In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved and were loved, and now we lie In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields.
John McCrae
John McCrae was een Canadese arts, die dienst deed in een militair noodhospitaal in West-Vlaanderen (1914). In de zomer van 1915 werd hij overgeplaatst naar de medische dienst in Frankrijk. Hij overleed daar in 1918 aan longontsteking. 'In Flanders Fields' werd geschreven gedurende de tweede slag om Ieper. Het werd het bekendste gedicht over de eerste wereldoorlog.
De tentoonstelling loopt van 2 apriltot 31 december 2010.
Exposition ouverte chaque jour du 2 avril au 31 décembre 2010.
Realisatie & concept tentoonstelling: Philippe Oosterlinck & Frankie Van Rossem M.m.v. o.a. Provincie West-Vlaanderen - Stad Diksmuide - Musée des Fusiliers-marins, Lorient
Na 2 maanden van vechten en schermutselingen
tegen de Duitse troepen trekt het Belgische leger
zich vanaf 15 oktober terug achter de IJzer. De
te verdedigen frontlijn loopt van Nieuwpoort tot
Boezinge. Samen met Franse marine fuseliers en
Senegalese tirailleurs slagen de Belgen erin om
de stad Diksmuide als bruggenhoofd te behouden
tot 10 november 1914. Langs de IJzer moeten de
troepen wijken tot aan de spoorweg Diksmuide -
Nieuwpoort. De berm,amper 1meter hoog, wordt
ingericht als frontlijn maar ook als dijk om de cruciale
onderwaterzetting van de IJzervlakte mogelijk te
maken.
In deze tentoonstelling confronteren we alle
hoofdrolspelers van de IJzerslag met elkaar en met
hun omgeving
Après deux mois de combats et descarmouches qui
retardent lenvahisseur, larmée belge se retranche
le 15 octobre, derrière le dernier rempart : lYser, de
Nieuport à Boesinghe. Avec eux, les fusiliers marins
de lAmiral Ronarch et les tirailleurs sénégalais
défendent Dixmude comme tête de pont jusquau 10
novembre. Les combats successifs amènent les alliés
à se replier sur le talus de la voie de chemin de fer
de Dixmude à Nieuport. A peine haut dun mètre il
endiguera linondation de la plaine gauche de lYser
obtenue par le génie belge en régulant le débit des
écluses de Nieuport.
Cette exposition met en confrontation les différents
protagonistes de la bataille de Dixmude qui en firent
une ville martyre. La résistance opiniâtre dura quatre
Voor allen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van Wereldoorlog 1 is een bezoek aan De IJzertoren een educatieve must. Originele uniformen, wapens, vele andere materialen, levensechte decors betrekken je in een interactief gebeuren, waarbij je geconfronteerd wordt met de gruwel van toen. U proeft en beleeft er de sfeer van Den Grooten Oorlog, u ruikt er chloor- en -mosterdgas, voelt de vrees middenin de bombardementen of loopgraven. U bezoekt onder andere een reconstructie van een authentieke noodwoning in een verwoest dorp. Daarenboven biedt de IJzertoren, met een hoogte van 84 meter, u een uitstekend zicht op Diksmuide en de Westhoek, het vroegere front.
Een stukje geschiedenis In augustus 1916 wordt aan het Belgische front het Comité voor Heldenhulde opgericht, om op het graf van de Vlaamse gesneuvelden een bescheiden maar betekenisvolle grafsteen te kunnen plaatsen. De kunstenaar Joe English tekent een Keltisch geïnspireerd kruis met daarop de beginletters AVV-VVK, volgens de leuze van de katholieke Vlaamse studenten, en de opwiekende blauwvoet het symbool van de Vlaamse studentenbeweging. Er worden +- 800 van die grafstenen geplaatst.
