Wanneer mensen denken aan oorlog dan denkt men meestal aan moordende gevechten, slagvelden bezaait met lijken en aan bommen en granaten. Weinigen staan er bij stil dat ook het gewone dagelijkse leven verdergaat. De burger moet evenals in vredestijd zorgen voor zijn dagelijkse kost. Dat dit tijdens een oorlog niet altijd van een leien dakje loopt spreekt vanzelf. Sommige voedingsmiddelen worden schaars of zijn niet meer verkrijgbaar! Ook veel andere materialen en grondstoffen worden een zeldzaamheid. De overheid moet ravitailleren, de bevolking spreekt liever van rantsoeneren want er is maar een beperkte hoeveelheid per persoon voorradig! Om de tekorten van bepaalde producten op te vangen gaat men op zoek naar vervangingsmiddelen, deze zijn meestal van een mindere kwaliteit men spreekt van ersatzproducten!
1939-1940
In 1939 voelt men de oorlogsdreiging naderen en de Belgische overheid beslist om zich voor te bereiden op een eventueel schaarste probleem van diverse producten. In mei 39 werd binnen de schoot van het ministerie van Economische Zaken een departement van ravitaillering opgericht. Hun doel is om het aanleggen van vaste voorraden te stimuleren.
In bepaalde streken krijgen de landbouwers opdracht om meer graangewassen, aardappelen en suikerbieten te telen. De landbouwer kan zelf niet meer beschikken over zijn eigen oogst.
Het verdelen van de gestockeerde waren zal gebeuren via een systeem van rantsoenkaarten en zegeltjes.
Vanaf november 1939 worden de rantsoenkaarten en de zegels verdeeld naar de gemeenten, en moeten ze tegen 21 april 1940 uitdelen. Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers België binnen. Tijdens die bange meidagen blijkt, dat ondanks alle voorbereidingen, de bevoorrading en rantsoenering misloopt. De snel oprukkende Duitse troepen en massas vluchtende burgers blokkeren de aanvoerwegen.
De hamsterwoede van vooral de rijke lui en de handelaars doen de aangelegde voorraden slinken. Ook de gewone man probeert zijn deel te bemachtigen, vaak via diefstal en plundering!
Na de capitulatie probeert men het hamsteren de kop in te drukken, de diverse verordeningen brengen niet veel resultaat op. Men vreest het ergste, ingrijpende maatregelen worden noodzakelijk!
Vanaf 11 juni 1940 wordt de rantsoenering een feit!
Concreet betekent dit dat bepaalde waren nog slechts in een beperkte hoeveelheid en mits afgifte van rantsoenzegels verkrijgbaar waren. De in omloop zijnde blauwe zegels worden vervangen door groene en worden afgeleverd door de dienst Union Patronale.
De nieuwe zegels zijn genummerd en geven naargelang het nummer recht op een bepaald rantsoen van een bepaald product.
De rantsoeneringtabel bepaalt per product het dagelijkse rantsoen en wordt uitgedrukt in grammen. De rantsoeneringtabel kan variëren voor elke nieuwe periode en per streek of gemeente, een periode telt 30 dagen.
Product
Grammen per dag
per persoon
Zegelnummer
Brood
Meel
Deegwaren
Beschuiten
Dieetlevensmiddelen
Peperkoek
Banketgebak
225 gr of
166 gr of
125 gr of
125 gr of
175 gr of
250 gr of
300 gr
1
Gebrande koffie(vervangkoffie
uit gerst, erwten of cichorei)
10 gr
2
Margarine
3,33 gr
3
Boter
8,3 gr 80 gr?
4
Cichorei
3,33 gr
5
Suiker
33 gr of 5 klontjes (in de zomer dubbel
om confituur te kunnen maken)
6
Peulvruchten
16,66 gr
7
Haverderivaten
8,33 gr
8
Smeerkaas
5 - 30 gr
9
Vlees
35 gr zonder been
10
Confituur, honing of siroop
150 200 gr
12
Olie
5 35 gr?
Zout
20 gr
Aardappelen
500 gr
20
Om de 30 dagen moet men zich persoonlijk aanbieden op het ravitailleringbureau, om de bevoorrading te verzekeren van bederfbare waren, vb. zuivelproducten. Ook moet men zich voor de duur van de oorlog inschrijven als vaste cliënt bij een winkelier naar keuze. Daar kan men mits betaling, alleen de tegenwaarde aan gewicht per afgegeven zegel, het gewenste product bekomen.
De mensen moeten vaak uren aanschuiven in de lange rijen aan de winkels. Ze zijn niet zeker wat ze vandaag zullen kunnen krijgen, producten zijn niet altijd voorradig, men moet dan improviseren!
Uitgezonderd appels is de rest van het fruit onbetaalbaar.
Chocolade was alleen te verkrijgen op de zwarte markt.
Ook vleeswaren worden gerantsoeneerd: een blik cornedbeef van 900gr = 11 zegels of het maandrantsoen van 2 personen.
Naast een groot gedeelte rogge worden een hele reeks surrogaten zoals aardappelmeel, suikerbieten, gedroogde groenten, gerst, spelt en fijn gemalenstro bij de tarwe verwerkt, op sommige momenten is er zelfs een vochtigheidsgraad van 40% toegelaten (meer water = meer gewicht)
Brood is niet meer dan een harde korst met binnenin een grijze kleverige en papperige massa. Het brood mag niet vers verkocht worden, het moet minstens 24 uur oud zijn want anders is het niet te snijden.De meeste mensen proberen graan te bemachtigen. Malen het meestal in zelf ineen geknutselde graanmolentjes of in hun koffiemolen. Ze bakken zelf hun brood in draagbare oventjes of trekken met hun meel of deeg naar de bakker.
