Foto
Zoeken in blog

Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Inhoud blog
  • praktisch
  • bloemen
  • vogel
  • de jonge
  • lied
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Altijd in beweging met van alles en nog wat...

    25-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.koor
    Een gedicht van Johannes Klinker 1764-1845

    De nagedachtenis van Joseph Haydn, in de maatschappij Felix Meritis den 25 van sprokkelmaand 1810 gevierd.

    koor.

    Stemming der heiligste smart,
    ô Beziel, ô beziel onze zangen!
    Doe het weeklagende hart
    Kwijnend verlangen! -

    Grijp smachtend naar de toon, die Haydns geest gebiedt!
    Verhef, van de zaligste aandoeningen zwanger,
    Germanjes onvergelijklijke zanger,
    En prijs de Godlijke bard in uw lied.

    Voer ons, ô Heilige toonkunst!
    In uwe trillende wolk van geluiden,
    Van tonen, die beurtlings elkander vervangen,
    Naar 't oord, waar Haydns lied
    In zuiverder' luchtstroom klinkt!

    vier Stemmen.

    Doe ons, van daar, zijn vroegste liedren horen,
    Een eerste poging zijner kracht!
    Vroeg was hem reeds de onsterflijkheid beschoren,
    En de eerste stap naar de eer weldra volbracht.
    Hij voelt zich ras, die voor de kunst geboren,
    Naar grootser doel, naar hoger stemming tracht!
    Wat edel is kan slechts zijn ziel bekoren.

    recitatief.

    Hij sprak de taal, die overal verstaanbaar,
    Voor 't menslijk hart een hoger leven schildert,
    En 't vrij gemoed, door zuiver vuur aan blaken,
    Het oord der Godheid kennen doet.

    (eerste deel van deze Cantate)

    schrijver

    25-02-2014 om 21:50 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    24-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.felice
    Een gedicht van Eduard Brom 1862-1935

    Felice (1)

    IK heb gesmacht zo lange, grauwe dagen,
    Gesmacht zo meen'ge sterren-loze nacht,
    En zucht op zucht, en zieleklacht- op klacht
    Steeg droevig op, met twijfels bange vragen!

    Soms werd verlangen mij zoet welbehagen,
    Een stille weelde, als droomrig maanlicht zacht...
    In ziele-lach heb 'k mijn lief heil verwacht,
    Na lijdzaam wachten nieuwe smart gedragen!

    Dwaas, dat ik niet begreep mijns harten leed,
    Dwaas, dat mijn weelde niet vermoeden deed,
    Wat groot mysterie 't àl in mij verwekte....

    Tot eindlijk 't leeg verlangen werd gevuld,
    Uw teder-lichtend englenbeeld onthuld,
    'k Uw heilge schoonheid sidderend ontdekte!

    schrijver

    24-02-2014 om 21:18 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    23-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tempel
    Een gedicht van Jan Celliers 1865-1940

    De tempel der reinheid.

    Ik droomde mij in wolken-landen;
    het blindend blank der zonnewanden
    al zwevend in 't rein azuur,
    als lenig marmer reuze-krullend,
    de dalen schaduw-purper vullend,
    - en goud-gekopt de stapel-muur

    En 'k zag 'n zaal vol schone vrouwen,
    het blank en blauw, in lange vouwen
    omhangend los de slanke le'en,
    in nauwe lijne-sluiting kozend
    om malse vormen rose-blozend,
    - en blanke voet op marmersteen.

    'k Hoor stemmen als kristallen klokjes,
    in 't ruim gestrooid als wolken-vlokjes,
    bij scherts en blij-zang ongetoomd;
    waar vol-geteugd de boezems zwellen,
    in 't levend blauw der ether-wellen
    - door wijde ramen ingestroomd.

    Bij 't voorhang, plots op-zij gegleden,
    zie 'k mannen in de zaal getreden,
    in 't licht gewaad van 't wolkenland;
    en vlug in 't gaan zijn fijne voeten
    al spoedend tot een blij ontmoeten,
    - van ver gereikt de vrienden-hand.

    En durvend-klaar in reine weten
    zie 'k oog met oog zich lachend meten,
    bij handen-druk van welle-kom.
    En los als 't kleed van lange vouwen
    valt gul de lach van 't vol vertrouwen
    - herhaald van wand tot wand alom.

