Woordenboek Westends Dialect
Inhoud blog
  • Dit is mijn laatste artikel op mijn blog ‘Westends Dialect’
  • Guklit up zu Westeëns
  • Pluzantstu dieëruguluudn
  • Een drietal moppen om 2021 in te zetten
  • Wata dandru meënsjhun vieng - Wat de andere mensen vinden

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Laten we dat niet verloren gaan
    29-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 32 Geluid produceren door mensen Taal

    Agturzegn: nazeggen
    Aksent: accent
    Art deur mukoör klapn: luid door elkaar praten
    Babuliengsju: babbeltje
    Babuliengu: gepraat, gebabbel
    Babuln: praten
    Babultju sloön: babbeltje slaan
    Bieguluut: bijgeluid
    Biejeeënroepn: bijeenroepen
    Bijbie die bleët: huilende baby
    Bijbie die sjhreeëmt: huilende baby
    Bloözn: blazen
    Boekubong: boekenbon
    Boekulieëfebur: boekenliefhebber
    Boekupries: boekenprijs
    Boekuvurzaamuloöru: boekenverzamelaar
    Boenkn: bonken op een deur bvb
    Brieësjhn: luid zijn woede uiten
    Broebuln: zeveren
    Bruln: brullen
    Bruusjhn: geluid van lopend water
    Buuk ramult: buik rammelt
    Buruln: brullen, luid roepen
    Busjhaadugdu ooörn: beschadigde oren
    Buusjhn: hard kloppen (op tafel of op deur)
    Deesiebil: decibel, eenheid voor geluidsterkte
    Dieskuuteern: discuteren
    Druk vurkeeër: druk verkeer
    Drupuln: het geluid van neervallende waterdruppels
    Duuts: Duits
    Fluusturn: stilletjes spreken
    Fraäns medoör up: Frans met haar op, slecht Frans
    Gaapn (luudu): luid gapen
    Gieërundu ban van u noto die fringt: gierende banden van remmende auto
    Grugtu: geluid, lawaai
    Grugtu maakn: lawaai produceren
    Guluut: lawaai
    Guramul me sjhutuls: gerammel met afwas
    Guroeëzumoeës up u rusepsju: geroezemoes op een receptie
    Ienguls: Engels
    Iezoomoo die krakt: krakende piepschuim
    Ietaljoöns: Italiaans
    Kient die kriest: kind dat weent
    Klakubusu: toestel om geluid te maken
    Klakn: applaudisseren
    Klapn: spreken
    Klapn en brijn: als je aan ‘t werken bent, dan mag je wel spreken maar je moet ondertussen verderwerken
    Klapn zoendur vel up ju buuk: zeveren
    Kloöru taalu spreekn: klare taal spreken
    Klopn up meetaal: kloppen op metaal
    Knapurugu tjieps: knapperige chips
    Koetunaänsju: dialoog
    Koetparlee: lange uitleg  Fr coup de parler
    Kowgom known: kowgum knauwen
    Kriesjhundu kiendurs: krijsende, wenende kinderen
    Kuchun: kuchen
    Lachun: lachen
    Leevn: lawaai
    Leevn maakn: geluid voortbrengen
    Luudn of luujn: luiden (klok bvb)
    Luudu klapn: luid praten
    Luudu muuziek: luide muziek
    Luutrugtug: luidruchtig
    Meespreekn: meespreken
    Misklapn: verspreken
    Moeëdurtaalu: moedertaal
    Moendulienk: mondeling
    Moentvul: mondvol
    Mooruln: schreeuwen als vermoord
    Needurlaäns: Nederlands
    Neuzu upaaln: neus ophalen
    Oeëstun: hoesten
    Oet zaagun: hout zagen
    Ofroepn: afroepen
    Omuroepn: omroepen
    Oorn gutuut: gevoel als men over jou spreekt
    Oovurdundurn: overdonderen
    Oovurlast van du grugtu: geluidsoverlast
    Parlasantn: rond de pot draaien, niet rechtdoor gaan
    Plat vlams: dialect
    Plat Westeëns: dialect van Westende
    Ritsuln me papieër: ritselen met papier
    Sieriïnu van du poliesju of van u nambuulaaänsu: sirene van de politie of van een ambulance
    Sjheëfurn: schril geluid maken
    Sjheetu: wind
    Sjhuufletu: fluitje
    Sjhuufuln: fluiten
    Sjhruuwul: schreeuw
    Sjhruuwuln: schreeuwen
    Sleepunt guluut van slufurs oovr du groent: pantoffels die slepen over de grond
    Slurpun: slurpen
    Snikun: snikken
    Snurkun: snurken
    Speelundu luutrugtugu kiendurs: spelende luidruchtige kinderen
    Spoöns: Spaans
    Staamurn: stamelen
    Stormwient: stormwind die huilt
    Taalu nog teeëkn van utwieën vurneemn: taal noch teken van iemand vernemen (=niets van iemand horen/zien)
    Teegnprutuln: tegenspreken
    Tieërun: tieren
    Tikn me ju viengurs up taaful: tikken met de vingers op tafel
    Toeëturundu otoo(s): toeterende auto
    Triliengu: trilling met snerpend geluid
    Tromulvlieës: trommelvlies
    U deuru art toesmietn: een deur hard dichtklappen
    U loopundu kroönu: een lopende kraan (vooral druppel per druppel)
    U potju klapn: een gesprek voeren, een beetje pratenU zaagsju span: zagen
    Upgufoktu bromur: opgefokte brommer
    Uutlangn: verklappen
    Va ju latu geevn: snel en luid spreken
    Van u sjheetu u dundurslag maakn: van een mug een olifant maken
    Vieërwerk: vuurwerk
    Viengurnaagul of stuk krijt die krasun up u bord: vingernagel of stuk krijt die krassen op een bord
    Vlams klapn: Vlaams spreken
    Vloekn en keturn: luid en hevig protesteren
    Voeërtaalu: voertaal
    Vurkloörn: verklaren
    Vurstoönboör: verstaanbaar
    Vurtelument: verhaal, vertelling
    Vurteliengu: vertellingVurzwiegn: verzwijgen
    Wient loötn: wind laten vliegen
    Zwiegn: zwijgen
    Zwoör oösumn: zwaar ademen

    29-07-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 31: Geschriften Berichten Mededelingen

