.
De inrichters van de Grote Prijs Willy Van Neste kregen benevens kampioen Walter Godefroot nog 57 renners aan de start. Pas was de vlag naar beneden voor 13 ronden of Fernand Bruggeman trok op premiejacht, maar werd door toedoen van Godefroot en Vandenberghe reeds vlug opnieuw ingerekend. Direkt daarop ontsnapten, Crapez, Soenens, Romain Maes en Brands, namen tot 1 voorsprong maar werden onder druk van de Fransen Alain en Sylvain Vasseur gesteund door Leman opnieuw ingelopen. Rond half koers trok Vantyghem er op uit en kreeg aan k 90 het gezelschap van zijn ploegmaat en eerste aanvaller Bruggeman, zij werden pas bij het ingaan van de laatste ronde ingerekend. Wanneer iedereen zich klaar maakte voor de massaspurt zijn Marcel Omloop en Louis Verreydt ontsnapt en won eerstgenoemde. Op 8 werd Eric Leman derde voor Alfons Scheys, Emile Bodart, Georges Vandenberghe, Willy Donie, André Poppe, Daniël Vanryckeghem, Walter Planckaert e.a.
Stekene kreeg 73 renners aan de start om in 13 ronden 145km te koersen. Hier waren het Van Landeghem en Hendrickx die in de eerste ronde wegreden maar na een viertal ronden werden ingelopen. Bij het ingaan van ronde negen was het Opdebeeck met Arthur Vande Vijver die hun kans waagden maar het niet lang volhielden. De goede ontsnapping kwam in de tiende ronde tot stand, Antheunis, Polansky en Ebo hadden een ronde later al 1 voorsprong. Met 115 gingen zij de laatste ronde in, en liet Etienne Antheunis in het zicht van de meet de twee achter. Hij won met 50 meter voor Marian Polansky (Vaderlandloze) en Franky Ebo. Op 30 was Richard Bukacki (Ned), sneller dan Rik Van Linden, Roger Rosiers, Jan van katwijk (Ned), Frans Kerremans, Pieter Nassen, Staf Van Roosbroeck e.a. Willy Van den Eynde werd 21ste en den Engel Opdebeeck 27ste.
|