In 1923 besluit de regering op alle Belgische graven een officiële steen te zetten. Het comité der Jaarlijkse Bedevaart naar de Graven van de IJzer vat het plan op om bij de IJzer een lap grond aan te kopen waarop ze een reusachtig kruis zullen bouwen met daar rond de heldenhuldezerken. In 1924 koopt het comité het terrein waargedurende de Eerste Wereldoorlog een Belgische stelling lag. Deze stelling bevond zich tegenover de gevreesde Duitse post in de minoterie,de bloemmolen. Vanaf dat jaar zal men daar de jaarlijkse bedevaarten houden.
Op 26 mei 1925 worden door de Dienst der Militaire Grafstenen meer dan 500 heldenzerken kapot geslagen om er grintwegen mee te funderen. Daarom besluit het comité een hoog IJzerkruis op te richten om dan daarin de overgebleven zerkjes in te metselen. Die toren moet en zal een huldemonument zijn voor de Vlaamse frontsoldaat en een eerherstel voor de Vlaamse gesneuvelden. In 1928 begint men met de bouw van de toren. Op 24 augustus 1930 wordt de IJzertoren ingewijd, dit gebeurt tijdens de incidentrijke elfde IJzerbedevaart. De volgende jaren worden de vier beelden van Karel Aubroeck onthuld. Als vredesmonument word erop de toren in vier talen de tekst Nooit meer oorlog aangebracht.
Ondertussen krijgen negen IJzerhelden een graf in de crypte dit zijn: Edward en Frans Van Raemdonck, Firmin Deprez, Frans Kusters, Joe English, Frans Van Der Linden, Bert Willems, Renaat De Rudder en Juul De Winde. Ook de stoffelijk resten van de Waalse korporaal Amé Fiévez zouden zich hier bevinden. Fiévez ligt hier vermoedelijk te samen met de gebroeders Van Raemdonck in één kist begraven. A. Fiévez heeft ook een grafzerk op de militaire begraafplaats van Westvleteren gekregen. In de crypte hangt het doorschoten kruis van Nieuwpoort en staat de steen van Merkem met de tekst Hier ons bloed wanneer ons recht.
Na de Tweede Wereldoorlog, in de sfeer van de anti-Vlaamse repressie, word de IJzertoren in 1945 beschadigd en in de nacht van 15 op 16 maart 1946 door onbekenden vakkundig gedynamiteerd. De graven blijven nagenoeg ongeschonden. Na het ruimen van het puin werd een voorlopige afdekking gegoten.
Op de crypte van de verwoeste toren verrijst in 1948 een bescheiden huldekruis met de beginletters AVV-VVK en de blauwvoet. In 1950 bouwt men met de brokstukken de Paxpoort. Aan de hoeken ervan staan de herstelde beelden van Edward en Frans Van Raemdonck, Renaat De Rudder, Joe English en Frans Van Der Linden met Lode De Boninge.
Vanaf 1952 begint men honderd meter verder de nieuwe IJzertoren te bouwen, nu 85 meter hoog in plaats van vijftig. De crypte word in 1958 ingewijd, de toren in 1965.
Omwille van voortdurende waterinfiltratie, barsten, scheuren, verzakte muren word er in 1996 beslist de crypte grondig te gaan restaureren. Op 2 juni 1997 worden de kisten van de IJzersymbolen voorlopig naar de kapel in de nieuwe IJzertoren overgebracht. De restauratie is vrij ingrijpend maar houdt wel rekening met de traditie. De overblijfselen van de oude Toren blijven voor honderd procent zichtbaar en de pompsteen van Merkem, de klok Nele, de eerste steen van de eerste Toren, de naamstenen en de oorspronkelijke ingangsdeuren worden verwerkt in de nieuwe Crypte. Het met gras begroeide geheel vormt een perfect geheel met het omringende domein. Via de Pax-poort wandelen de bezoekers doorheen de Crypte en komen zo vanzelf op het wandelpad naar de IJzertoren.