    Aaänmoöniengu: aanmaning
    Aaänslagbieljet: aanslagbiljet
    Aaänvraagu: aanvraag
    Aaänvuliengu: aanvulling
    Aänvlopu: envelop, omslag
    Agenda: agenda
    Aktu: akte
    Antboek: handboek
    Antlijdiengu: handleiding
    Antsjhriftu: handschrift
    Anteeëkuniengu: handtekening
    Arsjief: archief
    Atmieniestroösju: administratie
    Atvurteënsju: advertentie
    Bekup: veiligheidsafschrift      Eng: backup
    Biedraagu: bijdrage (tekst aan krant of boek)
    Biedrukn: bijdrukken
    Bielaagu: bijlage
    Blatvuliengu: bladvulling
    Blatwiezur: bladwijzer
    Blatziedu: bladzijde
    Blindusjhrift: blindenschrift
    Booötsjhap; boodschap
    Brieëf: brief        =>    u brieëf sjhrievn: een brief schrijven
    Brieëfpapieër: briefpapier
    Brieëfwisuliengu: briefwisseling
    Brosjeuru: brochure
    Bustant: bestand
    Bustek: bestek
    Bustelbong: bestelbon
    Buzwoörsjhriftu: bezwaarschrift
    Calpingsju of Kalupingsju: zakboekje, notaboekje      Fr calepin
    Dagboek: dagboek
    Dagvoördiengu: dagvaarding
    Databank: gegevensbank
    Dateeriengu: datum op plaatsen
    Deeveedee: DVD
    Deurbloörn: doorbladeren
    Deurslag: dubbel
    Deurstreepn: doorstrepen
    Diegietaal: digitaal
    Dieja: diapositief beeld
    Digtn zoendur ju gat up tu ligtn: iets zeggen wat op zich wel juist is, maar waar de ander niets aan heeft
    Digtur: dichter, poëet
    Dokuument: document
    Dooöbrieëf: rouwbericht
    Dosieër: dossier
    Drukfowtn: drukfouten
    Dubul: dubbel
    Eetiekitu: etikette
    Fakteuru: factuur
    Fiïrpaar: aankondiging                    Fr faire-part
    Foldur: folder
    Formoöt: formaat
    Formulieër: formulier
    Gazetu: gazet, dagblad
    Grafiek: grafiek
    Iedentiefiekoösju: identificatie
    Iemeel: e-mailbericht
    Iïnformoötieka: informatica
    Iïnformoösju: informatie
    Iïnsjhrieviengu: inschrijving
    Iïnsjhrievun: inschrijven
    Iïnspeksju: inspectie
    Iïnspriengn: inspringen
    Iïnstruuksju: instructie
    Iïnventoöries: inventaris
    Inbuwoöriengeevieng: inbewaringgeving
    Indiks: index
    Inoet: inhoud
    Joörvurslag: jaarverslag
    Kalk: aftreksel       Fr calque
    Karbongpapieër: doorschrijfpapier
    Kartong: karton
    Katalooguus: catalogus
    Kestkartju: kerstkaartje
    Kestkoörtu: kerstkaart
    Klapur: klapper, inhoudstafel
    Klat: klad
    Klatpapieër: kladpapier
    Koleksju: verzameling               Fr collection
    Koörtsiestiïm: kaartsysteem
    Koörtu: kaart
    Kopie: copie
    Krabuln: haastig noteren
    Krijong: potlood
    Leeziengu: lezing
    Liestu: lijst
    Lijowt: layout
    Loötn weetn da: laten weten dat
    Marzju: marge
    Meeltju: kort e-mailbericht
    Meldiengu: melding
    Model: model
    Naamkartju: naamkaartje
    Naamliestu: naamlijst
    Nuumuriengu: nummering
    Oendurteeëkn: ondertekenen
    Oendurteeëkniengu: ondertekening
    Oendurzoek: onderzoek
    Oenderzoekn: onderzoeken
    Ofdruk: afdruk
    Ofkortiengu: afkorting
    Ofleevrieng: afleveringen
    Ofleevriengu: aflevering
    Ofsjhriftu: afschrift
    Omslag: omslag
    Ootuür: dader, schrijver                     Fr auteur
    Papieër: papier
    Paraf: paraaf
    Parafeern: paraferen
    Parlasanten: niet noodzakelijke, onnutige mededelingen
    Paspoör: paspoort
    Penutrek: pennetrek
    Pisjudraagur: bode die berichten aan huis brengt/bracht      Fr dépêche
    Plang: plan
    Plangs: plannen
    Poolies: polis
    Post: post
    Profiel: profiel
    Program: programma
    Projikt: project
    Proseeduuru: procedure
    Prosesvirbaal: proces-verbaal
    Protukol: protocol
    Puubliekoösju: publicatie
    Pursooönsgugeevuns: persoonsgegevens
    Pursooönsliestu: persoonslijst
    Putiesju: verzoekschrift, petitie
    Raamiengu: raming
    Raport: rapport
    Reekniengu: rekening
    Riebuwies: rijbewijs
    Riglument: reglement
    Romang: roman
    Roötpleegiengu: raadpleging
    Roötpleegn: raadplegen
    Rugiestur: register
    Rukomandee: aangetekende brief        Fr recommandé
    Ruproduuksju: reproductie
    Ruubriek: rubriek
    Sierkuuliïru: circulaire
    Sirtiefiekoöt: certificaat    Fr certificat
    Sjheema: schema
    Sjhriefpapieër: schrijfpapier
    Sjhrievn: schrijven
    Sjhriftuluk: schriftelijk
    Skan: scan
    Speliengu: spelling
    Statuut: statuut
    Stempul: stempel
    Stik: stuk (document)
    Stoöt: staat (document)
    Suleksju: selectie
    Surieë: serie
    Taalu: taal
    Tabel: tabel
    Teeëkniengu: tekening
    Tembur: postzegel        Fr timbre
    Tiepfowtu: tikfout
    Tietsjhriftu: tijdschrift
    Tietul: titel
    Tilufong: telefoon
    Tilugram: telegram
    Tistament: testament
    Upsjhriftu: opschrift
    Uutdrukiengu: uitdrukking
    Uutgeevurieë: uitgeverij
    Uutsjhrievn: uitschrijven
    Uuttreksul: uittreksel
    Uutvuln: uitvullen
    Versju: versie
    Volshijt in gusjhriftu: valsheid in geschrift
    Vormu: vorm
    Vulmagt: volmacht
    Vulsjhrievn: volschrijven
    Vurguniengu: vergunning
    Vurjoördagskartju: verjaardagskaartje
    Vurjoördagskoörtu: verjaardagskaart
    Vurkloöriengu: verklaring
    Vurmeldiengu: vermelding
    Vurslag: verslag
    Vurslaggeeviengu: verslaggeving
    Vurtaaliengu: vertaling
    Vurzeeguliengu: verzegeling
    Vurzeekriengu: verzekering
    Vurzen: verzenden
    Vurzoeksjhrift: verzoekschrif
    Wagtliestu: wachtlijst
    Wareern: de ronde doen (een bericht, een ziekte)
    Weëns: wens
    Weënsjun: wensen
    Wepsaajt: website
    Wooört: woord
    Woöturmerk: watermerk
    Zakboeksju: zakboekje
    Zantju: prentje
    Zinu: zin

     

    22-07-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 30: Geestesgesteldheid Verstand

