Foto
Foto
Foto
Inhoud blog
  • BOEK: Duitse begraafplaats Menen Wald
  • Vreemdelingen in de Westhoek tijdens de grote oorlog
  • SLAG AAN DE EDEMOLEN te NAZARETH
  • Dodengang, de laatste overlevenden van de Grote oorlog
  • Verhalen van Daniel R. Shine
  • Verhalen van Daniel R. Shine 2
  • Verhalen van Daniel R. Shine 3
  • Privé monument voor Gunner Albert Edwin Wheeler
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge
  • Paarden en muildieren uit de Groote Oorlog, Militaire Kapel Brugge 2
  • UITSTAP: 'België bezet 1940-1944' sfeerbeelden
  • ANZAC Day 25 april 2012 ZONNEBEKE
  • Uitstap 'De Slag bij Loos' sfeerbeelden
  • Gedenkplaat voor LT Lee Scott MC Polygon Wood
  • LT Lee Scott
  • The Lady of Loos
  • De Slag bij Loos
  • De Slag bij Loos (25 september - 19 oktober 1915)
  • GOTT MIT UNS Tijdelijke tentoonstelling in het IJzertorenmuseum
  • Restauratiewerken in Bayernwald
  • Wandelen langs the Menin Road
  • Wandelen langs the Menin Road 2
  • Restauratie Calvarieberg Diksmuide
  • Wandeling: 'Polygone Wood'
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood !
  • Lichamen van Duitse militairen gevonden, 94 jaar na dat ze werden gedood!2
  • Historiek van het Geheim leger GL- AS 40-45
  • Memorial voor de verdwenen US begraafplaats te Foy
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane
  • Het bloedbad van Oradour-sur-Glane 2
  • TARIEF BORDEEL 1915- Tarif de bordel en 1915‏
  • Bastogne Barracks Hoofdkwartier Gen. McAuliffe
  • Bastogne Barracks -Gulf War- Golf oorlog
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 1
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 2
  • 34th BASTOGNE DECEMBER HISTORIC WALK 3
  • Allerlei beknopte Info WOI &WOII
  • Sfeerbeelden van de Last Post van 10-11-2011 in Ieper
  • Patrouilleurs aan het IJzerfront. De helden van het niemandsland
  • Informatiebord Private FG Dancox VC te Poelkapelle
  • 't Hooghe 14-18
  • MENIN ROAD MUSEUM ZILLEBEKE
  • DE SOLDATEN VAN DE AMERIKAANSE MILITAIRE BEGRAAFPLAATS FLANDERS FIELD
  • Remember Private Jarvis Fuller (7th Bn Australian Inf) Info van dhr Johan Durnez
  • THE HOME OF THE UNDERGROUND WAR , de rust post voor de fronttoerist, Polygonebos
  • Een late krans voor Guynemer (studie 120 blz)
  • De Britse Mark IV tank, de D29 Damon II , van Poelkapelle
  • Tentoonstelling: Congo aan den Yser , in het Memorial Museum Passchendaele 1917
  • Fietsen van Diksmuide naar Ieper
  • Joe MANN monument aan de Boslaan-zuid in Best (NL)
  • Gevallen voor het Vaderland- Pro Patria
  • Museum Bevrijdende Vleugels
  • Foto's museum Bevrijdende Vleugels
  • Erekoepel Nationaal Bevrijdingsmuseum Groesbeek NL
  • Nationaal Bevrijdingsmuseum 1944-1945
  • Monument Generaal Gavin Groesbeek
  • De gevechten in de regio van Saint Mihiel 14-18
  • Kaarten regio St Michiel
  • Beierse troepen bij de gevechten in en bij de sector van Saint Mihiel
  • Foto's regio St Michiel
  • Foto's van het fort van Troyon
  • Fort de Troyon als sperfort in september 1914
  • FORT TROYON HEDEN
  • De strijd om de saillant van Saint-Mihiel (1915-1918)
  • Snipers WWI
  • Australiërs aan het Westelijk Front 1916–1918 AIF
  • De slagvelden waar Australiërs vochten AIF
  • AIF foto 2
  • AIF foto's
  • TRIBUTE TO Major Richard 'Dick' Winters
  • Blitzkrieg, Mei 1940
  • VERDUN
  • Feldgrau in de Argonne1914-1918 Heel interessant boek!
  • De eerste uren van de bevrijding van Vichte in oktober 1918; door Jef Bogaert
  • Britse oorlogsbegraafplaats Harlebeke New British Cemetry.
  • Remembring Private Rufus Rigney 48BN Australian Infantry
  • Aboriginalvlaggen
  • De replica van het vliegtuig waarmee Guynemer zijn eerste overwinning behaalde
  • The Western Front Association - België
  • Het dragen van de poppy (klaproos).
  • A Tribute to "Piper" Bill Millin
  • Duitsland betaalt laatste oorlogsschuld
  • Filmpjes WO I
  • Britse militaire begraafplaatsen
  • Headstones
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats:
  • Kenmerken van een Britse begraafplaats foto
  • Poelcappelle British Cemetery
  • Jongste frontsoldaat (14) JOHN CONDON
  • Poelcappelle British Cemetery foto1
  • Poelcappelle British Cemetery foto2
  • Poelcappelle 1914 -1919
  • In Flanders Fields
  • Opening tentoonstelling NOUS IRONS EN FLANDRE
  • DE IJZERTOREN Diksmuide
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 1
  • Foto's IJzertoren Diksmuide 2
  • Foto Tankmonument te Poelkapelle
  • Rantsoenering Tweede Wereldoorlog
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Rantsoenering WO2 (verolg)
  • Duidt je stad of gemeente aan .....
  • Belgisch front 14-18
  • Sfeerbeelden 14-18
  • Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
  • FOR FREEDOM MUSEUM Knokke
  • AIRBORNE MUSEUM OOSTERBEEK(NL)
  • DE AIRBORNE WANDELTOCHT TE OOSTERBEEK
  • INHULDIGING TANK MEMORIAL
  • Belangrijke Duitse stellingen uit 1915 - 1917 ontdekt in Zonnebeke.
  • Herdenkingen voor de Brigade Piron in Frankrijk
  • De modder van de Westhoek
  • Dakota C-47A Merville
  • DE BRIGADE PIRON KREEG HUN VERDIENDE PLAATS !
  • foto's Zillebeke 14-18
  • foto's Dadizele 14-18
  • foto's Woumen 14-18
  • Bastogne Historic Walk
  • Bastogne Historic Walk 2
  • Graf van Prins Murat achterneef van Napoleon I
  • Monument gesneuvelden en oorlogsslachtoffers van Marke
  • Ehrenfriedhof N°179 Marcke-lez-Courtrai Marke
  • De Wellington steengroeve te Arras (Frankrijk)
  • De bevrijding van de regio Beverlo - Leopoldsburg
  • Britse -Canadese en Australische postkaarten en posters WOI
  • Enkele Britse sfeerbeelden uit de Eerste Wereldoorlog
  • BIBLIOGRAFIE HALEN 1914
  • DUITSE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • BELGISCHE VERLIEZEN IN HALEN 1914
  • KAART VAN HET GEVECHT BIJ HALEN 1914
  • CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN HET GEVECHT TE HALEN 1914
  • SLAG VAN HALEN 12 AUGUSTUS 1914
  • Musketier PETER KOLLWITZ
  • Graf van Dr Chastang en enkele Esense burgers 1914
  • Herinneringsmonument voor de franse Marine Fuseliers
  • De laatste Franse Poilu en de laatste Duitse soldaat uit 14 - 18 zijn overleden
  • Niet Polen maar Belgen bevrijdden het Nederlandse Oost-Groningen
  • THE LAST ANZAC
  • Pro Gloria Duitse postkaarten 14-18
  • Doodsbericht van België
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel1)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel2)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel3)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel4)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel5)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert (deel6)
  • Oorlogsdagboek S.O.E agent Marcel Becquaert Foto's 2
  • Een vergeten monument 2
  • Een vergeten monument!
  • De Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze
  • Foto's van Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze 2
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke
  • Foto uit 1914
  • Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerst e Wereldoorlog
  • Ook zij vielen voor hun vaderland (1)
  • Gecamoufleerd Duits Kanon 1914
  • Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde
  • Franse begraafplaats Koksijde
  • Monument 4de Lansiers-Halen
  • Het ontstaan van de Zwarte Duivels
  • Zwarte Duivels
  • Monument Zwarte Duivels - Halen
  • Foto's Halen
  • DE SLAG DER ZILVEREN HELMEN
  • Wandeling over het vroegere slagveld van Halen
  • De FallschirmjÃger
  • Franse almoezenier aan het front
  • Een getuigenis mei 1940
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • 't front Verdun
  • 't Front gesneuvelden van Marke
  • 't Front 1940
  • Belgische Militaire Begraafplaats Oeren
  • Duitse bezetting 14-18 flanderland
  • Welkom bij Poelcapelle Area 1914-1918
  • De Groote Oorlog
  • WORLD WAR ONE MUSIC & SONGS
  • Max Deauville
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Archief
  • Alle berichten
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • WFA België
  • Belgian Fronts
  • BELGIAN COMMANDO MUSEUM FLAWINNE
  • WO1 in de Westhoek
  • De Duitse Enigma Codeermachine
  • First World War
  • Somme
    Mijn favorieten
  • 't Front Pro Patria
  • FILMS
  • Wesp333
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    PRO PATRIA
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    http://www.pegasusarchive.org/
    Foto
    AUSCHWITZ
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief
  • Alle berichten
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontverdun
  • Tekeningen en foto ivm Verdun
  • Op bezoek in het spookhuis van de Eerste Wereldoorlog
  • Cahier de guerre 1914-1918 de Constant Vincent
  • 700.000 doden
  • Bronvermelding: Literatuur over de Slag bij Verdun
    Foto
    Hoofdpunten blog tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
  • Bronvermelding, links
  • De Duitse Pantserdivisies te Vroenhoven
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Mijn favorieten
  • seniorennet.be
  • Sint Juliaan
  • Blindganger
  • Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto

    Verzamelen van
    militaire insignes

    http://blog.seniorennet.be/military/
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    lucieswerk
    blog.seniorennet.be/luciesw
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    alexandra_en_jo_in_peru
    blog.seniorennet.be/alexand
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    willemvandijk
    blog.seniorennet.be/willemv
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    moekeb
    blog.seniorennet.be/moekeb
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    butterfly
    blog.seniorennet.be/butterf
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    meike
    blog.seniorennet.be/meike
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    wimpie1
    blog.seniorennet.be/wimpie1
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    okra
    blog.seniorennet.be/okra
    Willekeurig SeniorenNet Blogs
    johnnyenchristiane
    blog.seniorennet.be/johnnye
    Hoofdpunten blog Tfront1940
  • Cabour 1940
  • korporaal Emile Cady
  • Monument 1940 -Bastogne-Cpl Cady
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Een interessant adres?
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Hoofdpunten blog tfrontgeheimleger
  • Secteur IV : Ours (setor IV)
  • Bauduin Julien VANASSCHE uit Menen . 1ste Compagnie Zone III – Groep Macareux (Lauwe)
  • MENEN ZONE III Historiek
  • Maquis Frankrijk
  • La resistance - het verzet in Frankrijk
    Foto
    Blog als favoriet !
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Categorieën
    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Blog als favoriet !
    Zoeken in blog

    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.

    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    't FRONT
    1914-1918 & 1939-1945
    EERSTE & TWEEDE WERELDOORLOG
    12-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Foto's van Franse begraafplaats St.Charles-de-Potyze 2
     Foto's van Franse begraafplaats  St.Charles-de-Potyze  

















    12-05-2008 om 10:32 geschreven door DP


    11-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke
    Foto's van de Franse begraafplaats te Zonnebeke















    11-05-2008 om 00:00 geschreven door DP


    10-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto uit 1914
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Foto uit 1914

    10-05-2008 om 00:00 geschreven door DP


    18-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerst e Wereldoorlog
    Enkele Duitse foto's en postkaarten uit de Eerste Wereldoorlog.

















    18-04-2008 om 17:52 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook zij vielen voor hun vaderland (1)
    1 Joseph Beck 11de Infanterie Regiment ,gevallen nabij Ieper op 9juni 1917, hij ligt begraven te Langemark. 
    2 Hans Muck onderofficier In het Koninklijk Beierse 8ste Reserve Veldartillerie Regiment gevallen op 26-07-1917 nabij Soveja In Roemenië, ligt begraven in Comciul in Hongarije.
    3 Josepf Lucas gevallen bij Verdun hij diende als onderofficier medische dienst bij het 13de Reserve Infanterie Regiment.
    4 Johann Grill 5 Beiers Cavalerie Regiment,overleden aan zijn verwondingen op 18-03-1916 en begraven op de Duitse begraafplaats  te Neuvile-StVaast (Frankrijk) Blok 22 graf 273.







    18-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    04-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gecamoufleerd Duits Kanon 1914
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Goed gecamoufleerd Duits Kanon 1914

    04-04-2008 om 08:38 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde
    Foto's van de Franse begraafplaats te Koksijde genomen in 2007















    04-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franse begraafplaats Koksijde
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    FRANSEN MILITAIREN BEGRAVEN IN KOKSIJDE


    Het Franse leger was van oktober 1914 tot november 1918 steeds present bij alle grote veldslagen aan het Vlaamse  front. Ook tijdens de kalmere periodes waren er altijd een Fransen aanwezig aan het front op het Belgische grondgebied. Ten minste 50.000 Franse militairen stierven of werden dodelijk geblesseerd op dit front. Ze werden begraven in Vlaanderen of in begraafplaatsen verderop in de buurt van militaire hospitalen.

    Op 18 februari 1916 werd het Service Général des Pensions opgericht, dit is een onderdeel van het Franse leger. Zij moest zich gaan bezighouden met het groot aantal gesneuvelde militairen. Na de oorlog, op 25 november 1918, werd een nationale commissie opgericht die moest toezien op de architectuur van de begraafplaatsen. Iedere begraafplaats moest gelijk zijn. Op 27 januari 1920 werd het Ministère de Pensions opgericht dat de taken van de andere verenigingen overnam.

    Alle Franse begraafplaatsen zijn dus min of meer identiek. De christelijke soldaten kregen een eenvoudig kruis, voor andere godsdiensten was er een aparte grafsteen voorzien. Elke begraafplaats is gebouwd rond een centrale weg die naar de Franse vlag leidt. Onbekende soldaten werden bijgezet in een massagraf. Het  was en is toegelaten om ter ere van bepaalde soldaten of regimenten een monument op te richten op het kerkhof.

