Chronologisch overzicht van ruimtevaarders, bemande ruimtevluchten en onbemande sondes.
28-09-2015
dit gebeurde op 28 september
lancering in 1971 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8LS N°202/Luna 19.
Deze zware maansonde komt op 3 oktober in een baan om de maan, om vandaar het oppervlak in kaart te brengen.
Luna 19 zette de systematische studie voort van de maan, oa voor wat betreft de zwaartekracht en de locatie van de mascons (massa concentraties). De sonde bestudeerde ook de straling en de zonnewind nabij de maan. Een TV-systeem zorgde voor beelden.
(afbeelding: model van deze sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1971-082A
Norad ID: 5488
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5810 kg.
geboorte in 1940 te Ivanteyevka, van Aleksandr Segeyevich Ivanchenkov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia 4-1973 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 29(31) en T6.
Verbleef 147,53 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 2u05’.
Was cosmonaut tot 3 november 1993.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS militaire satellieten Transit 5B-1(VBN-1) en Transit 5E-1;
in 1966: een VS fotospion KH 8 Gambit;
in 1967: de communicatiesatelliet Intelsat II F-4;
in 1971: de JP astronomiesatelliet MSF 2/Shinsei/MU-4S-3 en een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1980: het een SU progress 11 11993 cargo
in 1981: een SU zwerm Romb doelstellieten;
in 1982: de communicatiesatelliet Intelsat V-F5;
in 1983 en 1984: een SU satelliet voor oceaanstudie Okean-OE;
in 1984: een SU ELINT satelliet Tselina-2;
in 1985: de communicatiesatelliet Intelsat VA-F12;
in 1989: de SU communicatiesatelliet Gorizont 19 en de satellieten voor ruimteonderzoek Intercosmos 24 (SU) en Magion 2 (EZ);
in 1990: de SU weersatelliet Meteor 2-20;
in 1991: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1998: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-91;
in 1999: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1M.
lancering in 1967 vanaf Baikonur 81/23, van de Soviet ruimtesonde Soyuz 7K-L1 No.4L.
Deze vlucht is bedoeld als voorbereiding op bemande vluchten omheen de maan, zonder landing.
Het lanceertuig werd kort na de lancering onstabiel en de vluchtleiding besloot de vlucht af te breken bij T + 97 seconden.
Het ruimtevaartuig werd gescheiden van de raket door middel van het SAS reddingssysteem en kwam 50à60 kilometer verder naar beneden. Het werd door een militaire Mi-6 helikopter opgepikt en keerde terug naar Bajkonoer.
(afbeelding: ruimtesonde in konstruktiehal)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: -
Norad ID: -
Lanceertuig: Proton-K/D s/n 229-01
Massa: 5390 kg.
vertrek in 1973 van het ruimteschip Soyuz 12 (Norad ID: 6836), voor een 2-daagse testvlucht in een baan om de aarde.
Soyuz 12 was de eerste vlucht van het hernieuwde Soyuz ruimtevaartuig in de nasleep van de Sojoez 11 tragedie. De capaciteit van de capsule was verlaagd van 3 naar 2 kosmonauten zodat tijdens de lancering, de terugval en koppeling het ruimtepak kon gedragen worden.
Oorspronkelijk was het de bedoeling aan te koppelen aan het Salyut 2 ruimtestation, maar de lancering hiervan liep mis. Daar Soyuz 12 slechts 2 dagen op eigen kracht kon werken, en er geen station was om aan te koppelen, keerde de bemanning na twee dagen terug naar de aarde.
De inzittenden zijn:
Vasili G.Lazarev, gezagvoerder,
Oleg G.Makarov, vluchtingenieur.
geboorte in 1952 te Brasov, van Dumitru Dorin Prunariu.
Roemeense piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 40.
Verbleef 7,86 dagen in de ruimte.
Eerste Roemeen in de ruimte - 14 mei 1981.
Was cosmonaut tot 1981.
geboorte in 1966 te Boston – Massachusetts, van Stephanie Diana Wilson.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Ingenieur.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 120, 121 en 131.
Verbleef 43 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot 3 juli 2013.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1973: de VS militaire satelliet OPS 6275;
in 1975: de FR astronomiesatelliet Aura/D2B;
in 1984: een SU fotoverkenner Oblik en een zwerm Romb doelstellieten;
in 1985: de TKS-M Salyut 7 module;
in 1989: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-76 en de militaire satelliet US-PU;
in 1990: het MIR cargoschip Progress-M05;
in 1994: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1997: de communicatiesatelliet Iridium 19, 34, 35, 36 en 37.
vertrekpoging in 1983 van het ruimteschip Soyuz T10-1, naar het Soviet ruimtestation Salyut 7.