Broodsmeersel
Confituur, honing en siroop waren gerantsoeneerd. Vetstoffen zoals boter, margarineen reuzel waren beperkt.De landbouwers werden opgelegd koolzaad te kweken en daaruit vervaardigde men margarine. Het rantsoen boter schommelde van 50 gr tot 100 gr per dag, soms wel tot 150 gr wanneer er geen margarine was. In juni was er geen margarine te bekomen en bedeelde men 100 gr smeerkaas, niet voor lang, want op 29 september werd ook de smeerkaas op de bon gezet.
Calorieën per dag: 1350 i.p.v. 2700
Het oorlogsdieet heeft weinig vetstoffen en eiwitten, uiteraard heeft dit gevolgen zoals
-duizeligheid
-slapeloosheid
-hoofdpijn
-geen weerstand tegen de koude
-kinderen worden geremd in de groei
-zieken genezen trager
-de opmars van tbc enz.
-kalk te kort = tandbederf en gewrichtsaandoening
Extra rantsoenen
-Arbeiders die zware arbeid verrichten krijgen een extra rantsoen (brood margarine - vlees)
-Zwangere vrouwen + voedsters krijgen extra rantsoen brood.
-Kinderen onder 14 jaar, zwangere vrouwen, sommige zieken en personen boven de 70 jaar(zegel nr11) krijgen een extra rantsoen melk (indien voorradig) van 0,225 liter.
-Kinderen jonger dan 4 jaar krijgen extra eieren, indien er zijn!
De mensen zijn dus genoodzaakt om te proberen supplementair voedsel te bemachtigen. Vaak gebeurt dit op de zwarte markt, het spreekt vanzelf dat er op de zwarte markt schandalig hoge prijzen worden gevraagd!
Deze was zo overvloedig aanwezig en kan soms goedkoper gekocht worden op de zwarte markt dan op de officiële markt.
De haring heeft vele Belgen van de hongersnood gered.
Inventarisatie
In sommige provinciesgeeft de provinciegouverneur aan de burgemeesters de toestemming om de voorraden in de verlaten huizen en pakhuizen te inventariseren om ze later evenredig onder de handelaars te verdelen.De netto-opbrengst wordt gebruikt als steun voor de behoeftige gezinnen. De benadeelde eigenaars worden na de oorlog op basis van de inventarissen schadeloos gesteld.
Het gouvernement wenst de inventaris van volgende gegevens:
-de producten waarvan de voorraad ontoereikend is
-naamlijst van de leveranciers
-welke vervoermiddelen er worden ingezet en hoe gebeurt de levering aan de handelaars.
Hulpvergoedingen worden bepaald om behoeftige gezinnen te steunen:
45 fr. per week voor het gezinshoofd (is de echtgenoot onder de wapens of geëvacueerd wordt de echtgenote als gezinshoofd beschouwd)
24 fr. voor de echtgenote15 fr. per gezinslid
Hulporganisaties
Winterhulp
Organiseert tegen betaling en afgifte van rantsoenzegels o.a. soep - en, melkbedelingen evenals goedkope maaltijden.
Winterhulp is ook actief in scholen, haar medewerkers bedelen er soep, melk, fruit, sojabeschuiten, kaas, wortelen, levertraan, vitamines, chocolade en dit gebeurt meestal gratis.
Boerenhulp
Ondervoede kinderen gaan voor enkele maanden naar het platteland, bijlandbouwersgezinnen die vrijwillig hun diensten aanbieden.
Onderhoudsproducten
Zeep
Zeep is vanaf het begin van de bezetting streng gerantsoeneerd dit door het schrijnend te kort aan vetten, het belangrijkste bestanddeel van zeep. De rantsoeneringzeep is van gebrekkige kwaliteit.
Zeep van het edelste veldgewas
Het edelste veldgewas, leerden wij op school, was het vlas. Het schenkt ons een waardevolle vezel om linnen, koorden en gordijnen mee te maken en levert bij het zwingelen veel lemen, een kostbare brandstof in oorlogstijd en later de grondstof voor vezelplaten (leemplaten). Dan mogen wij het zaad niet vergeten, het lijnzaad van oudsher gebruikt om lijnzaadolie uit te persen, uiterst geschikt om zijn darmen te zuiveren om als bruine zeep de vloer te poetsen. Vooral in het milieu van vlaswerkers werd bruine zeep gemaakt van lijnzaad en een winstgevende handel mee opgezet tijdens de oorlog.
De fabricage is zeer simpel. De zaadjes worden eerst opgewarmd om ze te doen zwellen. Dan worden ze geplet met een pletmachientje die met de hand bediend wordt en gemakkelijk en vlug kan gedemonteerd worden als de controleurs werden gesignaleerd ( de losse stukken werden dan soms in de gracht verborgen). Tijdens het aan de kook brengen wordt een bijtende potas toegevoegd als bindmiddel en een poedertje van de apotheker. Zo verkrijgt men een soort geleiachtige stof, een vloeibare bruine zeep. (Henri Minne, ex-vlasser)
Ook deze zijn van mindere kwaliteit, ze bevatten veel bijtenden stoffen die slecht zijn voor de handen maar ook ongunstig voor de textielwaren.
Borstels waren gemaakt uit takken en allerlei grassoorten die afbraken bij het vegen en dweilen worden vervangen door versleten jutezakken.
Kostprijs in Belgische franken
Product
Voor mei 1940
Officiële markt einde 1941
Zwarte markt
einde 1942
Rantsoenzeep
0,75
Sunlight zeep
0,5 - 1
40 - 70
1kg zwarte zeep
3
70 90
Doos waspoeder
1,5
1,75 2,5
Dweil
2,4
9 -20
45 80
Borstel
4,5 - 10
15 - 30
35 - 65
Kledij
Ook kledij en schoeisel worden gerantsoeneerd.
In januari 1941 word de eerste kleerkaart ingevoerd in de loop van 1943 een tweede. Iedere kaart bevat een aantal punten.
