Fado in jazzversie gezongen door Satchmo (Louis Armstrong)
April in Portugal Words by Jimmy Kennedy Music by Raul Ferrão
(Refrain) I found my April dream in Portugal with you When we discovered romance, like we never knew. My head was in the clouds, My heart went crazy too, And madly I said: "I love you."
(Interlude) Too soon I heard you say: "This dream is for a day" That's Porugal and love in April! And when the showers fell, Those tears I know so well, They told me it was spring fooling me.
(Refrain) I found my April dream in Portugal with you When we discovered romance, like I never knew. Then morning brought the rain, And now my dream is through But still my heart says "I love you."
April in Portugal is een populair lied. De muziek werd geschreven door Raul Ferrão als een fado met de titel Coimbra, over de stad met dezelfde naam. De originele Portugese tekst werd geschreven door José Galhardo in 1947. De door Jimmy Kennedy's geschreven Engelstalige tekst, werd op deze muziek gezet. Desalniettemin waren de meest populaire versies instrumentaal. Lees verder bij Wikipedia: klik HIER!
Wil je meer weten over Louis Armstrong klik dan HIER!
Música: Raul Ferào Letra: José Galhardo (fado de Coimbra)
Coimbra é uma lição / Coimbra is een les De sonho e tradição / van droom en traditie O lente é uma cançãois / De lens is een lied E a lua a faculdade / en de maan de faculteit
O livro é uma mulher / Het boek is een vrouw Só passa quem souber /Enkel zij die langskomen weten E aprende-se a dizer / en leren het te verwoorden: Saudade / Saudade
Coimbra do Choupal / Coimbra van Choupal (*) Ainda és capital / Nog steeds ben jij de hoofdstad Do amor em Portugal / van de liefde in Portugal Ainda / Nog altijd
Coimbra, onde uma vez / Coimbra, waar eens Com lágrimas se fez / met tranen, tot stand is gekomen A história dessa Inês / de geschiedenis van deze Inês Tão linda / Zo mooi
Coimbra das canções / Coimbra van de liederen Tão meiga que nos pões / Met tederheid zet jij Os nossos corações / onze harten A nu / te kijk
Coimbra dos doutores / Coimbra van de dokters, P'ra nós os teus cantores / voor hen zijn wij uw zangers E a fonte dos amores / en de bron van de liefdes. És tu / Dat ben jij
Dit lied heeft ook een - waarschijnlijk door iedereen gekende - Engelstalige versie, nl. April In Portugal
(*)Mata Nacional do Choupal:
Het Nationale Bos van Choupal (in het Portugees: Mata Nacional do Choupal) is een bos in Coimbra, Portugal. Het bevindt zich op korte afstand van het stadscentrum en loopt naast de Rivier Mondego. Een bosje van populierbomen (choupos) werd er geplant in een poging om de vloed van Mondego tegen te houden. In 1791, leidde de ingenieur en Padre (Vader, priester) Estevão Cabral een groot project, die de slibniveaus van de rivier moest verminderen. De bomen van Choupal werden geplant om de rivierbedding te regelen. Sinds de 19de eeuw zijn er veel andere bomen, o.a. platanen, beuken, laurierbomen, en eucalyptus in het gebied gegroeid. Vandaag is het bos een populaire plaats voor recreatie, sportoefeningen en picknicks.
'De Portugese Zola' werd hij genoemd, omdat hij het naturalisme in de Portugese literatuur had geïntroduceerd, en ook omdat hij in zijn roman Het vergrijp van Pater Amaro (1875-76) de hypocrisie van de kerk aan de kaak had gesteld. José Maria Eça de Queiroz wilde 'een elektrische schok geven aan dit enorme ingeslapen varken' dat zijn geboorteland in de 19de eeuw volgens hem was. Behalve met Pater Amaro deed hij dat met Neef Bazilio (1878), waarin een overspeldrama de basis is voor een vernietigend beeld van de Lissabonse burgerij, en zijn magnum opus De Maia's (1888). Deze zeden- annex familieroman over een ingedommelde samenleving volgt een half dozijn personages (onder wie een revolutionaire schrijver met de naam Ega) die zich onledig houden met (incestueuze) avontuurtjes en gedoemde plannen. De Maia's had het slotstuk moeten zijn van een 12-delige cyclus die nooit afkwam. De laatste jaren van zijn leven was Eça consul in Parijs, schreef hij allegorische verhalen (bijvoorbeeld De Mandarijn) en werkte hij aan een postuum verschenen roman, De stad en de bergen, waarin het leven op het slaperige platteland van Portugal wordt verheerlijkt.
