geboorte in 1946 te Sacramento – California, van Michael Lloyd ‘Mike’ Coats.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 12/41D, en
bevelhebber in STS 29 en STS 39.
Verbleef 19,33 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot juli 1991 en bleef ruimtevaartmedewerker.
geboorte in 1948 te Riga – Letland, van Anatoliy Yakovlevich Solovyev.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 6-1976 / TsPK 6 groep.
Maakte ruimtevlucht als
gezagvoerder in Soyuz TM5(TM4), Soyuz TM9, Soyuz TM15 en Soyuz TM26, en
MIR expeditielid in STS 71(Soyuz TM21).
Verbleef 651,00 dagen in de ruimte.
Maakte 16 ruimtewandelingen - samen 78u17’.
Was cosmonaut tot februari 1999.
geboorte in 1952 te Savannah – Georgia, van Lloyd Blaine Hammond Jr.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 10-1984 groep.
Maakte ruimtevlucht als piloot in STS 39 en STS 64.
Verbleef 19,26 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot februari 1998.
geboorte in 1955 te Mount Clemens – Michigan, van Jerry Michael Linenger.
Amerikaanse missiespecialist/astronaut.
Lid van NASA 14-1992 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 64 en
MIR expeditielid in STS 81(84).
Verbleef 143,12 dagen in de ruimte.
Maakte 1 ruimtewandeling van 4u59’.
Was astronaut tot februari 1998.
selektie in 1978 van de NASA-8 – TFNG (Thirty-Five New Guys)
piloten:
Daniel Brandenstein,
Michael Coats,
Richard Covey,
John Creighton,
Robert Gibson,
Frederick D. Gregory,
Frederick Hauck,
Jon McBride,
Francis "Dick" Scobee,
Brewster Shaw,
Loren Shriver,
David Walker,
Donald Williams;
missiespecialisten/piloten:
Guion Bluford,
James Buchli,
John Fabian,
Anna Fisher/Tingle,
Dale Gardner,
S. David Griggs,
Terry Hart,
Steven Hawley,
Jeffrey Hoffman,
Shannon Lucid,
Ronald McNair,
Richard Mullane,
Steven Nagel,
George Nelson,
Ellison Onizuka,
Judith Resnik,
Sally Ride,
Rhea Seddon,
Robert Stewart,
Kathryn D. Sullivan,
Norman Thagard,
James van Hoften.
Vanwege de lange tijd tussen de laatste Apollo missie en de eerste vlucht van de Ruimtependel in 1981, bleven enkele astronauten van de oudere groepen bij NASA.
Dus werd pas in 1978 een nieuwe groep van 35 astronauten geselekteerd, waaronder de eerste Amerikaanse vrouwelijke astronauten. Bob Stewart werd als eerste militair geselekteerd (bijna 19 jaar na de oorspronkelijke Mercury Zeven).
Twee verschillende astronautgroepen werden gevormd: piloten en missiespecialisten.
Daarnaast kwamen er ook ladingspecialisten voor één enkele missie, die geen deel uitmaakten van het astronautenkorps - onder hen waren wetenschappers, een paar politici en vele internationale astronauten.
Sally Ride zal de eerste Amerikaanse vrouw worden in de ruimte (STS-7). Kathryn Sullivan zal als eerste Amerikaanse vrouw een buitenaktiviteit (EVA) uitvoeren. Dr. Thagard zal de eerste Amerikaan zijn om gelanceerd te worden op een Russische raket (Sojoez TM-21) naar het ruimtestation Mir. Shannon Lucid zal iets meer dan 6 maanden in Mir verblijven en het vrouwelijke ruimteduurrekord houden, tot Sunita Williams het ruim 20 jaar later zal verbeteren.
Van deze groep zullen Scobee, Resnik, Onizuka en McNair omkomen in de Challenger Ramp.
Robert Gibson en Rhea Seddon werden het eerste koppel om als astronauten in aktieve dienst te trouwen.
selektie in 1998 van de US-Senaat ladingspecialist
John H.Glenn,
die al in 1962 als eerste Amerikaan in een baan om de aarde kwam.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: de VS ELINT satelliet Ferret 2(3);
in 1968: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1970: de SU technologiesatelliet DS-MO-3;
in 1979: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1981: een SU fotoverkenner Orion en een doelsatelliet Vektor;
in 1982: de communicatiesatelliet RCAsatcom (F)4;
in 1985: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-23 en een militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1986 en 1996: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
vertrek in 1969 van het ruimteschip Soyuz 5 (Norad ID: 3656), voor een koppelopdracht in de ruimte.
