In Spanje werd de GP Nuestra Senora de Oro verreden over een afstand van 168km. In een spurt met vier was Domingo Perurena sneller dan Jésus Manzanèque, José-Luis Abileira en Pedro Torrès. Op 6” versloeg Manuel Blanco, Luis Balagué, Gonzalo Aja en Miguel-Maria Lasa. Op 15” werd Andrès Oliva negende. Angel Barrigon als tiende had 30” achterstand.

In Groot-Brittannië was er Londen-Battle-Londen daar moest 197,5km worden gekoerst. Na 4.54’40” had Sid Barras 2 seconden voorsprong op Rob Jones. Voor plaats drie was Geoffry Dutton op 2’03” sneller dan Bill Bilsland en Colin Lewis. Op plaats 6 endigde met 2’05” achterstand Nigel Dean.

In Zwitserland te Fribourg was er voor de tweede dag op rij een open wedstrijd. De zege was voor de Franse prof Joël Millard die twee landgenoten achter zich liet. Ferdinand Julien werd tweede en Charles Genthon derde. Op 1’41” werden de Zwitserse liefhebbers Anton Hasler, Richard Trinkler en Fausto Stiz 4-5 en 6.

Gianni Motta was de beste te Bruceto di Montecatini (Italië) na 108km afgelegd in 2.28’ kreeg hij Wilmo Francioni en Mauro Simonetti mee op het podium.

In Portugal waren er maar liefst drie wedstrijden, te Aveiro was er een criterium over 60km. Herculano De Oliveira had 2’15” voorsprong op José Sousa Santos en volgde Manuel Godinho als derde op 5’54”.

In Porto was er winst voor Antonio Castro die na 165km afgelegd in 4.45’23” José Martins en Joaquim Leite naar plaats 2&3 verwees.

Te Pinheiro de Loures was er na 60km winst voor Fernando Mendes, volgde Firmino Bernardino op 2’09” en de derde Venceslau Fernandes op 2’30”.