.Roodborstjes markeren hun territoriumgrenzen met een luid gezang, gezeten op een duidelijk zichtbare, maar daardoor kwetsbare plek.
Hun lied klinkt in de lente het hardst, als ze hun territorium duidelijk moeten aangeven en een partner willen lokken.
Zodra de keuze op een wijfje gevallen is, versterkt het mannetje de relatie door het aanbieden van voedsel.
Hij brengt het vrouwtje smakelijke hapjes waar zij met trillende vleugels om bedelt.
Het roodborstvrouwtje krijgt door het warme lenteweer de drang om een nest te bouwen.
Het komvormige nest, dat bestaat uit bladeren, gras en plantenwortels en gevoerd is met haar, wordt vlak bij de grond in dicht kreupelhout gebouwd.
In de buurt van huizen bouwen roodborstjes hun nesten vaak tussen de fundering van veranda's en in struikgewas.
Ze laten zich ook weleens verleiden door een nestkastje dat op een geschikte, verborgen plek hangt.
Er wordt van april tot juli gebroed, maar vaak proberen roodborstjes al in februari te nestelen.
Zodra het wijfje haar eieren gelegd heeft, blijft ze elf tot veertien dagen op het nest zitten, waar alleen nog haar bruine rug te zien is die een prima schutkleur heeft.
Gedurende deze tijd wordt zij door het mannetje gevoerd, soms wel drie keer per uur.
Beide ouders delen de taak om de jongen de eerste drie weken te verzorgen.
Daarna kunnen de jongen vliegen, en zijn ze op zichzelf aangewezen.
Nog voor de winter zoeken ze een eigen territorium.
Vogels die een vroeg eerste legsel hebben, kunnen nog een tweede keer broeden.
het gebeurt noal eens dat het wijfje alweer op nieuwe eieren zit terwijl het mannetje zich nog bekommert om de jonge vogels uit het eerste broedsel, die net aan uitvliegen toe zijn.