In het kader van "Portugal en the world" festival te Brussel: BOZAR LITERATUUR J. Rentes de Carvalho over Eça de Queiroz Glans en pracht van Portugal Dinsdag 15.01.2008 12:40 Paleis voor Schone Kunsten / Studio
Luister via hun website naar uittreksels van hun cd
Klik op de middelste foto voor de link naar hun website
Het verhaal van Trio Lágrima begon in de zomer van 2003, toen Barbara (zang), Alexander (gitaar) en Isolde (klarinet en accordeon) elkaar muzikaal vonden en hun hart voorgoed verloren aan de Portugese fadomuziek . Begin maart 2004 legden zij hun muzikale examen af in "het hol van de leeuw": zij trokken naar Lissabon, waar zij verschillende avonden optraden in vermaarde fadohuizen, zoals Tasca do Chico en A Tipóia. Ze kwamen terug met een koffer vol mooie herinneringen en enthousiaste reacties van de Portugezen zelf: hun fado, die - hoewel vernieuwend - toch de Portugese roots van de fado niet verloochent, viel enorm in de smaak. A história do Trio Lágrima começou no Verão de 2003, quando a Barbara, o Alexander e a Isolde se encontraram musicalmente e se apaixonaram pela música do fado. Em Março de 2004, fizeram com êxito o exame musical no país do fado: foram a Lisboa, onde actuaram várias noites em ilustres casas de fado, como a Tasca do Chico e A Tipóia. Voltaram com uma mala cheia de recordações bonitas e reacções entusiastas dos Portugueses: o fado deles, que embora inovador não desmente os raízes portugueses do fado, agradou imenso.
Amalia Rodrigues Letra e Musica : Luis de Camões / Alain Oulman
Com que voz chorarei meu triste Fado Met deze stem zal ik mijn droevige fado bewenen, Que em tão dura paixão me sepultou. Die me in zulke harde hartstocht heeft begraven. Que mor não seja a dor Als het niet de pijn is Que me deixou o tempo, Die me de tijd heeft gelaten, De meu bem desenganado. Van mijn ontgoocheling.
Mas chorar não estima neste estado Maar huilen betekent niets in deze staat, Aonde suspirar nunca aproveitou. Waar het zuchten nooit heeft geholpen. Triste quero viver, Droevig wil ik leven, Pois se mudou em tristeza Want in treurigheid is veranderd A alegria do passado De vrolijkheid van het verleden.
De tanto mal, a causa é amor puro, De oorzaak van zoveel pijn is zuivere liefde Devido a quem de mim tenho ausente, Die ik moet aan degene die ver van mij is. Por quem a vida e bens dele aventuro. Voor wie alles een avontuur is.
Eens te meer krijg ik graag reacties op deze vertaling, zodat ik deze kan aanpassen mocht ik iets verkeerd begrepen hebben
José de Sousa Saramago - 'Ensaio sobre a cegeira' (1995) Prémio Nobel da literatura (1998)...
De stad der blinden
is een roman van de Portugese schrijver en Nobelprijswinnaar José Saramago. Het boek beschrijft hoe de mens reageert als plotseling het zicht wordt ontnomen, en hoe beschaafde mensen in noodsituaties kunnen degenereren tot dierlijk gedrag. Het boek is in een zeer merkwaardige stijl geschreven, waarbij komma's en hoofdletters op een manier worden gebruikt die men niet is gewend. Ook worden eigennamen niet gebruikt. In plaats daarvan benoemt de auteur de hoofdpersonages simpelweg met 'de oogarts', 'de vrouw van de oogarts', 'het meisje met de zonnebril', etc.
Het verhaal
Ergens in Lissabon raakt een automobilist ineens blind terwijl hij voor een verkeerslicht wacht. De man wordt uiteindelijk naar een oogarts gebracht, die niets vindt: het oog is volledig intact. Toch beweert de man dat hij niets ziet behalve wit, alsof hij "in een melkzee is ondergedompeld".
Vrij snel daarna worden andere mensen, die met de eerste blinde in contact zijn gekomen, ook blind: de oogarts, de man die de eerste blinde naar huis bracht en vervolgens diens auto stal ("de dief"), en een aantal patiënten. Ze worden opgespoord en in quarantaine geplaatst. De vrouw van de oogarts, die wel kan zien (en haar gezichtsvermogen ook niet zal verliezen), doet alsof ze ook blind is om bij haar man te zijn. De groep wordt ondergebracht in een voormalig gesticht, waar een vleugel voor de blinden en een vleugel voor de vermoedelijk besmetten is ingericht. Wanneer een vermoedelijk besmette daadwerkelijk blind wordt, wordt hij of zij hardhandig naar de blindenafdeling gedreven. De overheid kondigt aan op gezette tijden eten klaar te zetten, maar dreigt dat degene die probeert te ontsnappen of te dicht bij het hek komt wordt neergeschoten. Het gesticht wordt al snel voller en voller doordat telkens nieuwe busladingen blinden en besmetten arriveren.
Als de plaag, die al snel de bijnaam "de witte ziekte" krijgt, om zich heen grijpt, raakt het gesticht al snel overbevolkt. De zalen raken vol en de toiletten raken verstopt, zodat men al snel de behoeften in de tuin doet. Overal ligt vuilnis, en de vloer van het gebouw wordt steeds smeriger. De vrouw van de oogarts ontpopt zich als leidster en moeder en handhaaft in haar slaapzaal de maximaal mogelijke hygiëne. De autodief probeert avances te maken naar een jonge vrouw maar wordt door haar getrapt met haar naaldhak. De wond ontsteekt, en gek van de koorts en pijn loopt de dief naar het hek. Daar schieten de soldaten hem zonder pardon dood.