De kisten van de IJzersymbolen zijn ondertussen weer bijgezet in de crypte van de eerste Toren. Het wijden van de zerkjes is gebeurd op de Bedevaart van 2001.
Pompsteen van Merkem
Tijdens een nachtelijke actie schrijven Vlaamse soldaten, die in 1918 opkomen voor de toepassing van de taalwetten, op een oude pompsteen in het verwoeste frontdorp Merkem: Hier ons bloed, wanneer ons recht. De steen word in 1933 naar de crypte van de IJzertoren overgebracht.
Het kruis van Nieuwpoort
Het kruis kan uit de totaal verwoeste havenstad gered worden. De aalmoezenier van het Franse Leger L. Andrieux brengt dit ijzeren kruis in 1915 vanuit de tuin van het klooster der Arme Klaren over naar het kerkhof voor Franse soldaten,dat is aangelegd, rond de O.L.V.-kerk. Het doorschoten kruis word na de eerste wereldoorlog aan de Arme Klaren teruggegeven. Het word in het portaal van de kapel geplaatst. In 1937 word dit kruis aan de IJzertoren geschonken en is het naar de crypte overgebracht.
Wanneer mensen denken aan oorlog dan denkt men meestal aan moordende gevechten, slagvelden bezaait met lijken en aan bommen en granaten. Weinigen staan er bij stil dat ook het gewone dagelijkse leven verdergaat. De burger moet evenals in vredestijd zorgen voor zijn dagelijkse kost. Dat dit tijdens een oorlog niet altijd van een leien dakje loopt spreekt vanzelf. Sommige voedingsmiddelen worden schaars of zijn niet meer verkrijgbaar! Ook veel andere materialen en grondstoffen worden een zeldzaamheid. De overheid moet ravitailleren, de bevolking spreekt liever van rantsoeneren want er is maar een beperkte hoeveelheid per persoon voorradig! Om de tekorten van bepaalde producten op te vangen gaat men op zoek naar vervangingsmiddelen, deze zijn meestal van een mindere kwaliteit men spreekt van ersatzproducten!
1939-1940
In 1939 voelt men de oorlogsdreiging naderen en de Belgische overheid beslist om zich voor te bereiden op een eventueel schaarste probleem van diverse producten. In mei 39 werd binnen de schoot van het ministerie van Economische Zaken een departement van ravitaillering opgericht. Hun doel is om het aanleggen van vaste voorraden te stimuleren.
In bepaalde streken krijgen de landbouwers opdracht om meer graangewassen, aardappelen en suikerbieten te telen. De landbouwer kan zelf niet meer beschikken over zijn eigen oogst.
Het verdelen van de gestockeerde waren zal gebeuren via een systeem van rantsoenkaarten en zegeltjes.
Vanaf november 1939 worden de rantsoenkaarten en de zegels verdeeld naar de gemeenten, en moeten ze tegen 21 april 1940 uitdelen. Op 10 mei 1940 vallen de Duitsers België binnen. Tijdens die bange meidagen blijkt, dat ondanks alle voorbereidingen, de bevoorrading en rantsoenering misloopt. De snel oprukkende Duitse troepen en massas vluchtende burgers blokkeren de aanvoerwegen.
De hamsterwoede van vooral de rijke lui en de handelaars doen de aangelegde voorraden slinken. Ook de gewone man probeert zijn deel te bemachtigen, vaak via diefstal en plundering!
Na de capitulatie probeert men het hamsteren de kop in te drukken, de diverse verordeningen brengen niet veel resultaat op. Men vreest het ergste, ingrijpende maatregelen worden noodzakelijk!
Vanaf 11 juni 1940 wordt de rantsoenering een feit!
Concreet betekent dit dat bepaalde waren nog slechts in een beperkte hoeveelheid en mits afgifte van rantsoenzegels verkrijgbaar waren. De in omloop zijnde blauwe zegels worden vervangen door groene en worden afgeleverd door de dienst Union Patronale.