Het ruimteschip zal aan Soyuz 4 koppelen als voorbereiding op het bemande Soviet maanprogramma.
De cosmonauten Yeliseyev en Khrunov zullen langs buiten van capsule verwisselen.
Tijdens de landing op 18 januari dook de capsule verkeerd in de atmosfeer waardoor het ontsnappingsluik bijna doorbrandde. Daarna verstrengelden de parachutedraden en faalden de landingsraketjes. De harde landing die hierop volgde kostte Volynov een paar gebroken tanden.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Boris V.Volynov, gezagvoerder,
Aleksei S.Yeliseyev, vluchtingenieur,
Yevgeny V.Khrunov, wetenschapper;
bij de landing is het:
Boris V.Volynov, gezagvoerder.
geboorte in 1969 te Irkutsk, van Anatoli Alekseyevich Ivanishin.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht TsPK 13-2003 selektie.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz TMA22.
Verbleef al 165,31 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1965: een VS fotospion KH-4A;
in 1970: een SU doelsatelliet DS-P1-Yu en de communicatiesatelliet Intelsat III-F6;
in 1976: de NASA/DE astronomiesatelliet Helios 2;
in 1985: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1986: een SU militaire waarnemer Kobal’t;
in 1987: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1988: zes SU militaire communicatiesatellieten Strela-3;
in 1991: de telecomsatellieten Eutelsat 2-F2 en Italsat 1 (IT).
vertrek in 1969 van het ruimteschip Soyuz 4 (Norad ID: 3654), voor een koppelopdracht in de ruimte.
Het ruimteschip zal aan Soyuz 5 koppelen als voorbereiding op het bemande Soviet maanprogramma. De cosmonauten Yeliseyev en Khrunov zullen langs buiten van capsule verwisselen.
Het is de eerste geslaagde koppeling van twee bemande ruimteschepen, omdat deze opdracht bij Soyuz 1, 2 en 3 mislukte.
Door verstrooidheid van Yeliseyev werd de camera die de overstap moest filmen niet aangezet en bestaat er enkel een wazige video-opname van deze prestatie. Soyuz 4 landt op 17 januari.
De inzittende bij de lancering is
Vladimir A.Shatalov, gezagvoerder;
bij de terugkeer zijn het
Vladimir A.Shatalov, gezagvoerder,
Aleksei S.Yeliseyev, vluchtingenieur,
Yevgeny V.Khrunov, wetenschapper.
geboorte in 1943 te Shanghai – China, van Dr Shannon Matilda Wells Lucid.
Amerikaanse missiespecialist/astronaute – Biochemist (A170).
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als
missiespecialist in STS 18/51G, STS 34, STS 43 en STS 58, en
MIR expeditielid in STS 76(79).
Verbleef 223,12 dagen in de ruimte.
Eerste VS astronaute in MIR.
Was astronaute tot eind 1996 en bleef aktief als ruimtevaartmedewerkster.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1967: een VS fotospion KH-4A;
in 1970: een VS fotospion KH8;
in 1971: een SU doelsatelliet DS-P1-I;
in 1980 en 1982: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
vertrek in 1993 van de ruimtependel Endeavour STS 54 (Norad ID: 22313) voor een 6-daags verblijf in een baan om de aarde.
Tijdens de missie wordt een militaire satelliet TDRS-F (Tracking and Data Relais Satellite) in de ruimte gezet. Bij de lading is oa de DXS spectrometer voor de studie van X-stralen afkomstig van bronnen uit de verste delen van het heelal.
De astronauten Runco en Harbaugh begeven zich buiten de pendel (EVA) om ervaring op te doen in het werken in de ruimte.
De inzittenden zijn
John H.Casper, bevelhebber,
Donald R.McMonagle, piloot,
Mario Runco, Jr, missiespecialist,
Gregory J.Harbaugh, missiespecialist,
Susan J.Helms, missiespecialist.
geboorte in 1949, te Patiala, van Rakesh “Rikki” Sharma.
