen, te ondergaan.  Daar kwam een einde aan, toen een schoolvriend uit Kortrijk, die estafette dienst deed tussen de hoofdkwartieren, mij herkende. Mijn echte naam was nu gekend.  In afwachting van verdere “ondervragingen” werd ik nu overgebracht naar de gevangenis te Hasselt.  Deze aanhoudingen betekenden een tragedie voor de weerstand in Limburg.

     

    29 juni 1944

    Sedert 30 januari ‘44 had het G.L. zijn hoofdkwartier in de villa “St. Jansberg” te Zelem.  In de nacht van 29 juni werd de villa door een Duits commando overvallen.  Van de staf waren aanwezig : Tony Lambrechts, de chef,  G.Claes, Edmond Lambrechts en zijn broer Louis, J. Vandebriel, E. Vissers en verder vader Lambrechts met zijn zuster Augusta.  De Duitsers hadden een premie van 100.000,- fr uitgeloofd indien de aanval lukte.  De premie werd uitbetaald aan 5 V.N.V militiegroepen van Lode Huygen.

    In een kort vuurgevecht werden Vandebriel, Vissers en vader Lambrechts neergeschoten.  Tony Lambrechts en Claes konden ontsnappen. Louis en Edmond Lambrechts werden aangehouden en geconfronteerd met Gerard Venken die vanuit Hasselt was meegebracht.  Een aantal Vlamingen van de Sicherheitsdienst namen deel aan de aanval.  Van de oude staf bleven er tenslotte maar twee leden over.

    Door de krijgsraad in Hasselt werd melding gemaakt, dat hier verraad gepleegd werd.

    Een Duits verslag vermeldt “ Bemong Mariette, dronk Champagne  met de Gestapo”.  Ze was ook aanwezig in de eerste Gastapo auto bij de aanval op het hoofdkwartier te Zelem.

     

    1 juli 1944

    In de nacht kwamen ze ook bij  Jaak Hulbosch  terecht, waar Bob zijn zendpost aanwees.  Vervolgens  werd Marcel Royers te Kaulille  opgepakt, hij was zwaar gekwetst.

     

    8 juli 1944

    Falesse en ik , die tot nu toe in afzondering gezeten hadden, werden aan elkaar vastgeketend om overgebracht te worden naar de gevangenis van St. Gillis.  Het transport gebeurde in een personenwagen, met slechts twee deuren.  We waren vergezeld door een officier van de SD die ons duidelijk maakte dat we geen kans hadden om te ontsnappen.  Aan de rand van Brussel reden we langs de schietstand van Etterbeek.  Met een valse glimlach vroeg de officier of we deze plaats kenden.  Eenmaal in St. Gillis aangekomen werd ik naar vleugel C gebracht en tot mijn grote teleurstelling “Einzelhaft” d.w.z. alleen in een cel opgesloten.  De cel was klein, maar proper, een opplooibaar bed moest dienst doen als tafel. Het eten was niet zo slecht.  Het ergste was de verveling, de dag wilde maar niet eindigen.

    Om de beurt werden Falesse en ik  overgebracht naar het hoofdkwartier van de SD.  De ondervragingen werden verder gezet, ditmaal zonder geweld, maar wel door specialisten, die evenveel afwisten van ons clandestien werk als wij zelf.  Dit was niet te verwonderen, daar ze op 3 jaar tijd zowat 150 agenten ondervraagd hadden.

    Na enkele dagen mocht ik samen met Falesse een grotere cel betrekken.  Door morse seinen op de verwarmingsbuizen, vernamen wij dat de geallieerden geland waren in Normandie. Was dit de reden waarom we menselijker behandeld werden?

     

    20 juli 1944

    Bij de laatste ondervraging in het hoofdkwartier van de SD. Mocht ik een stafkaart inkijken waarop de goniopeilingen van mijn zendplaatsen waren aangeduid.  De verantwoordelijke van de “Funkabwehr” vertelde mij, dat het moeilijk was om mij op te sporen, omdat ik mijn zendplaats uitkoos in de omgeving  kanalen of andere hindernissen.  Dit bracht valse goniopeilingen  teweeg.  We dachten dat dit het einde van de ondervragingen in de Louisalaan was ( door Abwehr-GFP-SIP en SD) later zou blijken dat dit niet het geval was.

    Wel moet ik opmerken dat de officier van de SD die met het onderzoek belast was, me beloofde mijn ouders niet te verwittigen of te verontrusten.  Die belofte heeft hij gehouden.

    Wat mij tijdens de ondervragingen verwonderde was, dat geen enkele vraag gesteld werd in verband met eventuele briefwisseling en adressen die we zouden gebruikt hebben, om berichten over te maken naar het buitenland. We bezaten een adres in Zwitserland en in Zweden. Ook werd mij niet gevraagd welke mijn “security check” was, dachten ze misschien dat ik dezelfde code had als Falesse.  Mijn indruk was dat het afsluiten van dit dossier opzettelijk op de lange baan geschoven werd.

     

    10 augustus 1944

    Bob en ik werden opnieuw aan elkaar vastgeketend en op transport gezet naar het fort van Breendonk.  We maakten deel uit van de 3462 politieke gevangenen die kennis gemaakt hebben met dit vervloekte oord.  Twaalf uur heb ik in een klein lokaal rechtop blijven staan, gezicht naar de muur en handen vastgebonden op de rug.  Nadien werden kledij en bezittingen afgenomen, moesten we onder de koude douche, werden we kaal geschoren en moesten we een oud soldaten plunje aantrekken.  Als schoeisel hadden we houten klompen.  We werden ingedeeld in groepen van 40 man per kamer. De Duitse Off. Schmidt, met zijn Vlaamse SS. Adjuncten Wijss en Debodt namen ons onder handen. ’s Morgens vroeg werden de namen afgeroepen van diegenen die gefusilleerd werden. Daarna was het verzamelen op de binnenkoer, hier werden reeds de eerste meppen uitgedeeld tot we goed gelijnd stonden.  Aan de buitenrand van het fort moesten we de grachten dempen  met aarde die afgegraven werd van de bovenbekleding van het fort.  Per dag moest elke gevangene 4 m3 grond in kruiwagens laden.  Dezelfde grond moest dan in smalspoor wagonnetjes overgeladen worden om uiteindelijk gestort te worden  in de gracht.  Velen raakten gewond, omdat ze de kracht niet hadden de wagonnetjes te leiden, ofwel omdat ze gekwetst waren bij het graven.  Na een week kregen we medische behandeling.  De kwast die gebruikt werd op een etterende wonde werd ook gebruik om een keel te ontsmetten.  Ik heb een jonge kerel gezien met maden in zijn open wonde.  Een geestelijke die deel uitmaakte van ons konvooi werd gestraft, hij moest in evenwicht blijven staan op een paaltje, gezicht naar de zon gekeerd en met gestrekte armen een schop vasthouden.  Telkens hij eraf viel werd hij geslagen als een hond.  We waren behandeld als “Schweinhunden”.

    In Breendonk werden 187 gevangenen gefusilleerd of opgehangen.

     

    30 augustus 1944

    Zonder verwittiging terug onder het stortbad en we kregen onze eigen kledij terug.  De bezittingen waren definitief in beslag genomen.  We werden opgeladen in twee oude autobussen, voorzien van gasgeneratoren. We moesten platliggen om niet zichtbaar te zijn van buiten uit.  Wij twee kregen een uitzondering en mochten op de grond zitten.  Dit was het transport naar het concentratiekamp van Vucht bij ‘s Hertogenbosch in Holland.  We werden in quarantaine geplaatst in een groot gebouw.  Onder de meewarige blikken van de plaatselijke gevangenen, stapten de 131 Belgen, mekaar ondersteunend, het kamp binnen. De sfeer was hier meer ontspannen, het was een hemel vergeleken met Breendonk (nr 10981). De gevangenen hadden hier contact met de buitenwereld (werkten samen in de Philipsfabriek). Ze bezorgden ons onmiddellijk voedsel dat ze in het kamp rondgehaald  hadden.

     

    3 september 1944

    Een aantal Nederlanders werd door een executiepeloton geëxecuteerd.  De spanning steeg, sommige SS’ers spraken ons vriendelijk aan.  De kapo’s die met ons samenleefden, waren gevangenen zoals wij.  Ze waren door de SS aangesteld om hun bevelen ten uitvoer te brengen.  Over het algemeen waren die kapo’s Duitse misdadigers of  communisten die in Spanje het Franco regime bestreden hadden.  Na al die jaren opsluiting waren ze niet beter dan de SS’ers zelf.  Nederlandse arbeiders die samen met de gevangenen werkten, vertelden  dat de geallieerde troepen Brussel bevrijd hadden.  We hadden de hoop hier omsingeld en bevrijd te worden.

     

    05 september 1944

    Vroeg in de morgen alle gevangenen op het Appelplein samengebracht.  Een estafette kwam in volle vaart het kamp binnen en overhandigde de commandant een nota.  Daarop volgden wilde bevelen “schnell, schnell” we werden in groepen van 80 man ingedeeld en moesten in looppas naar een trein die stond te wachten  buiten het kamp.  Onder strenge bewaking, werden we met 80 man in een goederenwagon geduwd.  Er was niet voldoende plaats om te zitten, om de beurt konden een tiental mannen uitrusten.  De kleine verluchtingsraampjes waren afgesloten met prikkeldraad. Tegen de avond was de spoorbaan vrij en begon de lange reis.  Op het laatste moment kregen we een portie brood toegestopt, maar geen drank.  De grootste beproeving moest nog komen, nl : de dorst.  Deze onmenselijke tocht duurde 3 dagen en nachten. In onze wagon waren we erin geslaagd  een gat te snijden in de vloer, zodat men om de beurt zijn behoefte kon doen. Ik stelde voor het gat te vergroten om eventueel te kunnen ontsnappen, maar de meerderheid had schrik.  In geval dit ontdekt werd, mochten we ons aan een vergelding verwachten.  Na een dag rijden hoorden we plots een zwaar metalen geluid.  Een man werd omhoog gestoken om door het raam te kijken. We reden over de Rijn.

     

    8 september 1944

    Aankomst in het Konzentrationslager van Oranienburg (Sachsenhausen).  Een paar onder ons hebben de reis niet overleefd.  De deuren worden geopend.  Terug het geblaf “schnell aussteigen”, we kregen enkele minuten de tijd, om als beesten, stinkend water te drinken uit oude roestige tonnen.  Het gevolg was dat verschillende van ons diarree kregen. Op de binnenplaats marcheerden  “haftlingen”  uitgerust met splinternieuwe laarzen, gemaakt in synthetisch leder.  Dag in dag uit dienden deze gevangenen als proefkonijn, om na te gaan wat het weerstandsvermogen van dit materiaal was.