De Sojoez T-10-1 missie (ook Sojoez T-10A genoemd) werd al vóór de start beëindigd door de explosie van de draagraket op het lanceerplatform.
De capsule met de bemanning werd twee seconden voordat de draagraket ontplofte weggetrokken door de bovenop aanwezige reddingsraket en kwam veilig naar beneden.
De inzittenden zijn:
Vladimir G.Titov, gezagvoerder,
Gennady M.Strekalov, vluchtingenieur.
vertrek in 1997 van de ruimtependel Atlantis STS 86 (Norad ID: 24964), naar het Soviet ruimtestation MIR.
Deze zevende koppeling van een ruimtependel met MIR leverde de wetenschapper David A. Wolf als zesde VS astronaut in het ruimtestation af en bracht astronaut Michael C.Foale op 6 oktober terug naar de aarde. Deze was dan 145 dagen in de ruimte, waarvan 134 aan boord van MIR.
Op 1 oktober had de eerste gemeenschappelijke VS/SU buitenaktiviteit (EVA) plaats door Titov en Parazynski.
De inzittenden bij de lancering zijn:
als hoofdbemanning:
James D.Wetherbee, bevelhebber,
Michael J.Bloomfield, piloot,
Vladimar G.Titov, missiespecialist - RSA,
Scott E.Parazynski, missiespecialist,
Jean-Loup J.M.Chretien, missiespecialist - CNES,
Wendy B.Lawrence, missiespecialist,
als MIR-astronaut:
David A.Wolf;
bij de landing:
de hoofdbemanning en
Michael C.Foale.
geboorte in 1948 te Ceske Budejovice, van Vladimir Remek.
Tsjechische piloot/cosmonaut.
Lid van Interkosmos 1976 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 28.
Verbleef 7,93 dagen in de ruimte.
Eerste Europeaan in de ruimte - 2 maart 1978.
Was cosmonaut tot 1978.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1968: de VS militaire satellieten OV 2-5, ERS 28/OV 5-2, ERS 21/OV 5-4, LES 6 en Transtage 13;
in 1974: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu;
in 1975: de communicatiesatelliet Intelsat IVA-F1;
in 1980: een SU fotoverkenner Fram;
in 1985: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1991: de CA telecomsatelliet Anik E1;
in 1993: de aardobservatie satelliet SPOT 3 en de wetenschappelijke micro-satellieten Stella (FR), Kitsat 2/KO 25 (KR), PoSat 1 (PT/UK), HealthSat 2 (VS/UK), Itamsat-A/IO-26 (IT) en EyeSat 1 (VS);
in 1995: een SU aardobservatie satelliet Resurs F20;
in 1996: de telecomsatelliet Ekspress 12/Gorid;
in 1999: de telecomsatelliet LMI 1/Intersputnik 1.
lancering in 1960 vanaf Cape Canaveral LC12, van de VS ruimtesonde Pioneer(P-30)/Able 5A.
Pioneer P-30 is bedoeld om na ongeveer 62 uur in orbit omheen de maan te komen, maar de missie mislukt reeds kort na de start. Er wordt slechts 1290 km hoogte bereikt en de ruimtesonde valt ergens in de Indische Oceaan.
Nota:
Op 15 februari was er al een P-3 sonde verloren bij de explosie tijdens een statische test van de Atlas D / Able 5 draagraket.
(afbeelding: model van dit type)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1960-F11/PIONY
Norad ID: F600925A (F00112)
Lanceertuig: Atlas Able 80D
Massa: 175,5 kg.
lancering in 1992 vanaf Cape Canaveral LC40, van de VS ruimtesonde Mars Observer.
Deze sonde moest van in een baan om de planeet mars gegevens verzamelen over de bodem en het klimaat ervan. Aan boord waren instrumenten voor onderzoek van het oppervlakte materiaal, de topografie (oa het “hoofd”), het gravitatieveld, het magnetisch veld en de seizoensgebonden cyclus van stof en gassen in de atmosfeer.
Ook was voorzien dat Mars Observer zou samenwerken met de geplande Russische MARS 1994 missie.
Contact met de sonde werd echter op 21 augustus 1993 verloren, drie dagen vóór de geplande baan bereikt werd. Het is niet bekend of het ruimtevaartuig in staat was om de automatische programmering te volgen en in orbit om mars te gaan of dat het in een heliocentrische baan terecht kwam.
Hoewel geen van de hoofddoelstellingen van de missie werden bereikt, werden toch belangrijke gegevens verzameld tot verlies van het contact; oa “Olympus”vulkaan (h27km), wolken h15à25km, zwak magnetisch veld(60nT).
