La Magdeleine 26 11 2015
Over uilen en reeën en everzwijnen
In het bericht van gisteren konden we lezen dat er buiten vier Drentsche Patrijshonden ook nog een uiltje onderdak heeft gevonden onder de pannen van huize “Drentenroedel Faes”.
Het baasje is al verschillende malen met het “kodakske”, ditmaal het groot Kodakske heel voorzichtig gaan loeren of mijnheer den uil niet thuis was.
Eénmaal heeft het baasje hem zien zitten op de grote dikke balk die een steunend onderdeel vormt van de dakconstructie. Het is duidelijk een kerkuil, en nog ne snelle ook !
Hoewel het baasje zijn foto apparaat gereed, in stand “on”, met flash in stand by, was de uil weg voor het baasje een foto kon nemen. Waar hij naartoe was ? God mag het weten maar de uil was foetsie vooraleer ’t baasje bij de trap was van waar hij beter zicht had op onze uil !
Want dat weet het baasje al van de vorige keer, ze zijn razend snel en vliegen onhoorbaar (voor ons baasje is dat niet moeilijk, die hoort toch maar “heel selectief”) en dus maakte uilemans zich weg voor hij duidelijk in beeld kon genomen worden. Maar we blijven proberen zegt ons baasje.
Wat zich dan wel goed liet fotograferen waren deze ochtend vier reeën. Die stonden naast de weg toen het baasje van de bakker terug kwam met de auto. Ze liepen rustig van de baan weg en bleven regelmatig staan om te kijken wat die auto ging doen. Uiteraard bleef het baasje op de weg en probeerde mat het kleine foto apparaatje dat steeds in de auto ligt het groepje van 4 in beeld te krijgen.
Spijtig dat er geen zwaardere zoom op dat apparaatje aanwezig is want de reeën bleven op een veilige afstand gewoon poseren. Na een tijdje renden ze samen naar het achtergelegen bos. Daar hebben ze tenminste een veilige beschutting voor de weekend jagers die hier in de buurt met tientallen door de velden struinen op zondag ochtend.
Wat we nog niet gezien hebben en alles wat we al ooit met een jachtgeweer hebben zien rondlopen zijn everzwijnen. Die zouden er volgens de jagers die perfect latijn spreken (jagerslatijn dan wel) nog met “hopen” ronddwalen in de bossen. Maar als je dan haast zeventien jaar, de helft van het jaar hier in de Charente verblijft en je hebt er nog steeds geen gezien, dan is het toch stilaan het moment om te gaan twijfelen aan dat jagerslatijn.
Hoewel, de vader van en plaatselijke kameraad heeft zijn Peugeot 205 al eens naar de carrossier moeten brengen met een serieus beschadigd front na een aanrijding met een “sanglier”. Maar toen de aanrijding gebeurde was het donker en slecht weer en een everzwijn hebben ze nooit gevonden… Dus ook weer een verhaal met het nodige voorbehoud !
Belle & co
|