Boerenjongens zijn rozijnen op brandewijn, dat wil zeggen in alcohol ingelegde rozijnen.
Ook op alcohol ingelegde krieken worden wel boerenjongens genoemd.
Boerenjongens
Dit recept is een met name door oudere mensen geliefd "drankje".
Het werd vroeger vooral op feestdagen, zoals verjaardagen, 'gedronken'.
Boerenjongens
♠ In de stad Groningen en meer steden op het platteland zoals Enschede wordt ook boerenjongensijs verkocht, ijs met rozijnen. ♠ Abrikozen op brandewijn worden boerenmeisjes genoemd. ♠ Boerenjongens met Advocaat en Slagroom worden ook wel BAS-jes genoemd.
De boerenfox (ook wel: Boerenfoks) is een kleine, hoogbenige terriër die qua verschijning veel lijkt op de gladharige Foxterriër en Jackrussellterriër, iets dat niet vreemd is: onder het niet-erkende ras Boerenfox, wordt een hond verstaan, die vermoedelijk afkomstig is uit een kruising tussen de Foxterriër en de (hoogbenige) Jackrussellterriër (de Parson Russel-terriër).
De term Boerenfox wordt in de volksmond echter gebruikt voor allerhande kruisingen, tussen kleine terriërsoorten. Een kruising tussen een Jackrussellterriër en een Boerenfox, zal in de regel resulteren in een Boerenfox, terwijl in essentie een Boerenfox, afkomstig is uit boerenfox-ouders. Zelfs uit de oorspronkelijke kruising van een Foxterriër met een Jackrussellterriër komt geen boerenfox voort, maar een bastaard.
Bandit, de boerenfox
In de regel wordt de term Boerenfox, al dan niet abusievelijk, gebruikt voor :
♠ een hond waarvan beide ouders Boerenfoxen zijn (het niet-erkende ras Boerenfox) ; ♠ een hond waarvan één ouder een Boerenfox is en de andere ouder tot een ander (hoogbenige) terriërsoort behoort, zoals de Foxterriër of de Russellterriër waar de Boerenfox oorspronkelijk uit voortkomt ; ♠ een hond, waarvan de ouders beide tot een ander terriërsoort behoren, bijvoorbeeld een Russellterriër, gekruist met een Fox Terriër.
Boerenfox pups
De boerenfox is niet officieel erkend als hondenras, maar toch onderscheiden ze zich duidelijk van andere rassen en kruisingen.
De vacht van de boerenfox is meestal wit, zwart, bruin gekleurd en gladharig. Boerenfoxen hebben een schofthoogte van rond de 40 cm. De dieren staan bekend om hun felle karakter, hun doorzettingsvermogen en hun waaksheid.
Naast het feit dat ze vaak erg intelligent zijn, hebben ze ook een dominant karakter, waardoor een consequente opvoeding vereist is.
ze kunnen ook vliegen
Van oorsprong zijn boerenfoxen boerderijhonden. Het zijn dan ook perfecte muizen- en mollenvangers.
Vanwege hun grote uithoudingsvermogen, behendigheid, speelsheid en leergierigheid zijn boerenfoxen ook uitstekend geschikt voor de hondensport (agility, flyball, frisbee).
Je ziet het vaak, in winkels, op rommelmarkten of bij mensen thuis: aardewerk met in een paar heldere kleuren geschilderde bloemen en blaadjes. Dat wordt boerenbont genoemd, omdat het een sfeer oproept van echt ambachtelijk werk, dat vroeger in de boerderijen te vinden zou zijn geweest. Het is lekker nostalgisch en gezellig.
Boerenbont in diverse patronen, De Sphinx, Société Céramique, Maastricht Bonnefantenmuseum, Collectie Polling Foto : Peter Cox
Waar komt dat aardewerk vandaan?
De snelste manier op dat te ontdekken is het voorwerp om te draaien en te kijken naar het stempel en het merk op de onderzijde. Meestal zul je daar de naam van een fabriek vinden, bijvoorbeeld Société Céramique, Sphinx of Boch Frères, soms alleen de vermelding van het gebied van herkomst als Bavaria (=Beieren) of Bohemia. Soms staat er bij: 'handpainted'. Dat geeft je een dubbele clue: boerenbont is handgeschilderd in de fabriek en aan het 'patroon' zelf kun je niet direct zien waar het is gemaakt. In de vorige twee eeuwen was dit versierd aardewerk zo gewild, dat het in heel Europa werd gemaakt en daarbij was het helemaal niet nodig om origineel te zijn. De productie was enorm. Alleen al bij de Maastrichtse aardewerkfabrieken zijn miljoenen stuks gemaakt.
