.Tijdens het begin van de paarvorming, dit is vanaf februari, laat de kandidaat-vrijer'smorgens en 's avonds zijn verlokkende lach horen. Hiermee zoekt hij contact met mogelijke liefjes. "Hij" zit dan in de onmiddellijke nabijheid van zijn slaaphol en "zij komt eens kijken wie daar zo van zijn paretten maakt.
Als hij het wijfje ziet komen wipt hij zeer agressief met de kop, want tenslotte weet hij nog niet dat het een wijfje is. Het wijfje schudt dan de kop zachtjes heen en weer als om te zeggen: " rustig maar, hevige, zie eens wat een knap vrouwtje ik ben".
Dat heen en weer zwaaien komt over als een sussend gebaar, maar in feite is het bedoeld om het mannetje te tonen dat zij geen rode baardstrepen heeft en dus een vertegenwoordigster is van het andere geslacht.
Vervolgens gaat zij op de loop. Typisch vrouwelijk gedrag: eerst uitdagen en dan gaan lopen.
Meneer achtervolgt haar en daarbij kringelen ze beide in een spiraalvormige vlucht rond de takken van de bomen en vliegen ze van boom tot boom.
Indien beide op zeker ogenblik het wel zien zitten, bezoeken ze samen eerst de nestplaats waaraan meneer al is begonnen voor hij kennismaakte met mevrouw. bevalt dit hol mevrouw niet, dan gaan ze samen op zoek naar een geschikte nestplaats. Ze inspecteren eerst de bestaande holen (ook deze van andere spechtensoorten) en pas als er geen geschikt hol wordt gevonden begint meneer er een nieuw uit te hakken.
Geregeld lost mevrouw af bij het hak-en kapwerk.