(afbeelding: vrije voorstelling van de sonde boven mars)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1992-063A
Norad ID: 22136
Andere namen: Mars Geoscience/Climatology Orbiter (MGCO)
Lanceertuig: Titan 3 CT-4
Massa: 1018 kg.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: de VS militaire satelliet Transit 17;
in 1970: een SU ruimte kernbomtest OGCh;
in 1975: een SU fotoverkenner Fram;
in 1979: de SU wetenschapssatelliet Bion 5 en acht militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1984: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1989: de VS militaire communicatiesatelliet Fleetsatcom 8/USA 46;
lancering in 1958 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-1 N°1.
De bedoeling van deze lancering is een sonde te pletter te laten vallen op het maanoppervlak na een rechtstreekse vlucht - zonder tussenfase in aardorbit. Het is het 1ste officieel erkende maanschot van de Soviet Unie. In West Europa werden radiosignalen opgevangen en radarwaarnemingen gedaan.
Het lanceertuig breekt bij T+93s tgv overmatige trillingen, veroorzaakt door de 4 aangehechte
opduwmotoren (1ste trap).
(afbeelding: model van dit type)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1958-F15
Norad ID: F580923A (F00039)
Lanceertuig: 8K72/B1-3(Luna)
Massa: 360 kg.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°403.
Haar missie is in een baan om de maan komen en door een lander bodemmateriaal verzamelen en terugbrengen naar de aarde.
Het geheel blijft echter vast in aardorbit door het falen van Blok D als gevolg van een defekte klep in de zuurstoftoevoer. Op 27 september valt de sonde, nog steeds verbonden met de vierde trap van het lanceertuig, in de atmosfeer van de aarde en wordt vernietigd door de wrijvingswarmte.
(afbeelding: model van dit type)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-080A
Norad ID: 4104
Andere namen: Kosmos 300
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
geboorte in 1944 te Jefferson – Iowa, van Loren James Shriver.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 15/51C, 31 en 46.
Verbleef 16,09 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1993.
geboorte in 1961 te San Diego – California, van William Cameron 'Willie' McCool.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 107.
Verbleef 15,94 dagen in de ruimte.
Sterft in de Columbia pendel ramp op 1 februari 2003, boven Texas.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een VS fotospion KH-4A;
in 1964: een VS fotospion KH 7;
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1968 en 1975: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1972: de VS wetenschapssatelliet Explorer 47/IMP 9;
in 1980: een SU fotoverkenner Orion;
in 1981: een SU doelsatelliet Vektor;
in 1987: het MIR cargoschip Progress 32;
in 1997: een SU militaire navigatiesatelliet Parus, de telecomsatelliet Intelsat 803 en de VS/SU communicatietest satelliet Faisat 2V;
in 1998: de SU communicatiesatelliet Orbcomm-FM 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27 en 28;
lancering in 1964 vanaf Cape Canaveral, van de Saturn SA-7/Apollo BP5 test.
Het doel is de samengang van het lanceertuig en het ruimteschip te evalueren, alsmede het ontsnappingssysteem te testen.
De Saturn 1 (SA-7) brengt een aluminium standaardmodel commandomodule, servicemodule en instrumenteenheid (BP-15) in een baan om de aarde, vergelijkbaar met deze gepland voor toekomstige bemande Apollo missies. De opdracht eindigt op 22 september na 59 banen om de aarde. Alle doelstellingen werden gehaald.
(afbeelding: het BP5 geheel)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1964-057A
Norad ID: 883
Andere namen: Apollo SA-7 Test Flight
Lanceertuig: Saturn 1
Massa: 16700 kg.
vertrek in 1980 van het ruimteschip Soyuz 38 (Norad ID: 11977), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Deze Soyuz brengt de 12de expeditie naar Salyut 6, in het kader van het Intercosmos programma.
De koppeling van Sojoez 38 met Salyut 6 gebeurt in de duisternis. De cosmonauten in het station zien enkel de "koplampen” van de naderende Soyuz. Het verloop wordt door cosmonaut Ryumin gefilmd. Arnaldo Tamayo Méndez wordt de eerste Cubaanse cosmonaut en blijft samen met Romanenko 8 dagen in de ruimte.
De inzittenden zijn:
Yuri V.Romanenko, gezagvoerder,
Arnaldo Tamayo-Méndez, wetenschapper - Cuba.
geboorte in 1932 te Tomsk, van Nikolai Nikolayevich Rukavishnikov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieurs 1 Supplement-1967 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 10, 16 en 33.
Verbleef 9,88 dagen in de ruimte.
Bleef bij Energia na verlaten van het ruimteprogramma tot 1987.
Overlijdt aan hartaanval op 19 oktober 2002 te Moskou.
geboorte in 1944 te Chicago – Illinois, van Charles Lacy Veach.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 39 en 52.
Verbleef 18,18 dagen in de ruimte.
