.Maar ,ook kannibalisme komt voor. Als er wat te weinig rupsen en larven zijn, hakt de bonte specht nestkasten open waarin jongen van mezen piepen en voeren de pasgeboren meesjes in stukjes aan hun eigen jongen.
Later, als de jongen zijn uitgvlogen en er minder insecten zijn, schakelen ze over op zaden.
Die halen ze overwegend uit denneappels.
Zij plukken de "mastentoppen" uit de bomen en vliegen ermee naar een vaste plaats. Meestal is dit een gevorkte tak, een spleet of een zelfgemaakte nis in een eikenboom. De dennenappel wordt vast geklemd en de specht peutert de zaden eruit.
Eens leeg gehaald laat hij de mastentop vallen en zo zie je soms tientallen dennenappels liggen onder een eikenboom. Dan weet je dat je onder een "spechtensmidse" staat.
De bonte specht heeft verschillende zulke smidsen in gebruik, want voor elke soort dennenappel heeft hij een aparte smidse. Zo zie je de ene keer een verzameling van dennenkegels van de grove den, onder een andere boom ligt een hoop kegels van een douglasspar, weer ergens anders vind je vruchten van een zwarte den, enz.....
Ooit zijn er van èèn specht 57 werkplaatsen geteld.