    Een wet van december 1920 liet toe dat op verzoek van de familie de lichamen van Franse doden werden gerepatrieerd. Dat maakt dat van verschillende tienduizenden Franse graven in Vlaanderen er vandaag nog maar 11.789 graven gekend zijn, naast nagenoeg 6.000 anonieme graven verspreid over 36 begraafplaatsen. Alle andere graven zijn vandaag verdwenen.

    Voor meer informatie over de begraafplaatsen, kan men best contact opnemen met:Ministère des anciens Combattants et Victimes de Guerre, Délégation à la Mémoire et à l'Information Historique, 37, rue de Bellechasse, 75007 Paris, France

     

    Saint Poilu

    Non, Saint Poilu n'est pas sur le calendrier,
    Il n'est pas embusqué dans les canons de Rome,
    Mais il connaît, parbleu, les canons de la Somme,
    Des Flandres et de l'Aisne; et comme il sait crier:

    "Vive la France!" avec ses poumons et son âme,
    Comme il est camouflé, tout entier, de ciel bleu,
    Comme le sang qu'il verse est couleur d'oriflamme,
    Saint Poilu se débrouille à la Cour du Bon Dieu.

    Saint Poilu... c'est au front tout le monde et personne,
    C'est tantôt celui-ci, c'est tantôt celui-là,
    C'est le premier poilu venu qui, sur un plat,
    Vous sert une victoire avant que charge sonne.

    Saint Poilu... c'est un et tout maigre et tout boueux,
    Hirsute et pas rasé, mais d'une telle allure,
    Qu'il dépasse Saint Louis, Charlemagne et ses preux,
    Et que Français jamais n'eut si noble figure.



    Een van die resterende begraafplaatsen is van Koksijde (Frans militair perk)

    Ligging: West-Vlaanderen, België
    Adres: gemeentelijke begraafplaats, Koksijde-dorp.
    Aantal Franse graven geïdentificeerd in de data base: 123

    Op de gemeentelijk begraafplaats, aan de oostzijde van de St Pieterskerk, vinden we de graven van de Franse militairen terug. Op het perk liggen in totaal 122 slachtoffers uit de Eerste Wereldoorlog, overleden tussen januari 1915 en april 1917. Onder hen een belangrijk aantal fuseliers-marins en verder veel koloniale troepen, die bij Nieuwpoort werden ingezet. De hoogste in rang hier begraven, is Lieutenant-colonel E. Hardy van het 3° RI. Verder liggen hier nog 10 andere officieren begraven. In 1940 werden hier nog 11 militairen begraven, waarbij er 2 bij een onbekend Frans militair uit de Eerste wereldoorlog werden bijgezet. Dit brengt het totaal voor dit perk op 133. Het vermelden waard is ook het graf van de Franse Enseigné de Vaisseau Constant Perroquin, ridder van het Légion d’honneur, die op 1 april 1915 sneuvelde en begraven werd in een privé-graf Franse  begraafplaats Koksijdetussen de overleden burgers.

    Koksijde

     

    ABRIVIE;Cyprien;1914-1918;Sur tombe : ALRIVIE. 2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 20/04/1894 à Camps (19). Tombe 72.;20/06/1915;Passendale (Belgique)
    ANTOMORI;Pierre;1914-1918;Sous-lieutenant au 165e R.I. Né le 27/05/1890 à Bastia (20). Tombe 2.;31/05/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    AUGER;Edgard;1914-1918;2e Canonnier-servant au 55e R.A. Né le 29/06/1890 à Saint-Benoît-sur-Mer (85). Tombe 14.;19/03/1917;Koksijde (Belgique)
    AUGUSTIN;Joseph;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 19/05/1890 à Montainville (28). Tombe 113-1.;22/03/1916;De Panne (Belgique)
    BELLARD;Alfred;1914-1918;Sergent au 11e R.I.T. Tombe 53.;09/05/1915;
    BERTHAULT;Eugène;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 06/08/1878 à Epinac (71). Tombe 64.;26/08/1915;Lombardsijde (Belgique)
    BERTRAND;Augustin;1914-1918;3e R.I. Tombe 81.;24/07/1916;
    BERTRAND;Lucien;1914-1918;Soldat au 11e R.I.T. Tombe 95.;18/02/1915;
    BEULZE;Frédéric;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 16/06/1894 à Scaër (29). Tombe 50.;28/08/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BIHAN;Joseph;1914-1918;Maître-Fusilier au 1er Fusiliers Marins. Né le 07/10/1881 à Bannalec (29). Tombe 47.;18/05/1916;St Joris/St Georges (Belgique)
    BLAMART;Gaston;1914-1918;Soldat au 29e R.A. Tombe 48.;18/04/1915;
    BONNET;Pierre;1914-1918;58e R.A. Tombe 6.;07/04/1917;
    BONZON;Jean;1914-1918;Lieutenant au 7e R.T.A. Né le 15/10/1872 à Pau (64). Tombe 103 bis.;23/01/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BORNIC;Jean;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 03/01/1890 à Belz (56). Tombe 80.;13/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BOUIN;Antoine;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 28/03/1894 à St Aignan (44). Tombe 21.;27/06/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    BOURVON;Ambroise;1914-1918;Matelot au 2e Fusiliers Marins. Né le 05/10/1890 à Argol (29). Tombe 34.;30/06/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BOUVILLE;Auguste;1914-1918;Soldat au 14e R.I.T. Né le 21/01/1882 à Pantin (75). Tombe 84.;22/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    BRAHIM;Ben Hadj;1939-1945;7e R.T.M. Tombe 113-3.;12/08/1940;
    BRAHIM BEN MOHAMMED;Ben Nasser;1914-1918;Sur tombe : Ben Nasseur. Sous-lieutenant au 8e R.T.T. Né à Zozeur (Tunisie). Tombe 7.;20/03/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    CADIN;Auguste;1914-1918;1e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 08/05/1882 à Boucey (50). Tombe 75.;05/10/1915;Lombardsijde (Belgique)
    CADIO;Nicolas;1914-1918;Maître-Fusilier au 1e Fusiliers Marins. Né le 16/03/1889 à Caudan (56). Tombe 58.;28/05/1915;St Joris/St Georges (Belgique)
    CAILLIBOTTE;François;1914-1918;Soldat au 118e R.A.L. Né le 23/12/1883 à Hénansal (22). Tombe 10.;06/11/1916;Koksijde (Belgique)
    CALLO;Aristide;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 31/08/1894 à St Nazaire (44). Tombe 16.;30/07/1915;Koksijde (Belgique)
    CANTAIS;Pierre;1914-1918;1e Sapeur au 3e Génie. Né le 19/12/1872 à Bretteville (76). Tombe 69.;24/04/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    CHAMPION;Charles;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 29/10/1884 à Pamproux (79). Tombe 57.;27/05/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    CHARPENTIER;René;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 09/05/1884 à Paris (75). Tombe 54.;07/08/1915;Koksijde (Belgique)
    CHEVALIER;Louis;1914-1918;Caporal au 11e R.I.T. Tombe 41.;09/05/1915;
    CHRETIEN;Joseph;1914-1918;Soldat au 141e R.I. Né le 10/12/1896 à Germigny (18). Tombe 59.;14/06/1916;Oostduinkerke (Belgique)
    CLAVEAU;Camille;1914-1918;Sur tombe : Joseph. Soldat au 3e R.I. Né le 01/09/1896 à Azay-les-Ferron (36). Tombe 70.;29/06/1916;Lombardsijde (Belgique)
    CLOET;Marcel;1914-1918;Matelot-mécanicien au 1e Fusiliers Marins. Né le 24/05/1894 à Dunkerque (59). Tombe 68.;22/04/1915;Ambulance n°1- Koksijde (Belgique)
    DACHICOURT;Alphonse;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 01/06/1879 à Boulogne-sur-Mer (62). Tombe 87.;18/11/1915;Ambulance 3/38-Nieuwpoort (Belgique)
    DACORN;Jean;1914-1918;1e Fusiliers Marins. Tombe 78.;02/09/1915;
    DARDINIER;Henri;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 07/12/1894 à Paris (75). Tombe 11.;08/06/1915;Ambulance 3/38-Nieuwpoort (Belgique)
    DEBONNE;Hippolyte;1914-1918;Soldat au 1e Bataillon d'Afrique. Né le 03/11/1888 à Dieppe (76). Tombe 114.;17/10/1916;Koksijde (Belgique)
    DEIXONNE;Joseph;1914-1918;2e sapeur-pontonnier au 7e Génie. Né le 27/01/1893 à Buenos-Aires (Argentine). Tombe 93.;22/02/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    DOUSSIN;Gaston;1914-1918;1e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 08/01/1891 à Brétigny-sur-Orge (92). Tombe 106.;22/03/1916;Groenendijk (Belgique)
    DUBOIS;Abel;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 05/12/1878 à Inghem (62). Tombe 86.;18/11/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    FIGEAC;Adrien;1914-1918;Soldat au 1e Zouaves. Né le 13/01/1893 à Belfort (90). Tombe 15.;30/05/1915;Koksijde (Belgique)
    FLOCH;Yves;1939-1945;561e Cie Autos. Tombe 113-7.;30/07/1940;
    FRADET;Henri;1914-1918;Soldat au 3e R.I. Né le 05/03/1896 à Azay-le-Person (36). Tombe 19.;27/02/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    FREDJ;Ben Hadj Brahim;1914-1918;8e R.T. Tombe 8.;25/01/1916;
    GASTAUDO;Batistin;1914-1918;1e Bataillon d'Afrique. Tombe 115.;17/10/1916;
    GIRARD;Alphonse;1914-1918;Caporal au 76e R.I.T. Né le 16/09/1876 à La Guerche (35). Tombe 35.;16/12/1916;Koksijde (Belgique)
    GONTRAND;Henri;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 24/01/1878 à Canlers (62). Tombe 88.;18/11/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    GORON;Charles;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 24/03/1886 à La Rochelle (17). Tombe 1.;04/08/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    GRANDPOLD;Auguste;1914-1918;Brigadier au 1e R.A.P. Né le 22/07/1891 à Vendeville (59). Tombe 102.;17/03/1915;Lombardsijde (Belgique)
    GUERIN;Jean-Marie;1914-1918;Sous-lieutenant au 1e Zouaves. Né le 02/12/1888 à St Christophe (69). Tombe 33.;21/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    GUILLOU;François;1914-1918;Sous-lieutenant au 351e R.I. Tombe 36.;13/03/1917;
    HAMADI;Ben Bakkal;1939-1945;2e Génie. Tombe 113-4.;01/06/1940;
    HARDY;Edmé;1914-1918;Lieutenant-colonel au 3e R.I. Né le 17/03/1874 à Paris (75). Tombe 5.;13/04/1917;Lombardsijde (Belgique)
    HENRY;Louis;1914-1918;Matelot au 2e Fusiliers Marins. Né le 14/01/1893 à Lannodez (22). Tombe 17;17/08/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    HOVELT;Marcel;1914-1918;Soldat au 8e R.I.T. Né le 11/03/1874 à Dunkerque (59). Tombe 36 bis.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    HUET;Louis;1914-1918;Soldat au 80e R.I.T Né le 13/10/1878 à Yvetot (50). Tombe 24.;30/12/1916;Oostduinkerke (Belgique)
    JARLAND;Gabriel;1914-1918;Maître-pointeur au 32e R.A.C. Né le 06/05/1892 à Reims (51). Tombe 37.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    JEAN;Marius;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 20/10/1881 à Vallabrègues (30). Tombe 67.;18/08/1915;Koksijde (Belgique)
    JOELAN;;1914-1918;Tombe 83.;29/12/1915;
    LABESSE;Jean;1914-1918;Soldat au 1e Tirailleurs Algériens. Né le 06/03/.... à Villebret (03). Tombe 116.;03/11/1916;Koksijde (Belgique)
    LANOY;Henri;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 19/02/1874 à St Martin (62). Tombe 85.;18/12/1915;Ambulance 3/38-Nieuwpoort (Belgique)
    LAVERCHER;Emile;1914-1918;Soldat au 1e R.A.P. Né le 22/04/1887 à Lille (59) . Tombe 90.;03/08/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    LE LAIT;Jean;1914-1918;Soldat au 2e Fusiliers Marins. Tombe 107.;27/06/1915;
    LEBLE;Ferdinand;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 25/07/1894 à Bouguenais (44). Tombe 25.;27/06/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    LEBON;Louis;1914-1918;Caporal au 7e Génie. Né le 15/08/1893 à Troyes (10). Tombe 100.;17/06/1915;Koksijde (Belgique)
    LEBRE;Michel;1914-1918;Marin au 2e Fusiliers Marins. Né le 18/05/1894 à Meussargues (15). Tombe 92.;12/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    LELIEVRE;Jean-Baptiste;1939-1945;Caporal. Tombe 61 bis.;21/08/1940;
    LEROUX;Corentin;1914-1918;Matelot. Fusiliers Marins. Né le 24/11/1894 à Plobannelec (29). Tombe 99.;11/12/1917;Lombardsijde (Belgique)
    LHASSEN;Ben Mohamed;1939-1945;3e R.T.S. Tombe 83 bis;13/07/1940;
    LHUILLER;Charles;1914-1918;Sapeur au 2e Génie. Né le 29/12/1895 à Souk Ahras (Constantine). Tombe 29.;21/06/1915;Ambulance 2/38- Koksijde (Belgique)
    LUCIA;Yves;1914-1918;Marin au 2e Fusiliers Marins. Né le 09/12/1894 à Pont Melvey (22). Tombe 52.;28/03/1915;Ambulance n°1- Koksijde (Belgique)
    MACARE;Emile;1914-1918;1e R.A.P. Tombe 82. Décès entre le 07/12/1915 et le 06/01/1916. Tombe 82.;;
    MAILLOL;Jean;1914-1918;Enseigne de vaisseau au 1e Fusiliers Marins. Né le 31/05/1875 à Banyuls (66). Tombe 74;15/10/1915;Koksijde (Belgique)
    MAIZA;Marcel;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 30/11/1894 à Saint-Jean-de-Luz (66). Tombe 51.;24/08/1915;Koksijde (Belgique)
    MALLET;André;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 08/04/1891 à Chenay (41). Tombe 39.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    MEMAIN;André;1914-1918;2e Canonnier-servant au 58e R.A. Né le 30/06/1890 à Bordeaux (33). Tombe 55.;07/08/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    MERLAND;Louis;1914-1918;Sur tombe : MEERLAND. Sapeur au 7e Génie. Né le 14/02/1896 à Oignies (62). Tombe 32.;23/06/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    MERCIER;René;1939-1945;514e R.R. Tombe 113-5.;01/06/1940;
    MIALANE;Louis;1914-1918;Maréchal des Logis au 38e R.A. Né le 17/04/1892 à Nimes (30). Tombe 111.;05/10/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    MICHEL;Charles;1914-1918;58e R.A. Tombe 13.;27/03/1917;
    MIGLIACCIO;Antonio;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 16/02/1892 à St Eugène (Algérie). Tombe 109.;28/03/1915;Lizerne (Belgique)
    MONGUERARD;Louis;1914-1918;1e Maître Timonnier. Fusiliers Marins. Né le 05/06/1875 à Lorient (56). Tombe 45.;17/05/1916;St Joris/St Georges (Belgique)
    MOTREFF;Louis;1914-1918;Maréchal des Logis au 118e R.A.L. Né le 19/11/1888 à Kergrest (22). Tombe 12.;06/11/1916;Koksijde (Belgique)
    MOULINET;Emile;1914-1918;2e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 25/11/1882 au Pré-St-Gervais (75). Tombe 76.;05/10/1915;Lombardsijde (Belgique)
    MOULINOUX;François;1914-1918;Soldat au 58e R.A. Né le 09/09/1885 à Chalany (19). Tombe 66.;18/08/1915;Koksijde (Belgique)
    NICOLAS;Alain;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 06/03/1886 à Pouldergat (29). Tombe 97.;25/01/1916;Koksijde (Belgique)
    OLIVRO;Jules;1914-1918;Sur tombe : OLIVO. Maître fusilier. Fusiliers marins. Né le 09/03/1878 à Béganne (56). Tombe 46.;17/05/1916;St Joris/St Georges (Belgique)
    OMAR;Ben Hamadi Ou Hammadi;1939-1945;7e R.T.M. Tombe 72 bis.;14/08/1940;
    OPIGEZ;Maurice;1914-1918;Enseigne de Vaisseau au 1e Fusiliers Marins. Né le 01/01/1892 à Marseille (13). Tombe 42.;12/07/1915;St Joris/St Georges (Belgique)
    PAJOT;Marcel;1914-1918;Quartier-Maître. Fusiliers Marins. Né le 24/05/1892 à Bar-sur-Aube (10). Tombe 101.;29/11/1917;St Joris/St Georges (Belgique)
    PARSY;Gustave;1914-1918;Soldat au 5e R.M.Z.T. Né le 26/02/1892 à Neuville-Vitasse (62). Tombe 117.;12/12/1916;Koksijde (Belgique)
    PAUL;Jean-Baptiste;1914-1918;Second-Maître fusilier au 1e Fusiliers Marins. Né le 24/09/1883 à Guiclan (29). Tombe 4.;08/08/1915;Ambulance n°1- Koksijde (Belgique)
    PERTRIZEARD;Paul;1914-1918;Soldat au 165e R.I. Né le 28/07/1896 à Paris (75). Tombe 79.;09/07/1916;Koksijde (Belgique)
    PESTRE;Auguste;1914-1918;Sous-lieutenant au 141e R.I. Né le 11/01/1893 à Luc-en-Drois (26). Tombe 20.;18/02/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    PETITOT;Paul;1914-1918;Adjudant au 106e R.I.T. Né le 30.03.1875 à Beauvois (02). Tombe 30.;13/09/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    PILLARD;Raoul;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 08/11/1893 à Chatillon-Coligny (45). Tombe 38.;03/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    PREVOST;André;1914-1918;Sur tombe : PREVOT. Soldat au 351e R.I. Né le 13/06/1896 à Cuigy-en-Bray (60). Tombe 18.;04/03/1917;Koksijde (Belgique)
    PREVOST;Robert;1914-1918;2e canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 02/08/1893 à Orléans (45). Tombe 62.;09/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    PSALMON;Fernand;1914-1918;2e Canonnier-conducteur au 32e R.A.C. Né le 07/05/1885 à Flogny (89). Tombe 43.;26/07/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    RAVAILLE;Denis;1914-1918;Capitaine au 55e R.A. Né le 18/04/1876 à Montclar (12). Tombe 26.;29/06/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    REBOUL;Hippolyte;1914-1918;123e R.I.T. Tombe 60.;26/09/1915;
    RIBET;Jean;1914-1918;Brigadier au 3e R.A.P. Né le 10/08/1889 à La Pernelle (50). Tombe 73.;25/10/1915;Koksijde (Belgique)
    RICARD;Charles;1914-1918;Soldat au 141e R.I. Né le 19/11/1886 à St Rome-de-Cernon (12). Tombe 110.;29/04/1916;Koksijde (Belgique)
    RICARD;Joseph;1914-1918;Soldat au 10e R.A.P. Né le 08/06/1890 à L'Isle-sous-le-Doubs (25). Tombe 28.;11/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    ROLLAND;Lucien;1914-1918;Brigadier au 32e R.A.C. Né le 20/03/1887 à Paris (75). Tombe 96.;24/01/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    ROMANETTI;Innocent;1914-1918;Matelot au 1e Fusiliers Marins. Né le 16/05/1894 à Ajaccio (20). Tombe 3.;06/08/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    ROYET;Marie;1914-1918;2 e Canonnier-servant au 3e R.A.C. Né le 27/10/1887 à Le Cheylard (07). Tombe 91.;07/05/1915;Ambulance 2/38- Koksijde (Belgique)
    SALMON;Rogatien;1914-1918;Marin au 1e Fusiliers Marins. Né le 13/03/1894 à Bouguenais (44). Tombe 22.;27/06/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    SAMPIERI;Simon;1914-1918;Maréchal des Logis au 55e R.A. Né le 10/02/1894 à Sartène (20). Tombe 108.;26/04/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    SANGIAUME (PRÉSUMÉ);;1939-1945;Décès vers le 21/08/1940. Tombe 94 bis.;;
    SARRAN;Raphaël;1914-1918;Marin au 2e Fusiliers Marins. Né le 29/10/1894 à Puéchabon (34). Tombe 40.;02/05/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    SAULI;Paul;1914-1918;Maréchal des Logis au 58e R.A. Né le 26/01/1895 à Aïn Brahain (Tunisie). Tombe 112.;14/10/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    SICSIC;David;1914-1918;2e Canonnier-servant au 58e R.A. Né le 29/10/1888 à Tlemcen (Algérie). Tombe 56.;07/08/1915;Koksijde (Belgique)
    SIEGLER;Jacques;1914-1918;2e Canonnier-servant au 32e R.A.C. Né le 15/05/1892 à Paris (75). Tombe 31.;09/05/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    SIRDEY;Alexandre;1914-1918;Sous-lieutenant au 165e R.I. Né le 03/09/1892 à Izier (21). Tombe 27.;01/07/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 110 bis;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 111 bis.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 113-3.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1914-1918;Tombe 113-4.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1939-1945;Décès vers le 02/06/1940. Tombe 112 bis.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1939-1945;Décès vers le 02/06/1940. Tombe 113-2.;;
    SOLDAT FRANCAIS INCONNU;;1939-1945;Tombe 113-6.;23/08/1940;
    STOBINSKY;Marius;1914-1918;Maître-Pointeur au 32e R.A.C. Né le 06/05/1891 à Paris (75). Tombe 103.;02/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    TESSON;Jean;1914-1918;Soldat au 4e Zouaves. Né le 19/04/1895 à Couville (50). Tombe 49.;07/09/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    TEYSSIER;Yacinthe;1914-1918;Marin. Fusiliers Marins. Né le 20/08/1894 à Landos (43). Tombe 104.;01/08/1915;Koksijde (Belgique)
    THILY;François;1914-1918;Matelot au 2e Fusiliers Marins. Né le 06/12/1887 à Pleumeur Bodou (29). Tombe 65.;10/05/1915;Ambulance n°2- Koksijde (Belgique)
    THOMAS;Paul;1914-1918;8e Zouaves. Tombe 71.;19/01/1915;
    TINTILLIER;Humbert;1914-1918;Sur tombe : Hubert. Soldat au 9e Cuir. Né le 01/06/1889 à Desvres (62) . Tombe 63.;08/09/1915;Lombardsijde (Belgique)
    TOUBOULIC;Guillaume;1914-1918;Soldat au 118e R.A.L. Né le 01/01/1886 à La Chapelle-Neuve (22). Tombe 9.;06/11/1916;Koksijde (Belgique)
    TOULIER;Léon;1914-1918;2e Canonnier-servant au 29e R.A. Né le 15/05/1884 à Paris (75). Tombe 89.;14/04/1915;Oostduinkerke (Belgique)
    TROMPE;Louis;1914-1918;Sapeur au 3e Génie. Né le 22/12/1877 à Chanteloup (27). Tombe 94.;04/03/1915;Nieuwpoort (Belgique)
    TROUSSET;René;1914-1918;Adjudant au 1e Tirailleurs. Né le 29/08/1891 à Ay (51). Tombe 23.;05/01/1917;Nieuwpoort (Belgique)
    TURCO;Joseph;1914-1918;Matelot. Fusiliers Marins. Né le 19/03/1894 à Cherchell (Algérie). Tombe 44.;09/05/1915;Koksijde (Belgique)
    VAN RHYN;Julien;1914-1918;Soldat au 8e E.T.E.M. Né le 28/03/1873 à Paris (75). Tombe 77.;25/09/1915;Koksijde (Belgique)
    VAYSSE;Edouard;1914-1918;Soldat au 123e R.I.T. Né le 18/01/1874 à Boissezon (81). Tombe 61.;20/09/1915;St Idesbald (Belgique)
    VENDENHEIM;René;1914-1918;Sur tombe : VENDENHEIN. Sous-lieutenant au 8e Tirailleurs. Né le 03/12/1880 à Perpignan (64). Tombe 105.;15/03/1916;Nieuwpoort (Belgique)
    VESPIER;Jules;1914-1918;Sapeur au 1e Génie. Né le 08/07/1880 à Ste Geneviève (76). Tombe 98.;23/01/1916;Koksijde (Belgique)