Overlijdt aan kanker op 3 oktober 1995, te Houston, Texas.
geboorte in 1954 te Minamitaina – Tokyo, van Takao Doi.
Japanese missiespecialist/astronaut.
Lid van NASDA 1-1985 en NASA 15-1994 selektie.
Maakte ruimtevlucht in STS 87 en 123.
Verbleef 31,40 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 12u42’.
Was astronaut tot 18 september 2009.
geboorte in 1973 te Welkom, van Mark Richard Republic Shuttleworth.
Zuid-Afrikaanse ingenieur.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM34(TM33).
Verbleef 9,89 dagen in de ruimte.
Eerste Zuid-Afrikaan in de ruimte - 20020425.
Tweede ruimtetourist.
selektie in 1985 van de CNES-2 astronauten
Claudie André-Deshays,
Jean-François Clervoy,
Jean-Jacques Favier,
Jean-Pierre Haigneré,
Frédéric Patat,
Michel Tognini,
Michel Viso.
Hiervan maakten Patat en Viso tot nu geen ruimtevlucht.
selektie in 1989 van de TBS reporters
Toyohiro Akiyama,
Ryoko Kikuchi.
Enkel Akiyama verbleef in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1959: de VS militaire wetenschapssatelliet Vanguard 3 (SLV7);
in 1962: de VS weerstatelliet TIROS 6;
in 1965: vijf SU militaire communicatiesatellieten Strela 1;
in 1968: de VS militaire satelliet OPS 0165 en OPS 8595;
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1975: de SU weersatelliet Meteor 1-22;
in 1977: een SU oceaanobservatie satelliet US-A;
in 1981: een SU militaire navigatiesatelliet Parus en een fotoverkenner Orion;
vertrek in 1985 van het ruimteschip Soyuz T14 (Norad ID: 16051), naar het Soviet ruimtestation Salyut 7.
De belangrijkste doelstellingen van deze missie zijn de ontvangst van Kosmos 1686 en het uitvoeren van buitenaktiviteiten (EVA) met het oog op toekomstige ruimtestations.
Op 13 november begonnen de cosmonauten hun communicatie met de TsUP te versleutelen en op 21 november keerde Soyuz T14 met Vasyutin en Volkov naar de aarde terug, samen met Savinykh die 168 dagen in Salyut 7 was. Grechko was al op 26 september in Soyuz T13 geland.
Volgens NASA hebben psychologen van de Russische Ruimtevaart de missie vroegtijdig beëindigd als gevolg van "geestes en prestatie problemen" met de bemanning. Volgens andere bronnen had de commandant hoge koorts en een urineweginfectie.
Officieel werd de geplande 6 maanden missie vroegtijdig beëindigd door ziekte van commandant Vasyutin.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir V.Vasyutin, gezagvoerder,
Georgiy M., vluchtingenieur,
Aleksandr A.Volkov, wetenschapper;
bij de landing:
Vladimir V.Vasyutin, gezagvoerder,
Viktor P.Savinykh, vluchtingenieur,
Aleksandr A.Volkov, wetenschapper.
geboorte in 1930 te Weatherford – Oklahoma, van Thomas Patten ‘Tom’ Stafford.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 2-1962 groep.
Maakte ruimtevlucht in gemini 6 en 9, apollo 10 en 18.
Verbleef 21,16 dagen in de ruimte.
Nam deel aan eerste ruimte rendez-vous op 16 december 1965.
Mede snelheidsrecordhouder (11107 m/s) - apollo 10.
Was bij eerste koppelling van VS & Sovjet ruimtetuig op 17 juli 1975.
Was astronaut tot 1975.
geboorte in 1930 te Hereford – Texas, van Edgar Dean ‘Ed’ Mitchell.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 5-1966 groep.
Maakte ruimtevlucht in apollo 14.
Verbleef 9,00 dagen in de ruimte.
Maakte 2 maanwandelingen - samen 9u22’31”.
Zesde mens op de maan – apollo 14.
Was astronaut tot 1972.
geboorte in 1943 te Tallahassee – Florida, van Dr Samuel ‘Sam’ Thornton Durrance.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van ASTRO 1 & 2.
Maakte ruimtevlucht in STS 35 en 67.
Verbleef 25,59 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot maart 1995; bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
geboorte in 1961 te Palo Alto – California, van Pamela Ann Melroy.
Amerikaanse piloot/astronaute – USAF Testpiloot.
Lid van NASA 15-1994 “The Flying Escargots”.
Maakte ruimtevlucht in STS 92, 112 en 120.
Verbleef 23,74 dagen in de ruimte.
Was astronaute tot juli 2009.
selektie in 1962 van de NASA-2 astronauten (Next Nine-Nifty Nine-New Nine)
Neil Armstrong,
Frank Borman,
Charles Conrad,
Jim Lovell,
Jim McDivitt,
Elliot See,
Tom Stafford,
Ed White,
John Young.