Wandbord Boerenbont, P. Regout & Co, Maastricht Bonnefantenmuseum, collectie Polling foto : Peter Cox
Op de schildersafdeling werkten honderden vrouwen (de mannen werkten meestal op andere afdelingen) in lange rijen. Ieder schilderde één deeltje van het patroon, zoals de groene blaadjes, de blauwe bloemen of de bruine stengels, en dan ging de stapel weer naar de volgende. Door deze manier van werken kon men ook gemakkelijk omschakelen naar een ander patroon. In de loop van de jaren zijn er honderden verschillende patroons gebruikt, wat leuk is voor de verzamelaars, maar meestal kom je toch maar de drie of vier populairste decoraties tegen.
Boerenbont, decor France Rusticana, Sarreguemines (F), ca. 1850-1890 Bonnefantenmuseum Collectie Polling Foto : Peter Cox
Waar het 'boerenbont' precies vandaan komt weet niemand. Waarschijnlijk is het in de 18de eeuw door een Engelse fabrikant overgenomen van ouder volksaardewerk. Duidelijk is in ieder geval wel dat in de eerste helft van de 19de eeuw, toen er veel nieuwe fabrieken begonnen, de handgeschilderde patronen naast de mechanische drukdecors snel verspreid raakten. Ook de twee grote Maastrichtse fabrieken, Petrus Regout (later Sphinx) en de Société Céramique, leverden hun aandeel. Alleen al in Maastricht zijn meer dan 200 verschillende patronen in omloop geweest, al moet daarbij worden gezegd dat maar een tiental patronen in grote aantallen zijn gemaakt, dat wil zeggen in de miljoenen. Het bekendst is wel het patroon dat men in Nederland na de tweede Wereldoorlog Boerenbont is gaan noemen, dat bij Sphinx het nummer 15 en bij Société Céramique het nummer 483a had.
arbeidster aan het schilderwerk
Het 'slimme' van de handgeschilderde en gestempelde patronen lag in de productievariëteit. De patronen waren opgebouwd uit een beperkt aantal motiefjes en kleuren, die zonder veel techniek op basis van een enkel voorbeeld- gevarieerd kunnen worden.
In de variatie ligt ook de visuele aardigheid van het 'boerenbont'; wie er oog voor heeft krijgt plezier in het vernuft waarmee een op zich beperkt gegeven tot schier eindeloze variaties kan leiden.
De boerde is een met name in de 14e eeuw in het Middelnederlands voorkomende vertelvorm, bedoeld als voordracht door rondreizende minstreels.
De boerde is verwant met het uit Frankrijk stammende fabliau, en heeft een komisch-erotische inhoud. De teksten, van meestal anonieme schrijvers, waren geschreven in versvorm en waren over het algemeen niet langer dan ongeveer 200 regels, met uitschieters naar boven en naar beneden.
Enkele boerdes zijn bewaard gebleven in het Hulthemse handschrift.
Juni (ook wel: zomermaand) is de zesde maand van het jaar in de gregoriaanse kalender en heeft 30 dagen.
Juni is genoemd naar de Romeinse godin, Juno, de vrouw van Jupiter.
Juni wordt ook wel de maand van het Heilig Hart genoemd, omdat de derde vrijdag na Pinksteren meestal in juni valt. Die dag wordt het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus gevierd.
21 juni: zomerzonnewende of midzomerfeest. In Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland en IJsland wordt dan nog altijd het Luciafeest (een lichtfeest) gevierd, dezelfde dag als ook World Music Day of het Fête de la Musique wordt georganiseerd.