Indiase piloot/cosmonaut.
Lid van Internationale 1982 groep.
Maakte ruimtevlucht als wetenschapper in Soyuz T11.
Verbleef 7,90 dagen in de ruimte.
Eerste Indier in de ruimte - 3 april 1984.
Was cosmonaut tot april 1984.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1962: de VS militaire wetenschapssatelliet Discoverer 37;
in 1978: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-4MKM;
in 1984: een SU militaire waarnemer Kobal’t;
in 1993: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-85.
vertrek in 1986 van de ruimtependel Columbia STS 24/61C (Norad ID: 16481), voor een 6-daags verblijf in een baan om de aarde.
De communicatiesatelliet SatCom K1, voor rekening van RCA wordt in de ruimte geplaatst. Ook is er een speciale camera aan boord voor opnames van de komeet Halley. Deze opdracht mislukt echter door problemen met de batterij.
De missie zou oorspronkelijk 7 dagen duren, maar werd ingekort tot 4 dagen om toekomstige lanceringen niet in de weg te komen. Wegens het slechte weer op de landingsplaats werden het tenslotte 6 dagen.
Bij de bemanning is Charles Bolden die later bestuurder werd van NASA.
De inzittenden zijn:
Robert L.Gibson, bevelhebber,
Charles F.Bolden, Jr, piloot,
Franklin R.Chang-Diaz, missiespecialist,
Steven A.Hawley, missiespecialist,
George D.Nelson, missiespecialist,
Robert J.Cenker, ladingspecialist,
William C.Nelson, ladingspecialist.
vertrek in 1997 van de ruimtependel AtlantisSTS 81 (Norad ID: 24711), voor een 10-daagse missie met koppeling aan het Soviet ruimtestation MIR.
Linenger wordt lid van de 23de permanente bezetting en zal er 132 dagen werken; terwijl Blaha, na een verblijf van 128 dagen in MIR, terugkeert naar de aarde.
Bij de lading bevindt zich SPACEHAB met experimenten van allerlei aard, waarvan de resultaten inzichten zullen verschaffen nuttig in de planning en ontwikkeling van het ISS.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Michael A.Baker, bevelhebber,
Brent W.Jett, Jr, piloot,
John M.Grunsfeld, missiespecialist,
Marsha S.Ivins, missiespecialist,
Peter J.K.Wisoff, missiespecialist,
Jerry M.Linenger, MIR EO-23;
bij de landing:
de hoofdbemanning en
John E.Blaha terug van MIR.
geboorte in 1966 te Moskow, van Sergey Nikolayevich Revin.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia RKKE 12-1996 ingenieurs.
Maakte ruimtevlucht als vluchtingenieur in Soyuz TMA04M.
Verbleef al 125 dagen in de ruimte.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1969: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1971 en 1972: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1982: een SU fotoverkenner Orion;
in 1983: een SU militaire navigatiesatelliet Parus;
in 1989: een SU aardobservatie satelliet Resurs-F2;
in 1993: een SU navigatiesatelliet Tsikada;
in 1996: de communicatiesatellieten Measat 1 en PanAmSat 3R.
vertrek in 1975 van het ruimteschip Soyuz 17 (Norad ID: 7604), naar het Soviet ruimtestation Salyut 4.
Dit is de eerste van twee missies van lange duur naar dit station. De twee cosmonauten brachten bij de landing op 9 februari het ruimte duurrekord op 30 dagen. Het vorige rekord stond op 23 dagen, gevestigd in Salyut 1 door de bemanning van Soyuz 11, die echter omkwam bij de landing.
De inzittenden zijn:
Aleksei A.Gubarev, gezagvoerder,
Georgi M.Grechko, vluchtingenieur.
vertrek in 1996 van de ruimtependel Endeavour STS 72 (Norad ID: 23762), voor 9-daags verblijf in een baan om de aarde.
Op dag 3 wordt de japanse SFU (Space Flyer Unit) satelliet gerecupereerd, die 10 maanden in de ruimte verbleef en automatisch micro-gravitatie onderzoek deed.
De sub-satelliet OAST-Flyer met technologie experimenten wordt in de ruimte geplaatst en na 50 uren vrije vlucht teruggenomen.