    Agturluk: geestelijk gehandicapt
    Beeltvormiengu: beeldvorming
    Biebliejooteeku: bibliotheek
    Bieleeërn: bijleren
    Bloemleeziengu: bloemlezing
    Boeëruvurstant: zonder scholing toch slim zijn
    Boovunkaamur: bovenkamer, hersenen
    Brijn: brein
    Bugriepuluk: begrijpelijk
    Bugriepn: begrijpen
    Bukwaamijt: bekwaamheid
    Bukwaamu: bekwaam
    Bunul: benul
    Busef: besef
    Busiefurn: becijferen
    Busjhaaft: beschaafd
    Busjhaaviengu: beschaving
    Busjhrieviengu: beschrijving
    Busjhrievn: beschrijven
    Buslisiengu: beslissing
    Busluutn: besluiten
    Buspreekiengu: bespreking
    Bustuudeern: bestuderen
    Buteeëkunisu: betekenis
    Butuugiengu: betuiging
    Butwiefuln: betwijfelen
    Butwistboör: betwistbaar
    Buvestugiengu: bevestiging
    Buvlieëgiengu: bevlieging
    Buwies: bewijs
    Buwiesvoeëriengu: bewijsvoering
    Buwiezn: bewijzen
    Buwustzien: bewustzijn
    Buzieëliengu: bezieling
    Buzienkn: bezinken
    Dooötdoeëndur: dooddoener, argument van weinig waarde
    Du nuul van tspil zien: de dupe zijn
    Du slimn uutang: de slimste willen zijn
    Duur du komprunuur: lang nodig hebben om iets te verstaan
    Dwaaliengu: dwaling
    Eësuns: hersenen
    Ervoöriengu: ervaring
    Fraäns klapn medoör up: slecht Frans spreken
    Geeëst: geest
    Goeët pijzun: diep nadenken
    Guvroeng zitn met utwa: geen oplossing vinden voor een probleem
    Kenesu: kennis
    Koönfureënsju: conferentie         Fr  conférence
    Koöngres: congres
    Koönsentroösju: concentratie
    Meeëniengu: menin
    Meënsjhukenesu: mensenkennis
    Misu: vergissing
    Nes/zes zu nie alumalu mi: hij/zij is niet meer bij zijn/haar volle verstand
    Net/zet u meemoorie van u gernoöru: slecht geheugen
    Net u slag van du meuln get: hij kreeg een slag van de molen, hij is zijn verstand kwijt
    Net u viezu los: hij heeft niet al zijn zinnen
    Net ur gin koös van geetn: hij heeft er geen kaas van gegeten, hij kent er niets of niet veel van
    Nis gin klooötn weërt: hij is niets waard
    Nis gin sjieku tuubak weërt: hij is niets waard
    Nis/zis zo dom lik tagturstu van u koeë: hij/zij is zeer dom
    Oenbugriepuluk onbegrijpelijk
    Oendurviendiengu: ondervinding
    Oendurzoek: onderzoek
    Oentleediengu: ontleding
    Oovurleg: overleg
    Oovurpeizn: overpeinzen
    Raamiengu: raming
    Ratsul: raadsel
    Reeduvoeëriengu: redevoering
    Roendu: dom
    Roön: raden
    Rudunoösju: redenering
    Spreuku: spreuk
    Steliengu: thesis, bewering
    Suleksju: selectie
    Tis u stievu slimn: het is een zeer slimme
    Toogu wooört voeërn: het hoge woord voeren
    Tu dom voer ooi teetn: zeer dom
    Tvurstant komt met du joörn: het verstand komt met de jaren
    Twieful: twijfel
    Twiefuln: twijfelen
    Upfrisjhiengu: opfrissing
    Uplosiengu: oplossing
    Upvatiengu: opvatting
    Upzoekiengu: opzoeking
    Uutreekn: uitrekenen
    Uutvien(g): uitvinden
    U grooötu lanteërn met u kleeën lugtju: een grote lantaarn met een klein lichtje
    U keeml sjhieëtn: een vergissing begaan
    U misu bugoön: een vergissing begaan
    U slag van sliengurs meuln en: niet goed bij zijn verstand zijn
    Utwadu an utwieën zu vurstand brieng: iets aan iemand zijn verstand brngen
    Utwoö vurstant van en: ergens verstand van hebben
    Van lotju gutikt zien: van lotje getikt zijn, gek zijn
    Van toetn nog bloözun weetn: van toeten noch blazen weten
    Van utwa vurstant en: verstand hebben van iets
    Veijlugeitsoovurweegieng: veiligheidsoverwegingen
    Vieërtaalug: viertalig
    Vooörbureidieng: voorbereidingen
    Vooörgusjhieëdunisu: voorgeschiedenis
    Vooörnleezn: voorlezen
    Vooöroentwerp: voorontwerp
    Vooörnzegn: voorzeggen
    Vooörstudie: voorstudie
    Vooörwoördu: voorwaarde
    Voruutkiekn: vooruitkijken
    Voruutzieëndu: vooruitziende
    Voruutzigtu: vooruitzicht
    Vorzieën: voorzien
    Vraagteeëkn: vraagteken
    Vurmiedn: vermijden
    Vurvoegiengu: vervoeging
    Wiesijt: wijsheid
    Zjeenie: genie
    Zu vurstant gubruukn: zijn verstand gebruiken

    15-07-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 29 Leger Oorlog Wapens