Weerspreuken
♥ Juniregen is Gods zegen. Komt zonneschijn daarbij, dan maakt hij boer en stadslui blij. ♥ Een boon in juni geplant, geeft vijftig in een hand. ♥ De eerste juni kil en wak, brengt veel koren in de zak. ♥ Juni met veel donder, brengt de oogst ten onder. ♥ Waait in juni de noordenwind over het land, dan krijgt de boer veel koren in z`n hand. ♥ Is de juniavond mistig, dan het weer met gaven kwistig. ♥ Juni vochtig en warm, dan maakt ze de boeren niet arm. ♥ Is er in juni pas zonneschijn, dan wordt de zomer klein maar fijn. ♥ Niet te koel, niet zwoel, niet te nat, en niet te droog, juni vult de schuren hoog. ♥ In juni weinig regen, voorspeld een grote zegen. ♥ Zo heet het is in juni, zo koud het is in december. ♥ St. Antonius (13 juni) schoon en helder, vult vat en ook de kelder.
♣ Oudnederlandse/puristische naam: zomermaand of weidemaand ♣ Romeinse naam: Junius ♣ Joodse naam: Tammoez ♣ De sterrenbeelden van deze maand zijn Tweelingen en Kreeft. ♣ De zomerzonnewende valt in deze maand, rond de 21ste. ♣ Er zijn geen andere maanden die op dezelfde dag van de week beginnen als juni. ♣ Een koude periode in juni wordt Schaapscheerderskou genoemd. ♣ Om verwarring met juli te vermijden wordt de maand in de reiswereld als juno uitgesproken.
Weerextremen in België sinds begin van de metingen in Ukkel - vanaf 1833voor gemiddelde temperatuur en neerslaghoeveelheid - vanaf 1887 voor zonneschijnduur in Ukkel. 1839 - Tijdens deze maand valt er 173,3 mm regen. Dit is de natste junimaand tot op heden. 1887 - Er zijn maar 4 regendagen, normaal 15 dagen. 1916 - Met 26 regendagen is het een kletsnatte maand. 1923 - Met slechts 11,5°C (normaal 15,5°C) is het een bijzonder frisse maand. 1976 - Met 12,1 mm neerslag is het een bijzonder droge maand (normaal 67,4 mm). 1976 - Het is ook de zonnigste maand, met 349 uur zonneschijn. 1987 - Deze maand juni daarentegen is met slechts 111 uur de somberste. 2003 - De gemiddelde temperatuur van de maand juni bedraagt voor Ukkel 19,3 °C, bijna 4°C boven het gemiddelde.
Weerextremen in Nederland gemeten op het KNMI-station in De Bilt vanaf 1901
1917 - De warmste maand juni tot nu toe, met een gemiddelde van 18,3 °C. 1923 - Een koude junimaand met slechts 11,6 °C. 1939 - Een uitzonderlijk droge maand juni met slechts 14,9 mm neerslag. 1959 - Tijdens de maand juni schijnt de zon 300,7 uur in De Bilt. 1987 - Een somberre maand juni, slechts 92,7 uur zonneschijn. 1998 - Een kletsnatte maand met 181,4 mm neerslag.
Bron : - Wikipedia CC 3.0 - www.meteo.be - www.knmi.nl
De Boerboel komt voort uit de voormalige werk en gevechtshonden namelijk de Mastiff (ten tijde van het Romeinse rijk gebruikt als aanvals- en verdedigingshond.
Toen in de jaren 1600 ten tijde van de immigratie in Zuid Afrika de nieuwe bewoners toekwamen hadden verscheidene hun Europese grote honden mee, veel van deze honden waren van het Mastiff-achtige type en bekend als Bullebijter.
Bij het verder landinwaarts trekken van de boeren werden deze honden enerzijds meer en meer ter bescherming gebruikt van henzelf, maar eveneens voor het vee ter bescherming tegen de wilde dieren. Zodoende werden deze honden meer en meer op hun werk en verdedigingstaken geselecteerd, wat resulteerde in een min of meer specifiek ras, namelijk de Boerboel .
Gedurende de Grote trek overleefden enkel de sterkste honden (deze die zelf voor hun voedsel konden zorgen) en werd er door de boeren zodanig gekweekt dat ze steeds het gezin en alles wat erop en erbij hoort beschermt, maar daarenboven moesten deze honden te allen tijde en in alle omstandigheden luisteren, sociaal zijn, werklustig, verdedigend tegen elke indringer (mens of dier) en vooral gezond. Hieruit werd het min of meer bestaande ras verbeterd en ontstond de actueel gekende Boerboel. De uiterlijke kenmerken van deze honden waren min of meer nog verschillend van streek tot streek maar het karakter kwam grotendeels overeen.