Terwijl de toestand in het gesticht verslechtert, raken meer en meer mensen blind. De overheid tracht de blinden eerst te isoleren, maar roept uiteindelijk de noodtoestand uit en vormt een regering van nationale eenheid. Het mag niet baten, meer en meer mensen raken blind tot uiteindelijk de hele stad, en misschien zelfs heel Portugal en de wereld niet meer kan zien. Dit vindt plaats in een toenemende paniek en wetteloosheid.
Op een dag neemt een groep blinden van een bepaalde slaapzaal bezit van al het voedsel. Ze hebben gordijnenroeden als wapen, en zelfs een pistool. Deze groep, "de schoften", eist eerst betaling met juwelen voor het eten, en vervolgens seksuele diensten van de vrouwen. De vrouw van de oogarts beraamt een aanslag, en verwondt de leider van de schoften dodelijk met een schaar op het moment dat een andere vrouw hem pijpt. De schoften raken in paniek, maar barricaderen de gangen met bedden en dreigen met hun pistool. Uiteindelijk breekt brand uit en een groep van zeven mensen, geleid door de vrouw van de oogarts, ontsnapt. Niemand probeert ze tegen te houden, de soldaten zijn weg.
De groep trekt door de stad en tracht een onderkomen te vinden. Ze ontmoeten blinden die met open mond regenwater proberen op te vangen, en anderen die supermarkten plunderen. Weer anderen zijn dodelijk verongelukt. Ze komen een vrouw tegen die als een dier leeft en kippen en konijnen met de blote handen wurgt en rauw opeet. Ten slotte bereiken ze het appartement van de oogarts en zijn vrouw, en gaan daar wonen.
Op een dag krijgen de blinden, te beginnen met de eerste, weer een voor een hun gezichtsvermogen terug. De stad is er nog.
Het boek wordt dit jaar verfilmd en zal als titel Blindness krijgen. Hij wordt geregisseerd door Fernando Meirelles. Juliane Moore and Mark Ruffal zijn de sterren in de film, met Danny Glover die het verhaal vertelt. De film komt uit in 2008.
Largo do Barão de Quintela - Lisboa: José Maria Eça de Queirós...
Standbeeld van José Maria Eça de Queirós
Portugees roman- en verhalenschrijver Povoa de Varzim 25 nov. 1845 - Parijs 16 aug. 1900
Het originele beeld, vervaardigd door de beeldhouwer António Teixeira Lopes (1860-1942), was van wit marmer. Nadat dat vele malen doelwit geweest was van vandalen, is het in de zomer van 2000 van hogerhand vervangen door een bronzen replica.
Sobre a nudez forte da Verdade o manto diáfano da Fantasia
Over de rauwe naaktheid van de Waarheid de doorschijnende mantel van de Fantasie
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags: Eça de Queirós
As coisas vulgares que há na vida / De gewone gebeurtenissen in ons leven Não deixam saudades / geven ons geen saudade Só as lembranças que doem / Enkel het gekwetste geheugen. Ou fazem sorrir / of datgene wat ons doet glimlachen
Há gente que fica na história / Sommige mensen zijn een deel van onze geschiedenis, Da história da gente / de geschiedenis van ons leven E outras de quem nem o nome / Er zijn anderen waarvan wij de naam Lembramos ouvir / nooit zullen herinneren
São emoções que dão vida / Het zijn de gevoelens die leven À saudade que trago / die saudade opwekken Aquelas que tive contigo / de gevoelens die wij samen hadden E acabei por perder / en uiteindelijk verloren
Há dias que marcam a alma / Er zijn van die dagen waarop je ziel E a vida da gente / en je leven met lidtekens bedekt worden E aquele em que tu me deixaste / Daarom kan ik de dag Não posso esquecer / niet vergeten waarop jij me verliet
A chuva molhava-me o rosto / De regen bevochtigde mijn gezicht Gelado e cansado / dat koud en vermoeid was As ruas que a cidade tinha / In de straten van een stad Já eu percorrera / waarin ik doelloos had gelopen
Ai... meu choro de moça perdida / Ah... mijn schreeuw naar het verloren meisje Gritava à cidade / schalde over de stad Que o fogo do amor sob chuva / Hoe snel wordt het vuur van de liefde Há instantes morrera / geblust door de regen
A chuva ouviu e calou / De regen hoorde me en verzweeg meu segredo à cidade / mijn geheim voor de stad E eis que ela bate no vidro / Daar tikt zij op de vensters Trazendo a saudade. / en vult mij met saudade
'Saudade' is een onvertaalbaar woord. Het is een soort onbestemd verlangen naar iets wat mooi of goed is en nooit (terug-)komt .