Categorie
Wie
Aantal punten en bons
In 1941
In 1942
A
Mannen boven de 15 jaar
80 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons*
120 en 5 bons voor 200 yards naaigaren, 6 bons voor kousen of sokken en 4 bijzondere bons*
B
Vrouwen boven de 15 jaar
80 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons* en 4 bons voor kousen
120 en 7 bons voor kousen en 5 bons voor naaigaren en 2 bijzondere bons*
C
Jongens van
3 15 jaar
100 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons*en 5 bons voor kousen
Idem B
D
Meisjes van
3 15 jaar
100 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons*en 5 bons voor kousen
Idem B
E
Voor kinderen van 1 3 jaar
100 en 3 bons voor naaigaren en 9 bijzondere bons*
120 en 5 bons voor naaigaren en 7 speciale bons*
F
Zuigelingen
150 2 bons voor waterdichte dekens en meerdere bijzondere bons
150 en 2 bons voor waterdichte dekens en meerdere speciale bons*
* de bestemming van deze bons zou later zou meegedeeldworden.
Kostprijs per kledingsstuk
Vrouwen
Mannen
Kledingsstuk
Punten
Kledingsstuk
Punten
Wintermantel
75
Winterkostuum
80
Wollen kleed
42
Zomerkostuum
50
Voorschoot
12
Pull met lange mouwen
21
Bloes
20
Hemd met boord
24
Kousen
4
Korte onderbroek
10
Rok
18
Das
1
Een meisjesmantel 37 punten, een bretelbroekje voor een zuigeling 6 7 punten, een tafelkleed 22 punten, een bedlaken 35 punten, een meter stof op 143 cm breedte 16 punten, enz
Voor speciale kledij moest een afzonderlijke aanvraag gebeuren met de nodige bewijsstukken zoals voor rouw (overlijdensakte), zwangerschap (geneeskundig attest), uitzet (verklaring van de ondertrouw), enz
Kinderen krijgen 1 paar schoenen per jaar. Volwassenen uitgezonderd bepaalde categorie van werklieden moesten het in principe gans de oorlog met één paar schoenen stellen.
Alles wordt gerecupereerd of herstelt en gedragen tot het geheel versleten is, schoenen worden vervangen door klompen bij gebrek aan leder worden houten blokzolen op de schoenen genageld. Men kon maar een paar schoenen kopen wanneer de aanvrager geen 2 paar schoenen had die nog konden gedragen worden.
Niet alleen de rantsoenering werd vastgelegd, maar ook welke de normale voorraad was voor één persoon:
De verwarming gebeurde met een Leuvense stoof, een Brabantse kachel of een haardvuur.
De kolen werden eerst per maand en later per drie maanden verdeeld.
Het rantsoen was 150 tot 250 kg per 3 maanden voor gezinnen van 1 tot 4 personen, met een vermeerdering van 50 kg per bijkomende groep van 1 tot 4 gezinsleden.
Bij ziekte met koorts krijgt men een extra kolenbon van 50 kg uitgereikt.
Door het gebrek aan steenkool of cokes wordt Slam* of spriet** geleverd, deze zijn eveneens gerantsoeneerd.
Langs de spoorweg kon men dagelijks kinderen en vrouwen zien die sintels (geheel of gedeeltelijk verbrande steenkool) opraaptenVeel bomen moesten er ook aan geloven.
Er wordt veel kou geleden, vooral van kerstdag 1941 tot op 13 maart 1942 is het bibberen, het kwik staat constant onder nul. In januari daalt de temperatuur tot 18°. De openbare gebouwen en lokalen worden niet meer verwarmd. De scholen sturen de kinderen naar huis. Sommige stedelingen zitten weken zonder brandstof, om zich te verwarmen kruipen ze met kleren en al in bed, alles wat kan branden wordt verbrand. * Slam is steenkoolgruis (kolenslib) dat wel vuur geeft maar weinig warmte levert. Het moet vochtig gemaakt worden anders brandt het te vlug op.
** Sprietis een soort fossielhout afkomstig uit de Kempen, het brand langer dan gewoon hout maar niet zo lang als steenkool.
Wie over gas en elektriciteit beschikt wordt gerantsoeneerd.
Verlichting
Niet alle woningen waren aangesloten op elektriciteit of gas. Men moest beroep doen op een kaars want petroleum was schaars. Daarbij moesten s avonds en s nachts de vensters volledig verduisterd worden.
Vanaf 1943 werd voor de gezinnen die geen elektriciteit hadden de lampolie gerantsoeneerd. Er waren 4 rantsoeneringkaarten:
Kaart A
Gezin van 4 5 personen
1 l tot 2,5 l
Kaart B
Met meer dan 6 personen
1,5 l tot 4 l
Kaart C
Koe stallen
0,5 l tot 1 l
Kaart D
voertuigen
1 l
Tabak
Ook tabak ontsnapter niet aan!
Velen kweken zelf tabak of iets dat er op lijkt, als men het maar op kan roken. Door het gebrek aan tabak werd er ook een tabakskaart uit gegeven, dit voor de mannen boven de 17 jaar. In 1943 kregen ze voor 3 zegels 130 gr pijptabak of in evenredigheid sigaretten per maand in 1944 kwam het op de helft. Er werd veel tabak gesmokkeld uit Frankrijk en was op de zwarte markt te bekomen aan woeker prijzen.
Ook niet rokers beschikken over tabakszegels, dit leidt uiteraard tot een nieuwe handel. Een pakje sigaretten kost voor de oorlog 1,8 tot 2 BEF, tijdens de oorlog 4 tot 7 BEF. Tabak kost 10 a 15 BEF per 100 gr dit is het dubbel van vroeger!.
Bier werd van graan gemaakt en was schaars. Bier kon men vanaf 7 januari 1941 alleen met broodzegels bekomen.