Er worden twee buitenaktiviteiten (EVA) uitgevoerd waarbij gereedschappen getest worden, ter voorbereiding van de latere ISS konstruktie.
De inzittenden zijn:
Brian J.Duffy, bevelhebber,
Brent W.Jett, Jr, piloot,
Leroy Chiao, missiespecialist,
Daniel T.Barry, missiespecialist,
Winston E.Scott, missiespecialist,
Koichi Wakata, missiespecialist - Japan.
geboorte in 1926 te Moskow, van Lev Stepanovich Dyomin.
Russische Ingenieur/Cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 2-1963 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 15.
Verbleef 2,01 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 1982.
Overlijdt aan kanker op 18 december 1998 te Zvyozdny Gorodok.
selektie in 1989 van de IML-1 ladingspecialist
Roger K.Crouch.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1964: de VS militaire satellieten EGRS 1, Ferret, GGSE 1, Grab en Solrad 7A;
in 1965: een SU fotoverkenner Zenit-2;
in 1967: de communicatiesatelliet Intelsat II-F2;
in 1968: de VS wetenschapssatelliet GEOS 2;
in 1973: een SU fotoverkenner Zenit-4M;
in 1979: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1980: de SU communicatiesatelliet Molniya 1-46;
in 1984: een SU militaire navigatiesatelliet Parus en een fotoverkenner Zenit-6.
lancering in 1969 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde 4V-1 N°331/Venera 6.
Venus 6 moet een capsule laten neerdalen in de dichte venusatmosfeer; een landing is niet voorzien.
De vlucht verloopt naar wens en op 17 mei wordt de capsule op 25000 km hoogte van de drager
gescheiden. Nadat de parachute geopend is,worden gedurende 51 minuten, tot op 10 km hoogte, atmosfeergegevens naar de aarde geseind.
Over deze meetresultaten is weinig gekend.
(afbeeldingen: een model van de sonde en de capsule)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1969-002A
Norad ID: 3648
Lanceertuig: Molniya 8K78M
Massa: 1130 kg.
vertrek in 1978 van het ruimteschip Soyuz 27 (Norad ID: 10560), naar het Soviet ruimtestation Salyut 6.
Het is de derde vlucht naar Salyut 6 en de tweede geslaagde koppeling. Dzhanibekov en Makarov zullen er 6 dagen verblijven als bezoekers, en keren met Soyuz 26 terug naar de aarde.
Hun voornaamste taak is het vrijmaken van een koppelpunt voor het aanmeren van het aankomend Progress cargoschip.
Soyuz 27 zal op 16 maart landen met Romanenko en Grechko, die dan 96 dagen in de ruimte waren en vertrokken in Soyuz 26.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Vladimir A.Dzhanibekov, gezagvoerder,
Oleg G.Makarov, vluchtingenieur;
bij de terugkeer:
Yuri V.Romanenko, gezagvoerder,
Georgi M.Grechko, vluchtingenieur.
overlijden in 1970 van Pavel Ivanovich Belyayev.
Soviet piloot/cosmonaut.
Geboren op 26 juni 1925, te Chelishchevo.
Rang: Kommandant, Soviet Marine.
Selectie: Luchtmacht Groep 1-1960.
Missies: Voskhod 2.
Verbleef 1d 2h 2m (1,085d) in de ruimte.
Overleed door verwikkelingen na maag- en pancreasoperatie, te Moscow.
Kreeg meerdere onderscheidingen, waaronder de Orde van de Rode Ster, hier afgebeeld.
selektie in 1963 van de TsPK(VVS)-2 cosmonauten
Yuri Artyukhin,
Eduard Buinovski,
Georgy Dobrovolsky,
Lev Dyomin,
Anatoly Filipchenko,
Aleksei Gubarev,
Vladislav Gulyayev,
Pyotr Kolodin,
Eduard Kugno,
Anatoli Kuklin,
Aleksandr Matinchenko,
Vladimir Shatalov,
Lev Vorobiyov,
Anatoly Voronov,
Vitaly Zholobov.