Zoals het dan meestal gaat verloederde tijdens de urbanisatie een groot deel van dit ras, maar dankzij de inspanning van enkele particulieren werd de South African Boerboel Breeders Association opgericht met tot doel dit geweldige ras voor de toekomst veilig te stellen.
De Boerboel lijkt op het eerste gezicht een ruwe waakhond, maar is een goede verdediger met een groot hart voor zijn familie en kinderen, maar ook andere dieren op het terrein.
Hij hecht zich niet aan één baas, maar beschouwt zijn familie als één geheel. Een onverschrokken hond die als het moet zijn mensen met zijn eigen leven verdedigt, maar die tevens rustig en gedwee alles toelaat wat de kinderen des huizes met hem aanvangen.
boerboel een struise baas
De boerboel zal aanvoelen wie een gast is en wie een indringer. Hij zal weten wanneer zijn familie bang is of zich bedreigd voelt en hij zal met een grom duidelijk maken dat hij er is om hen te beschermen. De boerboel wordt gekenmerkt door een natuurlijke gereserveerdheid ten opzichte van vreemden en onverschrokkenheid op volwassen leeftijd.
De opvoeding vraagt veel inzet, doorzettingsvermogen en aandacht; de boerboel is een redelijk koppige hond. Een boerboel heeft een tuin nodig en een sportief gezin. Het onderhoud valt nogal mee, een wekelijkse borstelbeurt en een regelmatige controle van oren en ogen vormen de basisverzorging.
boerboel met pups
De boerboel voelt zich het best thuis in een gezin waar hij deel uitmaakt van de familie. Hij is zelfredzaam en bijzonder intelligent, wat hij dan ook uitspeelt wanneer je een fout begaat. Een consequente opvoeding zorgt ervoor dat er tussen de baas en de hond een wederzijds respect ontstaat, waarin echter steeds de familie hoger in rang blijft dan de boerboel. Zo zal de boerboel het meesterschap van de baas respecteren, maar als de familie in gevaar komt neemt hij het heft in eigen handen.
Een mooie karakterbeschrijving luidt als volgt: "Hij moet een goed temperament hebben, intelligent en standvastig zijn met een hoge prikkeldrempel en zijn baas gehoorzamen tot aan zijn dood."
Een Boerboel is een hond die niet geschikt is voor iedereen, ervaring met grote honden is toch minimaal vereist.
Een boerboel heeft een ervaren en zeer consequente baas nodig. Regelmatig moeten boerboels op latere leeftijd herplaatst worden, omdat de hond te krachtig is voor zijn baas.
De Boeran (Russisch voor "sneeuwstorm") was de Russische tegenhanger van het Amerikaanse Spaceshuttleprogramma. Het project was het duurste Sovjet-ruimtevaartprogramma ooit. Het ruimteveer was bedoeld om de Sojoez- en Progress-missies naar ruimtestation Mir te vervangen.
Engels : Buran Duits : Buran Frans : Bourane
landing van de Buran na zijn enige ruimtevlucht
De Boeran lijkt uiterlijk sterk op het Amerikaanse ruimteveer en daarom werd aanvankelijk gedacht dat deze met behulp van spionage compleet was gekopieerd, maar dit bleek niet het geval. Het inwendige is sterk verschillend.
De Boeran heeft een groter laadvermogen en terwijl de spaceshuttle zijn eigen hoofdmotoren heeft die gevoed worden door de externe brandstoftank, is de Boeran volledig afhankelijk van zijn draagraket.
De Buran op een Antonov An-225 Mriya auteur : MASTER SGT. Dave Casey
Met het ontwikkelen van de Boeran werd in het begin van de jaren zeventig begonnen. De eerste en enige vlucht van de Boeran was een onbemande vlucht. Deze vond plaats op 15 november 1988.
De Boeran werd gelanceerd met een aangepaste Energia-draagraket, voltooide twee banen om de aarde en keerde volautomatisch terug op Baikonoer Kosmodroom. Wegens geldgebrek werd het project vervolgens opgeschort. Op 30 juni 1993 besloot president Boris Jeltsin dat het Russische Spaceshuttle-project geheel zou worden gestaakt.
In 2002 werd de Boeran vernietigd tijdens het instorten van een hangar. Acht mensen kwamen hierbij om.
Een testmodel van de Boeran is op dit moment te bezichtigen in het Gorki Park in Moskou.