Halve liter bier van1° =25 gr brood
2° =50 gr brood
4° = 500 gr brood
Dit duurde zo een 3-tal maanden en dan ging men flotjesbier brouwen, misschien wel de voorganger van het hedendaags alcoholvrij bier.
Fietsbanden
De fiets was zo wat het enige vervoermiddel dat ter beschikking was in de oorlogsjaren. Rubber was een belangrijk product voor de bezetter, zo werden de fietsbanden gerantsoeneerd t.t.z. een fietsband mocht maar afgeleverd worden indien het dringend noodzakelijk was. Er werd bepaald wie in aanmerking kwam, o.a.: werknemers, geneesheren, veeartsen, verpleegsters, rijkswachters, douane, enz
Kon men zijn versleten fietsband niet vervangen dan legde men op de versleten fietsband een andere versleten fietsband. Het was wat harder duwen om zich te verplaatsen, maar men kon opnieuw een tijdje weg.
Autos en benzine
Reden er dan geen autos?
De bezettende overheid legde beslag op petroleum en benzine, de autobezitter konden moeilijk aan deze grondstoffen geraken en hun gerij moest van groot belang zijn voor de bezetter.
Vrachtwagenchauffeurs lieten hun wagens draaien op gassen. Daarvoor lieten ze de wagen uitrusten met een ketel waarin hout en kolen gestookt werden. En konden ze verder rijden (zeg maar puffen)
Einde van de rantsoenering
Het einde van de oorlog betekent echter niet het einde van de rantsoenering. De situatie zal geleidelijk verbeteren maar het zal nog een aantal jaren duren voor alles weer verkrijgbaar is, pas op het einde van 1948 nemen we afscheid van de zegels!
Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
Van Frans van Gompel uit Bergeijk, Nederland, vroeg me het Volgende;
Als ik in Vichy (Frankrijk) ben valt mij steeds het standbeeld van de Belgische koning Albert I op. Het beeld is meer dan manshoog met een goed gelijkende Albert I die gekleed is in het Belgische legeruniform met helm van WO1. Het beeld met sokkel, met de tekst "Albert, Roi Soldat" wordt goed onderhouden. De kleine vlaggen van België en Frankrijk worden steeds vernieuwd en er staan regelmatig verse bloemen.Ik vraag mij af waarom dit beeld hier in Vichy staat. Wie heeft het geplaatst, Wat was de aanleiding? Wie kan ons helpen? u kunt mailen naar tfront@live.be
EEN MUST VOOR IEDEREEN DIE INTERESSE HEEFT IN GESCHIEDENIS!
Het FOR FREEDOM MUSEUM ligt in Ramskapelle, een deelgemeente van Knokke. Het museum is onder gebracht in de gerestaureerde dorpsschool. En vertelt ons het verhaal vangebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Het prachtige museum is pas enkele maanden open, maar kreeg al bijna 5000 bezoekers over de vloer!
Al jaren bezoek ik her en der musea die de gedachte aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog levendig willen houden, maar het FOR FREEDOM MUSEUM is zekere een pracht van een museum. Het verhaal, het decor, de presentatie, het origineel materiaal, .. is allemaal goed doordacht en verzorgd. Eigenlijk was ik daar niet van verwonderd, want al jarenlang ken ik de conservator Freddy Jones, en ken ik zijn manier van werken. Zijn passie, zijn historische kennis,zijn gedrevenheid vind men terug in dit unieke museum! Dit resultaat vergde jaren werk, jammer dat veel bezoekers dat niet altijd goed beseffen!
4 september 2009 bezocht ik het AIRBORNE MUSEUM te OOSTERBEEK (NL), ik was zeer benieuwd, want toen ik er verleden jaar op bezoek was vernam ik dat het museum vernieuwd zou worden. Dus trok iknu vol verwachting het museum binnen! Het museum is nog niet volledig af, maar het was me al vlug duidelijk dat het eindresultaat uitmuntend zal zijn. Vooral DE AIRBORNE EXPERIENCEmet beeld, licht - en geluidseffecten zal veel mensen weten te boeien. Maar de meer historisch geïnteresseerden komen zeker ook aan hun trekken.
Ik zou zeggen brengeen bezoekje aan dit prachtige museum, een beetje geschiedenis kan zo boeiend zijn!
Zondag 5 september 09 namen mijn echtgenote en ik zelf deel aan de Airborne wandeltocht te Oosterbeek. Duizenden wandelaars, ongelooflijk! Aan de meeste huizen wapperden er Pegasusvlaggen, het symbool van de Britse luchtlandingstroepen die hier in september 1944 strijd leverden.Wij hadden gekozen voor de afstand van 25km, deze mooie wandeling bracht ons onder andernaar de Airborne begraafplaats waar 1754 gesneuvelden liggen begraven. We passeerden ook nog de landingsplaatsen waar de Britse zweefvliegtuigen, de Gliders, waren geland. Het was een zeer aangename combinatie van sport en geschiedenis, volgend jaarzijn we weer van de partij.
Tijdens deze zomer is het wellicht niemand ontgaan dat naast de riolerings- en wegenwerken te Poelkapelle er ook bouwbedrijvigheid geweest is nabij het marktplein op het hoekpunt bij het Guynemermonument: een tankmonument werd opgericht dat alle gesneuvelden uit de tankslagen in de Ieperboog wil herdenken!
Dhr.Chris Lock, Brit, veteraan van het Britse tankcorps en woonachtig te leper is de initiatiefnemer en financierder van het project. Het feit dat de Poelkapelse gemeenschap na WO I heropgebouwd werd omheen de in de grond verzonken tank Mark IV "Damon II", die later ook een ereplaats kreeg op het marktplein, liet een diepe indruk na bij Chris Lock. Aanvullend met de lokale tankgebeurtenissen te Poelkapelle -de bouw van de replica Mark IV- en de vaste wil van de P1917A om Poelkapelle met zijn oorlogsverleden en monumenten opnieuw een vaste plaats in het leperse oorlogstoerisme te geven, werd beslist om het monument naar Poelkapelle te brengen.