José de Sousa Saramago - escritor português galardoado com o Nobel da Literatura...
José Saramago
(°Azinhaga, 16 november 1922) is een van de belangrijkste Portugese hedendaagse schrijvers. Hij won in 1998 de Nobelprijs voor de Literatuur.
Biografie
José Saramago wordt geboren op 16 november 1922 als kind uit een daglonersgezin op het Portugese platteland, in het dorpje Azinhaga in de provincie Ribatejo. In de officiële registers staat hij echter op 18 november. Zijn ouders zijn José de Sousa en Maria de Piedade. 'Saramago' is de naam van een wild kruid, en tevens de roepnaam van zijn vader. Bij de burgerlijke stand wordt deze roepnaam per ongeluk aan zijn naam toegevoegd. José Saramago heet dus voluit José de Sousa Saramago.
Na twee jaar, in 1924 verhuist het straatarme gezin naar Lissabon, waar bijna heel zijn leven zich heeft afgespeeld. Saramago komt wel nog een aantal keren naar zijn geboortedorp terug. Vader begint bij de politie. Zijn twee jaar oudere broer Francisco sterft na twee maand.
Kort daarop moet José Saramago wegens geldgebrek het lyceum inwisselen voor de ambachtsschool, richting automechanica. Na een hele reeks betrekkingen, van autohersteller, slotenmaker en tekenaar tot ambtenaar bij de gezondheidsdienst, komt hij op een drukkerij en in de krantenwereld terecht. Al tijdens zijn studie mechanica is hij echter een fervente bezoeker van de openbare bibliotheek van Lissabon.
In 1944 huwt hij Ilda Reis. Saramago is dan ambtenaar bij de gezondheidsdienst. Hun enige kind, Violante, wordt in 1947 geboren. Dat jaar komt ook zijn eerste roman (Terra de Pecado - Het land van de zonde) uit. Hij schrijft nog een onafgewerkte roman, maar stopt met schrijven omdat hij volgens zichzelf 'niets behoorlijks meer te melden' heeft. Tot 1966 legt hij dan ook de pen neer.
In 1949 wordt Saramago om politieke redenen ontslagen. Eind de jaren vijftig begint hij bij een uitgeverij te werken, zodat hij de Portugese schrijverswereld leert kennen. Vanaf 1955 werkt hij deeltijds als vertaler. In 1966 verschijnt zijn eerste dichtbundel (Os Poemas Possíveis), in 1970 zijn tweede (Provalmente Alegria). In 1967-68 werkt hij aanvullend als literatuurcriticus.
In 1969 sluit hij zich aan bij de illegale Communistische Partij van Portugal
. Zijn ster rijst; hij wordt literair criticus en politiek commentator, lid van het bestuur van de zojuist opgerichte Portugese Schrijversbond en tenslotte adjunct-hoofdredacteur.
Na de scheiding van zijn vrouw in 1970 begint hij een relatie met de Portugese schrijfster Isabel da Nógreba, die tot 1986 zal duren.
In 1972 en 1973 is hij redacteur bij het dagblad Diário de Lisboa, waar hij als politiek commentator werkte en waar hij enige tijd het culturele supplement verzorgde. Hij behoorde tot de eerste Directie van de Portugese Schrijvers Vereniging. Gaandeweg begint hij zelf artikelen te schrijven, zichzelf aan cultuur bijbrengend wat hij aan scholing mist. Saramago wordt omstreden als gehard communist en genadeloos criticus, als zelfverklaard atheïst en pessimist.
Na de Anjerrevolutie neigt Portugal korte tijd naar het Communisme. Van april tot november 1975 werkt Saramago, die het communistisch gedachtegoed steunt, als vicehoofdredacteur bij de krant Diário de Notícias. Na een machtswisseling verliest Saramago zijn baan. Hij besluit zich op zijn 53ste aan de literatuur te wijden. Dat is een sprong in het diepe omdat hij al een tijd niet meer schrijft en weinig op zijn palmares heeft (een paar poëziebundels, verzamelde journalistieke stukken en een roman).
Vijf jaar later, in 1980 krijgt hij succes in eigen land met zijn roman 'Opgestaan van de grond', over de mensonwaardige levensomstandigheden van de Portugese landarbeiders. In 1981 breekt hij internationaal door met zijn roman 'Memoriaal van het klooster'.
In 1988 huwt Saramago de Spaanse journaliste Pilar del Rei. Zij is tevens de vertaalster van een aantal van zijn boeken. Haar familie geeft Saramago's boeken uit.
In 1992 verlaat hij het land en gaat op het Spaanse Canarische eiland Lanzarote in vrijwillige ballingschap wonen. Zijn roman 'Evangelie volgens Jezus Christus' is door Portugese bisschoppen als godslasterlijk bestempeld en daarom door de minister van Cultuur geweigerd als kandidaat voor de Europese Aristeion-prijs. Op Lanzarote schrijft hij een reeks dagboeken en romans.