Hiervan zal maar ongeveer de helft in aanmerking komen voor een ruimtevlucht.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1978: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M en een ELINT satelliet Tselina-D;
in 1989: de SU wetenschapssatelliet Etallon PKA-1L en twee Glonass navigatiesatellieten Uragan;
in 1995: de communicatiesatelliet Intelsat 704-2;
in 1998: de UK militaire communicatiesatelliet Skynet 4D.
in de rand
- Tijdens wat in 1961 een routinelancering van een Polaris-raket moest zijn, verscheen plots een
voorwerp op de radarschermen van de lanceerbasis op Cape Canaveral. Het signaal was zo sterk en
het object kwam zo dicht bij de raket, dat de automatische radar het voorwerp 40 minuten lang bleef
volgen in plaats van de raket. Na een tijdje verloor de “bezoeker” alle interesse en verdween.
Deze episode staat opgetekend in de logboeken van de NASA. Er is geen officiële verklaring voor
vertrek in 1990 van de ruimtependel Columbia STS 32 (Norad ID: 20409), voor een 11-daags verblijf in een baan om de aarde.
Deze missie, die tot dan langste, heeft twee hoofdopdrachten, nl. het in de ruimte plaatsen van de militaire satelliet Syncom IV F5 (ook Leasat 5 genoemd) en het uit de ruimte plukken van het LDEF labo met 57 wetenschappelijke en technologische experimenten.
Deze laatste was in april 1984 door STS 41C in de ruimte geplaatst en werd, als gevolg van de Challenger ramp in 1986, vier en een half jaar later dan voorzien teruggevangen. De robotarm werd bediend door astronaute Dunbar en op film vastgelegd. Deze opname werd later gebruikt in de films “Destiny Space” en “Blue Planet”.
De inzittenden zijn:
Daniel C.Brandenstein, bevelhebber,
James D.Wetherbee, piloot,
Bonnie J.Dunbar/Sega, missiespecialist,
David G.Low, missiespecialist,
Marsha S.Ivins, missiespecialist.
selektie in 1984 van de Spacelab-4 ladingspecialisten
Andrew F.Gaffney,
Millie E.Hughes-Fulford,
Robert W.Phillips,
Bill A.Williams.
Alleen Gaffney en Hughes-Fulford zullen in de ruimte vertoeven.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1970: een SU fotoverkenner Zenit-2M;
in 1980: een SU fotoverkenner Zenit-6;
in 1981: de SU communicatiesatelliet Molniya 3-25;
in 1985: een SU militaire waarnemer Kobal’t;
in 1986: acht SU militaire communicatiesatellieten Strela-1M;
lancering in 1973 vanaf Baikonur LC81/23, van de Soviet ruimtesonde E-8 N°204/Luna 21 met het maanwagentje Lunokhod 2.
Op 15 januari landt de drager in de krater LeMonnier op 26°N – 30°O. De volgende dag begint
Lunokhod 2 op de bodem te rijden en zal in totaal 37 km afleggen.
Naast bekomen foto’s, TV-beelden en wetenschappelijke gegevens, worden ook laser-experimenten gedaan. De missie wordt op 4 juni als beëindigd beschouwd.
Met de laser reflector werden nog lange tijd vanaf de aarde testen uitgevoerd.
(afbeeldingen: de sonde op de maan en een model van de lunokhod)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1973-001A
Norad ID: 6331?3
Lading: Lunokhod-2
Lanceertuig: Proton-K/D(UR-500) 259-01
Massa: 4850 kg.
vertrek in 1994 van het ruimteschip Soyuz TM18 (Norad ID: 22957) naar het Soviet ruimtestation MIR.
Afanasyev en Usachyov zullen er 182 dagen verblijven als 15de permanente bezetting, terwijl Polyakov na 437 dagen op 22 maart 1995 zal landen in Soyuz TM20.
Er wordt onderzoek gedaan ivm ruimtevaartmedicatie, voornamelijk door Polyakov. Verder worden meerdere niet-gespecifieerde experimenten uitgevoerd.
De inzittenden bij de lancering zijn:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Yuri V.Usachyov, vluchtingenieur,
Valeri V.Polyakov, wetenschapper;
bij de landing:
Viktor M.Afanasyev, gezagvoerder,
Yuri V.Usachyov, vluchtingenieur.
geboorte in 1942 te Bor, van Vyacheslav Dmitriyevich Zudov.