De nieuwe zegels zijn genummerd en geven naargelang het nummer recht op een bepaald rantsoen van een bepaald product.
De rantsoeneringtabel bepaalt per product het dagelijkse rantsoen en wordt uitgedrukt in grammen. De rantsoeneringtabel kan variëren voor elke nieuwe periode en per streek of gemeente, een periode telt 30 dagen.
Product
Grammen per dag
per persoon
Zegelnummer
Brood
Meel
Deegwaren
Beschuiten
Dieetlevensmiddelen
Peperkoek
Banketgebak
225 gr of
166 gr of
125 gr of
125 gr of
175 gr of
250 gr of
300 gr
1
Gebrande koffie(vervangkoffie
uit gerst, erwten of cichorei)
10 gr
2
Margarine
3,33 gr
3
Boter
8,3 gr 80 gr?
4
Cichorei
3,33 gr
5
Suiker
33 gr of 5 klontjes (in de zomer dubbel
om confituur te kunnen maken)
6
Peulvruchten
16,66 gr
7
Haverderivaten
8,33 gr
8
Smeerkaas
5 - 30 gr
9
Vlees
35 gr zonder been
10
Confituur, honing of siroop
150 200 gr
12
Olie
5 35 gr?
Zout
20 gr
Aardappelen
500 gr
20
Om de 30 dagen moet men zich persoonlijk aanbieden op het ravitailleringbureau, om de bevoorrading te verzekeren van bederfbare waren, vb. zuivelproducten. Ook moet men zich voor de duur van de oorlog inschrijven als vaste cliënt bij een winkelier naar keuze. Daar kan men mits betaling, alleen de tegenwaarde aan gewicht per afgegeven zegel, het gewenste product bekomen.
De mensen moeten vaak uren aanschuiven in de lange rijen aan de winkels. Ze zijn niet zeker wat ze vandaag zullen kunnen krijgen, producten zijn niet altijd voorradig, men moet dan improviseren!
Uitgezonderd appels is de rest van het fruit onbetaalbaar.
Chocolade was alleen te verkrijgen op de zwarte markt.
Ook vleeswaren worden gerantsoeneerd: een blik cornedbeef van 900gr = 11 zegels of het maandrantsoen van 2 personen.
Naast een groot gedeelte rogge worden een hele reeks surrogaten zoals aardappelmeel, suikerbieten, gedroogde groenten, gerst, spelt en fijn gemalenstro bij de tarwe verwerkt, op sommige momenten is er zelfs een vochtigheidsgraad van 40% toegelaten (meer water = meer gewicht)
Brood is niet meer dan een harde korst met binnenin een grijze kleverige en papperige massa. Het brood mag niet vers verkocht worden, het moet minstens 24 uur oud zijn want anders is het niet te snijden.De meeste mensen proberen graan te bemachtigen. Malen het meestal in zelf ineen geknutselde graanmolentjes of in hun koffiemolen. Ze bakken zelf hun brood in draagbare oventjes of trekken met hun meel of deeg naar de bakker.
Broodsmeersel
Confituur, honing en siroop waren gerantsoeneerd. Vetstoffen zoals boter, margarineen reuzel waren beperkt.De landbouwers werden opgelegd koolzaad te kweken en daaruit vervaardigde men margarine. Het rantsoen boter schommelde van 50 gr tot 100 gr per dag, soms wel tot 150 gr wanneer er geen margarine was. In juni was er geen margarine te bekomen en bedeelde men 100 gr smeerkaas, niet voor lang, want op 29 september werd ook de smeerkaas op de bon gezet.
Calorieën per dag: 1350 i.p.v. 2700
Het oorlogsdieet heeft weinig vetstoffen en eiwitten, uiteraard heeft dit gevolgen zoals
-duizeligheid
-slapeloosheid
-hoofdpijn
-geen weerstand tegen de koude
-kinderen worden geremd in de groei
-zieken genezen trager
-de opmars van tbc enz.