    In de namiddag moesten we een mars maken van 6 km, richting de Heinkel fabrieken.  Het was een zomerse dag, maar de afstand scheen ons eindeloos. Omringd door SS’ers moesten we nu eens snel gaan, daarna weer traag, zodanig dat we niet meer wisten wat te doen. Dit was natuurlijk opzettelijk bedacht om ons te kunnen kolfslagen geven of om aan de begeleidende honden het bevel te geven ons in de benen te bijten.  Duitse burgers die ons zagen voorbij komen, hadden medelijden, maar konden het niet uitdrukkelijk tonen.

    In het kamp van de  Heinkel fabriek werden we ondergebracht  in een enorme en zwaar beschadigde montagehal.  Met moeite waren we in een diepe slaap gesukkeld of midden in de nacht  kregen we luchtalarm en moesten in looppas op het binnenplein verzamelen.  Onder strenge SS bewaking werden we in groepen bijeen gedreven als een bende schapen.  Dit liet een efficiënt toezicht toe. Ik zorgde er wel voor in het midden van de groep te staan, daar was men beschermd tegen de koude wind en de eventuele kolfslagen.

     

     

     

    9 september 1944

    2000 Polen die deel uitmaakten van het leger van Generaal Berr (die Warchau verdedigde)  vervoegen ons.

     

    19 september 1944

    Uit deze 4000 man werden 500 geselecteerd, rekening houdend met technische kennis en gezondheid.  Ik had mij als autogeenlasser aangegeven  Ik kreeg een voorkeur behandeling en mocht werken in een verwarmde werkplaats, terwijl de anderen in een grote koude hall verbleven. We kregen een nieuw stamnummer (ik had 98163) een broek en vest met blauwe en witte strepen, een paar halve klompen overdekt met een grijze stof en sommigen onder ons kregen als toemaatje een versleten hemd of een muts.

    We werden per trein 70 km verder gevoerd en stopten in het station van Rahtenow.  Vandaar te voet (ditmaal tussen gewone Wehrmacht soldaten) naar een verlaten kamp op 2 km van de Aradow vliegtuigfabrieken.  Dagelijks en in alle weersomstandigheden moesten we die weg afleggen, op slecht passende klompen. In een afgezonderde loods, omgeven door prikkeldraad, moesten we de vleugels van de V2 vervaardigen.

    03-06-2008 om 00:00 geschreven door DP


    02-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel6)

    19 september 1944

    Uit deze 4000 man werden 500 geselecteerd, rekening houdend met technische kennis en gezondheid.  Ik had mij als autogeenlasser aangegeven  Ik kreeg een voorkeur behandeling en mocht werken in een verwarmde werkplaats, terwijl de anderen in een grote koude hall verbleven. We kregen een nieuw stamnummer (ik had 98163) een broek en vest met blauwe en witte strepen, een paar halve klompen overdekt met een grijze stof en sommigen onder ons kregen als toemaatje een versleten hemd of een muts.

    We werden per trein 70 km verder gevoerd en stopten in het station van Rahtenow.  Vandaar te voet (ditmaal tussen gewone Wehrmacht soldaten) naar een verlaten kamp op 2 km van de Aradow vliegtuigfabrieken.  Dagelijks en in alle weersomstandigheden moesten we die weg afleggen, op slecht passende klompen. In een afgezonderde loods, omgeven door prikkeldraad, moesten we de vleugels van de V2 vervaardigen.

    In onze barak hadden we een kapo (Fritz genaamd), die wanneer we zijn accordeon muziek niet op prijs stelden, wild in het rond sloeg met zijn dikke vuisten.

    Ik kan U vertellen dat honger, koude, mishandelingen en slavenwerk dagelijkse kost waren, maar een idee geven van de werkelijke sfeer, kan niet onder woorden gebracht worden.  We waren slechts “Schweinhunden”.  Ons dagelijks uurrooster : om 4u30 opstaan uit onze stapelbedden.  Als matras hadden we in reepjes gesneden krantenpapier, één armzalig dekentje, zodat we verplicht waren met broek en vest aan te slapen.  Op bevel van de kapo vlug naar de verzamelplaats om zich om beurt te wassen, zonder zeep noch handdoek, dit zolang de kranen niet bevroren waren. Als ontbijt een ½ l “ersatz” koffie.  Nadien de barak reinigen, om een uur nadien terug aan te  treden voor het ochtendappel.  In de bittere koude, sneeuwvlagen of regen, stonden we daar onbeweeglijk, zoniet kregen we stokslagen.  Na het tellen en nogmaals tellen, tot het effectief klopte, gaf de kampoverste de toelating om naar het werk te vertrekken. In het buitengaan aan de poort nogmaals geteld, wie niet juist gelijnd was kreeg terug een stokslag op het hoofd.  De Russen kregen op het einde van het jaar een betere behandeling  en zorgden voor de keuken en het transport van het eten.  Daaruit konden we opmaken dat het Russische leger vorderingen maakte.

     

    27 april 1945

    Reeds een paar dagen horen we zwaar gerommel van artillerievuur.  Waarschijnlijk zijn de Russen Berlijn aan het veroveren.

    Deze morgen een eigenaardige stilte ! We krijgen geen bevel om op te staan, geen appel, geen Duitse bewakers meer, zelfs de kapo’s zijn er van onder gemuisd.  In de omheining is een groot gat, waarlangs de kapo’s en de Russische gevangenen ontsnapt zijn gedurende de nacht.  Eenmaal klaarlichte dag, komt op zijn eentje een Russische verkenner binnengestapt.  We waren vrij, maar nog niet thuis.

     

    Einde april 1945

    Vermits de Russische artillerie de stad Rathenow bestookte en dat er gevechten waren tussen  Russen en Amerikanen aan de Elbe, verkozen Falesse en ik  ons schuil te houden in een klein dorp.  Al wat Russische nationaliteit had, zowel KG, als werklieden, trokken in colonne naar het Oosten. Onderweg eisten ze alle paarden, karren, landbouwwerktuigen, huisgerief, vee voedsel en kledij op.

    De stoottroepen waren hoofdzakelijk Tartaren, we zaten er midden in.   Op een nacht  kwam een dronken soldaat de slaapkamer van de boerderij binnengestormd, met pistool in aanslag.  Hij veronderstelde waarschijnlijk, vermits ik op de grond sliep en Falesse en nog een andere Belg in het bed lagen, dat ik de Duitse boer was.  Hij richtte al vloekend zijn wapen op mijn borst en broebelde wat in het Russisch.  Langzaam haalde ik mijn gestreepte vest van onder het bed  en zei “Partizanski”. Hij vertrok terug al vloekend.  Hier was ik toch wel heel dicht bij de dood.  Alhoewel een Rus ons de opdracht gaf  op de koeien te passen, zijn we zo vlug mogelijk terug gekeerd naar Rathenow. Onderweg namen we ondergoed, een nieuwe broek en wat eten  in beslag. Ik behield mijn gestreepte vest, want ze had mij het leven gered.  Na een paar dagen rust in de half uitgebrande stad vertrokken we terug Westwaarts.  Ik had een fiets gestolen van een Rus en kon zo de uitgeputte Falesse op de buis van de fiets meenemen.   Op de terugweg stonden richtingsaanwijzers waarop in het Engels een verzamelplaats aangeduid stond voor Engelse KG.  Wij daar naartoe, dit was misschien  de  oplossing om vlug gerepatrieerd te worden.  Toen we het kasteeltje binnen gingen, kwam ons, tot onze grote verrassing, een Russisch officier  tegemoet die ons in het Engels te woord stond. Hij verzocht ons na de middag terug te komen.  We vertrouwden de zaak niet en zijn verder gereisd naar het volgende dorp.  Daar kwamen we terecht bij een Russische veldkeuken, waar we mochten mee-eten. In een verlaten boerderij ontdekten we in de schouw een gerookte kip.  Was dat lekker. Na een nacht doorgebracht te hebben tussen dansende en zingende Russen, werden we naar een bewaakte verzamelplaats geleid  Onze fiets waren we kwijt, ze wilden nagaan hoe dit ding werkte.

    Van een schildwacht kreeg ik de helft van zijn rantsoen brood en worst en zelfs een pakje sigaretten. De paar woorden Pools die we geleerd hadden in kamp Miranda, kwamen nu goed van pas om ons verstaanbaar te maken.  De volgende dag werden we per GMC (USA camion)  dicht bij de Elbe gebracht, in afwachting van een uitwisseling van Russische en West Europese KG.

    Eenmaal in handen van de Amerikanen, werden we gelogeerd in een kazerne, waar grondig medisch onderzoek en desinfectie gebeurde.  Aan ons verzoek ons over te vliegen naar Engeland, werd geen gevolg gegeven.  Het zou vlugger gaan per spoor.

    Terug in beestenwagens, maar dit maal met open deuren.  Via Leipzig, in kleine etappes, geraakten we in Luxemburg.  Namur was onze eindbestemming.

     

    9 juni 1945

    Aankomst in het station van Namur.  De bevolking van de stad was verwittigd van onze komst en was in massa aanwezig om ons te verwelkomen.  We werden opgevangen door het Rode Kruis, dat ons eten en drinken gaf.  Ter plaatse werden we oppervlakkig medisch gecontroleerd. Makkers die in slechte conditie verkeerden, werden onmiddellijk afgevoerd naar een kliniek.  Er was zelfs een dienst aanwezig die Duitse Marken uitwisselde tegen Belgische franken.  Ik denk niet dat één politieke gevangene  een Mark bezat.  Van elke PG werd een steekkaart opgemaakt (mijn ref. was R47,R36,R51)

    Een aantal Belgische arbeiders  die in de Duitse industrie tewerkgesteld waren, kwamen met dezelfde trein naar huis. Deze jongens  werden uitgefloten en beschimpt, er werd geen onderscheid gemaakt  of ze vrijwillig dan wel verplicht tewerkgesteld waren.  Enkele burgers nodigden ons zelfs uit om een pint te drinken.  Het was goed gemeend, maar we hadden dringender zaken te regelen.  Dezelfde dag ben ik met Bob naar Brussel gereisd om bij hem thuis te overnachten.  Ik durfde niet naar huis bellen uit schrik dat ik mijn ouders niet meer terug zou vinden.  Gelukkig had het Rode Kruis reeds het nodige gedaan.  Mijn ouders zijn zoals beloofd door de officier van de SD nooit verontrust geweest.

