.
Het katje met grijze vacht
Een katje met een grijze vacht zat voor huisdeur nummer acht.
En in de deur nummer tien liet zich een sneeuwwit katje zien.
Het katje met de grijze vacht ging roerloos zitten gluren.
Toen had het lang genoeg gewacht en zei : O juist net wat ik dacht u bent de kat van de buren.
Het sneeuwwitte katje zweeg een poos.
Toen werd het boos maar voordat het een antwoord koos
telde het eerst tot honderd,
toen het bij honderd en elf was zei,
hij de kat van de buren bent
u zelf.