Een tankmonument voor de leperboog te Poelkapelle heeft in het huidige overvloedig aanbod binnen het oorlogstoerisme een niet te onderschatten betekenis. Datgene dat de tanks en hun bemanningen hier presteerden dreigt vergeten en geminimaliseerd te worden, terwijl hun aandeel nogal wat levens heeft gespaard en het Britse tankcorps hier in vreselijke omstandigheden de voorbereidingen legden voor wat, enkele maanden later, een groots succes werd rond Cambrai.
Plaatselijk, op de weg naar en in Poelkapelle, werden deze eerste 26-ton zware monsters al of niet met succes ingezet. Voor de leperboog betroffen dit de oostelijke invalswegen naar leper met de Frezenberg en 't Hooge. Maar bovenal bleven twee van deze tanks over in de leperboog: één op het leperse stationsplein, afkomstig van het Langemarkse slagveld en de "Damon II" op het Poelkapelse marktplein. De tank van Poelkapelle overleefde het langst, tot in WO II, toen de invallende Duitsers hem ontmantelden.
Het nieuwe monument wordt ingehuldigd op zaterdag 10 oktober om 14u00. Een bijzondere interesse komt alvast vanuit Groot-Brittannië. Verschillende familieleden van in de Ieperboog gesneuvelde militairen van het tankcorps kondigen hun aanwezigheid aan oa. familie van Capitain Robertson (Victoria Cross) en de dochter van tankcommandant van de Poelkapelse tank! Naast de Inhuldiging worden tijdens dit weekend ook andere activiteiten georganiseerd : een tankbattlefieldtour, een herdenkingsplechtigheid ter ere van de VC's en DCM's en een speciale Last Post ceremonie onder de Menenpoort te leper. Het volledige programma vindt u terug op www.tankmemorial.vpweb.co.uk. De aan Poelkapelle gerelateerde info vindt u op: www.tankmemorial.blogspot. com, http://p1917a.blogspot.com/. Het spreekt voor zich dat de lokale bevolking heel in het bijzonder uitgenodigd wordt naar deze plechtigheid. Velen, toen nog kind, kort na WO I, speelden in de tank en bewaren er de beste herinneringen aan. Maar bovenal het feit dat deze tank, samen met de andere tanks uit de leperboog, bijdroeg aan onze vrede, kan een goede reden zijn om met onze aanwezigheid, dankbaarheid te uiten aan de aanwezige familieleden!
» Info : Dienst Toerisme, Cindy Timperman, Kasteelstraat1,8920Langemark-Poelkapelle,Tel057/49.09.41, toerisme@langemark-poelkapelle.be
Some have asked, Why a Tank Memorial for the Ypres Salient today? I hope the above photographs reveal the answer. These incredibly brave men, have had to wait for far too long for a Memorial to commemorate and remember their losses and their suffering. This is now about to be put right. Apply the Tank Corps famous epitaph " From mud, through blood to the green fields beyond" and your answer will be revealed!
The proposed Tank Memorial will commemorate the TANK CORPS, the former HEAVY BRANCH MACHINE GUN CORPS and the joint infantry/tank actions that took place here in the Ypres Salient during the Great War. The Village of Poelkapelle will host the Tank Memorial on behalf of the Ypres Salient and was just one of the many battlefields where infantry battles supported by armour raged during the 3rd Battle of Ypres in 1917.
The Tank Memorial has been privately sponsored with the plot of land being kindly offered on behalf of the Flemish Government in conjunction with the Mayor's Office & kind folk of Langemark-Poelkapelle. The Memorial book of remembrance will list and detail all 242 tank soldiers buried or commemorated in the Ypres Salient. A visitors book will also be permanently displayed at the Memorial. A (to scale) walk on plan of the fighting compartment of a MK 4 tank showing all crew positions will be included in the Memorial Enclosure floor area. The Memorial compound will also contain an information board complete with original photographs. Throughout the summer months, the flags of Belgium and Great Britain will be flown side by side. The Royal Tank Regiment flag will be flown on special dates and at all Ceremonies.
Please note: The Tank Memorial complete will be constructed of black brick and black cement however, the Memorial enclosure floor will reveal the crew positions and dimensions of a British MK 4 Tank in Brown, Red and Green bricks. The colours applied in the above plan drawings are purely for the architects needs and the official language in this part of Belgium is Dutch.
The proposed Tank Memorial will stand proudly alongside the Guynemer Memorial ( www.acepilots.com/wwi/fr_guynemer.html ) Poelkapelle is Guynemer and Poelkapelle will also be the home of the Tank Memorial for the entire Ypres Salient!
The Tank Memorial will come with a special Inauguration Weekend. THIS IS NOW CONFIRMED AS SATURDAY 10th & Sunday 11th OCTOBER 2009. The main Tank Memorial Inauguration Ceremony will take place on Saturday 10th October 2009 at 2pm.
TANK MEMORIAL
YPRES SALIENT
"FROM MUD, THROUGH BLOOD TO THE GREEN FIELDS BEYOND"
THIS MEMORIAL COMMEMORATES THE TANK CORPS
AND FORMER HEAVY BRANCH MACHINE GUN CORPS TANK CREWMEN,
WHO FOUGHT AND FELL IN THE YPRES SALIENT DURING THE GREAT WAR.
THEIR ASSAULTS WERE CARRIED OUT IN ATROCIOUS CONDITIONS.
THESE BRAVE MEN FOUGHT AN EQUALLY BRAVE, RESILIENT AND WELL-ENTRENCHED ENEMY
AS WELL AS THE VERY BATTLEFIELD ITSELF.