    04-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    03-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monument 4de Lansiers-Halen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Monument 4de Lansiers  te Halen

    03-04-2008 om 17:59 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ontstaan van de Zwarte Duivels

    Het ontstaan van de Zwarte Duivels

     

    In de Septemberdagen van 1830 neemt het vrijkorps „Chasseurs de Bruxelles” deel aan de gevechten in Brussel. Op 1 november 1830 wordt het 1ste Regiment Jagers te Voet opgericht, de kern bestaat uit de Jagers van Brussel. Dit regiment wordt in 1831 aangevuld door inlijving van twee bataljons tirailleurs en een vrijkorps. In 1836 wordt het Partizanenkorps van Majoor A. Capiaumont ingelijfd.

    Heel het regiment wordt met karabijnen bewapend en krijgt het typische uniform: een  groene tuniek met gele versieringen, geel wollen vangsnoer, grijze broek, vereenvoudigde Poolse muts en Corsicaanse hoed, zwarte gordel met patroontas.Bij de reorganisatie van het leger, door Koninklijk Besluit van 9 juli 1847, krijgt dit van nauwkeurig schietend en beweeglijke regiment lichte infanterie de naam “Regiment Jagers-Karabiniers”, het nummer 1 blijft behouden.  De organisatie op oorlogsvoet voorziet de splitsing in afzonderlijke compagnies.Bij de volgende reorganisatie,door K.B. van 5 maart 1850, krijgt het regiment de naam „Karabiniersregiment” met nog altijd het nummer 1. Het regiment bestaat nu uit vijf bataljons waarvan vier actieve. Bij de reorganisatie 1902 wordt er bepaald dat de vier bataljons lichte infanterie voor de vier legerdivisies bestemd zijn.

     

    De eerste fietsen in het leger

    Vanaf 1875 gebruikt het Italiaanse leger velocipedisten om vlugge verbindingen te verwezelijken. Na 1880 volgen er testen in verschillende legers, bvb Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. Leden van de „Union vélocipédique française” nemen in 1886 als reservisten deel aan de herfstmanoeuvres en worden belangrijke boodschappers. Vanaf 1889 staan in ieder Frans infanterieregiment vier velocipedisten op de organisatietabellen. Op 11 november 1890 geeft de Minister van Oorlog aan Kapitein H. Soled de toestemming een sectie wielrijders te vormen in de regimentsschool, in Waver. De negen „vélocipédistes militaires”, onder bevel van Onderluitenant P. Kesseler, zullen vlugge estafettes worden. Het nieuwe reglement voor de velddienst beperkt hun rol tot post- en telegramdienst, planton- en verbindingsdienst.

     

    Een eerste compagnie wielrijders

    Luitenant G. Beirlaen van het Regiment Karabiniers, beoefenaar van de wielersport en hoofdredacteur van het tijdschrift „La Pédale militaire” kan de nieuwe Minister van Oorlog overtuigen een experiment te wagen met een strijdende wielrijderseenheid. Het Ministeriële Besluit van 10 augustus 1896 bepaalt dat er een tijdelijke compagnie van 120 wielrijders afkomstig van verschillende regimenten wordt opgericht. De compagnie van Luitenant Beirlaen kan gedurende de manoeuvres van de 3de Legerafdeling de militaire autoriteiten overtuigen. Aansluitend wordt hij naar Frankrijk gestuurd, naar het infanterieregiment waar Kapitein Gérard de vouwfiets (vélo-pliante Gérard) uitvond en invoerde. Zijn rapport aan de Minister, over organisatie en uitrusting van wielrijderseenheden, wordt gunstig onthaald. Ook bij de grote manoeuvres in 1897 wordt een wielrijderscompagnie ingezet.

    In 1898 werd elke 4de Compagnie van de vier bataljons Karabiniers tot een wielrijderscompagnie omgevormd. Deze vier compagnies beschikken over vouwfietsen Belgica, naar het systeem van Kapitein Gérard. In 1906 verschijnt het  “Instruction pour les compagnies cyclistes”

    Bij de reorganisatie van de infanterie, door het K.B. van 12 juni 1911, worden vanaf 01 oktober 1911 de vier compagnies wielrijders in één bataljon gegroepeerd: het 5de  bataljon het Karabiniersregiment. Bataljonscommandant Majoor Stafadjunct J. Collyns traint de infanteriewielrijders die nu de fiets niet meer vouwen en aan de kwartiermuts een klep krijgen

     

    Bataljon Karabiniers-Wielrijders

    Bij de volgende reorganisatie, door het K.B. van 11 november 1913, wordt het bataljon zelfstandig vanaf 15 december 1913 en krijgt het de naam « Bataillon de Carabiniers Cyclistes ». Het wordt bevolen door Majoor E. Siron en bestaat uit een staf, drie compagnies wielrijders en een sectie lichte machinegeweren. Het Bataljon behoort nu tot de Cavaleriedivisie en heeft zijn garnizoen in Vilvoorde.