-kalk te kort = tandbederf en gewrichtsaandoening
Extra rantsoenen
-Arbeiders die zware arbeid verrichten krijgen een extra rantsoen (brood margarine - vlees)
-Zwangere vrouwen + voedsters krijgen extra rantsoen brood.
-Kinderen onder 14 jaar, zwangere vrouwen, sommige zieken en personen boven de 70 jaar(zegel nr11) krijgen een extra rantsoen melk (indien voorradig) van 0,225 liter.
-Kinderen jonger dan 4 jaar krijgen extra eieren, indien er zijn!
De mensen zijn dus genoodzaakt om te proberen supplementair voedsel te bemachtigen. Vaak gebeurt dit op de zwarte markt, het spreekt vanzelf dat er op de zwarte markt schandalig hoge prijzen worden gevraagd!
Deze was zo overvloedig aanwezig en kan soms goedkoper gekocht worden op de zwarte markt dan op de officiële markt.
De haring heeft vele Belgen van de hongersnood gered.
Inventarisatie
In sommige provinciesgeeft de provinciegouverneur aan de burgemeesters de toestemming om de voorraden in de verlaten huizen en pakhuizen te inventariseren om ze later evenredig onder de handelaars te verdelen.De netto-opbrengst wordt gebruikt als steun voor de behoeftige gezinnen. De benadeelde eigenaars worden na de oorlog op basis van de inventarissen schadeloos gesteld.
Het gouvernement wenst de inventaris van volgende gegevens:
-de producten waarvan de voorraad ontoereikend is
-naamlijst van de leveranciers
-welke vervoermiddelen er worden ingezet en hoe gebeurt de levering aan de handelaars.
Hulpvergoedingen worden bepaald om behoeftige gezinnen te steunen:
45 fr. per week voor het gezinshoofd (is de echtgenoot onder de wapens of geëvacueerd wordt de echtgenote als gezinshoofd beschouwd)
24 fr. voor de echtgenote15 fr. per gezinslid
Hulporganisaties
Winterhulp
Organiseert tegen betaling en afgifte van rantsoenzegels o.a. soep - en, melkbedelingen evenals goedkope maaltijden.
Winterhulp is ook actief in scholen, haar medewerkers bedelen er soep, melk, fruit, sojabeschuiten, kaas, wortelen, levertraan, vitamines, chocolade en dit gebeurt meestal gratis.
Boerenhulp
Ondervoede kinderen gaan voor enkele maanden naar het platteland, bijlandbouwersgezinnen die vrijwillig hun diensten aanbieden.
Onderhoudsproducten
Zeep
Zeep is vanaf het begin van de bezetting streng gerantsoeneerd dit door het schrijnend te kort aan vetten, het belangrijkste bestanddeel van zeep. De rantsoeneringzeep is van gebrekkige kwaliteit.
Zeep van het edelste veldgewas
Het edelste veldgewas, leerden wij op school, was het vlas. Het schenkt ons een waardevolle vezel om linnen, koorden en gordijnen mee te maken en levert bij het zwingelen veel lemen, een kostbare brandstof in oorlogstijd en later de grondstof voor vezelplaten (leemplaten). Dan mogen wij het zaad niet vergeten, het lijnzaad van oudsher gebruikt om lijnzaadolie uit te persen, uiterst geschikt om zijn darmen te zuiveren om als bruine zeep de vloer te poetsen. Vooral in het milieu van vlaswerkers werd bruine zeep gemaakt van lijnzaad en een winstgevende handel mee opgezet tijdens de oorlog.