Allen vlogen missies in het Gemini-programma behalve Elliott See, die was als bevelhebber piloot van Gemini 9 gekozen, maar stierf in een T-38 vliegtuigcrash vier maanden voor de lancering. Alle anderen vlogen ook in Apollo, behalve Ed White, die omkwam in de brand van Apollo 1 op het lanceercomplex.
Conrad en Stafford maakten ook een niet-maan vlucht in een Apollo ruimtevaartuig: Conrad op Skylab 2 en Stafford in Apollo-Soyuz. Zes van deze groep: Borman, Lovell, Stafford, Young, Armstrong en Conrad maakten vluchten naar de maan.
Lovell en Young vlogen twee maal naar de maan; Armstrong, Conrad en Young liepen op de maan.
John Young vloog later in de Ruimtependels STS-1 en STS-9; hij was zowel de eerste als de laatste van zijn groep in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 31;
in 1962: een VS fotospion KH-4;
in 1966: een SU ruimtekernbom OGCh-05L (X7);
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1975: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
in 1983: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1986: de weersatelliet NOAA 10;
in 1987: een SU militaire waarnemer Kobal't;
in 1991: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-41;
vertrek in 1996 van de ruimtependel Atlantis STS 79 (Norad ID: 24324), voor een verblijf van 10 dagen in de ruimte, met koppeling aan het Soviet ruimtestation MIR.
Deze missie bevat de tweede vlucht van de SPACEHAB module ter ondersteuning van de Shuttle-Mir activiteiten en de eerste vlucht van de SPACEHAB Double Module configuratie.
STS-79 volbrengt de vierde Shuttle-Mir koppeling en brengt bij de landing de Amerikaanse astronaute Lucid, na 188 dagen in de ruimte, terug naar de aarde. Lucid volbracht daarmee de langste ruimtevlucht tot dan voor een vrouw. Astronaut Blaha zal voor ongeveer vier maanden in MIR blijven en in januari 1997 met de STS-81 bemanning terugkeren.
De inzittenden bij de lancering zijn:
als hoofdbemanning:
William F.Readdy, bevelhebber,
Terrence W.Wilcutt, piloot,
Thomas D.Akers, missiespecialist,
Jerome Apt, missiespecialist,
Carl E.Walz, missiespecialist en
als MIR-astronaut:
John E.Blaha;
bij de landing:
de hoofdbemanning en
Shannon W.Lucid.
geboorte in 1956 te New York City, van Kevin Richard Kregel.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 70, 78, 87 en 99.
Verbleef 52,76 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 27 juni 2002.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire satellieten DMSP 4A-F1, KH 7 Samos? en OPS 6874;
in 1967: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-4;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1975: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1977: een SU oceaanobservatie satelliet US-A en een fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1978: de JP astronmiesatelliet Exos B/Jikiken;
in 1982: een SU ELINT satelliet Tselina-D en de communicatiesatelliet Ekran 09;
in 1986: de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan 24L, 25L en 26L;
in 1987: de telecomsatellieten Optus A3/Aussat A3 (AU) en ECS 4/Eutelsat 1-F4, de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan 33L, 34L en 35L, en de VS militaire satellieten Transit 21/Oscar 27 en Transit 22/Oscar 29;
in 1988: de SU GLONASS navigatiesatellieten Uragan 42L, 43L en 44L en de NASDA telecomsatelliet Sakura 3B/CS 3B;
vertrek in 1976 van het ruimteschip Soyuz 22 (Norad ID: 9421), voor een 8-daagse opdracht in een baan om de aarde.
Sojoez 22 is een wetenschappelijke missie met een aangepaste Sojoez-capsule die als back-up voor het Apollo-Sojoez-testproject van het vorige jaar had gediend.
Cosmonauten Bykovski en Aksyonov fotograferen gedurende een week het oppervlak van de aarde met een speciaal gebouwde camera. Het was de bedoeling hiermee manieren te vinden voor een verbetering van de economische planning.
De inzittenden zijn:
Valeriy F.Bykovskiy, gezagvoerder,
Vladimir V.Aksyonov, vluchtingenieur.
geboorte in 1941 te Lipniki – Volhynia, van Miroslaw Hermaszewski.
Poolse piloot/cosmonaut.
Lid Interkosmos 1976 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz 30.
Verbleef 7,92 dagen in de ruimte.
Eerste Pool in de ruimte - 27 juni 1978.
Was cosmonaut tot 1978.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een VS fotospion KH4B?/Discoverer?;
in 1969: een SU kernkoptest OGCh;
in 1972: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1981: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1982: een SU militaire waarnemer Feniks;
in 1987: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
lancering in 1968 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 7K-L-1 N°9L/Zond 5.