     

    Het Bataljon Karabiniers-Wielrijders wordt bij de mobilisatie aangevuld. Op 3 augustus 1914 wordt het Bn. naar Gembloers gestuurd.

    Vanaf 4 augustus voert het verkennings- en beveiligingsopdrachten uit aan de Jeker en daarna aan de Gete. Op 12 augustus speelt het een belangrijke rol in de slag bij Halen.

    Door deze acties krijgt het van de Duitsers de bijnaam „Schwarze Teufel” (Zwarte Duivels).

     

    Het Bataljon Karabiniers-Wielrijders tijdens de slag bij Halen

    In de morgen van 12 augustus  staat de 3de  Compagnie in Halen en de sectie lichte machinegeweren (MG), het 3de peloton en de twee MG’s ten noorden van de Getebrug, het 1ste  peloton ten zuiden van die brug, het 2de  peloton bevindt zich in reserve bij het station. De 1ste  Compagnie bevindt zich bij Loksbergen, de 2de  Compagnie bezet Zelk maar het 3de peloton staat in Drieslinter.

    Omstreeks 08u10 wordt een Duitse ruiterpatrouille bij de Getebrug onder vuur genomen. Rond 08u30 begint het vuurgevecht tussen de 3de Compagnie en de voorhoedes van de 4de Duitse Cavaleriedivisie. De commandant van de Belgische Cavaleriedivisie stuurt om 09u35 twee pelotons van de 1ste Compagnie die zich ten zuiden van de 3de Compagnie moeten opstellen. Om 10u00 ligt Halen onder zwaar artillerievuur, Duitse Jagers steken de Gete over. Majoor Siron leidt de verdediging maar de vijf pelotons moeten wijken wanneer ze vanuit de flank bedreigd worden.

    Omstreeks 10u30 zijn ze achter de spoorweg opgesteld. De 1e Compagnie ten noorden van de overweg naar Loksbergen, de sectie MG aan de overweg, de 3de Compagnie ten zuiden ervan. Daar moeten ze proberen om zolang mogelijk stand te houden, tot er versterking komt.

    Om 11u30 rukken Duitse eskadrons door Halen op, ze worden er onder vuur genomen door de Cyclisten en door de artilleriebatterij die vuurt van op de Mettenberg.

    De Duitse Jagers rukken verder op, de Cyclisten worden in de flanken bedreigd en moeten zich omstreeks de middag westwaarts terugtrekken. Majoor Siron wil de pelotons laten aansluiten op de stelling van de Lansiers, aan de IJzerwinning, maar een stafofficier van de Cavaleriedivisie beveelt een opstelling aan de Betserbaan. Uiteindelijk stellen de Cyclisten zich tussen de twee op. In de velden op ongeveer 300 m ten westen van die holle weg en 400 m vóór de Lansiers. De twee pelotons van de 1ste Compagnie staan ten noorden van de IJzerbeek, de 3e Compagnie en de sectie MG ten zuiden ervan.

    De Duitse Jagers bereiken de uitgangen van Halen en nemen de Cyclisten onder vuur. De Belgische artillerie hindert het oprukken van de Duitsers, daarom beslissen de Duitsers om hun ruiterij te laten chargeren. De twee pelotons van de 2e Compagnie helpen in Zelk de eerste stormloop te stuiten. De tweede stormloop botst omstreeks 13u00 op de 1ste Compagnie die zich naar de derde stelling terugtrekt.

    De 1ste en 3de Compagnie liggen in graanvelden en krijgen zes stormlopen over zich heen, dit door drie Cavalerieregimenten. Ze worden uiteengereden, lijden verliezen in de gevechten maar blijven toch ter plaatse.

    Daarna rukken de Duitse Jagers opnieuw verder op. De overblijvende Cyclisten moeten nu ook wijken en trekken terug naar de lijn van de Lansiers waar de strijd zal voortgezet worden tot bij de aankomst van de 4e Gemengde Brigade. Omstreeks 15u00 worden de restanten van de pelotons Cyclisten uit de vuurlijn genomen.

    Het Bataljon neemt verder nog deel aan de operaties vóór Antwerpen, helpt daarna om de aftocht dekken en strijdt mee de slag aan de IJzer.

     

    Op 28 januari 1915 wordt het Tweede Bataljon Karabiniers-Wielrijders gevormd uit eenheden die zich al verdienstelijk gemaakt hebben. Beide bataljons vervullen opdrachten gedurende de loopgravenoorlog in West-Vlaanderen en bij het bevrijdingsoffensief in 1918.

    Na de wapenstilstand nemen ze deel aan de bezetting in Duitsland.

     





    03-04-2008 om 14:30 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwarte Duivels
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Zwarte Duivels







    03-04-2008 om 14:26 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monument Zwarte Duivels - Halen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Monument Zwarte Duivels - Halen

    03-04-2008 om 14:18 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Foto's Halen
    Foto's Halen

















    03-04-2008 om 14:16 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE SLAG DER ZILVEREN HELMEN
    Klik op de afbeelding om de link te volgen
    “DE SLAG DER ZILVEREN HELMEN”

     

    Het gevecht bij Halen wordt soms de “Slag der ZilverenHelmen” genoemd. Aan de basis van deze bijnaam ligt pastoor Cuppens en de Duitse helmen die men na het gevecht op het slagveld vindt.August Cuppens, pastoor en dichter, bevindt zich in Loksbergen gedurende de strijd. Van daar uit volgt hij alles van op afstand. Op 14 november 1914 schrijft hij een gedicht van 18 strofen “Slag der Zilveren Helmen”. Hij schrijft dit helemaal in de geest van de heersende romantiek. In de laatste twee strofen vergelijkt hij Halen met de Slag der Gulden Sporen,  dit door analogie van de gevonden gouden ruitersporen en de zilveren ruiterhelmen.

    Er zijn zeker en vast heel wat helmen opgeraapt. Maar van zilver? Helemaal niet!

    De Dragonders dragen een lederen pinhelm. De Ulanen dragen lederen tschapkas (helmen met paviljoen op). De Jagers hebben een sjako als hoofddeksel, evenals de 4de  Machinegeweerafdeling. Het enige Regiment dat blinkende helmen draagt (met Feldgrau overtreksel) is het 2de Kurassiers. Maar die helmen zijn uit staal. Het zijn waarschijnlijk deze die pastoor Cuppens tot de zilveren waardigheid verheft! Echte hoofddeksels in zilver vindt men er zeker niet.

    Ook al is dit niet het geval, de vergelijking met 1302 is zeer origineel. Want ook daar leidt de onbezonnenheid van ruiterij naar een tijdelijke nederlaag.

    03-04-2008 om 13:54 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandeling over het vroegere slagveld van Halen

    (1914). +- 10km
    Vertrek aan de Staatsbaan Diest-Hasselt bij de aanduiding “Militaire Begraafplaats” - "Museum 1914"in de richting van Halen centrum. Dit was de Steenweg in 1914, nu Zwarte Duivelstraat. We gaan over de Gete. Hier was de eerste verdedigingslijn van de Karabiniers-Wielrijders. Van hier bij de Gete werden Duitse patrouilles tegengehouden op 11 en 12 augustus. Op 12 augustus was de Getebrug slechts gedeeltelijk gesprongen. Op een gevel nabij de brug zien we een gedenkplaat voor de Karabiniers-Wielrijders. We stappen verder tot op de markt. Daar staat het standbeeld van het gevecht dat ingehuldigd werd op 10 augustus 1924 in bijzijn van Koning Albert I.

     

    De markt was de verzamelplaats van de Duitse Eskadrons voor en na de stormlopen.

    We wandelen even de Diestersteenweg op. In 1914 was dit de Steenweg op Diest. Hier chargeerden de 17de Dragonders (eerste stormloop). Het was ongeveer 400 meter buiten de dorpskom dat de Artillerie van de 4de Duitse Cavaleriedivisie opgesteld werd, links van de baan, gaande richting Diest.

    Terugkeren.

    Via de Fonteinstraat naar de plaats waar vroeger Halen station lag (=kruispunt Fonteinstraat - Stadsbeemd). Dit was de tweede verdedigingslijn van de Cyclisten.

    Vervolgens stappen we langs de Fonteinstraat en langs de IJzerbeek (op de rechterkant). Ga over de IJzerbeek via de Kanonnierstraat. 

    We komen aan het kruispunt van holle wegen (Kanonnierstraat en Betserbaan). Ga ongeveer 100 meter verder. Nu zijn we op de lijn waar de Karabiniers-Wielrijders stonden opgesteld tijdens hun derde opstelling, en waar ze de grote schok van de Duitse ruiterij opvingen en waar ze letterlijk overreden werden.

    De Wielrijders stonden van even rechts (noordelijk) van de Kanonnierstraat tot bij de Lansierstraat (zie verder) links en rechts van de IJzerbeek, waarvan de loop gemarkeerd is door bomen. We zien rechts (noordelijk) het gebied van de tweede en derde stormloop (17de en 18de Dragonders).

    Vervolgen we even over de weg die naar de IJzerwinning leidt (eerste weg links), voor ons zien we een heuvel, de Mettenberg. Hier stond de 1ste Batterij Artillerie (4 kanonnen) van de Belgische Cavalerie. De tweede stormloop (17de Dragonders) en gedeelten van de derde (18de Dragonders) bloedden hier dood.

    We keren op onze stappen terug en slaan de weg rechts in, deze die naar de IJzerwinning voert. De uiterste grens van de paardenstormlopen lag voor de hoeve, in de lichte holle weg, langs de IJzerbeek en juist over brug van de weg die we nu gaan volgen. Slechts weinigen kwamen zo ver. Bij de hoeve zien we een groot kruis. Het duidt de vroegere Duitse begraafplaats aan. Op de hoeve een gedenkplaat van het 4de Lansiers. Als we bij de hoeve zijn, kijk dan oostwaarts naar Halen. We  zien duidelijk de IJzerbeek die het terrein doorsnijdt. In het gedeelte rechts (zuidelijk) van de IJzerbeek (tot bij de Militaire Begraafplaats) ligt het gebied van de stormlopen van de 3de Brigade (Kurassiers en Ulanen). Gezien de talrijke stormlopen die hier op deze velden plaatsvonden, werden veel ruiters hier samen met hun paard omvergeschoten.

    We gaan over de beek naar de Lansierstraat. Vanaf de lichte holle weg bij de hoeve tot bij de Lansierstraat was de verdedigingslijn van het 4de Lansiers. Het was ook hier dat het 24ste Linie, omstreeks 18u00, de hoeve terug kon bezetten. Slechts enkele Duitsers, te voet, zijn er in geslaagd tijdens de vierde stormloop (18de Dragonders) tot achter de hoeve te komen. De hoeve is pas in Duitse handen gevallen, na het terugtrekken van de Lansiers. Vooraleer de Lansierstraat in te draaien (naar links) kijk even om. We zien recht voor ons de IJzerwinning en de verdedigingslijn van de Lansiers.

    Kijk nu naar links van de hoeve (westelijk). Ongeveer 200 meter verder is de terugtochtlijn van de ruiterij. Van daar viel het 24ste Linie aan en leden zware verliezen van zodra ze op het slagveld kwamen tussen 14u00 en 15u30. Ze namen de hoeve terug in maar veel verder geraakten ze niet.

    Links achter ons stond het 5de Lansiers. We vervolgen de weg langs de Lansierstraat in de richting van Halen. Na ongeveer 300 meter wandelen, komen we aan het meest zuidelijke punt van de 3de Karabiniers-Wielrijders. Hun twee machinegeweren stonden in de Lansierstraat opgesteld. Nu zijn we midden in het aanvalsgebied van de Kurassiers en Ulanen. Ga verder tot bij de kruising van Lansierstraat en Betserbaan (holle wegen). In de holle weg aan de linkse kant (noordelijk) vallen vele Kurassiers van het 4de Esk. en in ‘t rechtse (zuidelijk) gedeelte menig Ulaan van ’t 1ste  Esk. Deze holle wegen hebben een grote rol gespeeld voor de te voet terugkrabbelende Duitsers. Ze waren opgevuld met, lijken, gekwetsten en de kadavers van paarden. Het is ook langs de Lansierstraat van uit Halen komend dat de Duitse Infanterie infiltreerde en de verdedigingslijn bij de IJzerwinning aan het wankelen bracht. Draai naar rechts op de Betserbaan richting begraafplaats. Het was in het begin van de holle weg dat het 1ste Esk. Ulanen ineenstuikte. Verder op wordt de baan minder hol. Hier vonden de laatste charges plaats, komende van uit de laagte zien we links , de holle gedeelten deze werden nu wel vermeden. Ga op de Militaire begraafplaats. Van op deze dodenakker hebben we een mooi uitzicht op het terrein waar de charges plaats vonden. Wanneer we aan de linkse afsluiting (richting Loksbergen) staan en dan naar dit dorp kijken, dan is de lijn tot waar het 4de Linie kon oprukken ongeveer 200 meter ver gelegen. In de huizen hier in Velpen zaten de Duitsers goed verschanst, met machinegeweren vuurden ze op alles wat bewoog.

    Ga langs de Velpenstraat naar de Velp. Langs deze rivier, een 200 tal meter over de Velpbrug, is het verste punt tot waar het 4de en 24ste Linie geraakt zijn bij hun tegenaanvallen. Ze werden hier aan de grond genageld door de Duitse Infanterie.

    Sla nu de Rotemstraat in. Via deze weg kwam het uiterste rechtse Bataljon van het 24ste Linie op het gevechtsterrein. De grote hoeve Rotemsewinning werd bij het terugtrekken van de Belgen nog even verdedigd.Bezoek het oorlogsmuseum.

    Na het bezoek, gaan wij via de Gidsenstraat over de Velp naar de Liniestraat (= weg Loksbergen-Halen). Langs de Gidsenstraat stonden twee Eskadrons van het 2de Gidsen opgesteld. Zij namen praktisch niet deel aan het gevecht. Terug naar Halen via de Liniestraat. Weer passeren we ongeveer 200 meter vóór de Belgische begraafplaats, de uiterste opmarslijn van het 4de Linie. 350 meter achter de begraafplaats, aan de linkse ligt in een laagte het verzamelpunt van waar de drie laatste stormlopen vertrokken. Terug naar Halen en zo naar het vertrekpunt en eindpunt.

