De liefhebbers hebben in hun Gent-Wevelgem voor een schitterende finale gezorgd. Deze werd wel enigszins ontsierd door de wegvergissing op de Kemmel en de valpartij was ook een vlekje op deze spannende strijd. René Dillen, een der favorieten werd er ondermeer door benadeeld. Hij wist wel terug te komen na een felle inspanning, maar inmiddels was de wedstrijd al in een beslissende plooi gelegd.

Er werden 161 renners de weg opgestuurd en dat moest onvermijdelijk tot valpartijen leiden. Reeds na 15km had zich een 20tal renners naar de kleedkamers moeten begeven omdat hun fiets zo ontredderd was dat van verder fietsen geen sprake was.

Na 60km waren er nog slechts 52 renners in koers. Halfweg had zich een kopgroep van 17 gevormd waarvan er geen enkele de beslissing kon afdwingen op de Zwarte of de Rode Berg. De Kemmel zou ook niets nieuws brengen, want de top werd niet eens overschreden. Door het ontbreken van een seingever sloegen de renners voor de top een zijweg in. In de eindfase traden de Nederlanders op de voorgrond maar was er een sterke Van Linden die hun plannen dwarsboomde. Op 3km van het einde begon hij aan zijn uitzonderlijke solotocht en trad daarmee in het voetspoor van zijn broer Rik die deze wedstrijd won in ‘70&’71.

Alex Van Linden deed juist 5 uur over de 204km. Voor plaats 2 met 20” achterstand vesloeg Gerrie Knetemann (Ned) zijn landgenoot Cees Priem, Willy Govaerts en Jan Raas (Ned). Theo Smit (Ned) werd op 1’15” zesde voor René Dillen, Karel Sels en Gaby Minneboo (Ned). Op 10 volgde nog een Nederlander Harrie van Groezen.