     

     

    10 juni 1945

    De Commandant De Winiwarter, afgevaardigde van de 2e Directie, bracht me per auto naar Harelbeke.  Hij wist me te vertellen dat zijn dienst mijn spoor gevolgd had tot in Vucht  en dat ik door het Duitse gerecht ter dood veroordeeld was.

    Ik ben aan de executie ontsnapt door het feit dat Breendonk zo snel mogelijk en in de grootste wanorde ontruimd werd.

    Het geluk van terug thuis te komen, de tranen van blijdschap, de omhelzing van mijn ouders en van mijn liefste Paula, die haar woord gehouden had, dat is iets wat je nooit vergeet.

    Telegrammen met gelukwensen en bezoekers overspoelden ons.

    Zelfs naoorlogse helden kwamen zich verontschuldigen met woorden : “ had ik het geweten dan had ik ook….”

    Nu volgde de zware taak de ouders van mijn gesneuvelde makkers André en Robert, te bezoeken en te troosten.

    Van Robert Deprez was reeds bekend dat hij met zijn vliegtuig neergehaald werd in Nederland (Hansweert) en verdween in de Westerschelde. Van  Schaepdrijver André wist men alleen dat zijn laatste verblijf in het concentratiekamp van Mauthausen was. Bij de ontruiming van het kamp, gedurende de dodenmars, bleef geen spoor meer van hem over.

     

     

     

    Gesneuvelde helden met plaats van veroordeling:

     

     

    Christiaens Victor   

     

    Munchen

    Deprez Robert          

     

    Hansweert

    Descamp Albert       

     

    Harelbeke

    Desimpelaere J.      

     

    Munchen

    Goethals Arthur       

     

    Gent (opgehangen)

    Schaepdrijver Andre        

     

    Mauthausen

    Six Jules

     

    Munchen

    Vandamme Albert

     

    Dachau

    Windels M.

     

    Munchen

     









    02-06-2008 om 00:00 geschreven door DP


    01-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's 2
    Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's







    01-06-2008 om 00:00 geschreven door DP


    16-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vergeten monument 2
    Graaf Paul de Goussencourt

     

    Foto's van het   graf van Paul de Goussencourt  op de Belgische Militaire Begraafplaats te Adinkerke. 

    Foto's van de Kapel voor graaf Paul de Goussencourt ook, “Vliegenierskapel” genoemd, te KAASKERKE - DIKSMUIDE.







    16-05-2008 om 12:38 geschreven door DP


    13-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vergeten monument!

    Graaf Paul de Goussencourt

     

    Paul de Goussencourt is vrijwilliger bij de Belgische luchtmacht en sergeant piloot bij het 3e eskadron (smaldeel) dat haar vliegveld heeft in de Moeren. Op 12 mei 1917 meld de graaf zij als vrijwilliger om een verkenningsvlucht voor de Belgische artillerie ui te voeren. Samen met zijn waarnemer Luitenant waarnemer Léon Adelin Decubber stijgt hij op achter de stuurknuppel van zijn Farman 40. Zij maken een observatievlucht boven Diksmuide om hun eigen artillerie eenheid en grondgeschut te ondersteunen. Boven Kaaskerke wordt hun vliegtuig door de Duitse Luchtafweer beschoten en geraakt! Het toestel stort brandend neer in een weide niet ver van de IJzer te Kaaskerke. Beide militairen overleven de Crash niet .

     

    Paul Ernest Antoine Marie Ghislain Hervey Stanislas de Goussencourt werd geboren op 14 januari 1892 te Obourg, Hai (B) en overlijdt op 12 mei 1917 te Kaaskerke, Diksmuide. hij word begraven op de Belgische Militaire Begraafplaats te Adinkerke op 15 mei 1917(graf 2230).  Hij is werd 25 jaar.

     

    Luitenant Léon Decubber werd geboren te Anderlecht (Cureghem) op 23 februari 1893. Hij wordt naast Paul de Goussencourt begraven (graf 2229). Op 20 juli 1921 wordt zij stoffelijk overschot overgebracht en herbegraven te Evere.

     

    Een vergeten monument

     

    Kapel voor graaf Paul de Goussencourt ook, “Vliegenierskapel” genoemd,

    te KAASKERKE - DIKSMUIDE

     

    In 1923 wordt de vijfhoekige neogotische kapel nabij de Kapellestraat te Kaaskerke, Diksmuide, opgericht als herinnering aan baron Paul de Goussencourt.

    De familie van de piloot kocht een stuk weidegrond en liet op de hoek deze herdenkingskapel bouwen. Het was de bedoeling om hem in de kapel te begraven maar dit werd niet toegestaan. Deze merkwaardige neogotische kapel, opgetrokken in natuurstenen blokken, bevindt zich in bouwvallige en verwaarloosde toestand (toestand november 2006), hoewel geklasseerd monument.

    In 2002 was deze kapel zelfs nog volledig omringd en overwoekerd door struikgewas.

     

    Technische beschrijving

    • Vijfhoekige, neogotische kapel, opgebouwd uit natuurstenen blokken.
    • Voor-, zij- en achtergevel zijn voorzien van trapsgewijs versmallende steunberen.
    • In de muurvlakken zijn spitsboogvormige vensters uitgespaard, voorzien van maaswerk en glas in lood.
    • De voorgevel heeft een spitsboogvormige toegang met een rechthoekige ijzeren deur, opzij voorzien van twee rondzuilen op basement en met palmetkapitelen.
    • Het tympanon is versierd met een drielob. Hierboven bevindt zich een klein roosvenster met maaswerk opgevuld.
      Op de puntgevel met vlakke uiteinden staat een natuurstenen kruis.
      In de kapel is tegen de noordkant een rechthoekige gedenkplaat van wit marmer opgesteld.
    • Het absisvenster heeft twee ramen met glas-in-lood met de voorstelling van de H. Paulus en de H. Julius.
      (Bron : JABOBS M., "Zij, die vielen als helden", Brugge, 1996, 2 delen - Uitgave Provincie West-Vlaanderen)

     

    .

    Paul de Goussencourt werd onderander gedecoreerd met het Oorlogskruis 1914-18, de IJzermedaille en Ridder in de Orde van Leopold II.













    13-05-2008 om 17:28 geschreven door DP


    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze

    De Franse begraafplaats  St.Charles-de-Potyze

    te Zonnebeke

     

    Het ontstaan van deze Franse oorlogsbegraafplaats, het grootste in België, dient gezocht te worden in de onmiddellijke om­geving van de “ambulance St.-Charles” of “ambulance de Frezenberg” tijdens de eerste slag om leper. Deze hulppost is geïnstalleerd in de gebouwen van een wijkschooltje, een afdeling van het Ieperse St.-Jozefsinstituut. Het schooltje staat in feite noch aan de Potyze, noch aan de Frezenberg, maar dicht bij de Verlorenhoek op de plaats van de huidige begraafplaats.

    De verbandplaats fungeert als verzamelpunt voor zwaar ge­kwetsten die vanuit de verschillende regimentsposten,over Zonnebeke verspreid, doorgestuurd worden nadat ze de eerste zorgen hebben gekregen. De lichtere gevallen worden in de eenheid zelf behandeld.

    Het aantal sterfgevallen te wijten aan kwetsuren is er ont­stellend hoog, en op menige overlijdensakte treffen wij de formule aan “Décédé par suite de blessures de guerre” of “par éclat d’obus”.Velen onder hen bezwijken in de verband­post. Zij worden, door de brancardiers, in de naaste omgeving begraven. Dit verklaart de concentratie van een groot aantal Franse en ook Britse begraafplaatsen aan de Verlorenhoek en de Potyze, waar een Britse verbandpost is gevestigd in het kasteel.

    De vele Franse eenheden, die langs de baan van Zonnebeke naar leper marcheren, trokken eraan voorbij, en één onder hen Elie Chamard brancardier bij het 77ste R.I.beschrijft de begraafplaatsen als volgt:

     

    “ Langs de baan van de Frezenberg naar de Menenpoort treffen wij overal militaire kerkhoven aan.Op de kruisen zien wij Franse kokardes of rode kepies. De graven zijn overvloedig versiert met bloemen die vers geplukt zijn in de serres van het Minneplein te Ieper. Midden de sneeuwvlakte ge­ven ze een kleurrijke noot aan het trieste tafereel.

    Iedere divisie of onderdeel heeft er een eigen hoekje, waar eigen gesneuvelden worden bijgezet. De begraafplaats is degelijk georganiseerd, en er zijn nauw­keurige lijsten voor handen. Alle graven hebben een nummer, zodat er zich in principe na de oorlog geen moeilijkheden kunnen voordoen bij het opzoeken ervan. Van alle militairen, die op de begraafplaats begraven worden, krijgt de familie gedurende de oorlog de nodige inlichtingen. Deze informatie word verstrekt door het depot van het regi­ment, door middel van het “formulier . Meestal is dit formulier ook vergezeld van een schetsje, waarop in grote lijnen de ligging van de begraafplaats is aangeduid.

    Op 10 november 1914 gaat de Duitse beschieting ongenadig te keer. De Franse stellingen rond Zonnebeke worden totaal vernield. De 2de Cie van het 32ste RI verliest één derde van haar effectief ( 60 op 180).Langs de Passendalestraat sneuvelt Augustin Sabourin, van het 125ste  RI, samen met zijn kapitein Orophane. De twee gesneuvelden zullen pas twee maanden later, op 12 of 13 januari 1915, tezamen begraven worden. SABOURIN, Augustin Leon soldaat  bij het 125sre  R.I. is geboren te St. Lignaire op 28.7.1891en gesneuveld te Zonnebeke ( op 10.11.1914 volgens de uit­spraak van de rechtbank in Niort op 18.07.1919.) woont te St. Lignaire (Deux-Sevres) Hij zal er ingeschreven worden  in de overlijdensregisters van deze gemeente nr. 17 van 1919. Na de oorlog   wordt het lichaam van soldat Sabourin niet teruggevonden dat van kapitein Orophane wel. Dit laat ons vermoeden dat ook het lichaam van Augustin is weergevonden na de oorlog, maar dat het niet meer geïdentificeerd kon worden. Te St. Lignaire is er wel een herinneringsplaket aan het familiegraf bevestigd, doch het register van de ter aarde­bestellingen vermeldt nergens zijn repatriëring.Op het herinneringsplaket staat september ipv november??

     

    Wanneer in april 1915 de laatste Franse eenheden definitief de sector Zonnebeke - Ieper verlaten, en hun stellingen door Britse eenheden worden overgenomen, telt de begraafplaats duizenden graven. Na de Duitse doorbraak in mei 1915 komt de begraafplaats echter midden in de vuurlinie te liggen. Onder het onophoudend artillerievuur verdwijnen een na een de kruisen, die de kost­bare informatie bevatten voor latere identificatie. En wanneer op 31 juli 1917 de derde slag om Ieper begint, verdwijnt meteen elk uiterlijk teken van wat eens een begraaf­plaats is geweest...