    En 'k vond mij biddend neergezegen:
    ‘Verlicht, O God, mijn aardse wegen,
    en aan Uw hand, ach, voere mij,
    dat ik, genaakt tot reinheids-tempel,
    een hand gestrekt vind aan de drempel
    en blije stem: ‘Wees welkom, gij!’

    schrijver

    23-02-2014 om 18:16 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    22-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.madame
    Een gedicht van Johan van 't Lindernhout 1893-1916

    Madame la Marquise

    Een lied ruist ijl en rank; een vrouw speelt aan 't spinet
    En neurt heel zacht de wijs; de blanke toetsen schreien
    Hun zoet en simpel leed door 't schemerend salet.

    Maar wie haar gratie won nijgt aarz'lend haar bezijen
    En zoekt haar need're blik. Een stille geur verbloeit
    Van onvervulde drome' en teed're specerijen...

    Ze heft 't gedoft gelaat; het zoet geneur vervloeit
    Tot lage fluistering; haar smalle vingers roeren
    Het laatst akkoord. Dan schâuwen, bleek en teer gegroeid.

    Op 't matte gobelijn, de bevende contouren
    Van een versmolten beeld.... Een schucht're hand bewoog
    Een toets; de snaar vertrilt.... Reeds welkt de peerlemoeren

    Tot bleker avondlucht. Zij talmen aan de toog
    Van 't open venster, waar de donk're olmen lijnen.
    Zij schertsen, maar een weemoed schemert in hun oog;

    Krank van verteerden lust en delicate pijnen
    Paren de woordjes zich aan heus en lucht gebaar,
    En de mimosa kwijnt, roerloos in 't porseleinen

    Geraad, vóór 't spiegelglas van 't duisterend boudoir.

    schrijver

    22-02-2014 om 19:13 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    21-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kerkhof
    Een gedicht van Victor A. dela Montagne 1854-1915

    OP 'T KERKHOF.

    In 't lover van der doden rustplaats,
    bij 't zerkje van het arme wicht,
    heeft zich een eenzaam vogelijn
    het donzig liefdenest gesticht.

    De zoele lentewinden,
    ze koestren, onder feestgeruis,
    de zanger in zijn groene woon,
    het kindje, sluimrend onder 't kruis.

    Zo brengt ze, de milde nature,
    vreugde nevens bittre nood ;
    het schaatrend nest bij 't zwijgend graf,
    opbloeiend leven naast de dood.

    schrijver

    21-02-2014 om 21:40 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    19-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zusjes
    Een gedicht van Cornelis Honigh 1846-1896

    Vijf Zusjes.

    Hier zijn we met ons vijven,
    Vijf zusjes op een rij.
    Zo wandlen we elke morgen
    Gezellig zij aan zij.

    We hebben lichtbruine ogen
    En allen goudblond haar,
    Daarom staat er voor ieder
    Een mooie goudsbloem daar.

    We hebben eender kleren,
    Eén kleur en één fatsoen,
    Dezelfde mof en mantel,
    En strik op hoed en schoen.

    We lijken, zeggen velen,
    Elkander op een haar.
    Maar Moeder zegt: ‘Ik ken je
    Toch heel goed uit elkaar.’

    Oom Willem deed nog gistren,
    Maar - o, zo'n plager is 't -
    Of hij in onze namen
    Zich altijd nog vergist.

    Maar als hij onze namen
    Nog éne keer vergeet,
    Dan zingen we in een versje,
    Hoe ieder van ons heet.

    Hoor maar, één,
    Dat is de kleine Leen.
    Zo'n vrolijk snappertje is dat,
    En ook zo vlug ter been.

    Dan een, twee,
    ‘Ben ik,’ zegt zusje Kee,
    Die, o zo veel van wandlen houdt,
    Ze moet ook altijd mee.

    Een, twee, drie,
    De middelste is Marie,
    En als ze niet in 't midden staat,
    Dan heet ze nog Marie.

    Twee, drie, vier,
    Johanna volgt nu hier,
    Je kunt wel aan haar ogen zien,
    Ze heeft altijd plezier.