Op 8 oktober 1998 krijgt José Saramago de Nobelprijsvoor de Literatuur. Bij de Europese Verkiezingen heeft Saramago zich (op een onverkiesbare plaats) kandidaat gesteld voor de Communistische Partij Portugal.
Saramago houdt een aantal eredoctoraten aan de Universiteit van Turijn (Italië), Universiteit van Sevilla (Spanje), Universiteit van Manchester (Verenigd Koninkrijk) en Coimbra (Portugal).
Lees verder op wikipedia via volgende link: KLIK HIER! In het Portugees: KLIK HIER! Op 3 oktober 2007 werd een interview met Saramago uitgezonden op Klara in Ramblas (12:05).... voor een link: KLIK HIER!
Categorie:Poëzie, literatuur... Tags:José de Sousa Saramago
Jan Van Eyckplein met het standbeeld van Jan Van Eyck.
Deze beroemde schilder van o.a. Het Lam Gods wordt als de belangrijkste der Vlaamse Primitieven beschouwd, maar was ook belangrijk in de relaties met het Portugese hof.
Gezien in de Gentpoortstraat nr. 41: één van de ramen met een afbeelding van Van Eyck.
Filips de Goede, hertog van Boergondië, was reeds voor een tweede maal weduwnaar en kinderloos toen hij in 1428 besloot om naar de hand te dingen van Isabel van Portugal, dochter van koning João I. Om over dit huwelijk te bemiddelen zond hij een delegatie naar Portugal. Jan van Eyck, die reeds enkele jaren hofschilder was van Filips, maakte deel uit van deze ambassade, die vertrok in oktober 1428. Van Eyck schilderde twee portretten van Isabel. Eén werd over land teruggestuurd, de andere over zee, maar geen van beide bleef bewaard. Filips gaf zijn akkoord voor onderhandelingen, die in Sintra werden gevoerd, onder leiding van Hendrik de Zeevaarder. In juni 1429 werd alles afgerond, maar het zou tot 7 januari 1430 duren vooraleer het kerkelijk huwelijk in Sluis werd ingezegend door de bisschoppen van Doornik en Évora, maar hier komen we later nog op terug.
Filipe o Bom, Duque da Borgonha, já tinha sido viúvo duas vezes, sem crianças, quando em 1428 decidiu pedir à mão da Infanta Isabel de Portugal, filha do rei João I. Mandou uma delegação a Porugal para negociar o casamento. Jan van Eyck, que já era pintor da corte de Filipe há alguns anos, fez parte desto embaixada que partiu em Outubro de 1428. Van Eyck pintou dois retratos de Isabel. Um foi retornado por via terrestre, o outro por via marítima, mas ambos se perderam. As negociações foram feitas em Sintra, sob a direcção de Henriques o Navegador. Filipe obteve um accorde em Junho de 1429, mas duraria até dia 7 de Janeiro de 1430, data em que o casamento foi abençoado en Sluis, pelos bispos de Doornik e de Évora, mas voltar-se-á a tratar disso mais adiante.
Bron: brochure wandeltocht Portugal em Bruges uitgegeven door Vlaanderen-Lusitãnia vzw, auteur: Geert Brabant
Sequência sobre as Divas do Fado Novo - o episódio 5: Liana...
Fado do Campo Grande
Música: António Vitorino de Almeida Letra: Ary dos Santos
A minha velha casa, / Mijn oude huis, por mais que eu sofra e ande, / hoezeer ik lijd en wegloop, é sempre um golpe de asa, / er is altijd een drang, varrendo um Campo Grande. / die Campo Grande wegveegt. Aqui no meu pais, / Hier in mijn land, por mais que a minha ausência doa, / wat mijn afwezigheid ook doet, é que eu sei que a raiz de mim / toch weet ik dat mijn wortels está em Lisboa. /in Lissabon liggen.
A minha velha casa / Mijn oude huis resiste no meu corpo, / verzet zich in mij e arde como brasa / en brandt als de gloeiende kolen dum corpo nunca morto. / van een lichaam dat nooit stierf. À minha velha casa / Naar mijn oude huis eu regresso à procura / ben ik teruggekeerd op onderzoek das origens da ternura, / naar de oorsprong van de tederheid, onde o meu ser perdura. / die in mij aanwezig is.
Amiga amante, amor distante. / Beminde vriendin, verre liefde. Lisboa é perto, e não bastante. / Lissabon is vlakbij, maar niet genoeg Amor calado, amor avante, / Verzwegen liefde, voorspoedige liefde, que faz do tempo apenas um instante. / die de tijd laat stoppen. Amor dorido, amor magoado / Pijnlijke liefde, gekwetste liefde e que me doí no fado. / en die me nog pijnigt in de fado. Amor magoado, amor sentido, / Gekwetste liefde, gevoelige liefde, mas jamais cansado. / maar nooit vermoeiend. Amor vivido é o amor amado. / Levendige liefde is beminde liefde.
