. Opdebeeck-Dierickx-Verbeeck-De Muynck
Grote afwezige in de Brabantse Pijl te Sint-Genesius-Rode was Eddy Merckx die van zijn geneesheren de raad kreeg zich te onthouden, aangezien de weersvoorspellingen niet bijzonder gunstig waren. In afwezigheid van zijn kopman heeft Joseph Bruyère voor een grote vertoning willen zorgen. Reeds rond km 45 reed hij naar enkele koplopers en konden enkel Kunde, Van Landeghem en Arthur Vande Vijver hem volgen. Lang hielden zij het niet vol want na de eerste van de tien beklimmingen ging Jos alléén voorop rijden, en liep ruim 3 uit. Na vier van de acht lokale ronden had hij nog steeds een boni van meer dan 2, maar werd deze in de volgende ronde bijna gehalveerd. Toen gingen onder impuls van Vanspringel ook Dierickx, Van Schil, De Geest, Stevens, Doyen en De Brauwere in de achtervolging. De volgende rond kwamen ook Verbeeck en De Vlaeminck aansluiten. Door de komst van deze twee viel het bij de achtervolgers stil en konden Herijgers De Muynck aansluiten. In de laatste ronde van 6km begaf ook Bruyère en was het Johan die aanviel en Van Schil meekreeg. In de spurt bergop won Johan De Muynck met 7 van Vic Van Schil. De derde Herman Vanspringel volgde op 12 en Lucien De Brauwere als vierde op 15 met in zijn spoor, Frans Verbeeck, Eddy Cael, Willy De Geest, Roger De Vlaeminck, Julien Stevens en werd de Brit Michaël Wright tiende. Voor Joseph Bruyère was er nog de 15e plaats en werd Englebert Opdebeeck 20e.
|