    Drie, vier, vijf,
    ‘En waar of ik nu blijf?
    Ik hoor er ook bij,’ roept Kato,
    ‘Al ben ik nummer vijf.’

    Een, twee, drie,
    Zo heten wij en wie
    Die namen weer vergeten kan,
    Die noemen we ook geen ‘oom’ meer dan.

    Nieuwe kijkjes in 't rond (1882)

    schrijver

    19-02-2014 om 13:34 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    18-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.helmkruid

    Een gedicht van J.P. Heije 1809-1876

    Helmkruid.

    In 't gloeiend zand
    Der hoge duinen
    Geplant,

    Kwijnt ge... verdorrend op haar kruinen,
    Aan 't eenzaam strand.

    Schoon 't koele nat
    Uw dorre sprieten
    Omspat;
    Moogt gij geen laafnis toch genieten,
    Verschrompeld blad!

    Vaak sterven wij
    In hooploos smachten,
    Als Gij: -
    En 't doel van hopen en van trachten
    Lag zo nabij!

    schrijver

    18-02-2014 om 19:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    17-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bomen
    Een gedicht van René de Clercq 1877-1932

    Kom niet onder hoge bomen....

    Kom niet onder hoge bomen,
    die klein zijt en niet groeien kunt,
    wie alleen een haastig dromen
    een ontrouw denken is gegund.

    Zo wie loopt op losse voeten
    heeft lichte last van hart en hoofd.
    Taaigewrongen wortlen moeten
    hem binden die in kracht gelooft.

    Zie, de bomen ruisen, leven,
    slaan streng hun zware schoonheid uit.
    Blijf daar weg zo gij maar even
    wat lispelspeelt met half geluid.

    Heilig zijn de sterke stromen,
    een hart dat scheurt, een pijn die gilt.....
    Kom niet onder hoge bomen,
    kleintrotse, die niet lijden wilt.

    De Noordhoorn (1916)

    schrijver

    17-02-2014 om 19:33 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    16-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tempus
    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    Tempus edax...

    't Is stille! Neerstig tikt het ongedurig
    hangend wezen,
    waarop de weg naar 't eeuwige, in
    twaalf stappen, staat te lezen.

    't Is stille en middernacht! Alsof
    ik blind ware, om mij henen,
    in donkere diepten schijnt het al
    verduisterd en verdwenen.

    't Is stille! Niets te zien en niets
    te horen, 't doet mij beven!
    als 't altijd neerstig bijten van
    den tijdworm aan ons leven!


    1890

    schrijver

    16-02-2014 om 20:54 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    15-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.balkon

    Een gedicht van Jan Campert 1902-1943

    Op een balkon

    Wolken in maanlicht trekken hun schemerende sporen
    over en langs het hoog balkon waar ik heb postgevat,
    uitziende op het land, dat aan de rand der stad
    tot een verzonken werelddeel lijkt te behoren.

    Sluim'ren de duizenden nu in ene slaap verloren,
    vervoerd en opgenomen in deze bitter-zoete rust,
    ontdaan van hopen, vrezen, liefde en al de lust,
    die overdag de waakse lijven komt verstoren?

    Schuift over ogen, de welhaast brekende, de helle,
    van wimper en van lid 't beschuttend, teder schild;
    ontspant der handen kramp; wordt eindelijk gestild
    de drift, die 't bloed tot ene stroom doet zwellen?

    Roepen zij thans elkaar niet meer bij namen,
    vrouwen en vrienden, vijanden en volk,
    vergeefs en vluchtig als een spoorloos-snelle wolk;
    werd waardeloos het sluw en dagelijks beramen?

    Zij liggen altezamen in ene groten slaap gebed
    achter de blinde vensters in dorpen en in steden,
    ontkomen aan het jachten, het moeizaam overreden,
    meedogend naar de vrede dezer vergetelheid gered.

    schrijver

    15-02-2014 om 13:58 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    14-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.macht

    Een gedicht van Guido Gezelle 1830-1899

    De macht ontvalt de mense aleer hij 't weet

    De macht ontvalt de mense aleer hij 't weet;
    wat baat hem dat hij werkt, en leeft, en eet?
    Het leven zelf doet 't leven dood, en 't is
    dat wij geen duur en hebben, 't grootst gemis
    van al dat ons ontbreekt. o Duurzaamheid
    oneindig, al omvattend, uitgebreid,
    die, onbegonnen, nimmer sterven zult;
    die 't wezen van het wezen heel vervult,
    u ken ik, ja, heb dank; u ben ik? Neen:
    want duurzaamheid, o God, zijt Gij alleen!