Zond 5 wordt gelanceerd via een aardse parkeerbaan om wetenschappelijke studies te doen tijdens een vlucht om de maan en daarna terug te keren naar de aarde.
Op 18 september vliegt de ruimtesonde op 1950 km hoogte rond de maan met aan boord oa schildpadden, vliegen, meelwormen, planten en zaden. Ook een pop zat voorzien van stralingsdetektoren in een cosmonautenstoel.
Op 21 september komt de terugkeercapsule behouden neer in de Indische Oceaan op 32,63°Z - 65,55°O, en wordt met succes geborgen.
Dit was de eerste succesvolle Sovjet circumlunaire missie met terugkeer naar de aarde, als voorbereiding op een bemande vlucht.
(afbeelding: vrije voorstelling van zond 5 boven de maan, capsule in zee)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-076A
Norad ID: 3394
Lanceertuig: Proton-K/D1E
Massa: 5375 kg.
lancering in 1978 vanaf Baikonur LC81/24, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°361/Venera 12.
Deze venussonde bestaat uit een drager en een landingsmodule die op 21 december gedurende 1 uur afdaalt in de venusatmosfeer aan de nachtzijde van de planeet op 7°Z -294°O.
De drager vliegt verder in de ruimte en komt in een heliocentrische baan.
De landingsmodule bevat instrumenten om de samenstelling en aard van de atmosfeer, en de samenstelling en mechanische eigenschappen van het oppervlak te bestuderen.
De informatie werd via de drager naar de aarde geseind tot deze na 110 minuten buiten het bereik van de landingsplaats was. Er werden geen beelden bekomen (de lensdop bleef zitten) en er gebeurde geen bodemanalyse (het grondmonster kwam niet correct in de kamer).
Wel werd bliksem en donder gedetekteerd, het voorkomen van zwavel en chloor in de wolken en van koolmonoxide op lage hoogte.
(afbeelding: venera 12 model)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-086A
Norad ID: 11025
Lanceertuig: Proton-K/D-1
Massa: 4940 kg.
geboorte in 1950 te Saigon – Vietnam, van Dr Eugene ‘Gene’ Huu-Chau Trinh.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van Spacelab 3-1983 en USML 1-1990 groep.
Maakte ruimtevlucht in STS 50.
Verbleef 13,81 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1992 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1958 te Wetumka – Oklahoma, van John Bennett Herrington.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 113.
Verbleef 13,78 dagen in de ruimte.
Maakte 3 ruimtewandelingen – samen 19u55’.
Was astronaut tot 9 september 2005 en bleef actief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: een VS fotospion KH-4A;
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1973: een SU navigatiesatelliet Tsiklon;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1981: een SU oceaanobservatie satelliet US-P;
in 1983: een SU aardobservatie satelliet Resurs F1;
in 1989: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1990: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1997: de communicatiesatellieten Iridium 27, 28, 29, 30, 31, 32 en 33.
lancering in 1959 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-1(A) N°6/Luna 2.
Luna 2 wordt gelanceerd met de bedoeling na een rechtstreekse vlucht te pletter te slaan op het maanoppervlak.
Het lanceertuig is een 2de generatie SS-6/Sapwood met langere 3de trap.
Na een vlucht van 34 uur 23 min valt het radiosignaal uit bij de inslag à 3,3 km/sec van Luna 2 in het Moeras van Bederf (29°N – 0°W). Het is dan 13 september 21:02:23 GMT.
De sonde (embleembol) wordt zo het eerste door mensen vervaardigde tuig dat zich op het maanoppervlak bevindt.
(afbeeldingen: model van de sonde en een embleembol)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1959-014A (xi 1)
Norad ID: 114
Lanceertuig: 8K72/I1-7B(Luna)
Massa: 390 kg.
lancering in 1962 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 2MV-2 N°1.
Deze sonde moet fotos naar de aarde seinen tijdens het voorbijvliegen aan de planeet venus. Door het falen van de motoren die de sonde op weg moeten zetten naar venus blijft 2MV-2 sn 1 echter in een baan om de aarde steken.
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1962-045A (a.phi 1)
Norad ID: 389
Lanceertuig: Molniya 8K78 T103-14
Massa: 6500 kg.
vertrek in 1966 van de ruimtecapsule Gemini GT-11 (Norad ID: 2415), voor een 3-daagse oefenvlucht in een baan om de aarde.
De bemanning slaagt in de koppeling met het Agena-doel (GATV), waarna het geheel tot op 800 km hoogte gebracht wordt. De astronauten overzien zo voor het eerst de ganse aarde als een bol.
Secundaire doelstellingen waren oa ervaring opdoen met aktiviteiten buiten de capsule (EVA), alsmede experimenteren met aaneengebonden ruimtetuigen.