    Aaänsjieën: oudgediende           Fr ancien
    Aaänsteliengu: aanstelling
    Aaänvoln: aanvallen
    Aaänvolsplang: aanvalsplan
    Aakunkruus: hakenkruis
    Aalftrak: halfrupsvoertuig                      Eng half-track
    Aalmoeëzunieër: aalmoezenier
    Afuut: affuit
    Agturoedu: achterhoede
    Ambuulaansu: ziekenwagen                               Fr ambulance
    Antgrunoötu: handgranaat
    Antiepursoonsmienu: antipersoonsmijn
    Antietankkanong: antitankkanon
    Antietankmienu: antitankmijn
    Antietankwaapn: antitankwapen
    Artielurieë: artillerie
    Artieluriesjhoolu: artillerieschool
    Artieluriest: artillerist
    Artielurievier: artillerievuur
    Artieluriewoörneemr: artilleriewaarnemer
    Atmieniestroösju: administratie
    Atmieraal: admiraal
    Atoombomu: atoombom
    Bajonetu: bajonet
    Bakboört: linkse kant van schip
    Baliestiek: balistiek
    Baretu: baret
    Bataljong: bataljon
    Batrieë: batterij
    Bazoeka: bazouka, antitankwapen
    Bem: stafbrevethouder                                                 Fr breveté d'état-major
    Bievak: bivak
    Binudieënst: binnendienst
    Bleëndiesieëdu: blindicide, antitankwapen
    Boebietrap: valsstrik                                      Eng boobytrap
    Bombardument: bombardement
    Bomu: bom
    Botien: bottines
    Briegadieër: brigadier
    Briegaadu: brigade
    Brugunooft: bruggenhoofd
    Buleeguriengu: belegering
    Bumaniengu (van vliegtuig of tank)
    Bunoemn: benoemen
    Burgurdieënst: burgerdienst (in plaats van militaire dienst)
    Burgurleevn: burgerleven
    Busjhieëtiengu: beschieting
    Busluupn: besluipen
    Bustormiengu: bestorming
    Butaalmeeëstur: betaalmeester
    Buunkur: bunker
    Buvelebur: bevelhebber
    Buwaapniengu: bewapening
    Buwient: bewind
    Dagmarsj: dagmars
    Deefielee: défilé
    Deefieleern: defileren
    Deezirsju: desertie
    Deezirtuür: deserteur
    Dekofiesier: dekofficier, officier bij de zeemacht
    Dieënstiet: diensttijd, periode militaire dienst
    Dievieszju: divisie
    Dragt van u waapn: dracht, reikwijdte van een wapen
    Drienkubusu: drinkbus
    Droon: drone         Eng: drone
    Eeënijt: eenheid
    Eeëru buwiezun: eer bewijzen
    Eeëruteeëkn: ereteken
    Eepolitn: schouderstukken    Fr épaulettes
    Eesjulong: echelon
    Flankaaänvol: flankaanval
    Flankdekiengu: flankdekking
    Foerieër: foerier belast met ravitaillering (eten, kledij, uitrusting)
    Froent: front
    Fusulieër: fusilier
    Galauunieformu: galauniform
    Gamilu: gamel, eetketeltje
    Garniezoeën: garnizoen
    Geeneeraal: generaal
    Geeneeraalu staf: generale staf
    Granoötu: granaat
    Groeëtn: groeten
    Groöt: graad
    Grunadier(s): Grenadier(s)
    Gulit: gelid
    Gupakt guwist van du goözu: gepakt geweest van het gas
    Guvegt: gevecht
    Guweëru: geweer
    Guweërukooglu: geweerkogel
    Iïnfanturiest: infanterist
    Indurlaagu: hinderlaag
    Iskadrong: escadron
    Jieëp: jeep
    Ju dieënst doeën: je militaire dienst doen
    Kaamurwagt: kamerwacht
    Kaazumatu: gewelfde kamer voor beschermde opslag, accomodatie, eventueel met kijkgat
    Kaliebur: kaliber
    Kamiejong: camion
    Kamjonitu: camionette
    Kamoefleern: camoufleren             Fr camoufler
    Kanong: kanon
    Kanongboeër: misprijzende naam voor een artillerist
    Kanongvieër: kanonvuur
    Kanonieër: kanonnier
    Kapieting: kapitein
    Karabienu: karabijn
    Karabienieër: karabienier
    Karjiïru: loopbaan     Fr carrière
    Kartoesju: huls            Fr cartouche
    Kasjot: cachot
    Kasku: helm             Fr casque
    Kavalurieë: cavalerie
    Kavaluriest: cavalerist
    Kazeërn: kazerne
    Keepie: kepi
    Kolonel: kolonel
    Kolonu: kolonne
    Komandant: commandant
    Komandeern: commanderen, bevelen
    Komietee: jury die beslist over bevorderingen van hoofdofficieren
    Kompanieë: compagnieKooglu: kogel
    Koönzjee: verlof        Fr congé
    Korvee: karwei              Fr corvée
    Kriegsguvang: krijgsgevangenen
    Kriegsguvangunu: krijgsgevangene
    Kriegsroöt: krijgsraad
    Kruusraketu: kruisraket
    Ku Im: QM, bevoorrader
    Kwartieërmeeëstur: kwartiermeester
    Leegurdieënst: legerdienst
    Leegurkoör: legerkorps, grote eenheid
    Leeguroefuniengu: legeroefening
    Leegurstok: legerstock
    Leegurtentu: legertent
    Logiestiekur: van de logistieke dienst
    Loop van u kanong: loop van een kanon
    Luutnant: luitenant
    Manuüvurs: maneuvers
    Marien: marinetroepen, zeemacht
    Marsj: mars
    Marsjeern: marcheren
    Masjienuguweëru: machinegeweer
    Matrooözu: matroos
    Mazjor: majoor
    Mieliesju: militie
    Mienu: mijn
    Mienujaagur: mijnenjager
    Mienuvaagur: mijnenvager
    Mienuvelt: mijnenveld
    Mietrajeuzu: mitrailleuse
    Mietrajitu: mitraillette
    Mikn up u doeël: mikken naar een doel
    Mis: lokaal of gebouw waar officieren de maaltijden nemen          Eng mess
    Mobieliezoösju: mobilisatie
    Mortieër: mortier
    Munoözju: huishouding    Fr ménage
    Muuniesju: munitie
    Muuniesjudiepoo: munitiedepot
    Muutoösju: mutatie, verandering van garnizoen, eenheid
    Na
    gtvurguniengu: nachtvergunning
    Neerusjhieëtn: neerschieten
    Obuus: obus
    Oedstriedur: oudstrijder
    Oefnmuuniesju: oefenmunitie
    Oendurluutnant: onderluitenant
    Oendurofusier: Onder-Officier
    Oentplofiengu: ontploffing
    Ofdeeëlieng: afdelingen
    Ofdeeëliengu: afdeling
    Ofeënsief: offensief
    Ofsjhieëtn: afvuren
    Ofusier: officier
    Ofzwoöjn: afzwaaien
    Omsienguln: omsingelen
    Ooörlogvoeëriengu: oorlogsvoering
    Ooörlogstiet: oorlogstijd
    Ooörlogsvurkloöriengu: oorlogsverklaring
    Ooörloogu: oorlog
    Opuroösju: operatie
    Owitsur: houwitser
    Parasjuutu: valscherm      Fr parachute
    Paroödu: parade
    Patroeju: patrouille
    Patroejusjhip: klein marineschip ontworpen voor kustdefensie
    Patrooön: patroon, kogel
    Pieket: piket
    Pielooöt: piloot, vliegtuigbestuurder
    Piestoolu: pistool
    Pijuür: betaalmeester           Fr payeur
    Pit e staaku: verdediging tegen paras en lichte vliegtuigen (bvb op het strand)
    Plantong: planton
    Platgusmeetun: platgesmeten (gebouwen)
    Poliesjukaamur: politiekamer, straf 's nachts in cachot doorbrengen
    Preesenteern: presenteren
    Pulutong: peloton
    Raketu: raket
    Ravietajeerun: bevoorraden       Fr ravitailler
    Reezjiement: regiment 
    Riebruvet: rijbrevet
    Riesjhoolu: rijschool
    Riglument: reglement
    Rigtn: richten (met een wapen)
    Rukruut: rekruut
    Rumorku: aanhangwagen                             Fr remorque
    Rupsu: rups, tankwiel
    Ruvolvur: revolver
    Salueern: groeten               Fr saluer
    Sijnpiestoolu: seinpistool
    Seksju: sectie
    Siebul: doelschijf op schietstand
    Sjhieëtn: schieten
    Sjhieëtstant: schietstand
    Sjieneesjhu vriewilugur: Chinese vrijwilliger, aangeduid voor vervelende karwie
    Sjhot: schot
    Sjhrapnilu: schrapnel
    Slagvelt: slagveld
    Sneuvuln: sneuvelen
    Soldoöt: soldaat
    Soldu: soldij
    Standoört: standaard, vaandel van een eenheid
    Stekurdroöt: prikkeldraad
    Stoöt van buleg: staat van beleg
    Strafu: straf
    Stuurbooört: rechtse deel van schip
    Surzjant: sergeant
    Tankiest: iemand die ingelijfd is bij een pantsereenheid
    Teegunaaänvol: tegenaanval
    Tentu: tent
    Traaänsjees: loopgraven    Fr tranchées
    U nantgrunoötu: een handgrenaat
    U noogukop vant leegur: een militair met een hoge graad
    Ulzu: huls van een patroon
    Uunieformu: uniform
    Up kamp goön: op kamp gaan
    Up wagt stoön: op wacht staan
    Upbloözn: opblazen, doen ontploffen
    Updragt: opdracht
    Upguroopn: opgeroepen (voor de dienst)
    Vaandrieg: vaandrig, officier bij de zeemacht
    Veltkeukn: veldkeuken
    Vestiengu: vesting
    Vieër: vuur
    Vieërlienu: vuurlijn
    Vlagugroeët: vlaggegroet
    Vlamuwerpur: vlammenwerper
    Vleuguladjuudant: vleugeladjudant
    Vooöroedu: voorhoede
    Vooörpost: voorpost
    Vrie van dieënst: vrij van dienst
    Vriesteliengu: vrijstelling
    Vurdeediegiengu: verdediging
    Vurguniengu: vergunning
    Vurkeniengu: verkenning
    Vurnieëliengu: vernieling
    Vuroovuriengu: verovering
    Vursloön: verslaan
    Waapnmagazien: wapenmagazijn
    Wagtmeeëstur: wachtmeester (bij artillerie en tanks)
    Wagtukotju: wachthuisje
    Zantstuuvur: infanterist
    Zieëkuwaagun: ziekenwagen
    Zjeenie: genie
    Zjeeniejak: ingelijfd bij een Genie-eenheid