Um braço é a tristeza, / Mijn ene arm is droefheid, o outro é a saudade, / de andere is saudade, e as minhas mãos abertas / en mijn open handen são chão da liberdade. / zijn de basis van vrijheid. A casa a que eu pertenço, / Het huis waartoe ik behoor, viagem para à minha infância, / reizend door mijn kinderjaren, é o espaço em que eu venço / is de ruimte waarin ik overwonnen heb e o tempo da distância. / en de tijd van de afstand
E volto à minha casa, / En zo kom ik bij mijn huis terug, porque a esperança resiste / omdat het weerbarstige verlangen a tudo quanto arrasa / iemand volledig kapotmaakt um homem que for triste. / als hij triestig is. Lisboa não se cala, / Lissabon laat zich niet het zwijgen opleggen, e quando fala / en wanneer zij spreekt é minha chama, / is zij mijn vuur meu castelo, minha Alfama, / mijn kasteel, mijn Alfama, minha pátria, minha cama. / mijn vaderland, mijn bed.
Amiga amante, amor distante. / Beminde vriendin, verre liefde. Lisboa é perto, e não bastante. / Lissabon is vlakbij, maar niet genoeg Amor calado, amor avante, / Verzwegen liefde, voorspoedige liefde, que faz do tempo apenas um instante. / die de tijd laat stoppen. Amor dorido, amor magoado / Pijnlijke liefde, gekwetste liefde e que me doí no fado. / en die me nog pijnigt in de fado. Amor magoado, amor sentido, / Gekwetste liefde, gevoelige liefde, mas jamais cansado. / maar nooit vermoeiend. Amor vivido é o amor amado. / Levendige liefde is beminde liefde.
Ai, Lisboa, como eu quero, / Ai, Lissabon, het is omdat ik het wil, é por ti que eu desespero. / dat jij me doet wanhopen.
Mochten er in deze vertaling fouten geslopen zijn, geef mij alsjeblief een seintje via e-mail... alvast bedankt...
Ternura - Tederheid
Liana heeft soul in haar stem en fado in haar hart. Lotsbestemming liet haar 12 prijzen winnen van de 13 wedstrijden waaraan ze deelnam. Zij heeft de stem van een winnares en werd in 2000 uitgenodigd om in de musical Amália de rol van de 20-jarige diva te spelen.
Toen ze 23 was, ging ze een nieuwe uitdaging aan: haar eigen solo-carrière. fado.pt is een fusie tussen traditionele fado, nieuwe technologie en wereldmuziek. Om dat resultaat te bekomen bij de opnames, kon de artieste rekenen op de hulp van musici zoals Cústodio Castelo, Ricardo Rocha en de producer, componist Tiago Machado.
Gans het lyrische gedeelte van fado.pt is gebaseerd op gedichten van enkele van de befaamdste dichters en schrijvers zoals Fernado Pessoa, Riorbela Espanca, Miguel Torga, David Mourão, Ary dos Santos en Manuel Alegre. Liana's prachtige soulvolle stem wordt muzikaal omlijst door onder anderen Custódio Castelo en het Femme Art String Quartet. De veelbelovende Liana is een grote aanwinst voor de progressieve fado.
Voor de link naar haar website: klik HIER De website zelf is nog grotendeels onder constructie, maar je kan er wel al luisteren naar haar cds
De nationale jaarlijkse feestdag van Portugal is 5 oktober, ter ere van oprichting van de republiek in 1910.
A Portuguesa is sinds de revolutie van 1910 het volkslied van Portugal. Het lied bestaat echter al sinds de kolonisatie van Zuid Amerika (15de eeuw). Het was allereerst een simpel lied geschreven door een Portugese generaal om zijn mannen te motiveren voor een gevecht tegen de Spanjaarden. Toen de Britten de grote vijand werden is het lied iets aangepast, en zongen ze: Tegen de Britten marcheren, marcheren. Het verving "O Hino da Carta" het laatste volkslied onder de constitutionele monarchie. De oorspronkelijke anti-Engelse regel in het lied is naderhand vervangen door een neutrale zin.
A Portuguésa
Heróis do mar, nobre povo, / Helden van de zee, nobel ras, Nação valente, imortal, / Dappere en onsterfelijke natie, Levantai hoje de novo / Nu is de tijd om de ster van Portugal O esplendor de Portugal / eens temeer te doen oprijzen Entre as brumas da memória. / uit de mist der herinnering. Ó Pátria sente-se a voz;/ Oh vaderland, wij horen de stemmen Dos teus egrégios avós / Van je grote voorouders Que há-de guiar-te à vitória. / Die je naar de overwinning zullen leiden
Às armas! Às armas! / Te wapen, te wapen Sobre a terra, sobre o mar! / Ter land en ter zee! Às armas! Às armas! / Te wapen, te wapen Pela Pátria lutar! / Vechten voor het vaderland, Contra os canhões marchar, marchar! / Tegen de kannonen marcheren, marcheren!
Dit plein, dat bij de restauratie onder Pombal werd ontworpen en moest dienen als marktplein, wordt nu beheerst door een beeld van João I.