Russische piloot/cosmonaut.
Lid van Luchtmacht 3-1965 groep.
Maakte ruimtevlucht als gezagvoerder in Soyuz 23.
Verbleef 2,00 dagen in de ruimte.
Was cosmonaut tot 14 mei 1987.
selektie in 1988 van de TsPK-9 cosmonauten
Viktor Afanasiyev,
Anatoli Artsebarsky,
Gennadi Manakov.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1966: de VS militaire wetenschapssatelliet DAPP 14;
in 1986: een SU fotoverkenner Oblik;
in 1991: de militaire communicatiesatelliet NATO 4-1(A).
lancering in 1968 vanaf Cape Canaveral LC36A, van de VS ruimtesonde Surveyor 7.
Het doel van het Surveyor-programma is gegevens verzamelen over de maanbodem, in het vooruitzicht van de latere Apollo-missies.
Op 10 januari landt Surveyor 7 in de nabijheid van krater Tycho op 41°Z – 12°W.
Het mini-lab onderzoekt gedurende 36 uur bodemstalen en seint eigenschappen van het oppervlak naar de aarde. Ook worden laser-experimenten gedaan vanaf de aarde.
De missie van deze sonde eindigt op 21 februari.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde en foto van de maanbodem)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1968-001A
Norad ID: 3091
Andere namen: Surveyor SC-7
Lanceertuig: Atlas SLV-3C Centaur AC-15
Massa: 306 kg.
lancering in 1985 vanaf KASC M1, van de Japanse ruimtesonde Sakigake.
Sakigake – japans voor Pionier – moet nabij de komeet Halley gegevens verzamelen van oa plasma, zonnewind en magnetisme.
De sonde komt op 11 maart 1986 tot op 7 miljoen km van de komeet en slaagt in haar opdracht.
Daarna kwam Sakigake in haar omloopbaan omheen de zon op 8 januari 1992 voor het eerst terug op 89000 km van de aarde; later volgden nog aardpassages.
De radioverbinding valt op 15 november 1995 weg.
(afbeelding: een model van de sonde)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1985-001A
Norad ID: 15464
Andere namen: MS-T5
Lanceertuig: Mu-3S-II M-3S2-1
Massa: 138 kg.
lancering in 1998 vanaf SPFL SLC46, van de VS ruimtesonde Lunar Prospector.
De Lunar Prospector is ontworpen voor maanonderzoek in een lage polaire baan, met inbegrip van het in kaart brengen van het oppervlak en mogelijke afzettingen van poolijs, metingen van magnetisme en zwaartekracht, en de studie van de maan outgassing evenementen.
De gegevens van de 19 maand durende missie zal de bouw van een gedetailleerde kaart van de oppervlakte samenstelling van de maan mogelijk te maken, en zal ons begrip van de maan verbeteren.
De missie eindigde op 31 juli 1999, wanneer Lunar Prospector opzettelijk neerviel in een permanent in de schaduw liggende krater nabij de zuidpool. Gehoopt werd dat de inslag waterdamp zou vrijgeven van de vermoede ijsafzettingen in de krater, er werd echter geen damp waargenomen.
(afbeeldingen: vrije voorstelling van de sonde en foto van de maan)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1998-001A
Norad ID: 25131
Andere namen: Lunar Prospector Orbiter
Lanceertuig: Athena-2 LM-004
Massa: 158 kg.
geboorte in 1935 te Vyazniki – Vladimir, van Valeri Nikolayevich Kubasov.
Russische ingenieur/cosmonaut.
Lid van Energia Ingenieur 1 groep.
Maakte ruimtevlucht als
gezagvoerder in Soyuz 6 en Soyuz 36(35) en
vluchtingenieur in Soyuz 19.
Verbleef 18,75 dagen in de ruimte.
Was bij eerste koppelling van VS & Sovjet ruimtetuig op 17 juli 1975.
Was cosmonaut tot 1993.
geboorte in 1941 te Washington D.C., van Frederick Drew ‘Fred’ Gregory.
Amerikaanse piloot/astronaut.
Lid van Nasa 8-1978 groep.
Maakte ruimtevlucht als
piloot in STS 17/51B en
bevelhebber in STS 33 en STS 44.