De fabricage is zeer simpel. De zaadjes worden eerst opgewarmd om ze te doen zwellen. Dan worden ze geplet met een pletmachientje die met de hand bediend wordt en gemakkelijk en vlug kan gedemonteerd worden als de controleurs werden gesignaleerd ( de losse stukken werden dan soms in de gracht verborgen). Tijdens het aan de kook brengen wordt een bijtende potas toegevoegd als bindmiddel en een poedertje van de apotheker. Zo verkrijgt men een soort geleiachtige stof, een vloeibare bruine zeep. (Henri Minne, ex-vlasser)
Ook deze zijn van mindere kwaliteit, ze bevatten veel bijtenden stoffen die slecht zijn voor de handen maar ook ongunstig voor de textielwaren.
Borstels waren gemaakt uit takken en allerlei grassoorten die afbraken bij het vegen en dweilen worden vervangen door versleten jutezakken.
Kostprijs in Belgische franken
Product
Voor mei 1940
Officiële markt einde 1941
Zwarte markt
einde 1942
Rantsoenzeep
0,75
Sunlight zeep
0,5 - 1
40 - 70
1kg zwarte zeep
3
70 90
Doos waspoeder
1,5
1,75 2,5
Dweil
2,4
9 -20
45 80
Borstel
4,5 - 10
15 - 30
35 - 65
Kledij
Ook kledij en schoeisel worden gerantsoeneerd.
In januari 1941 word de eerste kleerkaart ingevoerd in de loop van 1943 een tweede. Iedere kaart bevat een aantal punten.
Categorie
Wie
Aantal punten en bons
In 1941
In 1942
A
Mannen boven de 15 jaar
80 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons*
120 en 5 bons voor 200 yards naaigaren, 6 bons voor kousen of sokken en 4 bijzondere bons*
B
Vrouwen boven de 15 jaar
80 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons* en 4 bons voor kousen
120 en 7 bons voor kousen en 5 bons voor naaigaren en 2 bijzondere bons*
C
Jongens van
3 15 jaar
100 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons*en 5 bons voor kousen
Idem B
D
Meisjes van
3 15 jaar
100 en 3 bons voor naaigaren en 3 bijzondere bons*en 5 bons voor kousen
Idem B
E
Voor kinderen van 1 3 jaar
100 en 3 bons voor naaigaren en 9 bijzondere bons*
120 en 5 bons voor naaigaren en 7 speciale bons*
F
Zuigelingen
150 2 bons voor waterdichte dekens en meerdere bijzondere bons
150 en 2 bons voor waterdichte dekens en meerdere speciale bons*
* de bestemming van deze bons zou later zou meegedeeldworden.
Kostprijs per kledingsstuk
Vrouwen
Mannen
Kledingsstuk
Punten
Kledingsstuk
Punten
Wintermantel
75
Winterkostuum
80
Wollen kleed
42
Zomerkostuum
50
Voorschoot
12
Pull met lange mouwen
21
Bloes
20
Hemd met boord
24
Kousen
4
Korte onderbroek
10
Rok
18
Das
1
Een meisjesmantel 37 punten, een bretelbroekje voor een zuigeling 6 7 punten, een tafelkleed 22 punten, een bedlaken 35 punten, een meter stof op 143 cm breedte 16 punten, enz
Voor speciale kledij moest een afzonderlijke aanvraag gebeuren met de nodige bewijsstukken zoals voor rouw (overlijdensakte), zwangerschap (geneeskundig attest), uitzet (verklaring van de ondertrouw), enz
Kinderen krijgen 1 paar schoenen per jaar. Volwassenen uitgezonderd bepaalde categorie van werklieden moesten het in principe gans de oorlog met één paar schoenen stellen.
Alles wordt gerecupereerd of herstelt en gedragen tot het geheel versleten is, schoenen worden vervangen door klompen bij gebrek aan leder worden houten blokzolen op de schoenen genageld. Men kon maar een paar schoenen kopen wanneer de aanvrager geen 2 paar schoenen had die nog konden gedragen worden.
