.De eerste reuzenberenklauwen werden in de 19 de eeuw vanuit de Kaukasus naar Europa gebracht. Zo verschenen deze planten in de Europese botanische tuinen en op grote landgoederen waar deze imposante planten een mooi plaatsje kregen in de siertuin. Aan het begin van de twintigste eeuw begon men de gevaren van de plant te kennen en verdween ze steeds vaker uit de siertuin. Berenklauw heeft zich wel al buiten de tuinen weten te verwilderen waardoor je ze kan aantreffen langs hagen, bosranden, oevers, spoorwegen, autostrades en wegbermen op voedselrijke en vochtige standplaatsen.
Berenklauw behoort tot de familie van de schermbloemigen (Umbelliferae). De naam Heracleum doet denken aan de Griekse halfgod Heracles die met zijn robuuste lichaam verwijst naar de stevig gebouwde plant. Berenklauw is tijdens de bloei aantrekkelijk voor insecten, maar ook in de winter worden de dode, holle bloeistengels door insecten en spinnen gebruikt als overwinteringsplaats. De mezen weten dit en hakken de stengels in de vorstperiode open op zoek naar voedsel. de lange gedroogde stengels met bloemschermen worden ook wel eens gebruikt in droogboeketten.