ON 9 OCTOBER 1917, EIGHT TANKS DEPLOYED INTO THIS VILLAGE;
ALL EITHER SANK DEEP INTO THE MUD OR WERE DESTROYED
WITH MANY CREWMEN BEING KILLED AND WOUNDED.
TANK D29 DAMON II SLIPPED INTO A DEEP SHELL CRATER
AND WAS KNOCKED OUT ON THIS CROSS ROADS.
LATER IT WAS PLACED AS A MONUMENT AT THE SITE
WHERE THIS TANK MEMORIAL STANDS TODAY.
9 OCTOBER 1917 WAS THE LAST ATTEMPT TO DEPLOY TANKS EN MASSE
INTO THE QUAGMIRE OF THE SALIENT.
AS FAR AS THE CREWS WERE CONCERNED, THE BATTLEFIELD HAD ACQUIRED A NEW NAME:
" THE CEMETERY OF THE TANKS "
MUCH OF THE SALIENT WAS CAPTURED DURING THE 3rd BATTLE OF YPRES.
HOWEVER, THE BRITISH WERE UNABLE TO HOLD THEIR GAIN AND POELCAPELLE
WOULD CHANGE HANDS SEVERAL TIMES UNTIL IT'S FINAL CAPTURE
BY BELGIAN TROOPS DURING THE ALLIED ADVANCE OF 1918.
The following report was written by D G Brown of D Battalion Tank Corps immediately after the failed 9th October Poelcapelle assault:
Up on the Poelcapelle - St Julien Road, the tanks that had been knocked out were still there blocking the road. They had to be removed to allow free movement of supplies and perhaps the use of more tanks....
A party under the Chief Engineer of the 1st Tank Brigade began the work at once. It had to be done at night and then under conditions of extreme danger, for the Germans knew perfectly well what was happening and shelled the road ferociously. One by one the wrecked tanks, filled with not only their own dead but with the bodies of infantrymen who when wounded, had crawled in from that tormented street to die, were blown up by heavy charges of gun cotton. Within a week, the ghastly road was clear again, except for the human debris which always accumulated there;
Belangrijke Duitse stellingen uit 1915 - 1917 ontdekt in Zonnebeke.
Belangrijke Duitse stellingen uit 1915 - 1917 ontdekt in Zonnebeke.
In de voorbije weken zijn op een private werf in Zonnebeke belangrijke Duitse stellingen uit de Eerste Wereldoorlog blootgelegd. Het gaat om resten van diverse houten constructies uit de periode 1915-1917, waarvan het gebruik eindigde met de Slag van Passendale.
Overblijfselen van voor de allesvernietigende slag van 1917 zijn in Zonnebeke zeldzaam. De opgravingen gebeurden door het Memorial Museum Passchendaele 1917 en de intergemeentelijke archeologische dienst Archeo7.
Bron en fotos : Het Memorial Museum Passchendaele.
In het weekend van 22 en 23 augustus 2009 vonden in Normandië diverse herdenkingen plaats van de gevechten van augustus 1944.
Opnieuw betuigde de regio zo zijn dank aan zijn bevrijders, voor het merendeel Belgen van de Brigade Piron.
Op zaterdag huldigde de stad Merville-Franceville op de voormalige positie van een Duitse kustbatterij het kleine museum van kazemat nr. 4 in. Het is opgedragen aan de soldaten van de beroemde Brigade Piron. Gedurende verschillende maanden hebben vrijwilligers de half bedolven bunker opgekuist, gestut en in een nieuw kleedje gestoken. De vesting beschermde de Duitse artilleristen die de geallieerde troepen met 100 mm obussen bestookten.
De gepassioneerde renovatiegroep stond onder leiding van 1ste soldaat Kris Michiels van het 11de Bataljon Genie. Dankzij zijn privéverzameling kon hij de historische site een uitzonderlijk cachet geven. Verschillende originele uitrustingstukken zijn afkomstig van de zolders van Belgen die in de regio vochten, in de rangen van de Brigade Piron. Uniformen, foto's, persoonlijke documenten en gebruiksvoorwerpen uit het toenmalige militaire leven houden er vandaag de herinnering levend.
's Anderendaags heerste ook in Honfleur een ingetogen en dankbare stemming ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van zijn bevrijding. Tientallen Franse, Britse, Canadese maar vooral Belgische oud-strijders waren op de afspraak om elkaar nog eens terug te zien en de plicht van de herinnering aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in eer te houden.
Het Brusselse Koninklijke Legermuseum voerde het defilé van historische voertuigen aan dat de lokale autoriteiten voor de gelegenheid organiseerden. Hun bijdrage bestond uit een AB Daimler Dingo een AB Daimler Armoured Car een Universal Carrier en een Loyd Carrier. Die rups- en wielvoertuigen behoorden eveneens tot de Brigade Piron. Het zijn echte relieken uit de jaren 40-45, want zelfs in hun land van oorsprong - het Verenigd Koninkrijk- zijn ze bijna verdwenen. Militairen en vrijwilligers van het museum gaven ze een langdurige en grondige opknapbeurt.