    08-07-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 28: Bloemen, planten, bomen, gewassen, tuin, grond

    Aagusjhoöru: haagschaar
    Alukaru: aaltkar, mestkar
    Anjur: anjer
    Astur: aster, herfstbloem
    Baloo strooöj: baal stro
    Bedupisur of Beduzeeëkur: paardenbloem
    Beeëtn: bieten
    Berku: berk
    Bieslook: bieslook
    Bloeëjn: bloeien
    Bloejtiet: bloeitijd
    Blomu: bloem
    Blomumart: bloemenmarkt
    Bloörn: bladeren
    Boekee: boeket
    Bonzaaj: bonsai
    Boomsjhorsu: boomschors
    Boomstroenku: boomstronk
    Boomtju (u): een boompje
    Bubosiengu: bebossing
    Budeëvn: bedelven
    Bugieëtn: begieten
    Bugoonieja: begonia
    Bugroejt: begroeid
    Bumestiengu: bemesting
    Buplantn: beplanten
    Buplantiengu: beplanting
    Busjhn: bossen
    Busproejn: besproeien
    Busproejiengu: besproeing
    Buturblomu: boterbloem
    Buuksuus: buxus
    Buzoöjn: bezaaien
    Daalieja: dahlia
    Dasjhn: dorsen
    Distul: distel
    Djeeëzumien: jasmijnen
    Du nof: de tuin
    Eedulwijs: edelweiss
    Fiekuus: ficus
    Foeksieja: fuchsia
    Forsietja: forsythia
    Gas: gras
    Gas ofmojn: gras afmaaien
    Gas ofrieën: gras maaien
    Gasmasjienu: grasmaaier
    Gasperk: grasperk

    Gaspling: grasplein
    Gassprieëtu: grasspriet
    Gasvodu: graszode
    Gaszoöt: graszaad
    Gazong: gazon
    Gladiejoolu: gladiool
    Groent: grond
    Groön: graan
    Hiejasintu: hyacint
    Hulst: hulst
    Kangkurblomu: papaver
    Katusteërt: onkruidplant in droge grond of staart van de kat
    Klaavur: klaver
    Klaprooözu: klaproos
    Klietu: klei
    Klimop: klimop
    Koejumest: koeienmest
    Kompost: kompost
    Koniefeerun: coniferen
    Kortuwaagun: kruiwagen
    Kriezantu: chrysant
    Laaänsu: tuinslang
    Lavendul: lavendel
    Leelie: lelie
    Leevunsboom: levensboom (haag)
    Lieguustur: liguster
    Logtienk: tuin
    Lootuus: lotus
    Lowrieru: laurier
    Madulieftjus: madeliefjes
    Magrietun: margrieten
    Majies: maïs
    Mesienk of Meszoötu: mesthoop
    Meststofu: meststof
    Mijkloksju: meiklokje
    Naagu (u): een haag
    Narsiesun: narcissen
    Netul(s): brandnetel(s)
    Oenkruut: onkruid
    Oenkruutvurdelgur: onkruidverdelger
    Ofmoöjn: afmaaien
    Ofrieën: afrijden (het gras)
    Ofsnieën: afsnijden
    Omijniengu: omheining
    Omuspitn: omspitten
    Ooj: hooi
    Orchiedeejun: orchideeën
    Ortaansu: hortensia
    Papaavur: papaver
    Patatuloof: aardappelloof
    Peërdubloemu: paardenbloem
    Peërdumest: paardenmest
    Pisublomu: paardenbloem
    Pooötn: poten
    Populiëeru: populier
    Raapn: rapen
    Radiezu: radijs
    Riebus: ribes
    Roodoodendron: rhododendron
    Rooözun: rozen
    Salvieja: salvia
    Sanseeveerieja: sanseveria
    Sjhaaduw: schaduw
    Sjheutu: scheut
    Sjhorsu: schors
    Sjiekongs: witloof
    Sliek: slijk
    Snoeëjn: snoeien
    Stienkurs: afrikaantjes, tagetes
    Stienkurtju: tagetes
    Strooj: stro
    Struuksju: struikje
    Struuku: struik
    Taksju: kleine tak
    Terwu: tarwe
    Tuinujsju: tuinhuisje
    Tulpn: tulpen
    Tusjhnterwu: maïs
    Ulst: hulst
    Uutgudroogt: uitgedroogd
    Uutspitn: uitspitten
    Viejooltju: viooltje
    Vulgroejt: volgroeid
    Vurniengt: vergif
    Vumu: hooimijt
    Vurplantn: verplanten
    Vurplantiengu: verplanting
    Vurslookurn: verflensen
    Vurtakiengu: vertakking
    Wienturart: winterhard
    Wisu: wilgentak
    Zeëvugukwikt: zelfgekweekt
    Zjeeraaniejoms: geraniums
    Zoöjn: zaaien
    Zoöt: zaad
    Zunubloemu: zonnebloem

     

    01-07-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 27: Kinderen Verzorging Speelgoed

