Dit uiterst populair keukenkruid is afkomstig uit Midden-Azië en Midden- en Oost-Europa en werd in de 13 e eeuw door de Moren (Arabieren) tijdens hun veroveringstocht naar Spanje meegebracht, even later konden wij ook voluit genieten van dit uitzonderlijk lekker keukenkruid. Dragon - in de volksmond ook "keizersla", drakenkruid of slangenkruid" genoemd - is een doorlevende plant die toch om enige bescherming vraagt in de winter. Dracunculus, "draak", verwijst naar de grillige vorm van de wortelstokken. Slangekruid wijst vooral op de geneeskrachtige werking bij slangen- en insectenbeten. Dragon met zijn weinig opvallende geelgroene bloempjes behoort tot de familie van de samengesteld bloemigen (Compositae) en kan 90 cm groot worden. Het behoort tevens tot hetzelfde geslacht als citroenkruid en de bittere alsem of absint. Het kruid met zijn lijnvormige , gladde en blinkende bladeren heeft een gepeperde, zure anijssmaak dien ons aangenaam verrast in vele gerechten. De Franse dragon (Artemisia dracunculus), de meest gebruikte, wordt soms wel eens verward met zijn smaakloze Russische variant (Artemisia dracunculoides).