Vertaling van het werk van MAX DEAUVILLE (Maurice Duwez) La boue des Flandres
MAX DEAUVILLE (Maurice Duwez)
BIOGRAFIE Maurice Duwez werd geboren te Elsene op 31 augustus 1881. Zijn vader was een briljant oftalmoloog en werkte samen met burggraaf de Spoelberg de Lovenjoul (bibliofiel van Sand, Balzac, Mérimée, ) wiens arts hij was. Hij had een gelukkige jeugd in een traditioneel burgerlijk milieu van die tijd. Zijn anderhalf jaar oudere broer, Gaëtan Duwez, ging studeren aan de Militaire School. Op zn zestiende begint Maurice Duwez zijn medicijnenstudie aan de Leuvense Universiteit, samen met een jeugdvriend met wie hij de Cercle dArt opricht. Burggraaf de Spoelbergh bij wie hij na de dood van zijn vader in 1901secretaris wordt, introduceert hem in de literaire kringen (La Revue Générale, Brussel) en bij de Parijse uitgever Gaston Calman-Levy. Als beginnend huisarts begint Max Deauville ook te schrijven en in 1907 publiceert hij zijn eerste roman, La Fausse Route. Voor de oorlog verschijnen van hem bij Calman-Levy te Parijs nog Le Fils de ma Femme in 1909, Lamour dans les Ruines het jaar daarna en Le Métier dHomme in 1914. Voor de oorlog had Max Deauville ook bijdragen geleverd voor een aantal literaire tijdschriften: La Revue Générale, Le Mercure de France, Le Thyrre. In 1914 meldt hij zich als vrijwilliger bij de Burgerwacht. Hij neemt deel aan de terugtrekking van het Belgisch leger aan het front in Diksmuide. Na de gevechten bij Steenstrate in april-mei 1915 is hij aangetast door loopgravenkoorts. Hij verlaat het regiment grenadiers in februari 1916, hij is gifgasslachtoffer en wordt arts aan het Hôpital de Saint Lunaire in Bretagne. In juni 1917 keert hij terug naar het front en op 22 oktober wordt hij ingedeeld bij de ballonvaarders. Hij neemt deel aan het overwinningsoffensief en de bezetting van Duitsland en wordt in december 1918 gedemobiliseerd. Hij kreeg verscheidene eervolle vermeldingen en vele militaire eretekens waaronder het oorlogskruis met twee palmen. Zijn verhalen over de Grote Oorlog verschijnen in Jusquà lYser dat al in 1917 gepubliceerd werd en in La boue des Flandres met een eerste editie in 1922. Zoals alle oorlogsvrijwilligers leed Max Deauville onder het onbegrip van al diegenen die onder de Duitse bezetting gebleven waren of die het land verlaten hadden. De oorlog inspireerde hem eerst stoïcijnse gelatenheid, later ontgoocheling, vergiftigd door de speciale sfeer die na de oorlog in bepaalde kringen heerste. Hij heeft deze atmosfeer schitterend beschreven in Jonas (dat als toneelstuk werd opgevoerd) en in Dernières Fumées.Na de oorlog gaat hij in de Esplanadestraat in Elsene wonen, met zijn moeder, zijn echtgenote en hun zoon die geboren werd in het hospitaal lOcéan in De Panne op 18 augustus 1915, na de slag aan de IJzer, waarnaar hij genoemd werd. Maurice Duwez hield praktijk in zijn In juni 1917 keert hij terug naar het front en op 22 oktober wordt hij ingedeeld bij de ballonvaarders. Hij neemt deel aan het overwinningsoffensief en de bezetting van Duitsland en wordt in december 1918 gedemobiliseerd. Hij kreeg verscheidene eervolle vermeldingen en vele militaire eretekens waaronder het oorlogskruis met twee palmen. Zijn verhalen over de Grote Oorlog verschijnen in Jusquà lYser dat al in 1917 gepubliceerd werd en in La boue des Flandres met een eerste editie in 1922. Zoals alle oorlogsvrijwilligers leed Max Deauville onder het onbegrip van al diegenen die onder de Duitse bezetting gebleven waren of die het land verlaten hadden. De oorlog inspireerde hem eerst stoïcijnse gelatenheid, later ontgoocheling, vergiftigd door de speciale sfeer die na de oorlog in bepaalde kringen heerste. Hij heeft deze atmosfeer schitterend beschreven in Jonas (dat als toneelstuk werd opgevoerd) en in Dernières Fumées.Na de oorlog gaat hij in de Esplanadestraat in Elsene wonen, met zijn moeder, zijn echtgenote en hun zoon die geboren werd in het hospitaal lOcéan in De Panne op 18 augustus 1915, na de slag aan de IJzer, waarnaar hij genoemd werd. Maurice Duwez hield praktijk in zijn privéwoning. Verder was hij controlearts voor de Algemenen Verzekeringen en werd hij benoemd aan het ziekenhuis van Elsene. Hij bleef de geneeskunde beoefenen tot aan zijn pensioen en sluit zijn privépraktijk in 1946; dan nemen hij en zijn vrouw hun intrek in een appartement in de Ridderstraat te Elsene. Hij is altijd een erg sociale arts geweest, met hart voor de minderbedeelden; toch zijn er maar twee boeken waarin hij het heeft over zijn praktijk: Fourrière en La Soledad. In november 1926 mislukt een afscheidingspoging in Catalonië. De leiders die naar Frankrijk gevlucht waren, worden berecht in Parijs en naar België uitgewezen. Max Deauville ontfermt zich over hen.
Ze gaan in Brussel wonen, waar de dichter Ventura Gassol een goeie vriend wordt van Max Deauville. Fransescos Macia, leider van de eerste opstand, wordt in 1932 benoemd tot voorzitter van de Generaliteit van Catalonië en op 12 april 1931 roept hij de onafhankelijke Republiek Catalonië uit. In juni 1931 ontvangt hij Max Deauville en samen maken ze een rondreis door Catalonië. Het verhaal van deze reis wordt gepubliceerd in Notes sur la Catalogne (september 1931). Op het internationaal congres van Zürich in 1947, trekt Max Deauville energiek van leer tegen de Duitse misdaden en de vroegtijdige heroprichting van de Duitse Pen Club. Hoewel hij een zachtaardig, beschaafd, vriendelijk en beminnelijk man was, vond hij het zijn plicht zijn spreekwoordelijke gereserveerdheid te laten varen. Na het ontslag van Louis Piérard in 1948, wordt Max Deauville benoemd tot voorzitter van de Franstalige sectie van de Pen Club. In 1956, tijdens het XXVIIIe congres in Londen, neemt Max Deauville ontslag en wordt de derde Franstalige Belgische equipe voorgezeten door Robert Goffin. Hij overlijdt te Elsene op 1 februari 1966.