    Agturkomurtju: geboren vele jaren na broers of zusters
    Adopsju: adoptie
    Baarmoeëdur/-moeëdru: baarmoeder
    Bavetu: bavet
    Bijbie: baby
    Bijbieklirtjus: babykleertjes
    Bijbiesietn: babysitten
    Bijbiesietur: babysit
    Bijbievoeëdiengu: babyvoeding
    Blokdoozu: blokkendoos
    Bolu: bal
    Booörlienk: boorling
    Bostvoeëdiengu: borstvoeding
    Broekvintju: klein kind (dat nog de korte broek draagt)
    Bubbel: klein kind
    Budorvun: bedorven
    Buutnegtluk kient: buitenechtelijk kind
    Buvoliengu: bevalling
    Dooödgubooörn: doodgeboren
    Drieëlienk: drieling
    Driewieëlur: driewieler
    Du bost geevn: borstvoeding geven
    Duuvulskiend: duivelskind
    Eeënandug: eenhandig
    Futeuru: kinderwagen
    Futu: fopspeen
    Iïn slaapu wieëgn: in slaap wiegen
    Joeëns: kinderen
    Joeënsnaamu: jongensnaam
    Juutukako: schommel
    Kadee: kleine
    Kakstoeël: kinderstoel
    Kakurnesju: kakkernestje, jongste kind
    Kepukient: dat door iemand het liefst gezien wordt
    Ketn: knikkers 
    Ketu: knikker
    Keuntju: konijntje
    Kiendurbedu: kinderbed
    Kiendurbieslag: kinderbijslag
    Kiendurfuteuru: kinderwagen
    Kiendurjoörn: kinderjaren
    Kiendurspeelgoeët: kinderspeelgoed
    Kiendurziektu: kinderziekte
    Kient: kind
    Kient in uus zien: kind in huis zijn
    Kient nog kroöjen: op niemand meer kunnen rekenen, alleen op zichzelf
    Kient van du reekniengu zien: kind van de rekening zijn
    Kijzursnee: keizersnede
    Kleurboek: kleurboek
    Kleutur: kleuter
    Kleuturjinu: kleuteronderwijzeres
    Kleutursjhoolu: kleuterschool
    Knuful: knuffel
    Koeveuzu: broedmachine     Fr couveuse
    Kriesjhun: krijsen, wenen
    Krisju: kinderkribbe, opvang     Fr crèche
    Kwielubabu: slabbetje
    Leeërn loopn: leren lopen
    Leeftiet: leeftijd
    Leegoo: lego
    Meisjusnaamu: meisjesnaam
    Mindurjoörug: minderjarig
    Moeëdurmeëk: moedermelk
    Moeëdursjhooöt: moederschoot
    Moeëdurskientju: volwassen maar nog steeds verwend kind
    Moeëduruus: moederhuis
    Moeëtn is dwang en bleëtn is kiendurguzang: het wel willen doen maar niet als het verplicht wordt
    Moeëtuwerk: moeten trouwen omdat je zwanger bent
    Muziekdoozu: muziekdoos
    Nog kient nog kroöjen: geen kinderen hebben
    Oogapul: oogappel
    Ot kient mor u naamet: als het kind maar een naam heeft
    Otootju: autootje
    Pampur: pamper
    Papflesjhu: papfles
    Papkient: papkind, bedorven
    Pekln: bikkelen
    Peutur: peuter
    Piejaanoo: piano
    Pleegguzin: pleeggezin
    Pleegmoeëdru: pleegmoeder
    Pleegoedurs: pleegouders
    Pleegvoödur: pleegvader
    Plijmobiel: playmobil
    Poepunolutju: achterwerk van een kind
    Potju: pis- en kakpot voor kinderen
    Poziesju: toestand van zwangerschap
    Prentuboek: prentenboek
    Pupu: pop
    Pupukasu: poppenkast
    Puuzul; puzzel
    Ramuloöru: rammelaar
    Rotbudorvn: rotbedorven
    Seultju: emmertje
    Siendroom van Down: Mongool
    Siendroom van Toerit: syndroom van Tourette
    Sjaritu: kinderwagen
    Sjheptju: schepje
    Sjhooltiet: schooltijd
    Sjhreeëm: wenen
    Slierboönu: glijbaan
    Snotneuzu: klein kind
    Speelgoeët: speelgoed
    Speelpleku: speelplaats in een school
    Spoörpotju: spaarpot
    Staapulblokn: stapelblokken
    Step: autoped
    Taafulfoetbal: tafelvoetbal
    Teërlienk: teerling
    Tkient bie du naamu noemn: het kind bij de naam noemen, zeggen waar het op staat
    Tkient van du reekniengu: het kind van de rekening, enige die schade lijdt
    Tkient wegsmietn met tbatwoötur: het kind weggooien met het badwater, samen met het slechte ook het goede weggooien
    Toetur: schommel
    Trampolienu: trampoline
    Tring: trein
    Tromul: trommel
    Trontienitu: autoped       Fr trotinette
    Tweeëlienk: tweeling
    U boertju: een puf vóór het slapengaan
    U budorvn stroent: een bedorven kind
    U kiendurant is gow guvult: een kinderhand is rap gevuld
    U kient koopn: een kind krijgen/baren
    U polutju geevn: een handje geven
    U zundagskient: een zondagskind, iemand die altijd veel geluk heeft
    Up zu potju goön: op zijn potje gaan
    Upvang: opvang
    Upvoeëdiengu: opvoeding
    Uut du kleeënu kindurs zien: de kinderen zijn groot/volwassen/uit het huis
    Van kientsbeeën of: van kindsbeen af
    Vielootju: fietsje
    Vieërlienk: vierling
    Voendulienk: vondeling
    Voogdieë: voogdij
    Vooörkient: voorkind
    Vooörligtiengu: voorlichting
    Vroetvrowu: vroedvrouw
    Vroeggubooörtu: vroeggeboorte
    Vroegriepu: vroegrijp
    Vulgroejt: volgroeid
    Vurtroeëtuln: vertroetelen
    Vurwagtiengu: verwachting
    Vuuflienk: vijfling
    Weezu: wees
    Weezukient: weeskind
    Weezuus: wezenhuis
    Wieëgu: wieg
    Wieëgulietju: wiegenlied
    Wupplanku: schommel, wipplank
    Zu keelu oopnzetn: zijn keel openzetten, hard schreeuwen
    Zundagskient: zondagskind (dat altijd veel geluk heeft)
    Zuuglienk: zuigeling

     

    24-06-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tjestug joôr gutrowt

    Du vuftieënstn juunie was Juultn tjestug joör gutrowt me zu Madliïnu. U geeël endu, ee?
    Du drie kiendurs, die nie in du streeku weun, woörn ton ook van plang om dur u grooötu feeëstu van tu maakn.
    Zu moestn eeëst en voral u neetabliesument viengn, lieëfst nie tu veru weg, wo daan zu zeevun kaamurs kostn voorbugoedn, wo daanzu goeët kostnn eetn e wo daan zu u natraksju kostnn upvoeërn en wo daan zu u daansju kostn plaseern. E ja, nie tu vurgeetn, du twi joendn van eeën van du kiendurs moestn toeguloötn wordn.
    Nie gumakuluk, wi, kgon meër zegn, oenmeugluk i Midulkerku. I Niepooört gieng ta wel, gulukug.
    Tkomtropan vandrop tiet bie tu zien, ee?
    Zaan ziedur nateurluk du noöstu famielju uutgunooödugt mor ook u poör gubeurs wo daan zu goeët mee ovreeënkom e wo daan zaltiet kun up reekn. Bertn e Marie woörn dur ook nateurluk. Altugoöru woörn zu me dertug man.

    Zen tog zuku sjhooönu kartjus get met weënshn lik ‘goeju guzoentijt verdru’ of ‘nog u naantal guzoendu joörn tugoöru’ mor ook omdat du feeëstu goeët zoe slaagn. Juultn e Madliïnu wierdn ook nog gulooft voer undur ‘goeju ijgunsjhapn’ e voer oendurtprosent ofgusjhildurt as vooörbeeldn voer undur noökomuliengn.
    Da dijt undur egt veelu deugt. Zadnt vurdieënt!
    Madliïnu die nie beetur wist, vurshoot nog gin bitju oön zu tilugram kreegn van du keunienk. Zu vroegdaan Juultn: ‘Ken ju gie em misjhieën goeët?’