De inzittenden zijn:
Charles P.Conrad, bevelhebber-piloot,
Richard F.Gordon, co-piloot.
lancering in 1970 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde E-8-5 N°406/Luna 16.
Luna 16 was de eerste robotsonde die er in slaagde met een bodemmonster van de maan terug te keren naar de aarde en de eerste door de Sovjet-Unie na de Apollo 11 en 12 missies.
De sonde kwam op 20 september neer op de maan op ongeveer 100 km ten westen van krater Webb (0,68°Z -56,3°O). Op 24 september landde de terugkeercapsule met 101 gram maanmateriaal in Kazachstan.
(afbeelding: terugkeercapsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1970-072A
Norad ID: 4527
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500)
Massa: 5600 kg.
vertrek in 1991 van de ruimtependel Discovery STS 48 (Norad ID: 21700), voor een verblijf van 5 dagen in een baan om de aarde.
De hoofdtaak van de bemanning is het in de ruimte plaatsen van de Satelliet voor Onderzoek van de Bovenste Atmosfeer (UARS).
Tijdens de geplande 18 maanden durende missie, zal het observatorium het meest uitgebreide studie ooit uitvoeren van de aardse troposfeer, met de beschermende ozonlaag van de planeet.
De inzittenden zijn:
John O.Creighton, bevelhebber,
Kenneth S.Reightler, Jr, piloot,
Mark N.Brown, missiespecialist,
Charles D.Gemar, missiespecialist,
James F.Buchli, missiespecialist.
vertrek in 1992 van de ruimtependel Endeavour STS 47 (Norad ID: 22120), voor een wetenschappelijke missie van 8 dagen in een baan om de aarde.
De hoofdlading bestaat uit de Spacelab-J (SL-J) module, gezamenlijk gesponsord door NASA en de National Space Development Agency (NASDA) van Japan. SL-J bevat 24 materiaal- en 19 biologie experimenten.
Deze laatste werden oa uitgevoerd op de bemanning zelf, alsmede op japanse karpers, dierlijke en plantaardige cellen, kippenembryo's, fruitvliegjes, schimmels, zaden, kikkers en kikkereieren.
Lee en Davis vormen het eerste echtpaar dat samen een ruimtevlucht maakt.
De inzittenden zijn:
Robert L.Gibson, bevelhebber,
Curtis L.Brown, Jr, piloot,
Mark C.Lee, lading commander,
Jan Nancy Davis/Lee, missiespecialist,
Jerome Apt, missiespecialist,
Mae C.Jemison, missiespecialist,
Mamoru Mohri, ladingspecialist.
vertrek in 1993 van de ruimtependel Discovery STS 51 (Norad ID: 22795), voor een 10-daagse opdracht in een baan om de aarde.
De opdracht bestaat in hoofdzaak uit het in de ruimte plaatsen van de ACTS satelliet (Advanced Communications Satellite Technology) en astronomische studies met de ORFEUS-SPAS (Orbiting Far and Extreme Ultraviolet Spectrograph-Shuttle Pallet Satellite).
Deze laatste is een gezamenlijk Duits-Amerikaans astrofysisch labo dat gedurende 6 dagen uit de pendel gezet werd, als eerste in een serie van ASTRO-SPAS astronomische missies.
De astronauten Newman en Walz voeren ook buitenaktiviteiten (EVA) uit, als voorbereiding op de geplande Hubble Space Telescoop onderhoudsmissie.
De inzittenden zijn:
Frank L.Culbertson, Jr, bevelhebber,
William F.Readdy, piloot,
James H.Newman, missiespecialist,
Daniel W.Bursch, missiespecialist,
Carl E.Walz, missiespecialist.
geboorte in 1940 te Jamestown – Tennessee, van Roger Keith Crouch.
Amerikaanse ladingspecialist/astronaut.
Lid van IML 1-1989 en MSL 1-1996 ladingspecialisten.
Maakte ruimtevlucht in STS 83 en 94.
Verbleef 19,66 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot 17 juli 1997 en bleef aktief in de ruimtevaart.
geboorte in 1966 te Teheran – Iran, van Anousheh Ansari.
Iraans-Amerikaanse ingenieur.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TMA9(TMA8).
Verbleef 10,88 dagen in de ruimte.
Eerste Iraanse in de ruimte - 20060918.
Vierde ruimtetourist.
overlijden in 1994 te Moscow, van Boris Borisovich Yegorov
Soviet dokter/cosmonaut
Geboren op 26 november 1937, te Moscow
Selectie: Voskhod Groep (Medische Groep 1)-1964
Missies: Voskhod 1
Verbleef 1d 0h 17m (1,01d) in de ruimte
Overleed aan een hartaanval.