Verbleef 18,96 dagen in de ruimte.
Was astronaut tot april 1992 en bleef NASA medewerker.
geboorte in 1951 te Kargaly – Dzhmpul, van Talgat Amangeldyevich Musabayev.
Kazachstaanse piloot/cosmonaut (A312).
Lid van Luchtmacht 11(MGA Kazakhstan)-1991 groep.
Maakte ruimtevlucht als
vluchtingenieur inSoyuz TM19 en
gezagvoeerder in Soyuz TM27 en Soyuz TM32(TM31).
Verbleef 341,41 dagen in de ruimte.
Maakte 7 ruimtewandelingen - samen 41u19’.
Was cosmonaut tot 27 november 2003 en bleef aktief in de ruimtevaart.
lanceringen van allerlei aard, onder andere
in 1963: een VS fotospion KH-4 en de SU fotoverkenner Zenit-2-36;
in 1976: een SU fotoverkenner Zenit-4MK;
in 1978: de communicatiesatelliet Intelsat IVA-F3;
in 1982: een SU militaire communicatiesatelliet Strela-2.
lancering in 1999 vanaf Cape Canaveral SLC17B, van de VS ruimtesonde Mars Polar Lander.
De Mars Polar Lander, en de eerder gelanceerde Mars Climate Orbiter, werden ontworpen om het weer, het klimaat en water en kooldioxide in de atmosfeer van mars te bestuderen, en ook te zoeken naar bewijs van de episodische klimaatveranderingen.
Twee penetrators: Amundsen en Scott moesten neerkomen aan de polen en oa speuren naar water.
Het laatste radiokontakt met de sonde was net vóór het binnenkomen in de marsatmosfeer op 3 december 1999, de oorzaak hiervan is niet bekend.
Wegens gebrek aan communicatie, weet de vluchtleiding niet of en waar de geplande landing plaats vond.
(afbeeldingen: MPL tijdens de bouw en een penetrator)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1999-001A
Norad ID: 25605
Andere namen: MPL
Lanceertuig: Delta II 7425-9.5 D265
Massa: 290 kg.
geboorte in 1959 te Batumi – Georgië, van Fyodor Nikolayevich Yurchikhin.
lancering op 2 januari 1959 vanaf Baikonur LC1, van de Soviet ruimtesonde E-1-4/Luna 1.
Luna 1 (ook mechta of droom genaamd), moest na een rechtstreekse vlucht – zonder tussenfase in aardorbit – een embleembol laten inslaan op het maanoppervlak.
Bij T+190 sec wordt de snelheid van 11,2 km/sec bereikt. Deze neemt geleidelijk af en is ongeveer 9000 km/uur in de nabijheid van de maan.
Na 34 uren de kontrole over de ruimtesonde verloren die op 4 januari om 02:59 GMT, als eerste door mensen vervaardigd tuig, de maan op 6000 km voorbij vliegt.
(afbeeldingen: model van dit type sonde en embleembol)
Enkele gegevens:
NSSDC ID: 1959-012A (mu 1)
Norad ID: 112
Andere namen: Mechta – AMS Luna 1- Cosmic Rocket - Lunik I
Lanceertuig: 8K72/B1-6(Luna)
Massa: 361 kg (1472 kg met laatste trap).
selektie op 1 januari 1974 van de Soviet Medicus
Zyyadin Abuzyarov,
die nooit een ruimtevlucht maakte.
selektie in januari 1998 van de China-1 taikonauten
Quan Chen,
Qingming Deng,
Junlong Fei,
Haipeng Jing,
Qinglong Li,
Boming Liu,
Wang Liu,
Haisheng Nie,
Zhanchun Pan,
Jie Wu,
Liwei Yang,
Zhigang Zhai,
Xiaoguan Zhang,
Zhao Chuandong.
Op 15 oktober 2003 maakte Yang Liwei de eerste vlucht van het Chinese bemande ruimtevaart programma in Shenzhou 5.
China werd zo het derde land dat op onafhankelijke basis mensen in de ruimte kan brengen.
lanceringen van allerlei aard op 1 januari, onder andere
in 1990: de UK militaire communicatiesatelliet Skynet 4A en de JSC(JP) telecomsatelliet JCSat 2.