De Buran op het lanceerplatform
In april 2008 werd een testmodel van de Boeran, de OK-GLI, via de Rotterdamse haven naar Duitsland getransporteerd. De OK-GLI was uitgevoerd met conventionele straalmotoren en maakte 25 testvluchten.
Hij heeft echter nooit in de ruimte gevlogen.
vergelijking in startconfiguratie tussen de Space Shuttle en de Boeran
De Boemlala is een folkloristisch muziekinstrument dat met name in de Zuidelijke Nederlanden (Vlaanderen, Zeeuws-Vlaanderen, Brabant en Limburg) bekendheid geniet. Het wordt traditioneel gespeeld tijdens feesten, zoals bruiloften. Uit geschriften is het bestaan van de Boemlala te herleiden tot tenminste 1857.
Bekende vertolkingen van het liedje in de traditionele tekst zijn die van de Vlaamse folkgroepen 'De Kadullen' en 'De Stoopkes'.
Bennie Hek (en de Houdoe's) met in het midden de boemlala
Een Boemlala bestaat uit een aantal theedoeken, een pollepel (of soeplepel) en een pannendeksel. De theedoeken worden aan elkaar geknoopt en aan het linker en rechterbovenbeen van de bespeler gebonden. Hier wordt een pollepel tussen gestoken en een paar keer rondgedraaid. De bolle kant van de pollepel moet naar het lichaam wijzen. Wanneer beide benen naar buiten worden bewogen, gaat de pollepel omhoog en richting lichaam. De deksel wordt gebruikt om de klap van de pollepel tegen het kruis van de bespeler op te vangen.
Er zijn verschillende varianten voor het bespelen de Boemlala. De bekendste is dat de bespeler een nachthemd over de boemlala aantrekt, waardoor bij het bespelen een schunnig tafereel wordt gesuggereerd.
kinderen oefenen de boemlala
Bij het instrument hoort een traditioneel liedje, 'Den Boemlala', dat in vele tekstvarianten bekend is. De strekking van de tekst is dat man of vrouw van de hoofdpersoon in het liedje ziek/stervend thuis ligt. In de tekst wordt hem of haar geadviseerd daarom naar huis te gaan. De hoofdrolspeler is dit echter geenszins van plan, omdat deze liever verdergaat met het bespelen van de Boemlala.
het wereldrecord boemlala voor de scouts auteur : GvA / foto : Gert Cools
Anno 2007 beleefde het instrument in Nederland een revival voor het grote publiek in het programma Mooi! Weer De Leeuw in oktober 2007. Het werd toen gepresenteerd door Petra de Boevere, die daarna een nieuwe versie van het liedje "Den Boemlala" opnam met Bennie Hek & De Houdoe's. De tekst was geschreven op het personage 'Het Meisje van de Slijterij', het digitale alter-ego van De Boevere.
Boemerangkinderen is een sociologische benaming voor jonge volwassenen die nadat zij korte tijd uit het ouderlijke huis zijn vertrokken weer terugkeren om bij de ouders te wonen.
De term 'boemerang' verwijst naar de terugvliegende werking van het object boemerang.
Net als de boemerang keren deze kinderen na het 'wegwerpen' weer terug in de hand van de 'gooier'.
Tot de jaren zeventig van de 20e eeuw gingen de kinderen de deur uit zodra zij een eigen gezin hadden. Sindsdien zijn de kinderen zelfstandiger geworden. Zij gaan het huis uit wanneer zij gaan studeren of werken. In de jaren tachtig komt dit fenomeen op. Het voorheen autoritaire gezin heeft plaatsgemaakt voor een gezellig gezin. Zowel ouders als kinderen vinden het leuk om weer samen in één huis te wonen. De jonge volwassenen zien hun tijdelijke terugkeer ook niet als falen.
Vergeleken met andere Europese landen is dit een merkwaardige ontwikkeling omdat het juist in Nederland redelijk makkelijk is om als jongvolwassene een zelfstandig bestaan op te bouwen. Zij kunnen bijvoorbeeld aanspraak maken op starterslening, huursubsidie en zorgtoeslag. In mediterrane landen zijn deze voorzieningen minder voorhanden, waardoor kinderen er vaak tot hun 40ste bij de ouders blijven wonen. Het fenomeen boemerangkinderen komt daar dus ook minder vaak voor.
