In Temse namen bij een drukkende warmte 75 renners de start, om 150km af te leggen in 15 ronden. Van Vlierberghe en Van Landeghem reden in ronde twee weg en hadden na 4 ronden al 2’25” voorsprong. Er kwam echter reactie en zouden 36 renners komen aansluiten. Toen was het de beurt aan Polansky die ging voorop rijden, Wuytack met de Nederlander Serpenti gingen op zoek naar de leider. De Nederlander moest Wuytack laten rijden zodat deze alleen bij de leider kwam. Uit de groep kwam er enkel nog een tegenaanval van de plaatselijke renner André Peirsman die als derde op 1’05” eindigde. In de spurt voor plaats 1 was Gilbert Wuytack sneller dan Marian Polansky. Het peloton volgde op 1’55” en was het de Nederlander Cees Koeken die de spurt won voor zijn landgenoot Jos Van Beers e.a.