    Luchtfoto’s van Britse verkenningsvliegtuigen tonen alleen een trechterveld, waarin niets meer herinnert aan de aan­wezigheid van duizenden graven...

    Wanneer het Duitse lenteoffensief van april 1918 (gericht op de Kemmelberg) losbreekt, evacueren de Britten voor de tweede maal alle eenheden uit Zonnebeke (de eerste maal was dit gebeurd in mei 1915). Tevens geven zij het zo moeizaam veroverde terrein op en de Duitsers naderen terug leper. Ze bezetten zelfs meer terrein dan in 1915-16. Waar eens de begraafplaats St.-Charles heeft gelegen, bevind zich tijdens de zomer van 1918 de eerste Duitse linie, de Frankenstellung. Deze stelling word op 28 september 1918, de eerste dag van het Bevrijdingsoffen­sief volledig overhoop geschoten, zodat nogmaals de grond en de verborgen graven omwoeld worden.

    Blijkbaar is hen geen eeuwige rust gegund! Vanaf 1919 moet men de begraafplaats volledig her-opgraven. Een foto uit die tijd toont ons alleen een tiental grafheuveltjes en één keurig onderhouden graf Dit graf behoort toe aan zekere René Leclerc  van het 146e RI gesneuveld in 1914 (vermits deze naam heden ten dage niet meer voorkomt op het register van de begraafplaats, mogen wij aannemen dat het graf naar Frankrijk is overgebracht). Verder is er een door onkruid overwoekerde vlakte met resten van loopgraven en een plaatijzeren hut die dient als lijkenhuisje... Veel soldatenresten die eens op de dodenakker be­graven waren, maar nu niet meer kunnen geïdentificeerd wor­den, zijn in het massagraf gelegd.

     

    Op 23.10.1920 bericht de Franse dienst voor opgra­vingen aan Mevr. Dublé, weduwe van Pierre Dublé, die in november 1914 op het kerkhof is begraven:

    “L’ancien cimetière de Frezenberg a éte en­tiérement exhume par nos soins, il n’y avait aucun corps de 1914. Les recherches con­tinuent dans cette region. » Deze verklaring is moeilijk aanvaardbaar, uit een onderzoek terzake blijkt het tegendeel.

     

     St.Charles-de-Potyze fungeert vanaf 1919 ook als verzamel­plaats voor de overal verspreide graven. Die krijgen aan­vankelijk een grafkruis op de vindplaats zelf. Niet zelden brengen Franse families het graf in orde bij een bezoek aan de streek. Spijtig genoeg gebeurt het wel eens dat bij een ont­graving niets word teruggevonden onder het kruis. De familie vertrekt dan uiteraard ontgoocheld en komt nooit meer terug naar de streek! Andere verspreide graven bevinden zich op bouwterreinen, waar hoogdringend nieuwe woningen moeten opgericht worden. Bij ontdekking van een soldatengraf moeten in theorie de betrokken diensten verwittigd worden. Voor de Fransen is dit de « Service français d’etat civil en Belgique - secteur Flandres-Kemmel ». Deze dienst is aanvankelijk gehuisvest te Poperinge.  Wanneer een graf teruggevonden wordt, moet eerst een ganse administratie doorlopen worden. Dwz aangifte op het gemeentehuis, Poperinge verwittigen, wachten op officiële identificatie en ontgraving..) Zodoende lopen veel nivellering -en bouwwerkzaamheden aanzienlijke vertra­ging op. Dus in praktijk wordt er zelden een aangifte gedaan, maar in veel ge­vallen wordt de gesneuvelde wel beroofd van uitrustingsstuk­ken of persoonlijk bezittingen (o.a. Franse zilverstukken). Het graf wordt daarna eenvoudig weg weer dichtgegooid, zodat sommige aannemers de plaats kunnen aanwijzen waar Franse gesneuvelden onder keukenvloer of naast kelder­muren begraven zijn...

     

    Aanvankelijk heerst op de begraafplaats de grootste wanorde. Van overal komen pas ontdekte lijken aan, die soms dagenlang in ruwe houten kisten op een hoek van de be­graafplaats blijven staan. Elders word in opdracht van de familie tot ontgraving overgegaan. Bij een eerste organisatie krijgen alle graven een een­voudig withouten grafkruis met de naam in zwarte letters. Het plan van de graven werd zodanig opgemaakt, dat langs beide zijden van de centrale laan alleen officie­ren worden begraven.

    Veel oud-strijders, die deze bedevaart ondernemen als een piëteitsvolle hulde aan hun gesneuvelde kameraden, zijn diep teleurgesteld over de toestand van de Franse begraafplaatsen, dit zowel te Ieper als te Kemmel.

    Zes jaar na het einde van de oorlog, wanneer alle Britse oorlogsbegraafplaatsen  reeds hun definitief, keurig verzorgd uitzicht hebben, laat de toestand op St.-Charles zo erg te wensen over, dat in het Franse oudstrijdersblad “La voix du Combattant” een noodkreet weerklinkt! Onder de titel “La misere des morts” verschijnt een zeer uitgebreid artikel, waaruit zowel onmacht als ver­bittering spreekt. De schrijver, zekere Edmond Boom uit  Comines (Fr.) bericht in een heftige taal:

    “3000 van de onzen rusten in een stuk braakliggende grond, dat als naam draagt “Cimetière militaire français de St.-Charles Ypres”.

    Op 50 meter afstand Iaat echter niets het bestaan van een uitgestrekte begraafplaats vermoeden! De ingangspoort, als men die zo mag noemen­,ligt in stukken uiteen, en de toegang is er voor iedereen, mens of dier, dag of nacht. (De schrijver bedoelt hiermee de vele landlopers nacht op het kerkhof doorbrengen).Achteraan op het Cimetière ziet men een soort hok, bestaande uit ijzeren platen van op het front, waarin 7 a 8 Iege kisten staan weg te  rotten. Vruchteloos zal men zoeken naar iets dat aan Frankrijk herinnert; alleen een klein monumentje werd er door de Ieperse (!) bevolking in 1920 opgericht

    Amper een tiental graven die onderhouden zijn, en de plechtigheden op 1 of 11 november beperken zich tot het neerleggen van een bloemen­krans door de stad Ieper en de Britse gravendienst.

    Door hun eigen land worden onze doden zelfs niet geëerd... Kruisjes, waarvan de letters langzaam door de regen worden uitgewist, vallen om, en het hart van de oud-strijders doet pijn, wanneer zij deze slordige 24 rijen van elk 120 graven zien.

    Het Cimetière  ligt er meestal volledig verlaten niemand om te onderhouden, geen bloemen, geen beplantingen, overal gras en onkruid...

    De vrachtwagenchauffeurs hebben de gewoonte aan­genomen om de ingang van bet kerkhof te gebruiken uit te wijken, wanneer zij een tegenligger op smalle weg zien aankomen. En tussen de graven is het nog erger: vermits er geen afwaterings­systeem is voorzien, liggen de meeste graven in een ware modderpoel.(Bij periodes van  hevige regenval is de situatie op de dag van vandaag nog zo )

    En dat is nog niet alles! Naast deze verregaande verwaarlozing moeten wij nog een pijnlijker aspect vermelden: de voortdurende ontering en het gesol met de lijken van onze dierbare overleden strijdmakkers! Het ergste valt te zien in het zogenaamde Iijken­huisje. Eerst en vooral de grote hoeveelheden verwelkte bloemen en kransen die er rondgestrooid Iiggen, maar ook -en_ spijtig genoeg!- een stapel oude klederen en uniformstukken van de doden, waartussen ik zelfs het rode laken uit 1914 kan ontwaren...En daarnaast kan men een stapel lijkkisten zien, zo maar op elkaar gestapeld. De opengereten plan­ken kunnen noch beenderen, noch overblijfselen van militaire uitrusting verhullen.

    Zo heeft men onze doden van onder hun kruisen met kokardes weggehaald, om ze boven de grond te Iaten verkommeren! En wij laten de driekleurige ko­kardes verroesten, de kruisen omvallen, de afslui­ting platgereden worden... Dat alles laten wij toe terwijl op tientallen plaatsen in Vlaanderen Engelse begraafplaatsen aangelegd worden. Men ziet er witte grafstenen, keurige omheiningmuren, en overal het grote,witte kruis met bet zwaard, als symbool en herkenningsteken.

    Binnenkort zullen de toeristen zich afvragen of hier werkelijk Fransen hebben gestreden, want niets zal nog herinneren aan hun aanwezigheid.

    Men ontgraaft, hergroepeert, brengt ganse kerk­hoven over, terwijl de Engelsen voor enkele tien­tallen graven een afzonderlijk kerkhof aanleg­gen.

    Arme Franse gesneuvelden... Geen opschrift, geen enkele aanduiding herinnert aan jullie offer. Jullie hebben zelfs geen afsluiting, die bescher­ming biedt tegen de modder, die hoog opspat wan­neer de vrachtwagens voorbijrijden. En die vracht­wagens behoren meestal nog toe aan diegenen, die zich met Iood, koper en ijzer verrijken en woeker­winsten maken. Het lood, koper en ijzer van de velden waarop jullie gevallen zijn...Het kerkhof St.-Charles is werkelijk een schande voor Frankrijk! Onze Landgenoten zijn maar weinig talrijk in dit deel van België, maar zij allen zijn beschaamd over bun land, wanneer zij aan bun begraven kame­raden denken.Ik weet een klein Engels kerkhof, ver van alle belangrijke wegen, maar prachtig onderhouden. Dagelijks komen er nog lijken aan, die ergens in de velden verspreid, dreigden vergeten te raken. Wanneer de vrachtwagen is aangekomen, leggen twee mannen de Britse vlag op de kist, en dragen die dan naar de laatste rustplaats. Toevallige aan­wezigen houden halt en groeten.Zo gaat het er aan toe op een Engelse begraaf­plaats.

    Maar helemaal anders is bet gesteld op St.-Char­les. Het kerkhof, dat bekend is aan iedereen, Iigt langs een belangrijke baan. En daarbij liggen er toch zo’n 3000 begraven... maar in een moeras. Dikwijls verzamelt  men de onbekenden, die nog overal gevonden worden. Zij worden aangebracht in tentzeilen, en omdat zij nu niet zwaar meer wegen, draagt een man er dan maar twee of drie naar achter. Daar worden zij in houten bakken die niets te zien  hebben met een kist, op elkaar gestapeld onder een oude ijzeren plaat. Daar kunnen zij soms weken blijven  staan tot er genoeg zijn om naar Kemmel  te worden afgevoerd. Waar t zij dan in een vergetelheid zullen wegzinken! 