Uit het onderzoek van CBS blijkt dat boemerangkinderen vooral kinderen zijn die uit de middenklasse of hoger klasse komen. Hun ouders kunnen het zich ruimtelijk en financieel allemaal veroorloven om het kind weer in huis te nemen. Thuis kunnen zij zelfstandig leven. Hoewel dit fenomeen steeds meer geaccepteerd wordt, blijven de boemerangkinderen een tijdelijk fenomeen. Uiteindelijk verlaat iedereen het ouderlijke huis.
Behalve dat de tijdgeest, emancipatie en het veranderen van de verhouding binnen het gezin een rol spelen in de terugkeer van de kinderen, zijn er nog andere oorzaken. Kinderen schamen zich niet meer voor hun terugkeer, evenmin als de ouders. Maar de belangrijkste redenen van terugkeer zijn:
♠ beëindigen van een relatie; ♠ afbreken of einde van een opleiding; ♠ einde huurcontract of andere huisvestingproblemen.
Het beëindigen van de relatie is voor ruim dertig procent van de jonge vrouwen reden om terug te keren naar de ouders. 15% van de jonge mannen doet dat ook.
Een boemerang is een krom gebogen voorwerp, meestal van hout, dat het profiel van een vliegtuigvleugel heeft, en na het wegwerpen weer terug kan komen.
De bekendste vorm is de boemerang als een plat gebogen stuk hout (twee vleugels), maar er zijn ook boemerangs met drie of meer vleugels, en zelfs één vleugel is mogelijk als het middelpunt verzwaard is.
De metalen boemerang uit de actiefilm is te zwaar en werkt niet. Naast hout- en kunststofboemerangs zijn er wel modellen van schuimrubber voor indoorwerpen en zelfs van papier kunnen boemerangs gemaakt worden.
Engels : Boomerang Duits : Bumerang Frans : un boomerang
boemerangs van aboriginals foto : Guillaume Blanchard CC 3.0
Er wordt soms gedacht dat een boemerang gebruikt werd voor de jacht. Dat is waarschijnlijk niet zo. Hij was in gebruik als bijzonderheid, of om indruk te maken op andere stammen. Hij is vooral bekend van de aboriginals in Australië, maar ook in Europa en Egypte zijn boemerangs gevonden. In Nederland zijn boemerangs gevonden bij Vlaardingen en Velsen uit de eerste eeuw voor Christus.
Australische boemerangs waren over het algemeen werphouten. Een werphout (ook wel jachthout genoemd) gaat rechtuit en keert niet terug. Het gaat daarbij snel en draait snel rond, zodat het geschikt is om kleine dieren zoals vogels mee te raken. Prehistorische grottekeningen hebben aangetoond dat bepaalde stammen de boemerang in een traditionele dans gebruikten om de luchtgeesten te 'vangen'. Deze waren nodig om bepaalde rituelen tot uiting te brengen, welke in natuurlijke (naakte) vorm werden toegepast.
Boemerang (afgietsel) uit 550 voor christus. Gevonden in Velsen. Rijksmuseum van Oudheden, Leiden.
Een boemerang kan linkshandig of rechtshandig zijn. Wanneer een rechtshandige boemerang wordt weggegooid als een linkshandige, dan gaat hij rechtuit. Als een boemerang goed gegooid wordt, zal hij het eerste stukje rechtuit gaan, maar zal daarna via een cirkelvormige baan terugkomen. Het is mogelijk dat hij daarna een kleinere cirkelbaan andersom gaat maken, en zo een acht-figuur maakt. De werper moet hierbij rekening houden met de wind; over het algemeen is het alleen mogelijk een boemerang goed te laten terugkeren als men onder een bepaalde hoek tegen de wind ingooit, met een bepaalde kracht, een bepaalde rotatiesnelheid, een bepaalde hoek ten opzichte van de grond, en een bepaalde stijghoek van de baan. Dit kan alleen door veel oefenen worden geleerd en de eigenschappen van alle boemerangs verschillen in deze opzichten ook weer wat. Het leren herkennen/voorspellen van de vlucht is een belangrijk aspect van goed werpen. Hierdoor kan de werper enigszins voorspellen waar de landingsplaats zal zijn. Indien nodig (en mogelijk) kan de werper er naartoe lopen om klaar te staan voor de vangst.