Werd meervoudig onderscheiden, oa met de Medaille van de Arbeid, hier afgebeeld.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1961: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 30;
in 1975: een SU fotoverkenner Orion;
in 1984: de CN militaire satelliet China 16/FSW O-6;
in 1993: de NASA satelliet voor communicatietechniek ACTS/TOS;
lancering in 1975 vanaf Cape Canaveral LC41, van de VS ruimtesonde Viking 2.
Deze marssonde bestaat uit een orbiter, die 2 camera’s en instrumenten voor meting van druk, temperatuur en IR-straling bevat; en een lander, uitgerust met oa: massaspectrometer, stofwisselings-detector, stereokleurencamera, gaschromatograaf en seismometer.
Op 7 augustus 1976 komt het geheel in een baan om mars en de lander komt op 3 september 1976 zacht neer op 48°N-226°W, 200 km ten westen van de krater Mie in Utopia Planitia. De lander wordt tot Soffen Memorial Station omgedoopt en werkt tot uitputting van de batterijen op 11 april 1980.
De orbiter meldde oa de ontdekking van een enorme hoeveelheid water aan de polen.
Viking 1 en 2 bezorgden ons samen 55000 foto’s.
(afbeeldingen: orbitermodel, lander op mars)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1975-083A
Norad ID: 8199
Andere namen: Viking Orbiter 2
Lanceertuig: Titan IIIE
Massa: 596 kg.
lancering in 1978 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°360/Venera 11.
Deze venussonde bestaat uit een drager en een landingsmodule die op 25 december afdaalt in de venusatmosfeer aan de nachtzijde van de planeet op 14°Z – 299°O. De drager vliegt verder in de ruimte.
De landingsmodule bevat instrumenten om de samenstelling en aard van de atmosfeer, en de samenstelling en mechanische eigenschappen van het oppervlak te bestuderen.
De informatie werd via de drager naar de aarde geseind tot deze na 95 minuten buiten het bereik van de landingsplaats was. Er werden geen beelden bekomen (de lensdop bleef zitten) en er gebeurde geen bodemanalyse (het grondmonster kwam niet correct in de kamer).
Wel werd bewijs geleverd van bliksem en donder, het voorkomen van zwavel en chloor in de wolken en van koolmonoxide op lage hoogte.
(afbeelding: lander in montagehal)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1978-084A
Norad ID: 11020
Lanceertuig: Proton-K/D-1
Massa: 4940 kg.
vertrek in 1994 van de ruimtependel Discovery - STS 64 (Norad ID: 23251), voor een 11-daagse opdracht in een baan om de aarde.
De voornaamste taak is het testen van het LITE (Lidar In-space Technology Experiment), zijnde het gebruik van optische laserpulsen in plaats van radiogolven voor de studie van de aardatmosfeer. Vijfenzestig groepen uit 20 landen maakten metingen op de grond en in vliegtuigen om de LITE gegevens te controleren.
Het autonoom labo Spartan-201, voor metingen ivm de zonneaktiviteit, wordt uit de pendel gezet en na twee dagen terug ingevangen.
Na 10 jaar werd ook nog eens een buitenaktiviteit (EVA) uitgevoerd door de VS, zonder mechanische verbinding met een ruimteschip.
De inzittenden zijn:
Richard N.Richards, bevelhebber,
Blaine L.Hammond, Jr, piloot,
Jerry M.Linenger, missiespecialist,
Susan J.Helms, missiespecialist,
Carl J.Meade, missiespecialist,
Mark C.Lee, missiespecialist.
geboorte in 1952 te Manchester - New Hampshire, van Lee Miller Emile Morin.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 16-1996 “The Sardines”.
Maakte ruimtevlucht in STS 110.
Verbleef 10,82 dagen in de ruimte.
Maakte 2 ruimtewandelingen - samen 14u07’.
Was astronaut tot 2002 en bleef actief in de ruimtevaart.
geboorte in 1956 te Prosyanaya – Dnepropetrovsk, van Anatoli Pavlovich Artsebarsky.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Buran 2-1985 / GKNII 2 / RAN 5 / TsPK 9 groep.
Maakte ruimtevlucht in soyuz TM12.
Verbleef 144,64 dagen in de ruimte.
Maakte 6 ruimtewandelingen - samen 32u17’.
Was cosmonaut tot juli 1994 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerker.
geboorte in 1965 te Euclid – Ohio, van Sunita Lyn 'Suni' Williams.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute - USNavy testpiloot.
Lid van NASA 17-1998 “The Penguins”.
Maakte ruimtevlucht in STS 116(117) en soyuz TMA05M.
Verbleef 321,70 dagen in de ruimte.
Maakte 7 ruimtewandelingen - samen 50u40’.
overlijden in 1995 te Berlijn, van Reinhard Alfred Furrer