Het is zaterdagavond. Seffens bedtijd. Ik geniet altijd van het mediteren voor ik mijn ogen toedoe. Ik poog dan de werkelijkheid te zien van een transcendent leven, dat ik aanvoel maar waar ik niets kan van benoemen. Ik geloof niet in een eeuwig leven, zeker niet lichamelijk; alhoewel ik er vroeger sterk in geloofde en dat geloof eigenlijk verloor toen als een flits het besef tot mij doordrong dat al mijn bidden, geloven in, tot niets gericht was, tot iemand die niet luisterde, die van mijn bestaan niet op de hoogte was, en ik zeker niet van het zijne.
Maar als ik dus in mijn bed lig, wil ik nog altijd eens de belangrijke dingen van die dag overlopen en vanzelfsprekend komt altijd de vraag terug naar de werkelijkheid van een transcendent leven. Dat wil voor mij zeggen dat er in een mens meer is dan fysische materie. Ik geloof ook niet in de evolutietheorie, zeker niet in het creatonisnisme, maar ik voel aan dat de mens een eigenheid heeft die meer is dan stof en as. Schoonheid, liefde, vriendschap, eerlijkheid, rechtvaardigheid zijn voor mij elementen van dat transcendent leven, maar zij hebben geen vat op de sterfelijkheid van de mens. De dood is het gruwelijkste onverklaarbare in een mensenleven. Vanaf het moment dat ons denken kans krijgt tot activiteit weten we dat we sterfelijk zijn. En wij hebben blijkbaar iets in ons denken ingebouwd dat die realiteit steeds voor ons uit schuift. Alleen nu, bij het ouder worden, als er minder tijd overblijft dan er al is voorbijgegaan, ervaren wij meer en meer flitsen van die naderende dood. En onze reactie daarop hangt voor een groot deel af van onze gemoedstoestand op dat ogenblik.
Ons transcendent bewustzijn, onze sterfelijkheid en alles daartussen zal centraal staan in mijn zoektocht naar het waarom van mezelf, naar het waarom van menselijk bewustzijn. Ik zal dat met povere middelen moeten doen, met veel onbekende x-en in vergelijkingen en formules die ik onderweg zal tegenkomen; soms zal ik ze herkennen en soms zal ik niet in staat zijn om ze nog maar te zien. Precies daar zal ik dan mensen ontmoeten die ook op weg zijn en mij wegwijzers zullen aanreiken om samen te zien wat nu nog onzichtbaar is.
Herman
Reacties op bericht (2)
25-05-2011
Bedenkingen
Ik vind dat je de mens wel op een te hoog verhoogje zet.
Lut
25-05-2011 om 19:27
geschreven door observant
15-05-2011
mediteren ...
Ik me dat zelf nooit bewust aangeleerd, maar ik weet dat ik het doe op die stille momenten dat ik me in mezelf terugtrek en geen weet meer heb van de wereld om me heen. Vaak is dat inderdaad zo vlak voor het slapengaan en het geeft me dan ook de rust en het vertrouwen om me over te geven aan de stilte van de nacht.
Ja, de dood is iets dat ons overkomt en waar we als deel van de natuur nooit tegenin kunnen gaan. Zelfs niet met al onze huidige kennis en wetenschappen.
Maar in tegenstelling tot jou blijf ik hopen op een leven hierna, waarin ik mijn lief weer zal ontmoeten en voor goed bij hem zal kunnen zijn.