    Naar aanleiding van dit artikel volgen een aantal reacties van oud-strijders- en vaderlandslievende verenigingen. De “Souvenir Français” richt een energiek protest aan het Franse ministerie, met de vraag welke be­doelingen de Franse staat met dit “Cimetière” heeft.Tevens verlangen zij dat het krot, dat als lijken­huisje dienst doet, vervangen zal worden door iets dat die naam waardig is. Het antwoord van de betrokken minister vermeldt uitdruk­kelijk dat de begraafplaats zal behouden blijven als aandenken aan de Franse aanwezigheid in de regio Ieper. Tevens zal ervoor ge­zorgd worden dat alle graven een waardige grafsteen krijgen, en dat afsluitingen en paden in orde zullen gebracht worden.Op zondag 19 april 1925 concretiseert het verzet tegen de lamentabele toestand zich in een indrukwekkende betoging. Een vijftigtal Franse en Belgische oudstrijdersverenigin­gen houden er een stilzwijgend protest tegen de verregaande vervuiling van de begraafplaats. Geen enkele redevoering wordt er uitgesproken! Men hoort er alleen klaroengeschal en men ziet er de aanwezige vaandels die zich buigen over de rijen omgevallen kruisen... Daarna volgt het appel van alle aanwezige verenigingen. Een is een eenvoudig maar waardig protest. Op 15 juli 1927 wordt op de begraafplaats een onbekende soldaat ontgraven. Voor deze gelegenheid is ertussen het hoog op­geschoten gras en onkruid een rouwkapel opgericht, en is er een Belgische erewacht aanwezig. De onbekende Franse soldaat wordt nadien overgebracht naar Laken, waar een groot monument werd opgericht voor de “Poilu inconnu”. Te Parijs bevindt zich ook een monument met het graf van een Belgische onbekende soldaat.

    Pas op zondag 02 mei 1928 wordt de begraafplaats ingewijd door de bisschop van Rijsel. Naast militaire detachementen zijn er ook veel oud-strijders aanwezig. Aan familieleden van gesneuvelden worden postuum onderscheidingen uitgereikt. Volgens de wet van 13 augustus 1914 en 01 oktober1918 ontvangen alle gesneuvelden het oorlogskruis met bron­zen ster en het militair ereteken. Ter gelegenheid van deze plechtigheid wordt er een centrale in­gangspoort geplaatst, identiek aan deze op de militaire begraafplaatsen in Frankrijk. Het cimetière heeft ondertussen ook een beter uitzicht gekregen, maar nog steeds zijn de houten kruisen niet vervangen. Bij slechte weersomstandigheden is alleen het middenpad begaanbaar, en het onderhoud van paden en beplantingen laat veel te wensen over.Pas in de jaren ‘30 zullen de houten kruisen vervangen worden door betonnen crucifixen (dergelijke kruisen zijn nu nog te zien op de meeste andere Franse begraafplaatsen in Vlaanderen en op veel plaatsen in Frankrijk) Joden en Moslims krijgen uiteraard een graafsteen die is aangepast aan hun geloof.Tijdens de tweede wereldoorlog ligt het Franse dodenakker (evenals de Britse) er verlaten en verwaarloosd bij, dit wegens het weg­vallen van de mensen die voor het onderhoud moeten instaan. In 1947 wordt door de Diepere bevolking een nieuw monument opgericht boven op het massagraf, dit in vervanging van het ar­duinen kruis in de middelste laan. Deze driezijdige obe­lisk draagt als opschrift “Hommage de la population Yproise - 20.10.1922 - 18.5.1947.

    Het monument is het werk van de steenhouwers Beun en Verspeelt uit Ieper, naar ont­werp van architect  Gits. Onderaan zijn verscheidene oude herdenkingsplaten aangebracht van de oud-strijderverenigingen van het 32ste,125ste, 66ste RI en de 17de divisie.

     

    In 1968 werd een moderne, Bretoens geïnspireerde kalvariegroep opgesteld aan de straatzijde. Het indrukwekkende monument i­s het werk van de beeldhouwer J.Freour, en stelt de treurende moeders en weduwen voor bij het lijk van een gesneuvelde zoon.

    Vanaf 1975 worden de grauw geworden grafkruisen met hun on­leesbare naamplaatjes vervangen door nieuwe kruisen uit een witte kunststof vervaardigd. Ook de ingangspoort en de wandelpaden worden opgefrist zodat het kerkhof nu weer een verzorgd uitzicht heeft. De werken zijn eind 1978 beëindigd

     

     

    Als grootste Franse oorlogsbegraafplaats in België telt het mo­menteel 3495 graven met 3547 lijken, en achteraan twee massagraven met 609 niet-geïdentificeerde Poilu’s. De meeste onder hen zijn gesneuvelden tijdens de eerste oorlogs­winter. Zij zijn afkomstig van alle slagvelden in Vlaanderen waar Franse troepen ingezet zijn. Een klein gedeelte is gesneuveld rond de Kemmelberg in april 1918 en tijdens het bevrijdingsoffensief in september en oktober 1918. Rechts naast de ingang bevindt zich een kastje met de lijsten van de begraven soldaten. Er is ook een register voor de bezoekers.

     

     

    In recente anonieme graven achter aan de begraafplaats liggen de stoffelijke resten van Franse militairen die gevonden werden door de Diggers tijdens de archeologische opgravingen in het industriegebied langs het Kanaal Ieper-IJzer. Eén van de gevonden lichamen kon worden geïdentificeerd: François METZINGER, soldaat van het 3de Zouaven, die dienst nam in 1900 in Constantine (Algerije). Hij sneuvelde ergens tijdens de gevechten na de eerste gasaanval tussen 28 april en 24 mei 1915. Zijn voorlopige graf op het slagveld raakte in latere gevechten verloren, tot het op 2 juli 1998 werd herontdekt door de Diggers.

     

    12-05-2008 om 10:35 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Foto's van Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze 2
     Foto's van Franse begraafplaats  St.Charles-de-Potyze  

















    12-05-2008 om 10:32 geschreven door DP


    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke
    Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke















    11-05-2008 om 00:00 geschreven door DP


    10-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto uit 1914
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Foto uit 1914

    10-05-2008 om 00:00 geschreven door DP


    18-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerst e Wereldoorlog
    Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerste Wereldoorlog.

















    18-04-2008 om 17:52 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook zij vielen voor hun vaderland (1)
    1 Joseph Beck 11de Infanterie Regiment ,gevallen nabij Ieper op 9juni 1917, hij ligt begraven te Langemark. 
    2 Hans Muck onderofficier In het Koninklijk Beierse 8ste Reserve Veldartillerie Regiment gevallen op 26-07-1917 nabij Soveja In Roemenië, ligt begraven in Comciul in Hongarije.
    3 Josepf Lucas gevallen bij Verdun hij diende als onderofficier medische dienst bij het 13de Reserve Infanterie Regiment.
    4 Johann Grill 5 Beiers Cavalerie Regiment,overleden aan zijn verwondingen op 18-03-1916 en begraven op de Duitse begraafplaats  te Neuvile-StVaast (Frankrijk) Blok 22 graf 273.







    18-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    04-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gecamoufleerd Duits Kanon 1914
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Goed gecamoufleerd Duits Kanon 1914

    04-04-2008 om 08:38 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde
    Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde genomen in 2007















    04-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franse begraafplaats Koksijde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    FRANSEN MILITAIREN BEGRAVEN IN KOKSIJDE


    Het Franse leger was van oktober 1914 tot november 1918 steeds present bij alle grote veldslagen aan het Vlaamse  front. Ook tijdens de kalmere periodes waren er altijd een Fransen aanwezig aan het front op het Belgische grondgebied. Ten minste 50.000 Franse militairen stierven of werden dodelijk geblesseerd op dit front. Ze werden begraven in Vlaanderen of in begraafplaatsen verderop in de buurt van militaire hospitalen.

    Op 18 februari 1916 werd het Service Général des Pensions opgericht, dit is een onderdeel van het Franse leger. Zij moest zich gaan bezighouden met het groot aantal gesneuvelde militairen. Na de oorlog, op 25 november 1918, werd een nationale commissie opgericht die moest toezien op de architectuur van de begraafplaatsen. Iedere begraafplaats moest gelijk zijn. Op 27 januari 1920 werd het Ministère de Pensions opgericht dat de taken van de andere verenigingen overnam.

    Alle Franse begraafplaatsen zijn dus min of meer identiek. De christelijke soldaten kregen een eenvoudig kruis, voor andere godsdiensten was er een aparte grafsteen voorzien. Elke begraafplaats is gebouwd rond een centrale weg die naar de Franse vlag leidt. Onbekende soldaten werden bijgezet in een massagraf. Het  was en is toegelaten om ter ere van bepaalde soldaten of regimenten een monument op te richten op het kerkhof.

    Een wet van december 1920 liet toe dat op verzoek van de familie de lichamen van Franse doden werden gerepatrieerd. Dat maakt dat van verschillende tienduizenden Franse graven in Vlaanderen er vandaag nog maar 11.789 graven gekend zijn, naast nagenoeg 6.000 anonieme graven verspreid over 36 begraafplaatsen. Alle andere graven zijn vandaag verdwenen.

    Voor meer informatie over de begraafplaatsen, kan men best contact opnemen met:Ministère des anciens Combattants et Victimes de Guerre, Délégation à la Mémoire et à l'Information Historique, 37, rue de Bellechasse, 75007 Paris, France

     

    Saint Poilu

    Non, Saint Poilu n'est pas sur le calendrier,
    Il n'est pas embusqué dans les canons de Rome,
    Mais il connaît, parbleu, les canons de la Somme,
    Des Flandres et de l'Aisne; et comme il sait crier:

    "Vive la France!" avec ses poumons et son âme,
    Comme il est camouflé, tout entier, de ciel bleu,
    Comme le sang qu'il verse est couleur d'oriflamme,
    Saint Poilu se débrouille à la Cour du Bon Dieu.

    Saint Poilu... c'est au front tout le monde et personne,
    C'est tantôt celui-ci, c'est tantôt celui-là,
    C'est le premier poilu venu qui, sur un plat,
    Vous sert une victoire avant que charge sonne.

    Saint Poilu... c'est un et tout maigre et tout boueux,
    Hirsute et pas rasé, mais d'une telle allure,
    Qu'il dépasse Saint Louis, Charlemagne et ses preux,
    Et que Français jamais n'eut si noble figure.



