|
 .
Te Bocholt was het een Belgische wedstrijd met een sterke Nederlandse bezetting, vermits 32 Nederlanders zich tussen de 45 vertrekkers aanboden. Tijdens de eerste van de 18 af te leggen ronden, viel reeds de beslissing. Toen sprongen de Nederlanders Smits en van Gerwen weg. De ronde daarop kregen ze het gezelschap van de lokale renner Janssen, de Nederlanders Bakker (die later wegviel), Botterhuis, Lunenburg, Roemerman en onze landgenoot Kosolosky. De koplopers hadden na 7 ronden reeds 1'40" voorsprong.
Harry Lunenburg werkte zich uiteindelijk los en kwam licht afgescheiden als winnaar over de meet. Henk Smits werd 2e voor Gerrie van Gerwen, Dirk Kosolosky, Henk Botterhuis, Jaak Roemerman en Hubert Janssen.
Op 5' won voor plaats 8 Benny Schepmans de spurt voor nog een resem Nederlanders, zodat in de top18 zich 3 landgenoten bevonden.
Genk-Waterschei kreeg slechts 24 renners aan de start om 22 ronden af te leggen. Ook hier viel de beslissing vrij vroeg, in de 2e ronde reden 9 renners weg en bezetten de plaatsen 1&9. Wel kwamen er enkele pogingen van o.a. Jaremko, de Nederlander Slüper tot 3maal toe, en op het einde van Loysch. In de spurt won Raymond Vanstraelen voor Gustaaf Verboven, en werden Jacques Mean en Frits Slüper (Ned) op 3 gelijk geplaatst. Bruno Jaremko werd 5e voor, Peter van Pol (Ned), Roger Loysch, Hubert Geilenkirchen (Ned) en Mathieu Maessen (Ned).
In Rumbeke legde Bertil Cael de 70km af in 1.40' wat goed is voor een 4e seizoenszege. Op 10" volgde Gilbert Eeckhout voor Eric Van Hoecke.
Zijn 9e zege behaalde de Spanjaard Manuel Santos-Catillo te Sint-Kathelijne-Waver met 40" voorsprong op Marc Michiels en werd de Nederlander Piet Kuys 3e.
|