    Ook du burgumeeëstur en du sjheepns weënstn undur veelu guluk. Moestn zu guldugt wordn int gumeeëntuus of bie undur tuus, wieërt undur guvraagt. Zadn tlatstu gukoozn en zu zaatn fieër lik twi giëters in undur zeetlu met dotorietijtn roent undur, voe du fotoo in du gazetu, Madliïnu met eur boekee blomn en neevns undur u kadoo van du gumeeëntu, u sjhooönu voözu.
    Nateurlik droenkun zu ton u gloözutju up 'doedu’ trowurs en iedreeën was gulukug.
    Du feeëstu was guslaagt en tzij zeëfs utwieën “Up no du vuuvuntjestug!’



    Vertaling

    Jules is zestig jaar getrouwd.

    De vijftiende juni was Jules zestig jaar getrouwd met zijn Madeleine. Een lange tijd, hé.
    De drie kinderen, die in de streek wonen, waren dan ook van plan om er een groot feest van te maken.
    Ze moesten eerst een instelling vinden, liefst niet te ver weg, waar ze zeven kamers konden voorbehouden, waar ze lekker konden eten en waar ze een attractie konden opvoeren en waar ze eens dansje konden doen. En niet te vergeten, de twee honden van één van de kinderen moesten ook toegelaten worden.
    Niet eenvoudig, hoor, ik zal zelfs meer zeggen, onmogelijk in Middelkerke. In Nieuwpoort kon dat wel, gelukkig maar.
    Het komt erop aan er op tijd bij te zijn, hé?
    Zij hadden natuurlijk de naaste familie uitgenodigd maar ook een paar buren waar ze goed mee overeenkomen en waar ze altijd kunnen op rekenen. Albert en Marie waren er ook natuurlijk. Alles samen waren ze met dertig personen.
    Wat hebben ze toch mooie kaartjes gekregen met wensen zoals ‘goeie gezondheid verder’ of ‘nog een aantal gezonde jaren samen’ maar ook opdat het feest goed zou slagen. Jules en Madeleine werden ook nog geloofd voor hun ‘goede eigenschappen’ en voor honderd percent afgeschilderd als ‘voorbeelden voor hun nakomelingen’.
    Dat deed hen echt veel deugd. Ze hadden het verdiend!
    Madeleine die niet beter wist, verschoot nog geen beetje toen ze een telegram kregen van de koning. Ze vroeg aan Jules ‘Ken jij hem misschien goed?”
    Ook de burgemeester en de schepenen wensten hen veel geluk. Moesten ze gehuldigd worden in het gemeentehuis of bij hen thuis, werd hen gevraagd. Ze hadden voor het laatste gekozen en ze zaten fier gelijk twee gieters in hun zetel met de autoriteiten rond hen, voor de foto in de krant. Natuurlijk dronken ze dan een glaasje op de ‘oude’ trouwers en iedereen was gelukkig.
    Het feest was geslaagd en er zei zelfs iemand ‘Op naar de vijfenzestig!’

    17-06-2019, 11:18 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 26: Gereedschap Materialen Bouw Allerlei

    Aamur: hamer
    Aksju: haakje
    Alaam: gereedschap
    Alumienjom: alluminium
    Arduun: arduin
    Asjhun: as
    Baksju: bakje
    Bakuliet: bakeliet
    Bakursoovn: bakkersoven
    Bakploötu: bakplaat
    Bakvormu: bakvorm
    Balaaänsu: balans
    Baladeuzu: looplamp
    Baskuulu: bascule
    Basing: grote kuip
    Bazasu: rugzak
    Beezum: bezem
    Biedong: beton
    Bielu: bijl
    Blek: blik
    Blekndoozu: blikken doos
    Bloksju: blokje
    Boöku: balk
    Bobienu: bobijn
    Boeërukaru: boerenkar
    Booöru: boor
    Bowkroönu: bouwkraan
    Brantslangu: brandslang
    Bratpanu: braadpan
    Briekuljong: steenafval
    Briekurieë: steenbakkeij
    Brijnaaldu: breinaald
    Brikiezur: breekijzer
    Buuldoozur: bulldozer
    Buuzu: buis
    Dermu: slang
    Dieng: dingen
    Dienk: ding
    Drendul: lange draad
    Droöt: draad
    Eetaazju: verdieping    Fr étage
    Ekn: hekken
    Gasmasjien(u): grasmachine
    Gasmoöjur: grasmaaier
    Gassjhoöru: grasschaar
    Gravee: grind
    Iezur: ijzer
    Iezurdroöt: ijzerdraad
    Iezurzaagu: ijzerzaag
    Kaavu: schoorsteen
    Kajoetjoedermu: rubberen darm
    Katjoe: caoutchou
    Karbongpapier: carbonpapier
    Kartong: karton
    Kartongdoozu: kartonnen doos
    Kasiesteeën: kasseisteen
    Katukop: meervoudig stopcontact
    Keësu: kaars
    Keetn: ketting
    Kobujaagur: ragebol
    Koerang: stroom    Fr  courant
    Koesju: laag (verf)   Fr couche
    Koevoeët: koevoet
    Kolu: lijm     Fr colle
    Kontrolulamtju: controlelampje
    Kork: kurk
    Kortuwaagn: kruiwagen
    Kripu: crèpe
    Kroönu: kraan
    Lakvervu: lakverf
    Lanteërn: lantaarn
    Latu: latLeeëru: ladder
    Liem: lijm
    Masjienu: machine
    Moeëru: moer
    Moenteuru: monture
    Nulu (u): deksel
    Nulutju (u): een dekseltje
    Oetunaamur: houten hamer
    Oetuwerk: houtwerk
    Oogspaniengu: hoogspanning
    Oolievervu: olieverf
    Ooparluür: luidspreker                            Fr haut parleur
    Otomoöt: automaat
    Piejosju: pikhouweel                   Fr pioche
    Pielampu: zaklamp
    Pielu: batterijtje                      Fr pile
    Poönu: fluweel
    Posturtju: beeldje op schouw of tafeltje
    Pulu: bidon
    Puuneisu: duimspijker                       Fr punaise
    Rekul: elastiek
    Roendilu: rond metaaltje om vijzen vaster te helpen aanspannen
    Rusor: veer                               Fr ressort
    Santuboetiek: rommel, allerlei gerief
    Seulu: emmer
    Sjetu: breigaren
    Sjhaavu: schaaf
    Sjheurpapieër: scheurpapier
    Sjhievu: schijf
    Sjhoöru: schaar
    Sjhoeblienk: schoensmeer
    Sjhroevu: schroef
    Sjhutuldoek: schoteldoek
    Sleutur: sleutel
    Slootur: sleutel
    Sluutspelu: veiligheidsspeld, toespeld
    Spaa: spade
    Staaku: staak
    Staksju: staakje
    Stekurdroöt: prikkeldraad
    Stofoösju: materiaal
    Stofzuugur: stofzuiger
    Stoksju: stokje
    Stoovoet: stoofhout
    Supapu: ventiel                                    Fr soupape
    Toernavies: schroevendraaier                    Fr tournevis
    Toespelu: sluitspeld
    Trekiezur: magneet
    Trektuür: tractor                        Fr tracteur
    Trekur: aftrekker
    Up travoo: op de werf                         Fr travaux
    Vakboent: vakbond
    Veiliengu: veiling
    Verukiekur: verrekijker
    Vervu: verf
    Vervubustul: verfborstel
    Veugulkooöju: vogelkooi
    Vielu: vijl
    Vienguroeët: vingerhoed
    Viezu: vijs
    Vintielatuür: ventilator        Fr ventilateur
    Visbenu: vismand
    Visjhurieë: visserij
    Viskaru: viskar
    Vismart: vismarkt
    Visristorang: visrestaurant
    Visvangstu: visvangst
    Viswienkul: viswinkel
    Vlieëguvangur: vliegenvanger
    Vulpenu: vulpen
    Vurnis: beschermende stof als bovenlaag    Fr vernis
    Vurnisjhun: vernissen
    Vuulblek: vuilblik
    Vuulkaru: vuilkar
    Wasspelu: wasspeld
    Wiezur: wijzer
    Wulu: wol
    Zaagu: zaag
    Zeisu: zeis
    Zikul: sikkel
    Zil: zeil
    Zwientju: handveegborstel