    Een van die resterende begraafplaatsen is van Koksijde (Frans militair perk)

    Ligging: West-Vlaanderen, België
    Adres: gemeentelijke begraafplaats, Koksijde-dorp.
    Aantal Franse graven geïdentificeerd in de data base: 123

    Op de gemeentelijk begraafplaats, aan de oostzijde van de St Pieterskerk, vinden we de graven van de Franse militairen terug. Op het perk liggen in totaal 122 slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog, overleden tussen januari 1915 en april 1917. Onder hen een belangrijk aantal fuseliers-marins en verder veel koloniale troepen, die bij Nieuwpoort werden ingezet. De hoogste in rang hier begraven, is Lieutenant-colonel E. Hardy van het 3° RI. Verder liggen hier nog 10 andere officieren begraven. In 1940 werden hier nog 11 militairen begraven, waarbij er 2 bij een onbekend Frans militair uit de Eerste wereldoorlog werden bijgezet. Dit brengt het totaal voor dit perk op 133. Het vermelden waard is ook het graf van de Franse Enseigné de Vaisseau Constant Perroquin, ridder van het Légion d’honneur, die op 1 april 1915 sneuvelde en begraven werd in een privé-graf Franse  begraafplaats Koksijdetussen de overleden burgers.

    Koksijde

     