Dom João I
(geboren te Lissabon op 11 april 1357 en aldaar overleden op 14 augustus 1433) was van 6 april 1385 tot zijn dood koning van Portugal. Met hem kwam het Huis Aviz aan de macht in Portugal. Meer En in het Portugees
Categorie:Lisboa Tags:Praça da Figueira, Dom João I, geschiedenis
Op zaterdag 6 oktober in Brugge (Beenhouwersstraat 9 bij Wegwijzer) is er een info-avond over Portugal naar aanleiding van hun nieuwste reiskrant over "Tussen Minho en Douro":"Wie Portugal zegt, denkt wellicht aan Lissabon, Porto of de Algarve. Maar Portugal is veel meer: het is een land met een rijke culturele geschiedenis (van ontdekkingsreizigers over prachtige kerken en kloosters tot fadozangers), een gastvrij volk, een heerlijke keuken en een prachtige natuur. Deze voorstelling laat je de pracht van Portugal ontdekken in een rondreis van Lissabon over Coimbra naar Porto, het nationaal Park Penada de Geres, de Douro vallei, Serra da Estrela of authentieke dorpjes in de Alentejo. Met het openbaar vervoer en huurauto's doorkruisen we het land en gaan we op zoek naar de charmes van dit prachtige land." Reserveren gewenst op info@wegwijzer.be
Zoals in alle grote steden vind je ook in Lissabon Grafiti. Via gespoten boodschappen op de muur willen jongeren hun ongenoegen over de huidige maatschappij uiten
Pide (Polícia Internacional e de Defesa do Estado) is de naam van de geheime politie ten tijde van Salazar en "SIS" staat voor Serviço de Informações de Segurança.
Graffiti (meervoud van graffito, het verkleinwoord van graffio (kras, krab) van het Latijnse werkwoord graffiare (krassen, krabben, dat weer komt van het Griekse werkwoord grapho (inkrassen, schrijven, graveren). Het woord "graffiti" betekent "krasjes") is het op straat of in andere min of meer openbare plaatsen met verf of viltstift aanbrengen van mededelingen of afbeeldingen. Vaak wordt graffiti in verband gebracht met vandalisme. Graffiti bestaat echter ook als kunstvorm.
Grafite ou Graffiti (do italiiano graffiti, plural de graffito) significa "marca ou inscrição feita em um muro", e é o nome dado às inscrições feitas em paredes desde o Império Romano. Meer
Fui bailar no meu batel / Ik ben gaan dansen op mijn boot Além no mar cruel / Daarginds op die moordende zee. E o mar bramindo / En de brullende zee Diz que eu fui roubar / Zei dat ik zonder meer A luz sem par /Het licht moest stelen Do teu olhar tão lindo / Uit uw mooie ogen
Vem saber se o mar terá razão / Kom kijken of de zee gelijk heeft Vem cá ver bailar meu coração / Je zal mijn hart zien dansen
Se eu bailar no meu batel / Ik dans op mijn boot Não vou ao mar cruel / Want ik wil niet naar die moordende zee E nem lhe digo aonde eu fui cantar, / En ik zal haar ook niet vertellen waar ik ga zingen, Sorrir, bailar, viver, sonhar...contigo / Glimlachen, dansen, leven, dromen met jou
Dulce Pontes (°8 april 1969 in Montijo) is een Portugese zangeres en liedjesschrijfster. Haar liedjes droegen bij aan de revival van Portugese folk en fado-muziek. Door een krachtige en dramatische stem gezegend is ze één van de bekendste en meest gerespecteerde Portugese zangeressen.
Ze was een getrainde pianiste maar werd ook zangeres nadat ze op 18-jarige leeftijd een wedstrijd won. Ze werd al snel een actrice op televisie en in het theater. Ze vertegenwoordigde het land op het Eurovisiesongfestival 1991 met het lied Lusitana Paixão, ze werd 8ste, wat tot nu toe de 4de beste prestatie is voor het land.
Sindsdien is ze een erg gewaardeerde artieste, ze zingt niet uitsluitend in het Portugees, maar ook in het Spaans, Galicisch, Mirandees, Italiaans, Engels en Grieks. Haar lied A Canção do Mar stond op de soundtrack van de Hollywoodfilm Primal fear. Samen met filmcomponist Ennio Moricone nam ze het album Focus op, na eerder het nummer A brisa do coração te hebben ingezongen voor de Italiaanse film Sostiene Pereira.
Klik HIER voor de Portugese versie van Wikipedia over Dulce Pontes
Zeca Afonso Traz outro amigo também Breng ook een andere vriend mee
Amigo / Vriend Maior que o pensamento / groter dan je denkt Por essa estrada amigo vem / kom langs deze weg vriend Não percas tempo que o vento / verlies geen tijd, want de wind É meu amigo também / is ook mijn vriend
Em terras / Uit alle landen Em todas as fronteiras / voorbij alle grenzen Seja benvindo quem vier por bem / is iedereen die het goed meent welkom Se alguém houver que não queira / en als iemand het niet wilt Trá-lo contigo também / probeer hem ook mee te brengen
Aqueles / Degenen Aqueles que ficaram / degenen die gebleven zijn (Em toda a parte todo o mundo tem) / (waar ook ter wereld) Em sonhos me visitaram / zij hebben mij in mijn dromen een bezoek gebracht Traz outro amigo também / breng ook een andere vriend mee
Zie ook vorig bericht over Zeca Afonso: KLIK HIER!
