.

In Como zijn 139 renners vertrokken voor de Ronde van Lombardije. De 1^e aanval kwam er van Walter Godefroot die aan km 24 wegreed een voorsprong van 3’25” bijeen fietste, in de afzink van de Ghisallo, na 80km werd hij opnieuw ingelopen. Dat was het moment van Silvano Davo om voorop te gaan rijden, hij begon met 1’45” aan de beklimming van de Col de Balisio die aan km 99 is gelegen.Tijden de afdaling vormde er zich een kopgroep van 24, Pintens Ocana en Pettersson zouden even later hierbij aansluiten, maar na 145km was de hergroepering een feit. Merckx viel een eerste maal aan na 193km en kreeg Ocana, Labourdette, Bitossi en Zoetemelk mee. Op de Passo d’Intelvi was het nog eens Merckx die ten aanval trok en 23 konden aansluiten. Dan was het de beurt aan Ocana die tussen km 196 en 215 tot tweemaal probeerde er alleen van door te gaan maar telkens ging Eddy hem halen. Op een 50tal kilometers van de streep reed Eddy weg, Labourdette reageerde en ook zijn kopman Ocana kwam tot bij de Fransman, maar Luis zou later opgeven. Eddy reed alleen naar Como en bereikte de eindstreep met 3’31” voorsprong op Franco Bitossi, die 2” voorsprong had op Frans Verbeeck, Tony Houbrechts, Georges Pintens en Enrico Maggioni. Als 7^e op 3’47” volgde Italo Zilioli, en 2” later was Roger De Vlaeminck de snelste van een groepje van negen. Slechts 20 renners reden de wedstrijd uit.

In Nederland werd met de wedstrijd van Geleen het wielerseizoen afgesloten, het was Fred Rompelberg die er zijn eerste seizoenszege behaalde voor Harry Steevens en werd op 1 ronde Roger Blockx 3^e. Van de vijf klassementsspurten won Rompelberg er twee en Gert Harings er drie.