    ABRIVIE;Cyprien;1914-1918;Sur tombe : ALRIVIE. 2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 20/04/1894 à Camps (19). Tombe 72.;20/06/1915;Passendale (Belgique)
    ANTOMORI;Pierre;1914-1918;Sous-lieutenant au 165e R.I. Né le 27/05/1890 à Bastia (20). Tombe 2.;31/05/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    AUGER;Edgard;1914-1918;2e Canonnier-servant au 55e R.A. Né le 29/06/1890 à Saint-Benoît-sur-Mer (85). Tombe 14.;19/03/1917;Koksijde (Belgique)
    AUGUSTIN;Joseph;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 19/05/1890 à Montainville (28). Tombe 113-1.;22/03/1916;De Panne (Belgique)
    BELLARD;Alfred;1914-1918;Sergent au 11e R.I.T. Tombe 53.;09/05/1915;
    BERTHAULT;Eugène;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 06/08/1878 à Epinac (71). Tombe 64.;26/08/1915;Lombardsijde (Belgique)
    BERTRAND;Augustin;1914-1918;3e R.I. Tombe 81.;24/07/1916;
    BERTRAND;Lucien;1914-1918;Soldat au 11e R.I.T. Tombe 95.;18/02/1915;
    BEULZE;Frédéric;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 16/06/1894 à Scaër (29). Tombe 50.;28/08/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BIHAN;Joseph;1914-1918;Maître-Fusilier au 1er Fusiliers Marins. Né le 07/10/1881 à Bannalec (29). Tombe 47.;18/05/1916;St Joris/St Georges (Belgique)
    BLAMART;Gaston;1914-1918;Soldat au 29e R.A. Tombe 48.;18/04/1915;
    BONNET;Pierre;1914-1918;58e R.A. Tombe 6.;07/04/1917;
    BONZON;Jean;1914-1918;Lieutenant au 7e R.T.A. Né le 15/10/1872 à Pau (64). Tombe 103 bis.;23/01/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BORNIC;Jean;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 03/01/1890 à Belz (56). Tombe 80.;13/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BOUIN;Antoine;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 28/03/1894 à St Aignan (44). Tombe 21.;27/06/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    BOURVON;Ambroise;1914-1918;Matelot au 2e Fusiliers Marins. Né le 05/10/1890 à Argol (29). Tombe 34.;30/06/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BOUVILLE;Auguste;1914-1918;Soldat au 14e R.I.T. Né le 21/01/1882 à Pantin (75). Tombe 84.;22/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BRAHIM;Ben Hadj;1939-1945;7e R.T.M. Tombe 113-3.;12/08/1940;
    BRAHIM BEN MOHAMMED;Ben Nasser;1914-1918;Sur tombe : Ben Nasseur. Sous-lieutenant au 8e R.T.T. Né à Zozeur (Tunisie). Tombe 7.;20/03/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    CADIN;Auguste;1914-1918;1e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 08/05/1882 à Boucey (50). Tombe 75.;05/10/1915;Lombardsijde (Belgique)
    CADIO;Nicolas;1914-1918;Maître-Fusilier au 1e Fusiliers Marins. Né le 16/03/1889 à Caudan (56). Tombe 58.;28/05/1915;St Joris/St Georges (Belgique)
    CAILLIBOTTE;François;1914-1918;Soldat au 118e R.A.L. Né le 23/12/1883 à Hénansal (22). Tombe 10.;06/11/1916;Koksijde (Belgique)
    CALLO;Aristide;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 31/08/1894 à St Nazaire (44). Tombe 16.;30/07/1915;Koksijde (Belgique)
    CANTAIS;Pierre;1914-1918;1e Sapeur au 3e Génie. Né le 19/12/1872 à Bretteville (76). Tombe 69.;24/04/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    CHAMPION;Charles;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 29/10/1884 à Pamproux (79). Tombe 57.;27/05/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    CHARPENTIER;René;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 09/05/1884 à Paris (75). Tombe 54.;07/08/1915;Koksijde (Belgique)
    CHEVALIER;Louis;1914-1918;Caporal au 11e R.I.T. Tombe 41.;09/05/1915;
    CHRETIEN;Joseph;1914-1918;Soldat au 141e R.I. Né le 10/12/1896 à Germigny (18). Tombe 59.;14/06/1916;Oostduinkerke (Belgique)
    CLAVEAU;Camille;1914-1918;Sur tombe : Joseph. Soldat au 3e R.I. Né le 01/09/1896 à Azay-les-Ferron (36). Tombe 70.;29/06/1916;Lombardsijde (Belgique)
    CLOET;Marcel;1914-1918;Matelot-mécanicien au 1e Fusiliers Marins. Né le 24/05/1894 à Dunkerque (59). Tombe 68.;22/04/1915;Ambulance n°1- Koksijde (Belgique)
    DACHICOURT;Alphonse;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 01/06/1879 à Boulogne-sur-Mer (62). Tombe 87.;18/11/1915;Ambulance 3/38-Nieuwpoort (Belgique)
    DACORN;Jean;1914-1918;1e Fusiliers Marins. Tombe 78.;02/09/1915;
    DARDINIER;Henri;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 07/12/1894 à Paris (75). Tombe 11.;08/06/1915;Ambulance 3/38-Nieuwpoort (Belgique)
    DEBONNE;Hippolyte;1914-1918;Soldat au 1e Bataillon d'Afrique. Né le 03/11/1888 à Dieppe (76). Tombe 114.;17/10/1916;Koksijde (Belgique)
    DEIXONNE;Joseph;1914-1918;2e sapeur-pontonnier au 7e Génie. Né le 27/01/1893 à Buenos-Aires (Argentine). Tombe 93.;22/02/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    DOUSSIN;Gaston;1914-1918;1e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 08/01/1891 à Brétigny-sur-Orge (92). Tombe 106.;22/03/1916;Groenendijk (Belgique)
    DUBOIS;Abel;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 05/12/1878 à Inghem (62). Tombe 86.;18/11/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    FIGEAC;Adrien;1914-1918;Soldat au 1e Zouaves. Né le 13/01/1893 à Belfort (90). Tombe 15.;30/05/1915;Koksijde (Belgique)
    FLOCH;Yves;1939-1945;561e Cie Autos. Tombe 113-7.;30/07/1940;
    FRADET;Henri;1914-1918;Soldat au 3e R.I. Né le 05/03/1896 à Azay-le-Person (36). Tombe 19.;27/02/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    FREDJ;Ben Hadj Brahim;1914-1918;8e R.T. Tombe 8.;25/01/1916;
    GASTAUDO;Batistin;1914-1918;1e Bataillon d'Afrique. Tombe 115.;17/10/1916;
    GIRARD;Alphonse;1914-1918;Caporal au 76e R.I.T. Né le 16/09/1876 à La Guerche (35). Tombe 35.;16/12/1916;Koksijde (Belgique)
    GONTRAND;Henri;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 24/01/1878 à Canlers (62). Tombe 88.;18/11/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    GORON;Charles;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 24/03/1886 à La Rochelle (17). Tombe 1.;04/08/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    GRANDPOLD;Auguste;1914-1918;Brigadier au 1e R.A.P. Né le 22/07/1891 à Vendeville (59). Tombe 102.;17/03/1915;Lombardsijde (Belgique)
    GUERIN;Jean-Marie;1914-1918;Sous-lieutenant au 1e Zouaves. Né le 02/12/1888 à St Christophe (69). Tombe 33.;21/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    GUILLOU;François;1914-1918;Sous-lieutenant au 351e R.I. Tombe 36.;13/03/1917;
    HAMADI;Ben Bakkal;1939-1945;2e Génie. Tombe 113-4.;01/06/1940;
    HARDY;Edmé;1914-1918;Lieutenant-colonel au 3e R.I. Né le 17/03/1874 à Paris (75). Tombe 5.;13/04/1917;Lombardsijde (Belgique)
    HENRY;Louis;1914-1918;Matelot au 2e Fusiliers Marins. Né le 14/01/1893 à Lannodez (22). Tombe 17;17/08/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    HOVELT;Marcel;1914-1918;Soldat au 8e R.I.T. Né le 11/03/1874 à Dunkerque (59). Tombe 36 bis.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    HUET;Louis;1914-1918;Soldat au 80e R.I.T Né le 13/10/1878 à Yvetot (50). Tombe 24.;30/12/1916;Oostduinkerke (Belgique)
    JARLAND;Gabriel;1914-1918;Maître-pointeur au 32e R.A.C. Né le 06/05/1892 à Reims (51). Tombe 37.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    JEAN;Marius;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 20/10/1881 à Vallabrègues (30). Tombe 67.;18/08/1915;Koksijde (Belgique)
    JOELAN;;1914-1918;Tombe 83.;29/12/1915;
    LABESSE;Jean;1914-1918;Soldat au 1e Tirailleurs Algériens. Né le 06/03/.... à Villebret (03). Tombe 116.;03/11/1916;Koksijde (Belgique)
    LANOY;Henri;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 19/02/1874 à St Martin (62). Tombe 85.;18/12/1915;Ambulance 3/38-Nieuwpoort (Belgique)
    LAVERCHER;Emile;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 22/04/1887 à Lille (59) . Tombe 90.;03/08/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    LE LAIT;Jean;1914-1918;Soldat au 2e Fusiliers Marins. Tombe 107.;27/06/1915;
    LEBLE;Ferdinand;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 25/07/1894 à Bouguenais (44). Tombe 25.;27/06/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    LEBON;Louis;1914-1918;Caporal au 7e Génie. Né le 15/08/1893 à Troyes (10). Tombe 100.;17/06/1915;Koksijde (Belgique)
    LEBRE;Michel;1914-1918;Marin au 2e Fusiliers Marins. Né le 18/05/1894 à Meussargues (15). Tombe 92.;12/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    LELIEVRE;Jean-Baptiste;1939-1945;Caporal. Tombe 61 bis.;21/08/1940;
    LEROUX;Corentin;1914-1918;Matelot. Fusiliers Marins. Né le 24/11/1894 à Plobannelec (29). Tombe 99.;11/12/1917;Lombardsijde (Belgique)
    LHASSEN;Ben Mohamed;1939-1945;3e R.T.S. Tombe 83 bis;13/07/1940;
    LHUILLER;Charles;1914-1918;Sapeur au 2e Génie. Né le 29/12/1895 à Souk Ahras (Constantine). Tombe 29.;21/06/1915;Ambulance 2/38- Koksijde (Belgique)
    LUCIA;Yves;1914-1918;Marin au 2e Fusiliers Marins. Né le 09/12/1894 à Pont Melvey (22). Tombe 52.;28/03/1915;Ambulance n°1- Koksijde (Belgique)
    MACARE;Emile;1914-1918;1e R.A.P. Tombe 82. Décès entre le 07/12/1915 et le 06/01/1916. Tombe 82.;;
    MAILLOL;Jean;1914-1918;Enseigne de vaisseau au 1e Fusiliers Marins. Né le 31/05/1875 à Banyuls (66). Tombe 74;15/10/1915;Koksijde (Belgique)
    MAIZA;Marcel;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 30/11/1894 à Saint-Jean-de-Luz (66). Tombe 51.;24/08/1915;Koksijde (Belgique)
    MALLET;André;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 08/04/1891 à Chenay (41). Tombe 39.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    MEMAIN;André;1914-1918;2e Canonnier-servant au 58e R.A. Né le 30/06/1890 à Bordeaux (33). Tombe 55.;07/08/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    MERLAND;Louis;1914-1918;Sur tombe : MEERLAND. Sapeur au 7e Génie. Né le 14/02/1896 à Oignies (62). Tombe 32.;23/06/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    MERCIER;René;1939-1945;514e R.R. Tombe 113-5.;01/06/1940;
    MIALANE;Louis;1914-1918;Maréchal des Logis au 38e R.A. Né le 17/04/1892 à Nimes (30). Tombe 111.;05/10/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    MICHEL;Charles;1914-1918;58e R.A. Tombe 13.;27/03/1917;
    MIGLIACCIO;Antonio;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 16/02/1892 à St Eugène (Algérie). Tombe 109.;28/03/1915;Lizerne (Belgique)
    MONGUERARD;Louis;1914-1918;1e Maître Timonnier. Fusiliers Marins. Né le 05/06/1875 à Lorient (56). Tombe 45.;17/05/1916;St Joris/St Georges (Belgique)
    MOTREFF;Louis;1914-1918;Maréchal des Logis au 118e R.A.L. Né le 19/11/1888 à Kergrest (22). Tombe 12.;06/11/1916;Koksijde (Belgique)
    MOULINET;Emile;1914-1918;2e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 25/11/1882 au Pré-St-Gervais (75). Tombe 76.;05/10/1915;Lombardsijde (Belgique)
    MOULINOUX;François;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 09/09/1885 à Chalany (19). Tombe 66.;18/08/1915;Koksijde (Belgique)
    NICOLAS;Alain;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 06/03/1886 à Pouldergat (29). Tombe 97.;25/01/1916;Koksijde (Belgique)
    OLIVRO;Jules;1914-1918;Sur tombe : OLIVO. Maître fusilier. Fusiliers marins. Né le 09/03/1878 à Béganne (56). Tombe 46.;17/05/1916;St Joris/St Georges (Belgique)
    OMAR;Ben Hamadi Ou Hammadi;1939-1945;7e R.T.M. Tombe 72 bis.;14/08/1940;
    OPIGEZ;Maurice;1914-1918;Enseigne de Vaisseau au 1e Fusiliers Marins. Né le 01/01/1892 à Marseille (13). Tombe 42.;12/07/1915;St Joris/St Georges (Belgique)
    PAJOT;Marcel;1914-1918;Quartier-Maître. Fusiliers Marins. Né le 24/05/1892 à Bar-sur-Aube (10). Tombe 101.;29/11/1917;St Joris/St Georges (Belgique)
    PARSY;Gustave;1914-1918;Soldat au 5e R.M.Z.T. Né le 26/02/1892 à Neuville-Vitasse (62). Tombe 117.;12/12/1916;Koksijde (Belgique)
    PAUL;Jean-Baptiste;1914-1918;Second-Maître fusilier au 1e Fusiliers Marins. Né le 24/09/1883 à Guiclan (29). Tombe 4.;08/08/1915;Ambulance n°1- Koksijde (Belgique)
    PERTRIZEARD;Paul;1914-1918;Soldat au 165e R.I. Né le 28/07/1896 à Paris (75). Tombe 79.;09/07/1916;Koksijde (Belgique)
    PESTRE;Auguste;1914-1918;Sous-lieutenant au 141e R.I. Né le 11/01/1893 à Luc-en-Drois (26). Tombe 20.;18/02/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    PETITOT;Paul;1914-1918;Adjudant au 106e R.I.T. Né le 30.03.1875 à Beauvois (02). Tombe 30.;13/09/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    PILLARD;Raoul;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 08/11/1893 à Chatillon-Coligny (45). Tombe 38.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    PREVOST;André;1914-1918;Sur tombe : PREVOT. Soldat au 351e R.I. Né le 13/06/1896 à Cuigy-en-Bray (60). Tombe 18.;04/03/1917;Koksijde (Belgique)
    PREVOST;Robert;1914-1918;2e canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 02/08/1893 à Orléans (45). Tombe 62.;09/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    PSALMON;Fernand;1914-1918;2e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 07/05/1885 à Flogny (89). Tombe 43.;26/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    RAVAILLE;Denis;1914-1918;Capitaine au 55e R.A. Né le 18/04/1876 à Montclar (12). Tombe 26.;29/06/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    REBOUL;Hippolyte;1914-1918;123e R.I.T. Tombe 60.;26/09/1915;
    RIBET;Jean;1914-1918;Brigadier au 3e R.A.P. Né le 10/08/1889 à La Pernelle (50). Tombe 73.;25/10/1915;Koksijde (Belgique)
    RICARD;Charles;1914-1918;Soldat au 141e R.I. Né le 19/11/1886 à St Rome-de-Cernon (12). Tombe 110.;29/04/1916;Koksijde (Belgique)
    RICARD;Joseph;1914-1918;Soldat au 10e R.A.P. Né le 08/06/1890 à L'Isle-sous-le-Doubs (25). Tombe 28.;11/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    ROLLAND;Lucien;1914-1918;Brigadier au 32e R.A.C. Né le 20/03/1887 à Paris (75). Tombe 96.;24/01/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    ROMANETTI;Innocent;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 16/05/1894 à Ajaccio (20). Tombe 3.;06/08/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    ROYET;Marie;1914-1918;2 e Canonnier-servant au 3e R.A.C. Né le 27/10/1887 à Le Cheylard (07). Tombe 91.;07/05/1915;Ambulance 2/38- Koksijde (Belgique)
    SALMON;Rogatien;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 13/03/1894 à Bouguenais (44). Tombe 22.;27/06/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    SAMPIERI;Simon;1914-1918;Maréchal des Logis au 55e R.A. Né le 10/02/1894 à Sartène (20). Tombe 108.;26/04/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    SANGIAUME (PRÉSUMÉ);;1939-1945;Décès vers le 21/08/1940. Tombe 94 bis.;;
    SARRAN;Raphaël;1914-1918;Marin au 2e Fusiliers Marins. Né le 29/10/1894 à Puéchabon (34). Tombe 40.;02/05/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    SAULI;Paul;1914-1918;Maréchal des Logis au 58e R.A. Né le 26/01/1895 à Aïn Brahain (Tunisie). Tombe 112.;14/10/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    SICSIC;David;1914-1918;2e Canonnier-servant au 58e R.A. Né le 29/10/1888 à Tlemcen (Algérie). Tombe 56.;07/08/1915;Koksijde (Belgique)
    SIEGLER;Jacques;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 15/05/1892 à Paris (75). Tombe 31.;09/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    SIRDEY;Alexandre;1914-1918;Sous-lieutenant au 165e R.I. Né le 03/09/1892 à Izier (21). Tombe 27.;01/07/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 110 bis;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 111 bis.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 113-3.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 113-4.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1939-1945;Décès vers le 02/06/1940. Tombe 112 bis.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1939-1945;Décès vers le 02/06/1940. Tombe 113-2.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1939-1945;Tombe 113-6.;23/08/1940;
    STOBINSKY;Marius;1914-1918;Maître-Pointeur au 32e R.A.C. Né le 06/05/1891 à Paris (75). Tombe 103.;02/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    TESSON;Jean;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 19/04/1895 à Couville (50). Tombe 49.;07/09/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    TEYSSIER;Yacinthe;1914-1918;Marin. Fusiliers Marins. Né le 20/08/1894 à Landos (43). Tombe 104.;01/08/1915;Koksijde (Belgique)
    THILY;François;1914-1918;Matelot au 2e Fusiliers Marins. Né le 06/12/1887 à Pleumeur Bodou (29). Tombe 65.;10/05/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    THOMAS;Paul;1914-1918;8e Zouaves. Tombe 71.;19/01/1915;
    TINTILLIER;Humbert;1914-1918;Sur tombe : Hubert. Soldat au 9e Cuir. Né le 01/06/1889 à Desvres (62) . Tombe 63.;08/09/1915;Lombardsijde (Belgique)
    TOUBOULIC;Guillaume;1914-1918;Soldat au 118e R.A.L. Né le 01/01/1886 à La Chapelle-Neuve (22). Tombe 9.;06/11/1916;Koksijde (Belgique)
    TOULIER;Léon;1914-1918;2e Canonnier-servant au 29e R.A. Né le 15/05/1884 à Paris (75). Tombe 89.;14/04/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    TROMPE;Louis;1914-1918;Sapeur au 3e Génie. Né le 22/12/1877 à Chanteloup (27). Tombe 94.;04/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    TROUSSET;René;1914-1918;Adjudant au 1e Tirailleurs. Né le 29/08/1891 à Ay (51). Tombe 23.;05/01/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    TURCO;Joseph;1914-1918;Matelot. Fusiliers Marins. Né le 19/03/1894 à Cherchell (Algérie). Tombe 44.;09/05/1915;Koksijde (Belgique)
    VAN RHYN;Julien;1914-1918;Soldat au 8e E.T.E.M. Né le 28/03/1873 à Paris (75). Tombe 77.;25/09/1915;Koksijde (Belgique)
    VAYSSE;Edouard;1914-1918;Soldat au 123e R.I.T. Né le 18/01/1874 à Boissezon (81). Tombe 61.;20/09/1915;St Idesbald (Belgique)
    VENDENHEIM;René;1914-1918;Sur tombe : VENDENHEIN. Sous-lieutenant au 8e Tirailleurs. Né le 03/12/1880 à Perpignan (64). Tombe 105.;15/03/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    VESPIER;Jules;1914-1918;Sapeur au 1e Génie. Né le 08/07/1880 à Ste Geneviève (76). Tombe 98.;23/01/1916;Koksijde (Belgique)