Niet alleen de rantsoenering werd vastgelegd, maar ook welke de normale voorraad was voor één persoon:
De verwarming gebeurde met een Leuvense stoof, een Brabantse kachel of een haardvuur.
De kolen werden eerst per maand en later per drie maanden verdeeld.
Het rantsoen was 150 tot 250 kg per 3 maanden voor gezinnen van 1 tot 4 personen, met een vermeerdering van 50 kg per bijkomende groep van 1 tot 4 gezinsleden.
Bij ziekte met koorts krijgt men een extra kolenbon van 50 kg uitgereikt.
Door het gebrek aan steenkool of cokes wordt Slam* of spriet** geleverd, deze zijn eveneens gerantsoeneerd.
Langs de spoorweg kon men dagelijks kinderen en vrouwen zien die sintels (geheel of gedeeltelijk verbrande steenkool) opraaptenVeel bomen moesten er ook aan geloven.
Er wordt veel kou geleden, vooral van kerstdag 1941 tot op 13 maart 1942 is het bibberen, het kwik staat constant onder nul. In januari daalt de temperatuur tot 18°. De openbare gebouwen en lokalen worden niet meer verwarmd. De scholen sturen de kinderen naar huis. Sommige stedelingen zitten weken zonder brandstof, om zich te verwarmen kruipen ze met kleren en al in bed, alles wat kan branden wordt verbrand. * Slam is steenkoolgruis (kolenslib) dat wel vuur geeft maar weinig warmte levert. Het moet vochtig gemaakt worden anders brandt het te vlug op.
** Sprietis een soort fossielhout afkomstig uit de Kempen, het brand langer dan gewoon hout maar niet zo lang als steenkool.
Wie over gas en elektriciteit beschikt wordt gerantsoeneerd.
Verlichting
Niet alle woningen waren aangesloten op elektriciteit of gas. Men moest beroep doen op een kaars want petroleum was schaars. Daarbij moesten s avonds en s nachts de vensters volledig verduisterd worden.
Vanaf 1943 werd voor de gezinnen die geen elektriciteit hadden de lampolie gerantsoeneerd. Er waren 4 rantsoeneringkaarten:
Kaart A
Gezin van 4 5 personen
1 l tot 2,5 l
Kaart B
Met meer dan 6 personen
1,5 l tot 4 l
Kaart C
Koe stallen
0,5 l tot 1 l
Kaart D
voertuigen
1 l
Tabak
Ook tabak ontsnapter niet aan!
Velen kweken zelf tabak of iets dat er op lijkt, als men het maar op kan roken. Door het gebrek aan tabak werd er ook een tabakskaart uit gegeven, dit voor de mannen boven de 17 jaar. In 1943 kregen ze voor 3 zegels 130 gr pijptabak of in evenredigheid sigaretten per maand in 1944 kwam het op de helft. Er werd veel tabak gesmokkeld uit Frankrijk en was op de zwarte markt te bekomen aan woeker prijzen.
Ook niet rokers beschikken over tabakszegels, dit leidt uiteraard tot een nieuwe handel. Een pakje sigaretten kost voor de oorlog 1,8 tot 2 BEF, tijdens de oorlog 4 tot 7 BEF. Tabak kost 10 a 15 BEF per 100 gr dit is het dubbel van vroeger!.
Bier werd van graan gemaakt en was schaars. Bier kon men vanaf 7 januari 1941 alleen met broodzegels bekomen.
Halve liter bier van1° =25 gr brood
2° =50 gr brood
4° = 500 gr brood
Dit duurde zo een 3-tal maanden en dan ging men flotjesbier brouwen, misschien wel de voorganger van het hedendaags alcoholvrij bier.