Over het algemeen is een boemerang licht van gewicht, en niet gevaarlijk. Hij kan echter ook vrij zwaar zijn, en met een flinke snelheid terugkomen. De oplossing daarvoor is om hem nooit uit het oog te verliezen, en desnoods een stapje opzij te doen.
De hoeveelheid wind is sterk bepalend voor een goede worp. Het makkelijkst gaat het gooien bij weinig of geen wind. Bij wat meer wind kan, door de worp aan te passen, ook gegooid worden. Kleine foutjes in de werptechniek hebben dan echter grote gevolgen. Boven windkracht 3 is het af te raden om nog te gooien. Als je toch gooit kun je er lelijke wonden van overhouden.
vlucht van een boemerang met led lichtjes auteur : Kurt Stüber CC 3.0
Een boemerang is met vrij weinig gereedschappen zelf te maken. Een V-vormig stuk multiplex b.v. met poten onder een hoek van 90 graden, en met een breedte van 5 a 6 cm en een lengte van 2030 cm, van 48 mm dik wordt aan een zijde zo bijgewerkt met een houtrasp en een vijl, en nageschuurd met schuurpapier, dat aan de bovenkant het gewenste profiel ontstaat. De onderzijde blijft meestal vlak. Op de bovenzijde wordt een vliegtuigvleugelprofiel gemaakt, rekening houdend met de toekomstige draairichting van de boemerang na het werpen. De boemerang is asymmetrisch: de bollere kant van iedere poot draait naar voren, de vlak uitlopende kant wijst naar achteren. Dergelijke boemerangs zijn niet erg sterk; als ze bij het werpen tegen een hard voorwerp (paaltje) komen breken ze vaak. Heeft men een goed werkend exemplaar dan kan men daarvan met glasvezelmat en polyesterhars een afgietsel maken dat veel sterker is, maar meestal ook zwaarder en dat dus meer kracht nodig heeft om te worden geworpen en dat verder zal vliegen.
De gewenste vliegeigenschappen van een model kunnen verkregen worden door het vleugelprofiel aan te passen en/of de vleugels op de juiste plaatsen te verzwaren. Hierdoor kan bijv. een grotere afstand gevlogen worden of is de boemerang beter geschikt bij wat meer wind.
houten standaard boemerang foto : Adrian Barnett
Een boemerang wordt niet vlak weggegooid, maar vrijwel rechtop staand (maar niet helemaal rechtop). Door het ronddraaien en de vooruitgaande snelheid, zal het uiteinde dat op dat moment boven is, sneller door de lucht gaan. Daardoor ontstaat daar ook de grootste opwaartse druk. Deze kracht wil de boemerang laten kantelen, maar doordat de boemerang ronddraait, wordt dat omgezet in een verandering van de baan, waardoor de boemerang via een cirkelbeweging terug komt. Het Bernouilli-effect geeft de boemerang 'lift'. Dat een kanteling van een roterend voorwerp wordt omgezet in een draairichting is overigens uit te proberen met een fietswiel. Als een los fietswiel aan het draaien wordt gebracht, en daarna nog maar aan één kant van de as wordt beetgehouden, dan wil het wiel kantelen. Dat gebeurt echter niet: het wiel zal linksom of rechtsom gaan roteren, afhankelijk van de draairichting van het wiel.
Het jachthout vliegt, in tegenstelling tot de boemerang, rechtdoor en wordt wel vlak geworpen. Tijdens het vliegen ondervindt het jachthout geen lift. Door minimale luchtweerstand remt het jachthout een beetje af en is een vrij nauwkeurige worp op grote afstand (tot ongeveer 180 meter) mogelijk.
Experimenten met boemerangs in het ISS (het internationale ruimtestation) toonden aan dat er geen zwaartekracht nodig is om de boemerang juist te laten werken.
enkele modellen van sportboemerangs foto : Dietmar Reinig CC 3.0
Boemerang gooien kan ook in wedstrijdverband. Hierbij wordt o.a. gekeken naar de grootst afgelegde afstand, de langste vliegduur na een worp, het aantal succesvolle vangsten in een serie worpen en het grootste aantal boemerangs dat een werper gelijktijdig in de lucht kan houden. Voor de verschillende onderdelen zijn verschillende soorten boemerangs met specifieke vliegeigenschappen favoriet.
Boemerangverenigingen zijn echter niet zo talrijk, waardoor men meestal ver moet reizen om deel te nemen aan club-activiteiten.