    04-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monument 4de Lansiers-Halen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Monument 4de Lansiers  te Halen

    03-04-2008 om 17:59 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ontstaan van de Zwarte Duivels

    Het ontstaan van de Zwarte Duivels

     

    In de Septemberdagen van 1830 neemt het vrijkorps „Chasseurs de Bruxelles” deel aan de gevechten in Brussel. Op 1 november 1830 wordt het 1ste Regiment Jagers te Voet opgericht, de kern bestaat uit de Jagers van Brussel. Dit regiment wordt in 1831 aangevuld door inlijving van twee bataljons tirailleurs en een vrijkorps. In 1836 wordt het Partizanenkorps van Majoor A. Capiaumont ingelijfd.

    Heel het regiment wordt met karabijnen bewapend en krijgt het typische uniform: een  groene tuniek met gele versieringen, geel wollen vangsnoer, grijze broek, vereenvoudigde Poolse muts en Corsicaanse hoed, zwarte gordel met patroontas.Bij de reorganisatie van het leger, door Koninklijk Besluit van 9 juli 1847, krijgt dit van nauwkeurig schietend en beweeglijke regiment lichte infanterie de naam “Regiment Jagers-Karabiniers”, het nummer 1 blijft behouden.  De organisatie op oorlogsvoet voorziet de splitsing in afzonderlijke compagnies.Bij de volgende reorganisatie,door K.B. van 5 maart 1850, krijgt het regiment de naam „Karabiniersregiment” met nog altijd het nummer 1. Het regiment bestaat nu uit vijf bataljons waarvan vier actieve. Bij de reorganisatie 1902 wordt er bepaald dat de vier bataljons lichte infanterie voor de vier legerdivisies bestemd zijn.

     

    De eerste fietsen in het leger

    Vanaf 1875 gebruikt het Italiaanse leger velocipedisten om vlugge verbindingen te verwezelijken. Na 1880 volgen er testen in verschillende legers, bvb Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Leden van de „Union vélocipédique française” nemen in 1886 als reservisten deel aan de herfstmanoeuvres en worden belangrijke boodschappers. Vanaf 1889 staan in ieder Frans infanterieregiment vier velocipedisten op de organisatietabellen. Op 11 november 1890 geeft de Minister van Oorlog aan Kapitein H. Soled de toestemming een sectie wielrijders te vormen in de regimentsschool, in Waver. De negen „vélocipédistes militaires”, onder bevel van Onderluitenant P. Kesseler, zullen vlugge estafettes worden. Het nieuwe reglement voor de velddienst beperkt hun rol tot post- en telegramdienst, planton- en verbindingsdienst.

     

    Een eerste compagnie wielrijders

    Luitenant G. Beirlaen van het Regiment Karabiniers, beoefenaar van de wielersport en hoofdredacteur van het tijdschrift „La Pédale militaire” kan de nieuwe Minister van Oorlog overtuigen een experiment te wagen met een strijdende wielrijderseenheid. Het Ministeriële Besluit van 10 augustus 1896 bepaalt dat er een tijdelijke compagnie van 120 wielrijders afkomstig van verschillende regimenten wordt opgericht. De compagnie van Luitenant Beirlaen kan gedurende de manoeuvres van de 3de Legerafdeling de militaire autoriteiten overtuigen. Aansluitend wordt hij naar Frankrijk gestuurd, naar het infanterieregiment waar Kapitein Gérard de vouwfiets (vélo-pliante Gérard) uitvond en invoerde. Zijn rapport aan de Minister, over organisatie en uitrusting van wielrijderseenheden, wordt gunstig onthaald. Ook bij de grote manoeuvres in 1897 wordt een wielrijderscompagnie ingezet.

    In 1898 werd elke 4de Compagnie van de vier bataljons Karabiniers tot een wielrijderscompagnie omgevormd. Deze vier compagnies beschikken over vouwfietsen Belgica, naar het systeem van Kapitein Gérard. In 1906 verschijnt het  “Instruction pour les compagnies cyclistes”

    Bij de reorganisatie van de infanterie, door het K.B. van 12 juni 1911, worden vanaf 01 oktober 1911 de vier compagnies wielrijders in één bataljon gegroepeerd: het 5de  bataljon het Karabiniersregiment. Bataljonscommandant Majoor Stafadjunct J. Collyns traint de infanteriewielrijders die nu de fiets niet meer vouwen en aan de kwartiermuts een klep krijgen

     

    Bataljon Karabiniers-Wielrijders

    Bij de volgende reorganisatie, door het K.B. van 11 november 1913, wordt het bataljon zelfstandig vanaf 15 december 1913 en krijgt het de naam « Bataillon de Carabiniers Cyclistes ». Het wordt bevolen door Majoor E. Siron en bestaat uit een staf, drie compagnies wielrijders en een sectie lichte machinegeweren. Het Bataljon behoort nu tot de Cavaleriedivisie en heeft zijn garnizoen in Vilvoorde.

     

    Het Bataljon Karabiniers-Wielrijders wordt bij de mobilisatie aangevuld. Op 3 augustus 1914 wordt het Bn. naar Gembloers gestuurd.

    Vanaf 4 augustus voert het verkennings- en beveiligingsopdrachten uit aan de Jeker en daarna aan de Gete. Op 12 augustus speelt het een belangrijke rol in de slag bij Halen.

    Door deze acties krijgt het van de Duitsers de bijnaam „Schwarze Teufel” (Zwarte Duivels).

     

    Het Bataljon Karabiniers-Wielrijders tijdens de slag bij Halen

    In de morgen van 12 augustus  staat de 3de  Compagnie in Halen en de sectie lichte machinegeweren (MG), het 3de peloton en de twee MG’s ten noorden van de Getebrug, het 1ste  peloton ten zuiden van die brug, het 2de  peloton bevindt zich in reserve bij het station. De 1ste  Compagnie bevindt zich bij Loksbergen, de 2de  Compagnie bezet Zelk maar het 3de peloton staat in Drieslinter.

    Omstreeks 08u10 wordt een Duitse ruiterpatrouille bij de Getebrug onder vuur genomen. Rond 08u30 begint het vuurgevecht tussen de 3de Compagnie en de voorhoedes van de 4de Duitse Cavaleriedivisie. De commandant van de Belgische Cavaleriedivisie stuurt om 09u35 twee pelotons van de 1ste Compagnie die zich ten zuiden van de 3de Compagnie moeten opstellen. Om 10u00 ligt Halen onder zwaar artillerievuur, Duitse Jagers steken de Gete over. Majoor Siron leidt de verdediging maar de vijf pelotons moeten wijken wanneer ze vanuit de flank bedreigd worden.

    Omstreeks 10u30 zijn ze achter de spoorweg opgesteld. De 1e Compagnie ten noorden van de overweg naar Loksbergen, de sectie MG aan de overweg, de 3de Compagnie ten zuiden ervan. Daar moeten ze proberen om zolang mogelijk stand te houden, tot er versterking komt.

    Om 11u30 rukken Duitse eskadrons door Halen op, ze worden er onder vuur genomen door de Cyclisten en door de artilleriebatterij die vuurt van op de Mettenberg.

    De Duitse Jagers rukken verder op, de Cyclisten worden in de flanken bedreigd en moeten zich omstreeks de middag westwaarts terugtrekken. Majoor Siron wil de pelotons laten aansluiten op de stelling van de Lansiers, aan de IJzerwinning, maar een stafofficier van de Cavaleriedivisie beveelt een opstelling aan de Betserbaan. Uiteindelijk stellen de Cyclisten zich tussen de twee op. In de velden op ongeveer 300 m ten westen van die holle weg en 400 m vóór de Lansiers. De twee pelotons van de 1ste Compagnie staan ten noorden van de IJzerbeek, de 3e Compagnie en de sectie MG ten zuiden ervan.

    De Duitse Jagers bereiken de uitgangen van Halen en nemen de Cyclisten onder vuur. De Belgische artillerie hindert het oprukken van de Duitsers, daarom beslissen de Duitsers om hun ruiterij te laten chargeren. De twee pelotons van de 2e Compagnie helpen in Zelk de eerste stormloop te stuiten. De tweede stormloop botst omstreeks 13u00 op de 1ste Compagnie die zich naar de derde stelling terugtrekt.

    De 1ste en 3de Compagnie liggen in graanvelden en krijgen zes stormlopen over zich heen, dit door drie Cavalerieregimenten. Ze worden uiteengereden, lijden verliezen in de gevechten maar blijven toch ter plaatse.

    Daarna rukken de Duitse Jagers opnieuw verder op. De overblijvende Cyclisten moeten nu ook wijken en trekken terug naar de lijn van de Lansiers waar de strijd zal voortgezet worden tot bij de aankomst van de 4e Gemengde Brigade. Omstreeks 15u00 worden de restanten van de pelotons Cyclisten uit de vuurlijn genomen.

    Het Bataljon neemt verder nog deel aan de operaties vóór Antwerpen, helpt daarna om de aftocht dekken en strijdt mee de slag aan de IJzer.

     

    Op 28 januari 1915 wordt het Tweede Bataljon Karabiniers-Wielrijders gevormd uit eenheden die zich al verdienstelijk gemaakt hebben. Beide bataljons vervullen opdrachten gedurende de loopgravenoorlog in West-Vlaanderen en bij het bevrijdingsoffensief in 1918.

    Na de wapenstilstand nemen ze deel aan de bezetting in Duitsland.

     





    03-04-2008 om 14:30 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwarte Duivels
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zwarte Duivels







    03-04-2008 om 14:26 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monument Zwarte Duivels - Halen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Monument Zwarte Duivels - Halen

    03-04-2008 om 14:18 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's Halen
    Foto's Halen

















    03-04-2008 om 14:16 geschreven door DP




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!