Hieronder kan je luisteren naar een volledige versie, uitgevoerd in "Á Capella" - Casa de Fados in Coimbra, met Vitorino.
Tanto de meu estado me acho incerto - LuÃs de Camões
Ik weet buiten Camões en Pessoa bestaan nog vele andere Portugese dichters die het waard zijn om besproken te worden, maar Nederlandse vertalingen zijn praktisch onvindbaar en zelf waag ik mij (nog) niet aan een aanvaarbare vertaling Daarom, én omdat Camões ook één van mijn lievelingsdichters is, deze prachtig verwoorde onzekerheid
Tanto de meu estado me acho incerto
Onzeker zwerf ik door onzekerheden
Tanto de meu estado me acho incerto,
Onzeker zwerf ik door onzekerheden, Que em vivo ardor tremendo estou de frio. Van kou doorhuiverd als de zonnen branden. Sem causa, juntamente choro e rio, Steeds wijkt de wereld uit mijn open handen. O mundo todo abarco e nada aperto. In één zucht lach en ween ik zonder reden.
É tudo quanto sinto um desconcerto,
Al wat ik voel raakt in het ongerede, Da alma um fogo me sai, da vista um rio. Mijn oog is vocht, vuur zijn mijn ingewanden. Agora espero, agora desconfio, Soms hoop ik, en dan voel ik mij weer stranden, Agora desvario, agora acerto. Soms voel ik grond, dan ben ik weggegleden.
Estando em terra, chego ao Céu voando -
Staande voel ik mij soms ten hemel varen - Num hora acho mil anos, e é de jeito En leef ik dan in één uur duizend jaren, Que em mil anos não posso achar um hora. Duizend jaar lang leef ik geen enkel uur.
Se me pergunta alguém porque assim ando,
En omwille waarvan ik dit verduur? Respondo que não sei - porém suspeito Ik weet het nauwelijks - ik ben misschien Que só porque vos vi, minha Senhora. Hiertoe geworden door u aan te zien.
Luís de Camões
BRON: Saudades en andere verzen uit het Portugees door Dolf Verspoor, Moussaults uitgeverij nv Amsterdam 1961
2 el olijfolie - 2 uien, fijngesneden - 3 teentjes knoflook, uitgeperst - 1 groene paprika, zonder zaden en in blokjes gesneden - 1 glas witte wijn - 4 tomaten in blokjes gesneden - 75 g tomatenpuree - ¾ l visbouillon - 2-3 el piri piri-saus (*) - 400 g witte visfilets, zonder graten en in stukken gesneden - 200 g inktvisringen - 750 g venusschelpen (**) - fijngehakte verse koriander - zout en vers gemalen zwarte peper
Bereiding
Verhit de olie in een steelpan op een middelhoog vuur. Bak de uien, de knoflook en de paprika tot alles zacht is. Voeg de wijn toe en laat koken tot de saus is ingedikt. Voeg de tomaten, de tomatenpure, de bouillon en de piri piri-saus toe. Breng aan de kook en laat 5 minuten sudderen. Voeg de vis en de inktvis toe en laat 3 minutens sudderen. Voeg de venusschelpen toe, dek af en laat 4-5 minuten koken, of tot ze opengaan. Voeg de koriander toe en breng op smaak met zout en peper. Schep de stoofschotel in kommen en verwijder gesloten schelpen. Serveer met gebakken of knapperig brood dat in blokjes werd gesneden.
U hoeft alleen nog te zorgen voor een cd met mooie melancholieke fadomuziek om de sfeer van een Portugees Eetcafé op te roepen. Bom apetite !
(*) Piri piri-saus: deze saus is in sommige supermarkten en wereldwinkels verkrijgbaar, maar is ook gemakkelijk zelf te maken. Maal 5 gedroogde chilipepers fijn en meng ze met 1 el zeezout, 4 uitgeperste teentjes knoflook, het sap van 2 citroenen en een scheutje olijfolie. Mix alles.
(**) Tip om venusschelpen schoon te maken: doe de schelpen in een kom met water en laat 30 minuten staan om het vuil uit de schelpen te laten komen.
BRON: Portugees, zoete melancholie uit het fadorestaurant voor creatief koken, Uitgeverij Rebo Productions bv, ISBN 90 366 1537 2
Ik ben Maaike/Myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam LaFadista.
Ik ben een vrouw en woon in Alfeizerão-Sapateira (Portugal) en mijn beroep is mezelf zijn.
Ik ben geboren op 30/12/1949 en ben nu dus 74 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Portugal, Lissabon, Fado, poëzie, reizen in 't algemeen, lezen, kookboeken, fietsen....