Vertaler
Luk VERLONJE Oostende, 1952. Licentiaat vertaler. Doceert Taalbeheersing Nederlands, Encyclopedievan het vertalen en Vertalen Frans-Nederlands aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken van de Hogeschool Antwerpen. Hij is er verder hoofd van de vakgroep Nederlands en voorzitter van de Onderwijscommissie. Vertaalde o.m. Jean Stengers, De Koningen der Belgen. Machten invloed. Van 1831 tot nu; Christine de Groote, Van Eden tot vandaag. De geschiedenis van de tuin; Gaston Compère e.a., Een naïeve kijk op België.
Inleider
Piet CHIELENS (1956) is geboren en woont in Reningelst (in de Westhoek van Vlaanderen) waar hij opgroeide met de verhalen en de graven van de Grote Oorlog. Hij studeerde economische wetenschappen en communicatiewetenschappen aan de K.U.Leuven. Hij is coördinator van het In Flanders Fields Museum te Ieper (sinds 1996) en was vijftien jaar artistiek directeur van Vredesconcerten Passendale (1992-2007). De Vredesconcerten creëerden meer dan 20 avondvullende producties met de Eerste Wereldoorlog als inspiratie. Enkele ervan kenden maar een paar voorstellingen, anderen staan na jaren nog af en toe op binnen- of buitenlandse podia. Het In Flanders Fields Museum werd in 2000 onderscheiden met de belangrijke Museumprijs van de Raad van Europa. Piet Chielens is inhoudelijk verantwoordelijke voor beide instellingen en werkt mee aan hun talrijke publicaties (CDs, gidsen, catalogi, boeken).
Uittreksels
De grond ligt vet. Waar het gras kaalt, vormen zich in de modder plassen die grijs weerspiegelen in de zwarte nacht. Het is drukkend warm. In de vochtige zoelte hangt mist. Aan de hemel schuiven traag de dikke wolken. De ronde maan plengt haar zilveren tranen in de duisternis. De verhakkelde takken en de piekerige vederbos van de bomen doemen op uit de chaos.
De soepcorvee komt traag op gang, allemaal achter elkaar aan. Er fluiten kogels in het rond. Op de rug van de mannen stuitert het vilt van de aluminium drinkbussen tegen elkaar. De laarzen zinken in de modder en worden er met een klokkend geluid weer uitgetrokken.
Soepcorvee, De modder van de Westhoek, p. 21.
Overdag blijven de mannen binnen en slapen. Het platteland ligt er verlaten bij, af en toe komt een herder langs gewandeld met enkele koeien. Ze loeien en briesen en reikhalzen naar lichte horizonten. Een soldaat komt voorbij met een emmer. Een andere slentert wat rond, de handen in de zakken. Rond de hutten is de grond bezaaid met conservenblikjes. Dit houten dorp ademt nostalgie, als een verlaten tentoonstelling.
De zon schijnt nu, een deugddoende herfstzon die de vochtige lucht zo tegen de middag wat verwarmd krijgt. De blaadjes aan de bomen zijn geel, andere verzinken in de bruine grond. In de verte buldert het kanon. Dichterbij vuurt een batterij snelle salvos. De wegen zijn verlaten. Er rijdt een fietser weg, alleen. De rijkswachter die de wacht houdt, verdoet zijn tijd met in de lucht te staren...
Fokkewerf, De modder van de Westhoek, p. 31.
De generaal sprak hen toe in het Frans: Dappere karabiniers, bedenk dat ik een van de uwen geweest ben. Ik was toen trots op mijn regiment. Ik hoop dat ik dat nu ook kan zijn. Er zijn daar een paar grappenmakers de IJzer overgestoken. Ik reken op jullie om ze naar de overkant terug te drijven. De soldaten trokken voorbij zonder hem een blik te gunnen.
Hun gezicht stond hard, hun rug kromde zich onder hun tas en ze omknelden hun geweer. Een van hen was wat verbijsterd, van zijn stuk gebracht, boog zich naar zijn makker en vroeg aarzelend: Wa zegt hè? De andere nam hem manhaftig bij de armen en terwijl hij met gefronste wenkbrauwen in de richting van de vijand keek, antwoordde hij: Kom, Jef. t Es nichs. Das allemo kluterij. En ook dát was een staaltje van militaire welsprekendheid...
Het mooie defilé, De modder van de Westhoek, p. 64.
Uitgeverij de Schorre
- Opgericht in februari 2006, registernummer 10.856 bij de Koninklijke Bibliotheek.
- Wenst geschriften over de Grote Oorlog te verspreiden en in het bijzonder die van de Belgische auteur Max Deauville.
- Is van plan zowel historische als eigentijdse manuscripten en documenten over de Westhoek uit te geven.
Zoals jullie ondertussen waarschijnlijk al weten staat er in Merville aan
de Merville batterij een originele Dakota C-47A het toestel heeft tijdens de nacht van 5 op 6 juni 1944 Amerikaanse parachutisten (101st Airborne ) gedropt boven Saint
Mére Eglise. Later werd het toestel ingezet tijdens de operaties "Market Garden" de
Ardennen en de Rijn .
De vereniging Association Merville-Dakota is nu meer dan twee jaar aan het werk om het vliegtuig te restaureren en het is voor 98 % afgewerkt.
Volgens mij is dit een van de mooiste restauraties ooit van een historisch
Vliegtuig dit om de hele simpele reden dat de vrijwilligers er ook in geslaagd zijn
de vroegere bemanning terug te vinden.
De mensen zijn gepassioneerd "staan op met de het toestel en gaan er mee