     

    Op initiatief van de burgemeester van Halen, vond er in augustus 1915 een eerste herdenkingsplechtigheid plaats, dit  met uiteraard met de toestemming van de Duitsers.

     

    03-04-2008 om 00:00 geschreven door DP


    10-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De FallschirmjÃger

    De Fallschirmjäger

    Dit was de meest prestigieuze elite-eenheid van het Duitse leger. De parachutisten of Fallschirmjäger (Jager is de Duitse term voor licht-bewapende infanterie) waren gespecialiseerd in verrassingaanvallen ver achter de vijandelijke linies. Deze aanvallen werden altijd uitgevoerd vanuit de lucht met behulp van parachutes en/of zweefvliegtuigen. De Fallschirmjäger kwamen vooral veel in actie bij de zogeheten Blitzkrieg-invasies: de jagers sprongen ver achter de vijandelijke linies uit hun vliegtuigen en namen belangrijke strategische doelen in waarna het voor de andere infanteriedivisies makkelijker was om het gebied te veroveren.
    De para's kwamen voor het eerst in actie in 1939 in Polen. In mei 1940 speelden ze een grote rol bij de verovering van Nederland, België en Frankrijk. In 1941 bij de verovering van het eiland Kreta. De jagers werden ook sporadisch ingezet bij de invasie van Rusland. In de rest van de oorlog nam het aantal invasies van het Duitse leger af waardoor de jagers eigenlijk een beetje overbodig werden. De jagers bleven veel buiten actie en vochten alleen nog maar in 1944 bij het verdedigen van het Franse stadje Carentan en in Italië in Monte Cassino.
    Omdat de  Fallschirmjäger gebruik maakten van vliegtuigen, hoorden ze ook bij de Luftwaffe; dit was ook de reden waarom de Jagers meestal blauwe Luftwaffe-uniformen droegen. De parachutisten hadden extreem dure, lichtgewicht wapens die speciaal ontworpen waren voor parachutesprongen. Vanwege de hoge prijs werden deze wapens alleen in beperkte oplage geproduceerd en waren ze alleen bestemd voor de Fallschirmjäger. Er waren 5 divisies van Fallschirmjäger en het totale aantal bedroeg 35.000 man. Het concept van de Fallschirmjäger heeft grote invloed gehad op de techniek van oorlogvoeren in het algemeen.



















    10-03-2008 om 00:00 geschreven door DP


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franse almoezenier aan het front
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Foto Franse almoezenier aan het front ( WOI)

    10-03-2008 om 00:00 geschreven door DP


    07-03-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een getuigenis mei 1940
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Een getuigenis

    GV

     Op mijn speurtocht naar informatie betreffende de Leieslag  Mei ’40 , vond ik in het Archief van de Kuurnse Heemkundige Kring Cuerna de getuigenis van een zekere Alphonse Decock. Dit verhaal vertelt de belevenissen van Alphonse tijdens de achttiendaagse veldtocht. Het is zijn verhaal, geschreven van uit zijn trieste ervaringen. Doch, zoals hij zelf schrijft, het kan evengoed het relaas zijn van alle mannen van het 12de  Linieregiment die zich in zijn onmiddellijke nabijheid bevonden. Uiteraard heb ik het verhaal herwerkt maar ik heb het zeker niet opnieuw geschreven want wie kan zo een vreselijk drama beter schetsen dan iemand die het allemaal van heel dicht bij meemaakte. Daarom laat ik Soldaat Alphonse DECOCK(zie foto) van de klas ‘39 stamnummer 11291197 van het 12de LINIE, Derde Bataljon, Twaalfde Compagnie, zelf zijn verhaal vertellen:

     

     

    Zijn motivering:

    “Al direct na de capitulatie van het Belgische leger, en tot op heden, worden er fantastische verhalen verteld over alles en nog wat. Datgene dat wij soms te horen krijgen zijn onmogelijke verhalen zonder basis, kwatongenpraat en sensatieverhalen.Gewetenswroeging hebben mij langzaam maar zeker tot de conclusie ge­bracht dat alle Belgen en vooral de jongeren de waarheid moeten kennen en dienen ingelicht te worden over de afschuwelijke afslachting van duizenden onschuldige jonge mensen.Het is soms nodig de miseries van honger, ontbering, angsten en armoede die de oorlog heeft bijgebracht terug in herinnering te brengen. De mensen van toen weten er nog alles van.De overlevenden van die generatie hebben al het grootste deel van hun leven achter de rug, Wij worden ouder! Dus is het de hoogste tijd dat de waarheid eens en voorgoed ter kennis wordt gebracht aan iedereen die het wenst te weten”.

    De mobilisatie:

    “Gedurende de mobilisatie strekken onze stellingen zich uit over de sector Herstal, Queue de bois, Fléron, Retinne en Micheroux. De langdurende mobi­lisatie, met al zijn alarmtoestanden en het veelvuldige wacht lopen op de stellin­gen, het verbod de sector te verlaten zonder vergunning en de sancties ge­troffen tegen de overtreders die gevat worden door de patrouilles, heeft de discipline bij de soldaten niet bijgewerkt en oefent een nefaste invloed uit op het moreel van de mannen van het 12e . Het begint in feite met hen die in de omgeving van onze stellingen wonen. Zij brengen burgerkledij mee die zij aantrekken bij het afgaan van de wacht. Als burger gekleed kunnen zij naar huis, want met een burgerplunje aan ontsnapt men aan de militaire controle. Dat dit systeem navolging krijgt hoeft geen betoog. Een groot deel van onze sol­daten beschikt over een burgerpak. Ik ook en kan zo­doende af en toe naar Luik, naar de Trocadero, of ga ik luisteren naar het welbekende orkest van Fud Gandrix.Twee of drie weken voor de inval van de Duitsers word het III de Bataljon plotseling overgeplaatst naar de Citadel van Luik. Sommigen beweren dat het een straf­maatregel is, anderen zeggen dat we op rust gaan. Wat het precies is weet ik niet en ik zal het ook nooit weten. Wat ik wel weet, is dat wij na de mars Retinne - Luik er 's avonds toekomen en er de volgende dag al de wacht optrekken aan de Citadel. Anderen voeren er patrouilles uit in de stad en omgeving. Onze toestand blijft dus status-quo.

    02 mei, ik mag op verlof eindelijk mijn beurt. Ik krijg mijn normale vijf dagen plus twee dagen die ik nog tegoed heb van het nieuwjaarsalarm, waardoor ik mij twee dagen vroeger bij mijn eenheid heb moeten voegen. Daarbij het is kermis bij ons en ik geniet er tenvolle van. Overdaad noemt men dat!

     

     

    Cette fois c'est serieux !

    09 mei. Ik neem de laatste trein om naar mijn kameraden te­rug te keren. Het slaat ergens middernacht op een Luikse toren, wanneer ik met mijn valies en een zwaar hoofd de Rue Pierreuse opklauter. Zodra ik mijn kamer ben werp ik mij op mijn brits en slaap in.Het moet ongeveer 02.30 uur zijn wanneer ik wakker geschud word door mijn makkers. Sirenes loeien en klaroenen schallen onophoudend. Ik ben slaapdronken en wil niet opstaan, maar mijn vrienden laten mij niet met rust. "Non de milliard, laat mij met rust, die kwelgeesten met hun alarm!" mor ik tussen no tal van andere verwensingen door. "Cette fois c'est serieux, allons lève-toi !" dringen ze aan. Ik sta te wankelen op mijn benen wanneer een lui­tenant de eerste bevelen komt geven. Wij moeten onze mitrailleurs in een kring rond de citadel als antivliegtuig geschut opstel­len. Nog vooraleer wij ons hebben ingegraven begint het al dag te worden.

    Al van in de vroege morgen zien wij de Luftwaffe in grote formaties ons land intrekken. Wij zijn bijzonder goed geplaatst om te zien hoe de Duitse bommenwerpers in duikvlucht onze Luikse forten met bommen bestoken. Het is een treurig schouwspel waarop wij met benepen hart staan kijken. Als het luchtruim enigszins veilig is, wagen er zich sporadisch enke­le van onze jachtvliegtuigen een cirkel boven ons te maken.

    Onze jongens van de luchtafweer geven het maximum van hun kunnen ten beste doch zonder veel resultaat. Wij van onze kant jagen zeer veel munitie de lucht in. Gaten in de rompen en vleugels van Duitse vliegtuigen hebben wij wel gemaakt maar ik betwijfel sterk of er één enkel toestel door ons is neergehaald. Nochtans zijn er moedige mannen in onze compagnie! Wanneer onze stellin­gen gemitrailleerd worden door Duitse jagers blijven onze jongens achter hun Maxims ononderbroken vuren op de vijandelijke aanvallers.

    Onze hoge positie heeft een voordeel, maar tevens een nadeel. Wij worden steeds aangevallen vanaf het hoger gelegen gedeelte. De vliegtuigen scheren in duikvlucht over ons heen en vliegen dan zeer laag boven de stad. Hier­door moeten wij ophouden met vuren, zoniet schieten wij op de burgers in de straat of in hun woningen. Toch worden er een viertal vijandelijke vliegtuigen neergehaald. Enkele mannen trekken er naartoe en snijden er de hakenkruisen uit. Nadien worden deze nogmaals ver­deeld als trofeeën voor diegenen die een stuk wensen.

    Op 11 mei wordt het een herhaling van de vorige dag. De burgerbevolking is voor een groot deel vertrokken. 's Avonds bij het vallen van de duisternis, worden onze Maxims uit hun stellingen gehaald. Enkele eenheden worden ter versterking naar Herstal gestuurd, onze eenheid trekt zich terug. Onze Luikse forten houden nog goed stand. Maar de meeste zware koepels van het zware geschut zijn stukgemaakt of geblokkeerd door de Duitse bombardementen.

    Tijden onze aftocht horen wij enkele geruchten over grenswielrijders "Garde­frontieres", die zich terug hebben getrokken na hevige gevechten met de vijand, aan de Duitse grens. De aftocht gebeurt via landelijke wegen. Wij marcheren de ganse nacht en bij het aanbreken van de dag gaan wij schuilen en uitrusten in een bos. Het is ons ten stelligste verboden  om ons buiten het bos te begeven. Dit is normaal, gezien het voortdurend overvliegen van de Luftwaffe.

    Op de vierde dag vertrekken wij in de namiddag. Het is ongeveer 17.00 uur. De manschappen stappen in twee rijen, de enen links, de anderen rechts van de weg. Achteraan worden de caissons met de mitrailleurs getrokken door paarden met een tussenruimte van ongeveer 35 A 50 meter. Op de derde cais­son die zich voor ons bevindt hebben de mannen een Maxim als luchtafweer­ geplaatst. Wij gekscheren ermee. Een goed uur later vliegen een drietal formaties Duitse bommenwerpers over ons heen. Ik bevind mij bij de laatste caisson. Wat er precies gebeurd is, weet ik niet. Is er naar de formaties gevuurd? Wij zagen opeens een van de vliegtuigen rechtsomkeer maken en een zeer lage duikvlucht uitvoeren, onmiddel­lijk gevolgd door hevige ontploffingen. De bommen komen heel dicht bij de caisson terecht .Voertuigen, paarden en manschappen worden uit­eengerukt en komen in het veld terecht. Het is een afschuwelijk schouwspel. Wij hebben en nauwelijks de tijd enkele vluchtige blikken te wer­pen want onze oversten porren ons aan om zo vlug als mogelijk onze weg ver­der te zetten. Wij krijgen bevel om bij het naderen van vliegtuigen onmiddellijk onze caissons onder bomen te plaatsen of eventueel langs gebouwen of afsluitingen maar zeker buiten het gezichtsveld van de vliegtuigen.

    Al menig soldaat en zelfs de paarden tonen tekenen van vermoeidheid. Sommige van onze mannen werpen hinderende ballast, zoals schopjes en andere voorwerpen van hun uitrusting van zich af. Anderen gebruiken achtergelaten fietsen, zelfs met lekke banden om hun uitrusting verder mee te slepen.

    Ik ben ook volledig uitgeput, maar ik klamp mij vast aan de handvatten van een mitrailleur die zich op de caisson bevindt. De nachtelijke verplaatsin­gen over de landwegen gaan ons lichamelijk weerstandsvermogen te boven. Onze tocht duurt ongeveer vier dagen. Als enige maaltijd voor de ganse dag moeten wij genoegen nemen met brood en cornedbeef en soms soep of koffie. Het gebeurt dat wij een onderkomen vinden in een hoeve, kasteel of een ander verlaten gebouw. De jacht op eten en drinken is onze bijzonderste activiteit. Indien alcoholische dranken ontdekt worden, dan zijn er steeds man­nen die te ver gaan, met alle gevolgen vandien.

    In de nacht van de vierde dag van de aftocht bevinden wij ons in de onmid­dellijke omgeving van Lambusart. 's Morgens vroeg trekken wij de gemeente binnen richting station. Daar moeten we op de trein. Wij bevinden ons dicht bij de sporen er zijn hier zopas Franse soldaten aangeko­men. De trein met materieel en munitie moet nog gelost worden. Plots dagen er vijandelijke vliegtuigen op. Men beveelt ons in de kelders van de nabijgelegen huizen te gaan schuilen, maar plaats voor iedereen is er zeker niet. Intussen word er in alle hevigheid gebombardeerd. De ganse omgeving davert op haar grondvesten. Tussen het geluid van de ontploffende bommen hoort men kreten van angst en van mensen die luidop aan het bidden zijn in de kelders. In een zeer korte tijd worden spoorwagens met hun lading ondersteboven gekeerd. Huizen en straten in de onmid­dellijke omgeving krijgen het hard te verduren. Van de gevolgen van het bombardement zien wij niet veel, want zodra de Duitse vlieg­tuigen verdwenen zijn moeten wij in allerijl vertrekken. Men vreest immers voor een tweede aanval.