Fietsbanden
De fiets was zo wat het enige vervoermiddel dat ter beschikking was in de oorlogsjaren. Rubber was een belangrijk product voor de bezetter, zo werden de fietsbanden gerantsoeneerd t.t.z. een fietsband mocht maar afgeleverd worden indien het dringend noodzakelijk was. Er werd bepaald wie in aanmerking kwam, o.a.: werknemers, geneesheren, veeartsen, verpleegsters, rijkswachters, douane, enz
Kon men zijn versleten fietsband niet vervangen dan legde men op de versleten fietsband een andere versleten fietsband. Het was wat harder duwen om zich te verplaatsen, maar men kon opnieuw een tijdje weg.
Autos en benzine
Reden er dan geen autos?
De bezettende overheid legde beslag op petroleum en benzine, de autobezitter konden moeilijk aan deze grondstoffen geraken en hun gerij moest van groot belang zijn voor de bezetter.
Vrachtwagenchauffeurs lieten hun wagens draaien op gassen. Daarvoor lieten ze de wagen uitrusten met een ketel waarin hout en kolen gestookt werden. En konden ze verder rijden (zeg maar puffen)
Einde van de rantsoenering
Het einde van de oorlog betekent echter niet het einde van de rantsoenering. De situatie zal geleidelijk verbeteren maar het zal nog een aantal jaren duren voor alles weer verkrijgbaar is, pas op het einde van 1948 nemen we afscheid van de zegels!
Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
Standbeeld van de Belgische koning Albert I te Vichy
Van Frans van Gompel uit Bergeijk, Nederland, vroeg me het Volgende;
Als ik in Vichy (Frankrijk) ben valt mij steeds het standbeeld van de Belgische koning Albert I op. Het beeld is meer dan manshoog met een goed gelijkende Albert I die gekleed is in het Belgische legeruniform met helm van WO1. Het beeld met sokkel, met de tekst "Albert, Roi Soldat" wordt goed onderhouden. De kleine vlaggen van België en Frankrijk worden steeds vernieuwd en er staan regelmatig verse bloemen.Ik vraag mij af waarom dit beeld hier in Vichy staat. Wie heeft het geplaatst, Wat was de aanleiding? Wie kan ons helpen? u kunt mailen naar tfront@live.be
EEN MUST VOOR IEDEREEN DIE INTERESSE HEEFT IN GESCHIEDENIS!
Het FOR FREEDOM MUSEUM ligt in Ramskapelle, een deelgemeente van Knokke. Het museum is onder gebracht in de gerestaureerde dorpsschool. En vertelt ons het verhaal vangebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog. Het prachtige museum is pas enkele maanden open, maar kreeg al bijna 5000 bezoekers over de vloer!
Al jaren bezoek ik her en der musea die de gedachte aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog levendig willen houden, maar het FOR FREEDOM MUSEUM is zekere een pracht van een museum. Het verhaal, het decor, de presentatie, het origineel materiaal, .. is allemaal goed doordacht en verzorgd. Eigenlijk was ik daar niet van verwonderd, want al jarenlang ken ik de conservator Freddy Jones, en ken ik zijn manier van werken. Zijn passie, zijn historische kennis,zijn gedrevenheid vind men terug in dit unieke museum! Dit resultaat vergde jaren werk, jammer dat veel bezoekers dat niet altijd goed beseffen!
4 september 2009 bezocht ik het AIRBORNE MUSEUM te OOSTERBEEK (NL), ik was zeer benieuwd, want toen ik er verleden jaar op bezoek was vernam ik dat het museum vernieuwd zou worden. Dus trok iknu vol verwachting het museum binnen! Het museum is nog niet volledig af, maar het was me al vlug duidelijk dat het eindresultaat uitmuntend zal zijn. Vooral DE AIRBORNE EXPERIENCEmet beeld, licht - en geluidseffecten zal veel mensen weten te boeien. Maar de meer historisch geïnteresseerden komen zeker ook aan hun trekken.
Ik zou zeggen brengeen bezoekje aan dit prachtige museum, een beetje geschiedenis kan zo boeiend zijn!