.Mannetjes bereiken een kop-romp-lengte van 45-55 mm (zelden 70 mm) en vrouwtjes van 55-65mm (zelden 80 mm). De snuit is spitser dan bij de meerkikker, maar de vorm van de pupillen en de maat van het trommelvlies komen overeen.
De rugzijde is meestal grasgroen van kleur, maar er zijn ook exemplaren met een blauwgroene of bruine kleur.
De bovenzijde van de achterpoten is meestal bruin van kleur.
De rug is bedekt met zwarte ( vrouwtjes) of bruine (mannetjes) scherpbegrensde vlekken, die op de flanken vaak versmelten tot lengtestrepen.
Midden over de rug loopt vaak een lichtgroene lengtes-treep.
De lendenen en de achterzijde van de dijen zijn oranje of geel gevlekt.
De buikzijde is doorgaans egaal wit met slechts enkele grijze vlekken, een enkele keer is de buikzijde grijs gemarmerd.