    13-2-1871

    schrijver

    14-02-2014 om 21:19 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    13-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.mandje

    Een gedicht van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk

    'T MANDJE.

    Nu is het nestje warm bereid
    het blanke lichte zachte nestje,
    'n stuk van buurvrouw en van 't bestje
    van tante en die overmeid.

    Strikjes, lintjes, zachte wolletjes
    liggen knus en dottig dolletjes
    in het witte zijden mandje,
    't mandje met het witte kantje.

    Wat al hemdkens, wat al broeken
    al die zachte luierdoeken,
    wat al lichts en blanks en teer
    't lijkt voor 't kleintje van 'n Heer.

    Zoveel nachten, zoveel dagen,
    heb ik moetje horen klagen
    „waar, waar komt dat al vandaan?"
    zie nu eens dat nestje staan.

    't Nestje zacht en warm bereid
    't blanke lichte zachte nestje,
    'n stuk van buurvrouw en van 't bestje
    van tante en die overmeid..

    Een bonte vlucht

    schrijver

    13-02-2014 om 21:36 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    12-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.tijd
    Een gedicht van P.N. van Eyck 1887-1954

    Wat deert me nieuwe liefdes-tijd

    Wat deert me nieuwe liefdes-tijd;
    wat deren waan'ge dagen?
    'k Heb mij in bedden neer-geleid
    waar vreemde doden lagen...

    Wat schade aan hergenoten waan?
    Misschien zal ik vergeten
    hoe doornen langs een liefde-laan
    mijn lede' aan stukken reten...

    - Ik ben zo blij, ik ben vreemd blij,
    te kunnen stil geloven
    in nieuw-aanblazend min-getij
    door oud-gekende hoven.

    schrijver

    12-02-2014 om 16:39 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    11-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ochtendgloren

    Een gedicht van Carel Vosmaer 1826-1888

    OCHTENDGLOREN.

            Langzaam sleept de heilge nacht haar sluier, 
            IJler, doorschijnend aan d' uiterste slippen,
            Weg van de aard', en de laatste sterre
            Dooft hare glans.
            Zacht ontwaakt uit de sluimer het leven,
            't Windeken suizelt,
            Licht als een zucht in de morgen;
            Over het groenige bleek van de lucht
            Glimmert een gelige tint,
            En het eerste wolkje met rozenvlerkjes
            Zweeft van de diepten omhoog. 
            Fjoe-fjoe-fjoe! tsio-tsio-tsio-io!
            Fluiten de vroegst ontwaakte gevleugelde zangstertjes blijde,
            Nu zij van boven, de morgen al onder de kimmen ontwaren.

                Klapwiekend stijgt op de vleugelen
                Druipend van 't vloeiende goud aan de kim
                d' Ochtend in 't kleed van saffraangeel,
                Maagdlijke bode des daags;
                En de gloed op haar blozende wangen
                Kondigt het rijzen des lichtgods.

               Nu heft in voile majesteit de albezieler
               Boven de blauwende zee
               't Hoofd met de gouddiadeem;
               't Zilveren schuim verguldt zich,
               Goudstof wemelt in 't kustzand,
               Bruinrood tinten de stralen de rotsen;
               En de kronen der pijnen
               Verkonden aan mirten, olijven, cipressen,
               Dat de daggod naakt, en zij brengen het over           
               En verder en verder aan lagere struiken.
               En verder en verder aan lagere struiken.
               't Aardrijk lacht, in het leven herboren,
               Iedere bloemkelk plengt
               Aan de rijzende god zijne dauwdrop.