    Nabij de rails zie ik een paar dode Franse soldaten liggen. Langsheen de spoor­weg gaan wij tot bij een met bomen beschutte plaats, daar nemen wij een tijdje later plaats op een goederen­trein. Ook het ons resterende materiaal wordt vlug opgeladen. Ondanks de schrik voor vliegtuigen dommelen er, tussen het materiaal, veel van onze makkers in. Ik ook. Wanneer ik ontwaak tuft de trein nog steeds verder, wij zijn ergens in Brabant. De frisse lucht die door de zeer matig rijdende trein op onze platformwagen gejaagd word doet ons goed. In de gehuchten langs de spoorlijn waar de trein voorbij rijdt staan burgers. Het zijn meest­al vrouwen en kinderen die ons meewarig toe wuiven. Wij veronderstellen dat wij naar Vlaanderen gevoerd worden. De trein rijdt de ganse nacht door. In de vroege ochtend bereiken wij Beernem. Gedurende de treinreis overwoog ik het, om samen met een vriend onze ouders te gaan bezoeken, dit natuurlijk indien wij in onze streek zouden terecht komen. Wij hebben al twee goede fietsen klaar­gezet, die wij uitkozen uit de rijwielen die zich op de spoorwagen bevinden. Wanneer de trein voorgoed stopt moeten wij ons materieel en de munitie in de nabijgelegen bossen brengen en verdere orders afwachten. Die fietsen hebben wij er natuurlijk ook bijgenomen. Aangezien wij er vast van overtuigd zijn dat er zich voor het vallen van de duisternis er zich geen verplaatsing meer zal voordoen, gaan wij er zonder aarzelen en met al onze krachten vandoor. In minder dan twee uur bevinden wij ons vlak bij mijn gemeente Lauwe. We moeten nog een brug oversteken en op die brug houden Britse soldaten de wacht. Deze doen ons dan ook stoppen. Gelukkig spreekt mijn vriend voldoende Engels om de Tommies te woord te staan. Aan het stuur van zijn fiets is toevallig een stuk uit het haken­kruis van een neergestort Duits vliegtuig gebonden. Na een kort gesprek, een flinke handdruk en een stevige schouderklop word ons doorgang verleend. Het is een pak van ons hart, na wat wij de laatste dagen hadden meege­maakt zien wij er zeer slordig uit in vergelijking met de Britse militairen. Mijn kameraad moet nog een paar gemeenten verder. Wij spreken af om onze terugtocht aan te vangen om 15.45 uur. Wanneer ik thuis kom is in enkele minuten tijd ons huis volledig bezet door buren, kennissen en familieleden. Iedereen wenst inlichtingen en allen vragen naar mijn persoonlijke mening betreffende de situatie. Ik vind het erg vervelend want ik snak naar rust. Het is voor mij voldoen­de te weten dat mijn familie ongedeerd is. Samen met mijn vader ben ik al om 15.30 uur op de afspraak. Ook hier ontbreekt het niet aan nieuwsgierigheid. Ik ben gelukkig wanneer mijn kompaan na een vijftal minuten ter plaatse ver­schijnt, zo kunnen wij de terugweg in een matig tempo afleggen. In Beer­nem stellen wij vast dat onze eenheid het bos verlaten heeft. Na een zoektocht en dankzij de inlichtingen die ons door burgers bij iedere wegscheiding of kruispunt verstrekt worden belanden wij in de omgeving van Ruiselede – Poeke. Daar bevinden wij ons plots voor onze kameraden, die er in een cordon de wacht houden. Wij krijgen er met zijn allen slaapgelegenheid in scholen, boerderijen, lokalen of burgerwoningen. Na een drietal nachten goed geslapen te hebben, zijn wij nagenoeg volledig uitgerust. Gedurende deze tijd wordt onze eenheid hervormd want er ontbreken al heel wat mannen op het appel. Pelotons, secties en groepen worden samengesteld. Daarna vertrekken wij te voet in open formatie. Gedurende deze mars worden wij of en toe gemitrail­leerd door Duitse jachtvliegtuigen. Wij belanden in de regio Wakken - Markegem waar wij de nacht doorbrengen. 's Anderendaags vertrekken wij in alle vroegte naar Kuurne. Wij bereiken Kuurne rond de middag. Onze sector strekt zich uit over Kuurne, Harelbeke - Watermolens en Bavikhove. Zenuwachtige officieren van de Generale Staf lopen naar de Leiemeersen heen en terug. Met stafkaarten en schetsen in de hand wijzen zij onze posities aan. Onze sectie wordt opge­steld aan de uiterste rechterflank van de eenheid, aan de boord van de Leie. Naast ons bevind zich een kleine betonnen loods, achter ons strekken de vlakke Leiemeersen zich uit. Voor ons ligt de rechteroever van de Leie, die is zeer goed beschut met bomen, struiken en afsluitingen. Iets meer naar rechts ontwaren wij het gekende Canadese monument (met dit gedenkteken bedoelt Alphonse het Newfoundland Memorial, of de Caribou een herinneringsmonument van de Eerste Wereldoorlog gelegen op de grens Kortrijk - Harelbeke )

     

     

    en enkele meters verder de hoger gelegen steenweg van Kortrijk naar Gent. Onze strategie is van beden­kelijk allooi. Terwijl de vijand over alle mogelijke voordelen beschikt en ongezien de boorden van de Leie kan bereiken kunnen wij maar weinig uit­richten. Vanuit onze positie is het ons onmogelijk om met onze Mills-handgranaten de overzijde van de Leie te bereiken. Wij beschikken niet eens over een granaatwerper. Verder is het zo dat Kortrijk open stad verklaard is en dat er zich aan onze rechterzijde geen manschappen bevinden. Onze naaste wapenbroeders, na­melijk deze van het derde Linie bevinden zich op het grondgebied Bissegem. Omstreeks 18.00 uur krijgen wij het bevel om de plaats te ontruimen. Onze stellingen worden ingenomen door fuseliers. (Ons vermoeden betreffende de gevaarlijke situatie van de vernoemde positie heb ik achteraf zelf bevestigd gezien wanneer ik er, twee dagen na de capitulatie als krijgsgevangene voorbij trek. Ik tel er vijftien graven van gesneuvelde strijdmakkers, allen in de onmid­dellijke nabijheid van de met de grond gelijk geschoten betonnen loods).

    Onze sectie neemt een nieuwe positie in, meer oostwaarts op 70 meter van de Leie en op zowat 50 meter achter ons is een roterij. Er word hevig geredetwist. In de vlakke weide naar de Leie toe, zit de kans er in dat wij op onze eigen kameraden gaan vuren. Enkelen zijn van mening om enkele mitrailleurs en enkele schutters boven op de roterij te plaatsen en er zich te verschansen achter balen le­men die daar in overvloed achter de roterij opgestapeld liggen. Men zou er een open en ruim gezichtsveld hebben. Daarentegen is het mogelijk, gezien de gelijkenis van rootputten op bunkers, dat de vijand er een gretige schietschijf zou in zien voor hun zwaar geschut. De leembalen geven onvol­doende beschutting en betekenen eveneens een groot brandgevaar. Luitenant Dupont, dienstdoende commandant van de 12de  Compagnie, die daar in de nabijheid is komt naderbij en geeft opdracht de proef te wagen. Er staat al een Maxim in schietstand bovenop de roterij. Twee rijen balen met lemen liggen ervoor op een meter van de mitrailleur. Bombaerts vuurt met zij geweer vanop 70 meter. De kogel doorboort twee balen lemen en schampte af op de poot van de Maxim. Er word bevel gegeven ons in te graven in de weide. Om 20.00 uur worden wij naar de veldkeuken geroepen. Wij krijgen gekookte aardappelen, stoverij en soep naar believen. De vo­rige dagen hadden de meeste van ons zich, als aanvulling van de geringe soldatenkost tegoed gedaan aan wat zij kregen van vrijgevige burgers en van wat ze kregen op de boerderijen. Al vanaf 17.00 uur komen er steeds maar meer Britse eenhe­den met tanks Kuurne bin­nen. Zij trekken zich terug van op de Schelde,. We zien talrijke gekwetsten en volledig uitgeputte mannen. De stroom is zo groot dat deze opstoppingen veroorzaakt. Zodra er word gestopt vallen velen van die Tommies in slaap, dit om het even in welke stand zij zich bevinden. Kort hierop en gedurende de nacht worden een na een de bruggen over de Leie opgeblazen. In de verte horen we het artilleriegeschut en het ratelen van machinegeweren. 's Morgens bij het aanbreken van de dag worden wij voor de derde maal verplaatst. Ditmaal worden wij opgesteld langsheen de baan Harelbeke - Brugsebaan. De sectie van sergeant Bada aan de rechterzijde en een halve sectie onderleiding van Korporaal Biche aan de linkerzijde van de baan.

    Gezien wij slechts over twee infanterieschopjes beschikken en dat er van Duitse zijde reeds gevuurd word, ga ik op zoek in de nabijgelegen boerderij. Die hoeve is niet ontruimd, ik krijg er een schop en een spade. Het is zo dat de burgerbevolking niet tijdig is gewaarschuwd om het gebied te ontruimen en dat het grootste gedeelte van de inwoners tijdens de strijd zich nog in hun woningen zullen bevinden. Wij graven ons in, in een weide die voor en zijdelings afgezet is met een weelderige haag. Wij liggen op 60 meter achter die haag omdat op dit punt de weide gevoelig daalt en er zich een diepe greppel bevind die zich uitstrekt over de ganse breedte van de weide. Deze zal uitstekend dienen om ons ongezien te ravitailleren. Wij zijn nog maar pas bezig met graven wanneer we al bestookt worden door vijandelijk artillerievuur. Kogels fluiten bij tussenpozen tussen ons door. Onze putten worden verder uitgegraven. Wij werpen de aarde ver weg achter ons. Loop­graven zullen het dus niet worden, dit wordt natuurlijk een handicap voor de verbinding. Men meldt ons al de naam van de eerste gesneuvelde, Albert Bouvy, hij is afkomstig uit de streek van Hoei, een vriendelijke en stille man waarvoor eenieder van ons Compagnie veel sympathie koestert. Gedurende de ganse mobilisatie was hij magazijnier van onze Cie. Onderluitenant Tas­sia geeft bevel om een "tir de barrage" uit te voeren, afstand 1200 M 120° van een klein torentje dat, zich ergens bovenop een gebouw in Harelbeke bevindt. De jalon wordt geplaatst en er word gevuurd. Na enkele reeksen snel­vuur blokkeert onze mitrailleur. Gedurende vroegere schietoefeningen was zoiets een paar maal voorgevallen. Na een grondige reiniging en het smeren van de kulas krijgen wij ons wapen terug schietensklaar. Onze Duitse Maxims dateren nog uit de Groten Oorlog ( W.O. I) ze zijn in Belgisch bezit gekomen als oorlogsbuit, na de capitulatie in 1918. Er zit dus al wat slijtage op, te­meer daar wij op de Citadel tot het uiterste gegaan zijn om te vuren.

    Het ergste van al is, dat wij zo onze positie kenbaar gemaakt hebben aan de vijand en dat deze ons en onze directe omgeving een tijd lang bestookt met een hevig artillerie­vuur. Er worden veel kraters in onze weide geslagen. Gelukkig tellen wij geen doden of gekwetsten. Enige tijd la­ter worden wij, op onze stellingen, voor de eerste maal geravitailleerd. Het zal ook de laatste keer worden. Wanneer soldaten van de ravitaillering  met hun lichte vrachtwagen, een paar mannen van onze groep aan het bedienen zijn, ontploffen plots aan de achterzijde en vlakbij enkele artilleriegranaten! De bestuurder maakt vliegensvlug rechtsomkeer en verdwijnt in volle snelheid.

    Het is avond. Op het einde van onze eerste gevechtsdag beseffen wij dat we, door ons niet vlak achter de haag te hebben inge­graven, een flagrante fout maakten. Ons gezichtsveld wordt geweldig gehinderd door de brede haag. Vijf tot zesmaal toe sluipen wij 's nachts tot bij de haag om er onder­aan een gedeelte uit te kappen of uit te zagen. Maar bij het minste geluid dat we maken,braken de op ons gerichte machinegeweren vuur. Telkens moeten wij onverrichter zake terug naar onze putten sluipen. De talrijke vuurhaarden van brandende vlasloodsen, het gedurig afvuren en de explosies van obussen verlichten het ganse slagveld en maken een akelige indruk gedurende de nacht. Tijdens diezelfde nacht krijgen wij bij tussenpozen het geluid van de artillerie te beluisteren, in de verte horen we  geklop en gezaag. Op dat ogenblik vermoeden wij niet dat de Duitsers zowat 400 meter verder, ongehinderd en totaal buiten ons bereik gezien de Leiebocht, een noodbrug aan het leggen zijn aan de Wikings (De Wikings is een recreatieoord vooral voor sport en ontspanning. Het bevind zich op de rechteroever van de Leie. De gebouwen zijn gelegen aan de abdijkaai te Kortrijk, het domein strekt zich ver uit in de richting van Kuurne, Harelbeke). De vrijdagmorgen schijnt de verniellust van de vijand nog te zijn toegenomen. Rond de middag is er van onze observatieballon, die zich tot dan toe achter ons hoog in de lucht boven de stellingen bevond, geen spoor meer.