     

     

    10-06-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-06-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woordenlijst Nr 25: Afmetingen Hoeveelheden Tekeningen Vormen Getallen en Cijfers

    Aaänsvul: handvol
    Aal bie mukoör: alles bijeen
    Aaltoopu: allemaal samen
    Akuvietju: kleinigheidje
    Aludrieë: alledrie
    Alumalu: allemaal
    Aluvieëru: alle vier
    Alutweeë: alletwee
    Aluzessu: alle zes
    Anutjusnest (geil dun): alles
    Bataklang (geil du): alles
    Boogsjheutu: boogscheut
    Booörduvul: boordevol
    Booört: boord
    Breeët: breed
    Breuku: breuk
    Bridur: breder
    Britu: breedte
    Budeeëliengu: bedeling
    Bunoödriengu: benadering
    Buperkiengu: beperking
    Busiefurn: becijferen
    Buutnmoötu: buitenmate
    Deeëlboör: deelbaar
    Deeëliengu: deling
    Deëëln: delen
    Dieëpu: diep
    Dinu: dun
    Dogtu: de hoogte
    Driejoek: driehoek
    Duust (1000), twiduust (2000), vuufduust (5000), twientugduust (20.000), oendurtduust (100.000)
    Eëlt: helft
    Eeën (1), tweeë (2), drieë (3), vieëru (4), vuuvu (5), zesu (6), agtu (8)
    Eevun: evenErteëln: hertellen
    Geeëlu noop (u): een hele hoop
    Geeëlugaaäns: helemaal
    Grodur: groter
    Grotu: grootte
    Gudoeftu: iets log, zeer groot
    Ienkul: enkel
    Ikstra: extra
    In dogtu: in de hoogte.
    In du dieëpn: in de diepte

    In du langdu: in de lengte
    In du vertu: in de verte
    Inoet: inhoud
    Kart: kwartier, kwart
    Kieloomeetur: kilometer
    Klieku: kliek
    Klindur: kleiner
    Langdu: lengte
    Lank: lang
    Leeëgu: laag
    Leksju: likje, laagje (verf bvb)
    Letur: weinig
    Ligiengu: ligging
    Meeër e meeër: steeds meer
    Midulienu: middellijn
    Midulmoötu: middelmaat
    Mieljaar: miljard
    Mieljoeën: miljoen
    Mielu: mijl
    Moötu: maat
    Naänsvul (u): een handvol
    Neëlt (du of u): de helft
    Nieks: niks, niets
    Nieëmundalu: niets
    Nievoo: peil, hoogte
    Noövn (u): een halve
    Nuumuroo: nummer
    Oendurt (100), twijoendurt (200), driejoendurt (300), vuuvoendurt (500)
    Oendurtuust: honderdduizend
    Oendurvurdeeëliengu: onderverdeling
    Oeneevun: oneven
    Oenpoör: onpaar
    Oentsiefurn: ontcijferen
    Oeveelu keeërs: hoeveel keer
    Ofguroent: afgerond
    Ofmeetn: afmeten
    Ofneemn: afnemen
    Ofroendn: afronden
    Oftrekn: aftrekken
    Ofsplitsn: afsplitsen
    Ogtu: hoogte
    Olugoöru of Oltugoöru: allemaal samen
    Oöf e noöf: half en half, fifty-fifty
    Oöfleeg: halfleeg
    Oöfvul: halfvol
    Oörbritu: haarbreedte
    Oovren: overhebben
    Oovurvloeët: overvloed
    Potlooöt: potlood
    Promielu: per duizend
    Pursies: precies
    Reeku: rij
    Rijong: gebied
    Rijzu (met): op gelijke hoogte van, gelijklopend met
    Rjeën du knots: niemendal     Fr rien
    Roendu: rond, toer
    Roenduut: ronduit
    Santuboetiek: alles wat er samen ligt of samen staat
    Siefur: cijfer
    Sjharding: kleinigheid
    Stief: zee
    Stief veelu: zeer veel
    Stik: stuk
    Stiksju: stukje
    Strieëpu: streep
    Surieë: reeks
    Teeëkniengu: tekening
    Teeën en tandur: het een en het ander
    Tieënu (10), Eëvu (11), twoavu (12), veeërtieënu (14), vuftieënu (15), zestieënu (16), zeevuntieënu (17), ….
    Tis mor u sjhortu grooöt: het is niet groot
    Tjokuvul: bomvol
    Tsjhildu gi noör: het scheelde geen haar
    Tsjhildu moör u sjharding: het scheelde maar een kleinigheid
    Tsjhildu mo letur: het scheelde maar weinig
    Tseëfstu: hetzelfde
    Tunuptelu: met klein overschot, om af te ronden
    Tweeënoöf: twee en half
    Twoöfnoöf: twaalf en half
    Twi man en u peërdukop: weinig volk
    Twientug (20), veeërtug (40), fuftug (50), tjestug (60), tjeevntug (70), tachuntug (80), tneegntug (90)
    Upteln: optellen
    Upteliengu: optelling
    Upurvlaktu: oppervlakte
    Utsukluts: alles bijeen
    Uutdin: uitdunnen
    Uutdroöjn: uitdraaien
    Uutsjhuuvn: uitschuiven
    Vaneënsteëns: over de gehele lijn
    Veelvowt: veelvoud
    Veugulvlugt: vogelvlucht
    Vieërdubl: vierdubbel
    Vieërkant: vierkant
    Vieëroek: vierhoek
    Vooörlatstn: voorlaatste
    Vormugeevn: vormgeven
    Vormugeeviengu: vormgeving
    Vul: vol
    Vulang: volhangen
    Vulloön: volladen
    Vurdeeëliengu: verdeling
    Vurdubliengu: verdubbeling
    Vurgrooötglas: vergrootglas
    Vurgrooötiengu: vergroting
    Vurgrooötn: vergroten
    Vurmeenugvuldiegiengu: vermenigvuldiging
    Vurmindriengu: vermindering
    Vuroediengu: verhouding (breuk)
    Vuroogn: verhogen
    Vuroogiengu: verhoging
    Vurvormiengu: vervorming
    Vurvormn: vervormen
    Vurwiediengu: verwijding
    Vurwiedn: verwijden
    Vuuvoek: vijfhoek
    Wienkulaak: winkelhaak
    Winug(u): weinig(e)
    Zantju: prentje

     

    03-06-2019, 00:00 geschreven door stammer

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 01/03-07/03 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 21/12-27/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!