    Nanno (1882)

    schrijver

    11-02-2014 om 21:38 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    09-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.avondliedeke
    Een gedicht van Alison Nahon 1896-1933

    Avondliedeke

    't Is goed in 't eigen hart te kijken
        Nog even vóór het slapen gaan,
    Of ik van dageraad tot avond
        Geen enkel hart heb zeer gedaan;

    Of ik geen ogen heb doen schreien,
        Geen weemoed op een wezen lei;
    Of ik aan liefdeloze mensen
        Een woordeke van liefde zei.

    En vind ik, in het huis mijns harten,
        Dat ik één droefenis genas,
    Dat ik mijn armen heb gewonden
        Rondom één hoofd, dat eenzaam was...

    Dan voel ik, op mijn jonge lippen,
        Die goedheid lijk een avondzoen...
    't Is goed in 't eigen hart te kijken
        En zó z'n ogen toe te doen.

    schrijver

    09-02-2014 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    08-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rubens

    Een gedicht van Prudens van Duyse 1804-1859

    RUBENS.

    Beheerser van 't palet, wiens goddelijke verwen
    Akkoorden zijn vol gloed, een zang vol majesteit,
    Gij, die een baan betrad met palmen overspreid,
    Wat liefling van 't penseel mocht mildere eer verwerven ?

    Al moest het nageslacht uw meesterstukken derven,
    De gloriestarre waakt op uw onsterfelijkheid.
    Geen heeft er stouter vlerk dan Rubens uitgebreid,
    Een schepper in de kunst (gij wist het) kan niet sterven.

    Geschapen was uw ziel uit zuiver starrenvuur
    Gij waart verscheiden, groots, oorspronklijk, als natuur
    En zelfs verheven in uw schittrende gebreken.

    Berispe 't dwergenkroost, ontzagbre Schildervorst,
    Wat, als ondwingbre gloed, u stroomde uit hand en borst,
    Wie volgt uw aadlaarsvlucht in onbezochte streken?

    schrijver

    08-02-2014 om 21:55 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    07-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.sonatine
    Een gedicht van Frans Bastiaanse 1868-1947

    Kleine Sonatine

    Dit is een sonatine
    Precies voor jou, die zacht en fijn
    Met een viool, een mandoline
    Een cello moet bezongen zijn.

    Ik kon de taal wel voor jou zetten
    Op pauk, bazuin en klarinet,
    Het klaar klaroenen van trompetten
    En dubbel héél 't orkest bezet,

    Maar bij die rozen op je wangen,
    Die glimlach om je teed're mond
    Die wedergeeft in diep verlangen
    Wat in verlangen oorsprong vond,

    Speelt nog de taal maar 'en sourdine'
    Precies voor jou, die slank en fijn,
    In de allerkleinste sonatine
    Wil, allerliefst, bezongen zijn...

    En na het laatste en zoetst gehoorde
    Vangt er het lange zwijgen aan
    Waarin, als lied'ren zonder woorden,
    Wij nog het best elkaar verstaan.

    schrijver

    07-02-2014 om 19:03 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    06-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.haveloze
    Een gedicht van J.J. ten Kate 1819-1889

    DE HAVELOZE.

    0 God! hebt Gij uw bloeiende Aard
    Aan ál Uw kindren niet gegeven?
    Ik - word elks drempel afgedreven,
    Ik - heb geen eigen hof en haard.
    Wél is de wereld ongenadig:
    “ De haveloze !" noemt ze mij ...
    Dat brandmerk dooft het medelij' -
    Ach, is dan de Armoe zó misdadig?

    Ik zoek de schaduw van een boom:
    Dáár schijnt me althans de rust beschoren;
    Maar 'k meen des drijvers stem te horen,
    Te midden van mijn korte droom.
    De aard heeft een plek voor al haar bloemen,
    Een nestje voor elk vogelkijn:
    Mocht ik een bloemtje, een vogel zijn!
    Thans kan ik niets het mijne noemen.

    't Is ál voor mij verboden grond:
    Ik zou geen zode durven steken,
    Ofschoon ik ook in woeste streken
    Een lapje dorre heide vond.
    “Voort!" zou het in mijn oren krassen:
    Gij moogt gaan beedlen om uw brood!
    Voor havelozen en de dood
    Is hier op aard geen kruid gewassen !"