    Op een bepaald ogenblik menen wij zelfs dat er bij de Duitse artillerie een gebrek aan munitie is, dit te beoordelen naar de verzwakte cadans bij het vuren. Maar juist gedurende deze periode vliegt een vijandelijk verkennings­vliegtuig over ons en dit tot driemaal toe in minder dan een uur. Wat kort daarop volgt is onbeschrijfelijk! Terzelfder tijd ontploffen zware, middelmatige en lichte artilleriegranaten, en beginnen van overal mitrailleurs te vuren en allemaal in een ver­sneld tempo. Er zijn eveneens salvo's van projectielen die vlak boven onze stellingen in de lucht ontploffen en dit met een tussenruimte van tien a vijftien meter afstand en op een hoogte van twee tot vijf meter. Dekking zoeken tegen dergelijk moordende tuigen is praktisch onmogelijk. Deze projectielen worden waarschijnlijk afgevuurd vanuit Duitse pantserwagens, die al doorgedrongen waren op de linkeroever. Mijn makkers hadden mij al enkele malen gevraagd om op zoek te gaan naar eten. Als Vlaming zou mij dat naar hun mening beter lukken. Voorzichtig trek ik mij achteruit en na een drietal huizen te hebben doorsnuffeld vind ik twee blikjes erwten, twee doosjes sardines en een bokaal jam. Bij mijn terugtocht moet ik mij in allerijl tot viermaal toe plat op de grond werpen. Op een drietal meter van mijn put zie ik vlak voor mij een verblindende vuurbal uiteenspatten. Met een sprong kom ik terecht bovenop mijn strijdmakker Roger Six, die afkomstig is uit Roubaix. Hij schreeuwt hardop. Onmiddellijk richt ik mij op, hij staat recht met de handen op de buik. Hij huilt: "Mijn ingewanden puilen uit mijn buik!" Bliksemsnel springt hij uit de put. Ineengekrompen, met de handen nog steeds op de buik, baant hij zich een weg tussen de fluitende kogels en de ontploffende oorlogstuigen. Ik roep zo hard ik kan dat hij moet terugkeren om zich te laten verzorgen. Maar hij loopt verder! Ik meen dat hij zijn dood tegemoet loopt. Roger is een aanvullend element in de Sectie. Hij komt van de Generale Staf en behalve zijn naam weet men niet veel over hem. (Daar ik hem vertelt had dat ik afkomstig was van een gemeente aan de overzijde van de Leie op acht kilometer van Kuurne, heeft hij drie en een half jaar later op het Gemeentehuis van de gemeente mijn adres gekregen. Zo weet ik dat hij een groot gedeelte van zijn heupbeen kwijt is en dat hij ook verschillende granaatscherven in zijn lichaam heeft zitten. Hij was tot dan volledig werkonbekwaam en alles wijst erop dat hij dit voor de rest van zijn leven zal blijven).Waarschijnlijk heeft de ontploffing van hetzelfde projectiel erger toegeslagen dan dat ik oorspronkelijk dacht, want G. Callens, die zich op vier meter rechts van mij bevind, roept mij toe dat onze vriend Medard Deleu, een jongeman uit Menen, dood bij hem ligt. Een zware granaatscherf is in de linkerzijde van zijn rug gedrongen, waarschijnlijk tot in zijn hart, want het bloed spuit letterlijk uit de diepe wonde. Wij zijn nog niet helemaal van onze paniek bekomen of er zoeft een zware obus rakelings over ons been. Onmiddellijk gevolgd door een hevige ontploffing, waarbij wij duidelijk kreten en gegil horen. Wij sluipen met een paar mannen in de richting van de straat. Enkele meters verder aan de oprit van een veld zien wij drie wapenbroeders uitgestrekt op de rug lig­gen. Een ervan heeft nog een koord van de mortier in de hand dat zij aan het wegtrekken waren als het onheil hen trof. Het was een batterij mortier 6/7. Twee van de soldaten zijn dood. Sergeant Jean Capelle, advocaat in het burgerleven, leeft nog. Een zware granaatscherf heeft hem in de rechterkaak getroffen. Kleinere scherven hebben zich in zijn rechterarm en wellicht ook in zijn lichaam geboord. Zijn uniform is doorweekt van het bloed. Hij spreekt niet, alleen zijn ogen bewegen af en toe. Wij haasten ons terug naar onze stellingen nemen er vlug enkele noodverbanden en keren terug naar de zwaar gewonde sergeant. Wanneer wij terug bij de gekwetste aankomen zijn er ook twee brancardiers van het 12de  linie met een draagbaar ter plaatse. Met vier man dragen wij hem ongeveer één kilometer verder, tot op de Brugsesteenweg. Op het ogenblik dat wij hem optillen om hem in een hoge vrachtwagen te plaatsen, scheer­t er een obus boven de wagen. Deze explodeert een dertigtal meter verder in het veld. Ik ken Sergeant Capelle beter als middenvoor van Standard en tevens van ons nationaal voetbalelftal, dan als wapenbroeder.

    Bij onze terugtocht zien langs beide zijden van de weg naar Harelbeke, legerfietsen liggen. Er is een pelo­ton grenswielrijders als versterking aangekomen. Naast de kraters van obussen in het veld en de straat ziet men overal afgeknapte bomen, telefoonpalen. Ook de elektriciteitspalen zijn gekraakt, hun kabels liggen in de grachten. Er liggen al een aantal doden her en der verspreidt, soms met open ogen. Als men er naar kijkt krijgt men het gevoel dat zij ons om hulp smeken.

    Dekking zoeken is zo goed als uitgesloten. De rest van de weg leggen wij dan maar af voorovergebogen in ganzenpas. Tegenaanvallen worden uitgevoerd onder bevel van commandant Cascart, een frontrat van14 -18. Bevelen kan met dat niet meer noemen, het is brullen. Het is precies of dat hij gek ge­worden is. Hij schreeuwt: "Mettez-vous a l'abri" ... "Vous allez vous faire massacrer" ... "Partez en avant immediattement apres l'explosion" en allerlei bevelen die ons de daver op het lijf jagen. Op het stoffige gezicht van die harde man zien wij duidelijk tranen rollen tot in zijn snor. Ook de manschappen onder elkaar spreken een brutale en onbeheerste taal. Tussendoor bemerkt men mannen met prevelende lippen die inwendig de Allerhoogste smeken om het behoud van hun leven. Gedurende deze tegenaanvallen lukt het ons niettemin nog enkele makkers uit hun ne­telige positie te bevrijden en zo krijgen we opnieuw aansluiting bij de groep. De vijand heeft door middel van een noodbrug zijn pantserwagens over de Leie gebracht. Ze vallen ons aan in de rechterflank; wat niet belet dat de vijand ons nog altijd evenveel beschiet vanuit zijn positie op de rechteroever van de Leie. Daarenboven beweren sommige Belgische militairen die op het nippertje hun vooruit geschoven stellingen hadden kunnen verlaten, dat de Duitsers weinig zin hebben om krijgsgevangenen te nemen. Dit betekent meteen dat de mannen die zich aan de Leieboorden ingegraven hebben reddeloos verloren zijn. Weinigen zullen het er levend van afbrengen. Onze tegenaanvallen die oorspronkelijk zuid-oost gericht zijn worden nu naar het zuidwesten gericht. Op een bepaald moment bevinden wij ons op een schijnbaar goed beschutte plaats, in een driehoek-vormige lager gelegen weiland langsheen de baan naar Harelbeke. Wij kunnen er eens rechtop rondlopen. Van Malderen Victor, een beul van een vent uit Tielt, en Jean Naoel, acrobaat in een rondreizend circus uit het Antwerpse, hebben hun mitrailleur zo opgesteld dat zij de ganse lengte van de baan naar Harelbeke onder controle kunnen houden. Wij verwachten er ieder ogen­blik Duitse pantserwagens. Men moet het zelf meemaken om te besef­fen wat het betekent een tegenaanval uit te voeren met een Maxim van 52 kg, samen met de noodzakelijke munitie en onze eigen spullen en uitrusting.

    Opeens is er een geweldige explosie gevolgd door hysterische kreten. Ik heb de indruk dat ik een korte zweeftocht maak, het hels geluid en de luchtdruk verlammen meteen en totaal mijn zintuigen. Het duurt een hele tijd vooraleer ik terug tot mijn positieven kom. Het is net alsof ik terug bij­kom vanuit een toestand van narcose. Stilaan begint de werkelijk­heid van de toestand te tot mij terug komen. In mijn geest dringt langzaam de gedachte door dat enkele makkers spoorloos verdwenen zijn. Waar zijn Van Malderen, Naoel en Jean-Edouard Bombaerts, een Brusselaar uit de sectie?(Wanneer ik na de capitulatie  thuis ben en een eerste bezoek aan onze vroegere frontlijn Kuurne - Bavikhove breng tel ik op die bewuste plaats zeven graven en zie ik een totaal verwrongen mitrailleur. Op drie van de kruisjes staan de namen van mijn wapenbroeders)

    Wij zijn nog enkel een massa uitgeputte wrakken van mensen en slechts onze haat tegenover de vijand drijft ons verder. Bij het aanbreken van de duisternis krijgen wij aan­sluiting met enkele soldaten van het 1ste Linie, die de verlenging vormen van onze linkerflank in richting naar Ooigem.

    Tijdens deze tegenaanvallen vallen er steeds meer slachtoffers. Op een ge­geven moment lopen wij in groepjes, soms zonder oversten, en ver afgezon­derd van elkaar. Van organisatie is er geen sprake meer. Wanneer het duister wordt trekken wij ons terug over de velden tot wij de Mandel bereiken. Wij kloppen aan bij woningen die we tegenkomen en vragen de bewoners om onze veldfles met water te vullen. Medevoelende burgers delen meestal hun schaarse voorraad levensmiddelen met ons, alles wat wij op die manier bemachtigen word nauwgezet in ons groepje verdeeld.( Ik herinner mij nog de namen van Jules Milecamps, Andre Bolle, Germain Callens, Georges Carette en Caporal Jean Biche.) Aan de Man­del slapen wij gedurende een paar uur in een loods. Maar het naderende lawaai van artilleriegeschut jaagt ons weer op de been. Langsheen de Mandel trekken wij naar Roeselare . Met de moed in de schoenen en hevig redetwistend, slepen wij ons verder. Moeten wij werkelijk allemaal het lot ondergaan van onze gesneuvelde makkers? C'est ca l’humanite? Wat moeten wij aanvangen? Wij denken er niet eens aan om ons bij ons regiment te voegen. Wij zijn volledig afgezonderd, trouwens we weten niet eens waar onze eenheid zich bevind. Bij dageraad slenteren wij in de nabijheid van de Markt van Roeselare en bevinden ons plots oog in oog met een Luitenant van het 12de Linie. Hij komt ergens uit een brede poort en word gevolgd door twee mannen, ieder met een achterkwartier rundvlees op de schouder, welk zij in een stilstaande vrachtwagen neerleggen. De luitenant komt naar ons toe en zegt: "Dat treft, mannen van het 12de  Linie" en schudt ons fiks de hand "Stap maar in de wagen, er is proviand genoeg, eet maar eens lekker het buikje rond".Wij zijn verrast, maar gaan toch onmiddellijk in op zijn voor­stel. Wij rijden meteen weg naar Lichtervelde waar er volgens de luitenant Regimentsverzameling is. In de vrachtwagen liggen er zakken met brood en allerhande eetwaren. Geduren­de de rit gaan wij als uitgehongerden te keer. Het brood en het rauwe vlees smaken zo lekker. De rit is kort en wij komen in Lichtervelde aan op de koer van een klooster. Daar zijn wij verheugd veel van onze wapenbroeders terug te zien. Zo treffen wij er Sergeant Bada met het hoofd verbonden als een mummie. Hij heeft een ernstige schedelwonde die veroorzaakt is door een kogel. Zijn helm is opengereten langs de binnenkant waardoor zijn schedel ernstig ver­wond is. Verder zien we er gekwetste mannen op krukken rondhuppelen en anderen met ver­minkte ledematen. Gedurende de namiddag en de nacht veroorloven wij het ons zelf om op stro te gaan liggen en te slapen.

    's Anderendaags, vroeg in de morgen, worden alle man­schappen bijeengeroepen op de speelplaats van het klooster (het klooster blijkt ook een school te zijn) . Wij moeten niet lang wachten om te weten wat er aan de hand is. Aan de hoofdingang van de speelplaats is er een platform met aan beide zijden enkele treden. De voorkant is afgezet met ijzerwerk. Hierop verschijnen onze officieren van de Generale Staf. Kolonel Yvan Gerard neemt er het woord. Kort en bondig verklaart hij dat wij tengevolge van ongelijke kansen en tevens voor een talrijker en beter gewapende tegenstander hebben moeten wijken. Hij prijst ons voor onze heldhaftigheid, betreurd de ge­sneuvelden en gekwetsten. Hij zegt ook dat het onderspit del­ven in een veldslag nog niet betekend dat wij de oorlog zullen verliezen. In 14 -18 hadden ze dat trouwens ook meegemaakt. "Deze morgen gaan wij op­nieuw ten strijde tegen diezelfde vijand ter versterking van het 42ste Linie in de omgeving van Tielt!" roept hij uit. Hij verklaart overtuigd te zijn van een gunstig verloop van onze actie.                                           

    Iedereen moet zich klaarmaken en zich voorzien van munitie. Wij gaan de Duitsers van hetzelfde laken een broek geven! De groepen moeten totaal hervormd worden. Wij tellen immers veel gesneuvelden, talrijke gekwetsten, verminkten en vermisten. Persoonlijk meen ik dat er amper genoeg valide mannen overblijven om een enkel bataljon te vormen van wat bij de aanvang een volledig Regiment was.

    Onze oude Maxims die af en toe dienst weigeren zijn voor het grootste gedeelte op ons vorig front achtergelaten. Zodra wij klaar zijn stappen wij in de opgeeiste vrachtwagens. Met geweer, munitie en enkele handgranaten verlaten wij Lichtervelde met een tiental vrachtwagens overdekt met een dekzeil. Ons groepje dat tot dan toe is samengebleven, had zeker niet verwacht om zo vlug opnieuw

    de hel te worden ingejaagd. Met bange blikken kijken wij elkaar lang in de ogen, wij vragen ons af of ons laatste uur geslagen is.De camions zetten zich in beweging maar na minder dan een half uur rijden worden wij aangevallen door Duitse jachtvliegtuigen, ze mitrail­leren onze colonne. Wij springen uit de voertuigen en verspreiden ons in de velden. Wanneer de vliegtuigen uit het zicht verdwijnen, stappen wij terug in de voertuigen. Maar verder dan 500 meter geraken wij niet! We kijken naar buiten en zien dat de vliegtuigen terug komen! Wij springen van de vrachtwagens, lopen uit elkaar in de velden en haasten ons, als dat enigszins kan naar een gebouw of boerderij om ons te beschutten. Dat spelletje herhaalt zich acht tot tien maal. Tenslotte trekken wij in groepen naar het front, in open formatie. De resterende afstand leggen wij te voet af. We trekken door roggevelden of lopen gebogen tussen minder hoge vruchten. Onze groep telt18 soldaten en 1 adjudant. (De naam van de adjudant herinner ik mij niet meer. In het burgerleven was hij, zo meen ik te weten, een lesgever en was hij afkomstig uit de streek van Charleroi). Amper bereiken wij de frontlijn of onze leider loopt een schotwonde op. Een kogel gaat dwars door zijn voet . Hij moet terugkeren om de wonde te laten verzorgen. Wij splitsen ons in twee groepen. Een betrekkelijk groot gedeelte van het 42ste Linie heeft de stellingen al verlaten. Eerst zien wij vele doodgeschoten paarden en koeien, met opgeheven buik, in de weiden liggen. Ter plaatse vinden wij achtergelaten geweren en munitie. De eer­ste Duitse tirailleurs zagen wij op ons afkomen van op ongeveer 200 meter. Wij liggen in een roggeveld en vuren naar believen op de moffen. Wij wisselen regelmatig van geweer en gebruiken kogels die we ter plaat­se vinden. De Duitsers werpen zich op de grond en wij veronderstellen dat wij raak hebben geschoten. Het eerstvolgende kwartier zien wij geen Duitsers meer. Wij gaan mee vooruit in de voorhoede van het 42ste Linie. Zodoende komen we in een driehoekig roggeveld, op 50 meter van de spooroverweg tussen de splitsing van de twee landwegen, een zogenaamde "tweesprong". Het veld bevindt zich in het midden van de twee wegen en ligt minimum 1,5 meter boven de weg. In de spits van het veld zijn er loopgraven met een vooruitgeschoven mitrailleursnest. We vinden er een Hotchkiss mitrailleur met volle laders. Met deze Hotchkiss vuren wij op alles wat wij zien bewegen. De spoorweg is waarschijnlijk de scheidingslijn tussen de Belgen en de Duitsers, maar wij bevinden ons toch in een goed beschermd terrein. Met korte looppassen lopen wij over de spoorweg en dringen verder door, dit nadat wij ons goed voorzien hebben van munitie.Plots bevinden wij ons voor Duitse gesneuvelde soldaten. In hun overmoed zijn er mannen die zingen van "IL a mis l'arme a gauche". De geweren van de Duitse gesneuvelden word kapot geslagen, pistolen en verrekijkers nemen we met ons mee. Hier liggen geen achtergelaten wapens meer van het Belgische leger. Hierdoor moeten wij zuiniger zijn bij het vuren. Wat hier wel in overvloed ligt zijn 150mm obussen van de Belgische artillerie. Deze zijn niet ont­ploft en wij schuwen ze met een zekere angst. Men weet nooit! Gedurende onze tocht op het Belgische gedeelte van het front rapen wij trakten (pamfletten/vlugschriften) op die door Duitse vliegtuigen naar beneden geworpen zijn. Daarop zijn schetsen getekend van de Duitse frontlijn waaruit blijkt dat de Duitsers doorgedrongen zouden zijn tot aan de zee, namelijk tot Gravelinnes. Verder staat erop te lezen dat wij volledig omsingeld zijn, dat het nutteloos is om de strijd verder te zetten en dat wij de wapens moeten neerleggen. Onderaan staat zoiets als: "Broeders, wij komen U helpen staakt de strijd".