    Zo moet ik zwerven, vroeg en laat,
    Met onrust buiten, angst hier binnen.
    'k Zou willen toeven en beminnen,
    En - vind slechts ballingschap en haat.
    God weet, hoe ik mij aan wil gorden!
    'k Zou gaarne trouw en eerlijk zijn :
    Maar och, de honger doet zo'n pijn -
    De honger zal me een lief doen worden!

    Mijn vader bleef bewaard voor schand -
    Men vond hem in een wak bevrozen:
    Hij heeft des Heeren hand verkozen
    Voor 't vallen in der mensen hand.
    In 't gasthuis brak mijn moeders harte -
    Dat was een dag van dubble rouw!
    Ik erfde van de dierbe vrouw
    Al wat zij achterliet : haar smarte!

    Gij, die op donzen peluw rust,
    Beschut voor wind en sneeuw en regen!
    Kwam in de droom mijn beeld u tegen,
    U tegen, als ge uw kindren kust!
    Denk u aan huis en haard onttogen,
    Van gade en kroost en brood beroofd,
    Denk u de misdaad boven 't hoofd;
    En - kunt ge 't - luik dan zorgloos de ogen!

    Ik droomde laatstmaal van een Huis,
    Gesticht, voltrokken door Gods zegen,
    Waar ze armen zo als ik verplegen
    En voeren tot des Heilands kruis...
    Bestaat die wijkplaats? 0 dan bouwden
    Gods Englen ze, op der moeders beê!
    0 Mensenvrienden, neem mij mee!
    Gij hebt een ziel te meer behouden!


    1856

    schrijver

    06-02-2014 om 13:14 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    04-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.leven
    Een gedicht van Prosper van Langendonck 1862-1920

    IK VOEL MIJN LEVEN ...

    Ik voel mijn leven door mijn vingren vlieten,
    dat leven zonder liefde en zonder zegen,
    en de allerlaatste hoop dit hart ontschieten,
    zo afgebeuld langs alle martelwegen.

    Geen trouwe borst zwelt ooit de mijne tegen;
    geen milde hand zal mij genadig gieten
    den zoete wijn des levens. Kalm bewegen
    in teer genegen zijn en zacht genieten!

    0 droom van hoge schoonheid, die mijn schreden
    voorlichtte, - tot uw puurste glans gerezen
    vervliet ge allengs . . .

    En 't jammerlijk verleden
    jaagt stormend door de diepten van mijn wezen,
    in zulk een koorts van haat en woede aan 't loeien
    als stond heel de aarde in vlammend bloed te gloeien.


    1895

    schrijver

    04-02-2014 om 21:46 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)
    03-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Holland
    Een gedicht van C.S. Adama van Scheltema 1877-1924

    HOLLAND

    Wat zijt gij klein Holland
    Met al uw velden en vlakke wegen,
    Met uw rampzalige aardappellanden,
    En uw vreeslijk droefgeestige regen,
    En uw lage goedaardige stranden - -

    Maar groot toch is de zee Holland,
    Waaraan gij langzaam zijt verschenen,
    Waaruit ge als een schelp zijt geboren,
    Die zingt door uw hele land henen,
    Dat elk in zijn ziel haar kan horen!

    Doch wat zijt gij klein Holland
    Met uw simpele wilgenbomen,
    Met al uw kleine kabblende plassen,
    En die paar platte gemaklijke stromen,
    En uw bloemen en tamme gewassen - -

    Maar groot toch is uw hemel Holland
    Met zijne mateloze klaarten,
    Met al zijn oneindige kleuren,
    En die verandrende wolkengevaarten,
    Waarmee grote dingen gebeuren!

    Doch wat zijt gij klein Holland
    Met uw verlegen zwijgende mensen,
    En al uw langzame stille levens,
    En al uw vele denkbeeldige grenzen,
    En o! met nergens ooit iets verhevens - -

    Maar groot toch is uw volk Holland,
    Verwant aan uw heerlijk verleden,
    Dat tussen uw heemle' en zeeën bleef groeien,
    En tussen die wisselende eeuwigheden
    Zich bereidt om opnieuw te gaan bloeien!

    schrijver

    03-02-2014 om 18:44 geschreven door Dora


    >> Reageer (0)


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 07-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 08-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 07-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 07-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 05-2006


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!