    Niettemin wagen wij ons verder. We komen terecht nabij grachten, afsluitingen en gebouwen, daar maken wij gretig gebruik van om ons te beschermen. Steeds blijven wij maar verder vuren naar alles wat beweegt. Nochtans moeten wij eerlijk bekennen dat de Duitse uniformen moeilijk te onderscheiden zijn tussen al die groene veldvruchten. Zij beschikken over een betere camouflage dan wij met onze kakiuniformen. Onze nieuwsgierigheid begint af te nemen, wanneer wij vaststellen dat wij ons in het schietveld van ons eigen artillerievuur bevinden. Een paar Belgi­sche obussen komen neer op een boerderij op een twintigtal meter van ons verwijdert. Wij hebben  met niemand contact meer. Wij weten niet eens of er zich andere eenheden over de spoorweg hebben gewaagd. Wij trekken ons dan ook achteruit tot wij op 80 meter van de spoorweg zijn. Bliksemsnel moeten wij ons op de grond werpen. Wij zijn temidden het kruisvuur van machine­geweren beland. Wij liggen op de grond vlak voor een ijzeren kruis dat een kalvarie voorstelt. Het is onbegrijpelijk, of is het ons ver­trouwen in het Christusbeeld dat aan het Kruis hangt? Wij kunnen evengoed schuilen in een gracht op een paar meter hiervandaan, waar we veiliger kunnen liggen. Op nauwelijks acht meter in de gracht ligt er een Duitse gesneuvelde Feldwebel. Dit kalvariekruis bevindt zich op de hoek van een weide die afgezet is door een haag. Men vuurt van twee zijden. De minste beweging word beantwoord door vuur van machinegeweren. Wij blijven daar een vol uur liggen. De kogels fluiten vlak boven ons heen. Met veel moeite en kruipend over de grond  ontruimen we onze plaats. Eens terug over de spoorweg, in een roggeveld, zijn wij uit het zicht en buiten schot. Wij trekken terug door het roggeveld en zien van ver een twintigtal Belgische krijgsgevangenen van onze eenheid onder toezicht van enkele gewapende Duitsers. Wij gaan een andere kant uit, meer in de richting van het centrum van Tielt.

    Vrijwel onmiddellijk krijgen wij hier opnieuw contact met onze andere strijdmak­kers. Plotseling ontploft enkele meters voor ons een obus. Mijn arm begint te gloeien en het bloed gutst uit mijn mouw. Twee brancardiers van het 42ste Linie en een burger, waarschijnlijk een dokter, zijn rap ter plaatse. Zij snijden mijn mouw weg tot over mijn schouder en omzwachtelen mijn arm met een verband. Ze nemen me mee en dragen mij binnen in een boerderij. Daar wordt ik op een tafel gelegd en krijg ik de nodige verzorging. Er worden vier schrapnells (granaatscherven) uitgehaald. De verplegers leggen een handdoek op mijn gezicht. Ik bijt er eerst een stuk uit en later werp ik hem van mij af. De grootste scherf wordt eerst verwijderd, men kan dat stuk metaal nauwelijks in de hand houden zonder zich te verbranden. Nadien worden de andere stukken verwijderd. Het is net of ze vast zitten aan witte draden. De wonden worden overgoten met zuurstofwater en er vormt zich een bruisend schuim op de kwetsuren. Verder worden de bles­suren genaaid met groene draad.  Om de naald te steriliseren houd men haar af en toe in de vlam van een brandende kaars. Op de wonde is er zalf aangebracht en mijn arm wordt volledig verbonden. Ik krijg een andere soldatenjas. Uit mijn oude jas word een stuk stof gesneden, dat rond mijn hals word vastgemaakt en in de lus kan ik mijn arm laten rusten. Ik krijg nog een pil­letje te slikken en nadien brengt men mij naar een schuur. Eventjes later lig ik op het zachte hooi te slapen. Wanneer ik wakker word kijk ik verrast op. De schuur ligt vol met slapende soldaten. Van enkele mannen die wakker zijn verneem ik dat het Belgische leger is gecapituleerd, voor ons is de oorlog voorbij!

     's Morgens vernemen wij dat wij onze wapens moeten gaan neerleggen te Sint-Kruis.

    Er zijn mannen die dat niet zo maar aanvaarden en de aanwezige officieren hebben alle moeite om de gemoederen te bedaren. Sommigen onder ons hebben een broer, een goede vriend of familielid die gesneuveld is en ze zijn vast besloten om deze te wreken. Dat ze hierdoor eventueel hun daad met de dood zullen moeten bekopen is hun onverschillig. Een van diegenen die ons tot bedaren aanmaant is een reserve-onderluitenant. Gedurende de mobilisatie behandelde hij ons alles behalve correct en had hij zijn bevoegdheden te buiten gegaan, door zijn toedoen werden meerdere soldaten gestraft. Zijn woorden vallen niet in de smaak van het grootste gedeelte van onze mannen. Zo word er hem toegeroepen : "ta gueule" of "j'ai encore des balles s'il ton faut !" ...

    Het spreekt vanzelf dat door het gebrek aan eten, drinken en slaap, gedurende de laatste dagen, veel mannen geïrriteerd en tot barstens toe buiten zichzelf zijn. Wij bevinden ons op een baan richting Brugge wanneer in de verte een colonne Duitsers met witte vlaggen op hun voertuigen aan het naderen is. Enkele officieren roepen ons toe de land­weg te nemen naar een boerderij links van de weg. Zij beweren dat er daar een veldkeuken is en dat we er eten zullen krijgen.  En inderdaad we zien de veldkeuken van op de weg. Iedereen loopt ernaar toe! Er is wel een veld­keuken maar geen eten ! Inmiddels zien wij de zware tanks en het grote materieel van de Duitsers voorbijrijden. Wij beseffen meteen dat hier tegen niks te ondernemen valt.

    Sommigen van ons gaan hun wapens neerleggen in Sint-Kruis, anderen werpen ze in de gracht en proberen thuis te geraken. Wij keren via de Brugsebaan naar Kortrijk terug. Ik laat mij verzorgen bij een dokter in Ingelmunster en breng er ergens in de om­geving de nacht door in een woning. 's Morgens vertrek ik terug, richting Kortrijk. De omgang met  de Duit­se soldaten is vriendelijk. Gezien ik gekwetst ben vragen zij mij of ik  met een Duitse wagen mee wil rijden. Ik weiger en zeg hen dat ik bij mijn vrienden wens te blijven. Trouwens, onder­tussen ben ik bij twee vrienden uit mijn gemeente beland. Als wij Duitse soldaten aanspreken beweren zij dat wij naar "Hausse" mogen terugkeren gezien " der Krieg" voor ons "fertig" is. Aan de noodbrug aan de Wikings te Kortrijk wordt ons geen doorgang verleend. De Duitsers beweren er ons dat wij weldra over de brug mogen en dat wij meteen een demobilisatieattest zullen krijgen. Intussen is het ganse plein bezet met Belgische soldaten en er komen er nog altijd bij.

    Ik word onwel bij het ruiken van de geur der lijken van gesneuvelde solda­ten. De wind waait zachtjes uit de richting van Kuurne. Op een bepaald ogenblik komt er een colonne Duitse soldaten toe . In rijen van drie stap­pen wij over de brug onder het toezicht van de gewapende Duitse soldaten die zopas zijn aangekomen. Ik wil weglopen, maar mijn twee vrienden geloven vast in het beloofde demobilisatieattest.

    Wij slaan de Gentsesteenweg in naar Harelbeke waar ik mij nog eens laat verzorgen door een dokter. Veel mensen staan op straat met emmers water en bekers en bieden ons te drinken aan. Bij het vallen van de duisternis komen wij aan in Oudenaarde. Men brengt ons onder in de velodroom, waar we gaan slapen. Van een demobilisatieattest is er geen sprake meer. Ik had gezegd aan mijn vrienden dat ik bij de eerste gelegenheid zal weglopen en dat zij er maar moeten voor zorgen dat zij mij volgen.

    Omstreeks middernacht worden wij wakker geschud door de Duit­sers. Eens te meer beweren zij dat wij naar huis mogen. Onmiddellijk komen Duitse troepen binnen en onze plaats in de velodroom word ingenomen door Duitse soldaten die er mogen rusten. Iedereen loopt naar buiten en eens we ons in de straten van Oudenaarde bevinden, lopen wij vlak in de handen van de moffen, die ons in rijen opstellen en ons in groepen onder Duitse begeleiding verder laten marcheren. Onze groep wordt langs de baan naar Ronse geleid. Kor­daat zeg Ik aan mijn makkers: “buiten de huizen, van zodra we de velden bereiken loop ik weg. Zelfs als ze dur­ven schieten loop ik door, als ge mij wilt volgen, doe dan als ik". Wij houden de rechterkant van de baan langs de graskant. De meeste bewakers bevinden zich langs de kant van de baan. Ik kijk of er geen bewakers vlakbij zijn, het is nu of nooit! Met een handgebaar maak ik mijn vrienden duidelijk dat we gaan vluchten .Ik spring in een korenveld en loop met het hoofd voorover­gebogen en op volle kracht weg. Door het ritselen van het koren vermoed ik dat mijn beide dorpsgenoten mij volgen. De Duitsers maken kabaal, maar eens vijftig me­ter verder lopen wij rechtop en zo vlug we kunnen. Nadat wij het stappen van de colonne en het roepen van de Duitsers nog met moeite kunnen horen stap­pen wij rustig verder. Later leggen wij ons neer nabij een woning en slapen er op de kasseien.

    Vroeg in de morgen worden wij wakker geschud door de bewoner van het huis. Hij maakt koffie klaar en we krijgen eten. Ondertussen vertellen we hem ons verhaal. De bewoner (L. Baert uit de Kapoenstraat 5, te Zulzeke, Oost-­Vlaanderen) is bereid om ons te helpen. Al in de loop van dezelfde morgen verschaft hij ons gedrieën burgerkledij, wij moeten ze hem achteraf niet meer terug bezorgen. Wij begraven onze uniformen. Meneer Baert maakt op een stukje papier een schetsje van de weg die we moeten volgen. Hij geeft ons het adres van een man die aan de Schelde woont en er een schuit bezit. Het is die man die ons gratis over de Schelde zet. Op de overzetplaats zien we Britse soldatengraven.

    Doorheen de velden bereiken wij de baan Oudenaarde – Kortrijk. Daar ontmoeten wij twee gezinnen met kinderen die op de vlucht zijn. Zij hebben een kruiwagen bij met de noodzakelijkste goederen erop geladen. Om beurten duwen wij die kruiwagen vooruit. Wij kruisen colonnes van Britse en Franse krijgsgevangenen bewaakt door Duitse wachten. Omstreeks 04.30 uur bereiken wij ons dorp. Enkele dagen later gaat mijn vader naar de Kommandantur en zegt er dat ik ernstig gewond ben. Hij krijgt er dadelijk mijn demobilisatie­attest.

     

    Zoals ik al heb verteld, kon ik op 1 juni uit krijgsgevangenschap ontsnappen. Maar dagelijks trek ik, iedere dag soms twee tot drie maal naar ons voormalig slagveld. Daar waar er in amper twee dagen meer den 200 wapenbroeders sneuvelden. Ik wordt aangetrokken door een fascinerend gevoel dat mij iedere dag opnieuw per fiets naar de dodenakker van mijn kameraden terug roept. Dit dwangmatig handelen zal ik gedurende de vier daarop volgende maanden voortzetten .Dat gevoel van zovele vrienden die ons zo onvoorzien en voor altijd verlaten hebben en die hun leven geofferd hebben voor hun land en hun yolk, kan men niet onder woorden brengen en nog minder vergeten of verwerken. Het is toch niet waar dat die jongens het grootste aller offer hebben gebracht voor niks! En toch zijn er enkele mensen die in het door Hitler voorspelde Duizendjarig Duitse Rijk geloven of aanvaarden.

     

    De eerste dagen noteer ik vooral de namen van de gesneuvelden. Ik moet hier vooral die burgers van Kuurne en Bavikhove feliciteren met hun initiatief dat zij van in het begin hebben genomen. Zij zijn de eersten die volledige lijsten van de gesneuvelden aan de pers overhandigen. Hierdoor kunnen menige families hun geliefde doden terugvinden.

    Van dan af maak ik notities over de veldslag. Vooral in de eerste dagen help ik ook de talrijke families die ter plaatse, hun zoon, broer, of echtgenoot <SPAN style="FONT-FAMILY: Arial; LETTER-SPACING: 0.4pt; mso-bidi-font-style:

    07-03-2008 om 00:00 geschreven door DP




    >

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!